READ
Surah al-Baqarah
اَلْبَقَرَة
286 Ayaat مدنیۃ
وَ مِنْهُمْ مَّنْ یَّقُوْلُ رَبَّنَاۤ اٰتِنَا فِی الدُّنْیَا حَسَنَةً وَّ فِی الْاٰخِرَةِ حَسَنَةً وَّ قِنَا عَذَابَ النَّارِ(۲۰۱)
Sommigen hunner zeggen: "Onze Heer, schenk ons het goede in deze wereld, alsook in de komende wereld en bescherm ons voor de marteling van het Vuur."
Er zijn anderen die zeggen: O Heer! geef ons goed in deze en in de volgende wereld en bevrijd ons van het vuur der hel.
اُولٰٓىٕكَ لَهُمْ نَصِیْبٌ مِّمَّا كَسَبُوْاؕ-وَ اللّٰهُ سَرِیْعُ الْحِسَابِ(۲۰۲)
Voor dezen zal er een aandeel zijn wegens hetgeen zij hebben verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen.
Zij zullen het deel hebben dat zij verdienen; want God is snel in het opmaken van rekeningen.
وَ اذْكُرُوا اللّٰهَ فِیْۤ اَیَّامٍ مَّعْدُوْدٰتٍؕ-فَمَنْ تَعَجَّلَ فِیْ یَوْمَیْنِ فَلَاۤ اِثْمَ عَلَیْهِۚ-وَ مَنْ تَاَخَّرَ فَلَاۤ اِثْمَ عَلَیْهِۙ-لِمَنِ اتَّقٰىؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّكُمْ اِلَیْهِ تُحْشَرُوْنَ(۲۰۳)
En gedenkt Allah gedurende het vastgestelde aantal dagen, maar wie na twee dagen zich haast (om te vertrekken) het zal voor hem geen zonde zijn en wie achterblijft, ook voor hem zal het geen zonde zijn. Dit geldt voor hem, die God vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem zult worden verzameld.
Gedenkt God op de bepaalde dagen. Die het vertrek uit de vallei van Mina zal hebben verhaast, zal niet schuldig zijn. Ook hij niet die nog langer blijft, indien hij God slechts vreest. Vreest daarom God en weet dat gij eens tot hem verzameld wordt.
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یُّعْجِبُكَ قَوْلُهٗ فِی الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا وَ یُشْهِدُ اللّٰهَ عَلٰى مَا فِیْ قَلْبِهٖۙ-وَ هُوَ اَلَدُّ الْخِصَامِ(۲۰۴)
En onder de mensen is iemand, wiens spreken over dit leven u zou behagen en hij stelt Allah tot getuige voor wat in zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke.
Er is een man die u verbazen zal door zijn spreken in dit leven, en die God tot getuige zal roepen over de gedachten van zijn hart; maar hij is de hardnekkigste uwer tegenstanders.
وَ اِذَا تَوَلّٰى سَعٰى فِی الْاَرْضِ لِیُفْسِدَ فِیْهَا وَ یُهْلِكَ الْحَرْثَ وَ النَّسْلَؕ-وَ اللّٰهُ لَا یُحِبُّ الْفَسَادَ(۲۰۵)
Wanneer hij gezag heeft, gaat hij in het land rond, om er wanorde te stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens) te vernietigen, maar Allah houdt niet van wanorde.
Zoodra hij zich echter van u verwijdert, haast hij zich, verderf op de aarde aan te richten, en vernietigt alles wat groeit en opschiet. Maar God bemint het verderf niet.
وَ اِذَا قِیْلَ لَهُ اتَّقِ اللّٰهَ اَخَذَتْهُ الْعِزَّةُ بِالْاِثْمِ فَحَسْبُهٗ جَهَنَّمُؕ-وَ لَبِئْسَ الْمِهَادُ(۲۰۶)
En wanneer er tegen hem wordt gezegd: "Vrees Allah", dan spoort de trots hem aan tot verdere zonde. Daarom is de hel goed genoeg voor hem en voorzeker, deze is een kwade rustplaats.
En indien iemand tot hem zegt: "Vrees God" dan maken zich trotschheid en misdaad van hem meester; maar de hel zal zijne belooning zijn, en dat is eene ongelukkige rustplaats.
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یَّشْرِیْ نَفْسَهُ ابْتِغَآءَ مَرْضَاتِ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ رَءُوْفٌۢ بِالْعِبَادِ(۲۰۷)
0
Een ander heeft zichzelven verkocht om God te behagen. God is barmhartig voor hen die hem dienen.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوا ادْخُلُوْا فِی السِّلْمِ كَآفَّةً۪-وَ لَا تَتَّبِعُوْا خُطُوٰتِ الشَّیْطٰنِؕ-اِنَّهٗ لَكُمْ عَدُوٌّ مُّبِیْنٌ(۲۰۸)
O gij die gelooft, komt in volledige overgave en volgt de voetstappen van Satan niet; hij is voorzeker uw verklaarde vijand.
O geloovigen neemt den waren godsdienst aan, volgt niet de voetstappen van satan, hij is uw verklaarde vijand.
فَاِنْ زَلَلْتُمْ مِّنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَتْكُمُ الْبَیِّنٰتُ فَاعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۲۰۹)
Maar indien gij uitglijdt nadat de duidelijke tekenen tot u zijn gekomen, weet dan, dat Allah Almachtig, Alwijs is.
Indien gij echter afwijkt na de u geopenbaarde teekenen, weet dan dat God almachtig en alwijs is.
هَلْ یَنْظُرُوْنَ اِلَّاۤ اَنْ یَّاْتِیَهُمُ اللّٰهُ فِیْ ظُلَلٍ مِّنَ الْغَمَامِ وَ الْمَلٰٓىٕكَةُ وَ قُضِیَ الْاَمْرُؕ-وَ اِلَى اللّٰهِ تُرْجَعُ الْاُمُوْرُ۠(۲۱۰)
Zij wachten op niets anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw der wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht.
Of verwachten de goddeloozen dat God zelf met de engelen in de schaduw der wolken tot hen zal komen. Maar het is reeds bepaald; eens zal alles tot God terugkeeren.
سَلْ بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ كَمْ اٰتَیْنٰهُمْ مِّنْ اٰیَةٍۭ بَیِّنَةٍؕ-وَ مَنْ یُّبَدِّلْ نِعْمَةَ اللّٰهِ مِنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَتْهُ فَاِنَّ اللّٰهَ شَدِیْدُ الْعِقَابِ(۲۱۱)
Vraag de kinderen Isra?ls, hoeveel duidelijke tekenen Wij hun hebben gegeven. Maar hij die de gunst van Allah verandert, nadat zij tot hem is gekomen, (wete) dat Allah streng is in het straffen.
Vraag de kinderen Israëls hoeveel duidelijke teekenen ik hun heb gegeven. Wie echter Gods genade verwisselt nadat hij die bekomen heeft, voor dien is hij een strengbestraffend God.
زُیِّنَ لِلَّذِیْنَ كَفَرُوا الْحَیٰوةُ الدُّنْیَا وَ یَسْخَرُوْنَ مِنَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْاۘ-وَ الَّذِیْنَ اتَّقَوْا فَوْقَهُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-وَ اللّٰهُ یَرْزُقُ مَنْ یَّشَآءُ بِغَیْرِ حِسَابٍ(۲۱۲)
Het leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah schenkt Zijn gaven overvloedig aan wie Hij wil.
Het leven in deze wereld is voor hen die niet gelooven en de geloovigen bespotten; maar zij die God vreezen, zullen boven hen staan op den dag der opstanding; want God is genadig zonder maat omtrent dengene die hem behaagt.
كَانَ النَّاسُ اُمَّةً وَّاحِدَةً- فَبَعَثَ اللّٰهُ النَّبِیّٖنَ مُبَشِّرِیْنَ وَ مُنْذِرِیْنَ۪-وَ اَنْزَلَ مَعَهُمُ الْكِتٰبَ بِالْحَقِّ لِیَحْكُمَ بَیْنَ النَّاسِ فِیْمَا اخْتَلَفُوْا فِیْهِؕ-وَ مَا اخْتَلَفَ فِیْهِ اِلَّا الَّذِیْنَ اُوْتُوْهُ مِنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَتْهُمُ الْبَیِّنٰتُ بَغْیًۢا بَیْنَهُمْۚ-فَهَدَى اللّٰهُ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لِمَا اخْتَلَفُوْا فِیْهِ مِنَ الْحَقِّ بِاِذْنِهٖؕ-وَ اللّٰهُ یَهْدِیْ مَنْ یَّشَآءُ اِلٰى صِرَاطٍ مُّسْتَقِیْمٍ(۲۱۳)
De mensheid was ??n gemeenschap. Daarna verwekte Allah profeten als brengers van goede tijdingen en als waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, om onder de mensen te richten over datgene waarin zij verschilden. En niemand verschilde er over, dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, - uit afgunst jegens elkander. Dan heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid betreffende de waarheid, waarover zij hot oneens waren; en Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij wil.
De menschen hadden vroeger één geloof, en God zond hen profeten, om hun het heil te verkondigen en met straffen te bedreigen. Door hen openbaarde hij de schrift in waarheid, om tusschen de menschen en het voorwerp hunner twist uitspraak te doen. Maar juist nadat zij de schrift hadden ontvangen, twisten zij uit nijd met elkander. En God leidt de geloovigen naar die waarheid, waarover zij twisten, naar zijnen wil; want God leidt op den rechten weg wien hij wil.
اَمْ حَسِبْتُمْ اَنْ تَدْخُلُوا الْجَنَّةَ وَ لَمَّا یَاْتِكُمْ مَّثَلُ الَّذِیْنَ خَلَوْا مِنْ قَبْلِكُمْؕ-مَسَّتْهُمُ الْبَاْسَآءُ وَ الضَّرَّآءُ وَ زُلْزِلُوْا حَتّٰى یَقُوْلَ الرَّسُوْلُ وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا مَعَهٗ مَتٰى نَصْرُ اللّٰهِؕ-اَلَاۤ اِنَّ نَصْرَ اللّٰهِ قَرِیْبٌ(۲۱۴)
0
Gelooft gij in het paradijs te komen, zonder dat gij ondergaan hebt wat anderen voor u hebben geleden? Zij ondergingen ongeluk, tegenspoed en droefheid, zoodat de apostel en zij die met hem geloofden, uitriepen: Wanneer komt Gods hulp? Waarlijk Gods hulp is nabij.
یَسْــٴَـلُوْنَكَ مَا ذَا یُنْفِقُوْنَؕ-قُلْ مَاۤ اَنْفَقْتُمْ مِّنْ خَیْرٍ فَلِلْوَالِدَیْنِ وَ الْاَقْرَبِیْنَ وَ الْیَتٰمٰى وَ الْمَسٰكِیْنِ وَ ابْنِ السَّبِیْلِؕ-وَ مَا تَفْعَلُوْا مِنْ خَیْرٍ فَاِنَّ اللّٰهَ بِهٖ عَلِیْمٌ(۲۱۵)
Zij vragen u, wat zij moeten besteden. Zeg hun: "Welke rijkdom gij ook weggeeft, het moet zijn voor ouders, naaste verwanten, wezen, behoeftigen en reizigers. En welke weldaad gij ook doet - Allah weet het goed.
Zij zullen u vragen, welke aalmoezen zij moeten geven. Zeg hun: Geeft aan ouders, verwanten, weezen, armen en reizigers. God kent het goede dat gij doet.
كُتِبَ عَلَیْكُمُ الْقِتَالُ وَ هