READ
Surah As-Saaffaat
اَلصّٰٓفّٰت
182 Ayaat مکیۃ
37:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
Bij de zich in rijen opstellenden,
Voorwaar, jullie god is één,
رَبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا بَیْنَهُمَا وَ رَبُّ الْمَشَارِقِؕ(۵)
Heer der hemelen en der aarde en van alles wat er tussen is, de Heer van het Oosten.
de Heer van de hemelen, de aarde en wat er tussen beide is en de Heer van de plaatsen van opkomst.
اِنَّا زَیَّنَّا السَّمَآءَ الدُّنْیَا بِزِیْنَةِ ﹰالْكَوَاكِبِۙ(۶)
Wij hebben de laagste hemel met sterren versierd.
Wij hebben de dichtstbijzijnde hemel met de pracht van de sterren opgesierd
om ook elke opstandige satan af te weren,
لَا یَسَّمَّعُوْنَ اِلَى الْمَلَاِ الْاَعْلٰى وَ یُقْذَفُوْنَ مِنْ كُلِّ جَانِبٍۗۖ(۸)
Zij kunnen van de verheven bijeenkomst niets horen en zij worden van elke kant verdreven.
zodat zij niet naar de allerhoogste raad van voornaamsten kunnen luisteren. En er wordt van elke kant tegen hen aan gegooid
دُحُوْرًا وَّ لَهُمْ عَذَابٌ وَّاصِبٌۙ(۹)
Als verworpenen en er is voor hen een voortdurende straf;
om hen te verjagen -- en voor hen is er een voortdurende bestraffing --
اِلَّا مَنْ خَطِفَ الْخَطْفَةَ فَاَتْبَعَهٗ شِهَابٌ ثَاقِبٌ(۱۰)
Maar hij die steelsgewijze opvangt, hem achtervolgt een heldere vlam.
behalve als iemand toch iets opvangt; hij wordt dan achtervolgd door een brandende staartster.
فَاسْتَفْتِهِمْ اَهُمْ اَشَدُّ خَلْقًا اَمْ مَّنْ خَلَقْنَاؕ-اِنَّا خَلَقْنٰهُمْ مِّنْ طِیْنٍ لَّازِبٍ(۱۱)
Vraag hun (de ongelovigen) of zij moeilijker zijn te scheppen, dan andere (dingen) die Wij hebben geschapen. Voorzeker, Wij hebben hen uit vaste klei geschapen.
Vraag hun maar om uitsluitsel of zij het moeilijkst te scheppen zijn of anderen die Wij geschapen hebben; hen hebben Wij van kleverige klei geschapen.
Nee, jij bent verbaasd, maar zij schimpen.
وَ اِذَا ذُكِّرُوْا لَا یَذْكُرُوْنَ۪(۱۳)
En wanneer zij vermaand worden, trekken zij er geen lering uit.
Wanneer zij vermaand worden gedenken zij niet.
وَ اِذَا رَاَوْا اٰیَةً یَّسْتَسْخِرُوْنَ۪(۱۴)
En wanneer zij een teken zien, bespotten zij het.
Wanneer zij een teken zien lachen zij schamper
وَ قَالُوْۤا اِنْ هٰذَاۤ اِلَّا سِحْرٌ مُّبِیْنٌۚۖ(۱۵)
En zij zeggen: "Dit is niets dan een klaarblijkelijke tovenarij."
en zeggen: "Dit is duidelijk slechts toverij.
ءَاِذَا مِتْنَا وَ كُنَّا تُرَابًا وَّ عِظَامًا ءَاِنَّا لَمَبْعُوْثُوْنَۙ(۱۶)
"Zullen wij wanneer wij dood zijn en stof en beenderen zijn geworden, worden opgewekt?
Wanneer wij gestorven zijn en stof en botten geworden, zullen wij dan opgewekt worden?
En onze vaderen dan, die er eertijds waren?"
Zeg: "Ja zeker, en jullie zullen onderdanig zijn."
فَاِنَّمَا هِیَ زَجْرَةٌ وَّاحِدَةٌ فَاِذَا هُمْ یَنْظُرُوْنَ(۱۹)
Er zal slechts ??n roep zijn en ziet, zij zullen beginnen te zien.
Dan klinkt slechts één afschrikkende kreet en dan zullen zij [staan te] kijken
وَ قَالُوْا یٰوَیْلَنَا هٰذَا یَوْمُ الدِّیْنِ(۲۰)
Dan zullen zij zeggen: "Wee ons! Dit is de Dag der vergelding."
en zeggen: "Wee ons, dit is de oordeelsdag!"
هٰذَا یَوْمُ الْفَصْلِ الَّذِیْ كُنْتُمْ بِهٖ تُكَذِّبُوْنَ۠(۲۱)
(Allah zal zeggen:) "Dit is de Dag der Beslissing die gij placht te verloochenen.
"Dit is de dag van de schifting die jullie hebben geloochend." *
اُحْشُرُوا الَّذِیْنَ ظَلَمُوْا وَ اَزْوَاجَهُمْ وَ مَا كَانُوْا یَعْبُدُوْنَۙ(۲۲)
Verzamelt de onrechtvaardigen, hun metgezellen en hetgeen zij aanbaden
"Verzamelt hen die onrecht hebben gepleegd, hun echtgenoten en wat zij hebben gediend,
مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ فَاهْدُوْهُمْ اِلٰى صِرَاطِ الْجَحِیْمِ(۲۳)
Naast Allah. Leidt hen dan naar het pad van het Vuur;
in plaats van God. Voert hen dan op de weg naar het hellevuur.
وَ قِفُوْهُمْ اِنَّهُمْ مَّسْـُٔوْلُوْنَۙ(۲۴)
Doch houdt hen staande want zij moeten worden ondervraagd."
En laat hen zich opstellen, want zij moeten verantwoording afleggen."
"Waarom hebben jullie elkaar niet geholpen?"
Maar nee, vandaag geven zij zich over.
وَ اَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلٰى بَعْضٍ یَّتَسَآءَلُوْنَ(۲۷)
Sommigen hunner zullen zich tot anderen wenden, elkander wederkerig ondervragend.
Zij komen op elkaar toe om elkaar te ondervragen.
قَالُوْۤا اِنَّكُمْ كُنْتُمْ تَاْتُوْنَنَا عَنِ الْیَمِیْنِ(۲۸)
Zij zullen zeggen: "Voorwaar, gij placht ons op de goede weg tegen te houden."
Zij zeggen: "Jullie kwamen altijd van rechts op ons toe."
قَالُوْا بَلْ لَّمْ تَكُوْنُوْا مُؤْمِنِیْنَۚ(۲۹)
Zij zullen antwoorden: "Neen, gij waart zelf geen gelovigen."
Zij zeggen: "Welnee, wij waren geen gelovigen
وَ مَا كَانَ لَنَا عَلَیْكُمْ مِّنْ سُلْطٰنٍۚ-بَلْ كُنْتُمْ قَوْمًا طٰغِیْنَ(۳۰)
En wij hadden geen macht over u, maar gij waart een overtredend volk.
en wij hadden geen macht over jullie, maar jullie waren onbeschaamde mensen.
فَحَقَّ عَلَیْنَا قَوْلُ رَبِّنَاۤ ﳓ اِنَّا لَذَآىٕقُوْنَ(۳۱)
Nu is het woord van onze Heer omtrent ons werkelijkheid geworden. Wij zullen gewis (de straf) smaken."
En dus is de uitspraak van onze Heer tegen ons bewaarheid. Wij zullen het proeven.
فَاَغْوَیْنٰكُمْ اِنَّا كُنَّا غٰوِیْنَ(۳۲)
En wij deden u dwalen omdat wij zelf in dwaling waren."
Wij hebben jullie misleid, maar wij waren zelf misleid."
فَاِنَّهُمْ یَوْمَىٕذٍ فِی الْعَذَابِ مُشْتَرِكُوْنَ(۳۳)
Waarlijk, op die Dag zullen zij allen deelgenoten zijn in de straf.
Op die dag zijn zij dus deelgenoten in de bestraffing.
Zo doen Wij met de boosdoeners.
اِنَّهُمْ كَانُوْۤا اِذَا قِیْلَ لَهُمْ لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا اللّٰهُۙ-یَسْتَكْبِرُوْنَۙ(۳۵)
Voorzeker toen er tot hen werd gezegd: "Er is geen God naast Allah", waren zij vanmatigend.
Toen tot hen gezegd werd: "Er is geen god dan God" waren zij hoogmoedig
وَ یَقُوْلُوْنَ اَىٕنَّا لَتَارِكُوْۤا اٰلِهَتِنَا لِشَاعِرٍ مَّجْنُوْنٍؕ(۳۶)
En zeiden: "Zullen wij onze Goden voor die waanzinnige dichter opgeven?"
en zeiden: "Zullen wij onze goden voor een bezeten dichter verlaten?"
بَلْ جَآءَ بِالْحَقِّ وَ صَدَّقَ الْمُرْسَلِیْنَ(۳۷)
Neen, hij is met de Waarheid gekomen en heeft die van de (vroegere) boodschappers bevestigd.
Welnee, hij is met de waarheid gekomen en bevestigt de gezondenen.
اِنَّكُمْ لَذَآىٕقُوا الْعَذَابِ الْاَلِیْمِۚ(۳۸)
Gij zult de pijnlijke straf gewis ondergaan.
Maar jullie zullen de pijnlijke bestraffing proeven.
وَ مَا تُجْزَوْنَ اِلَّا مَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَۙ(۳۹)
En gij zult slechts worden vergolden voor hetgeen gij deedt.
En aan jullie wordt slechts vergolden wat jullie gedaan hebben.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan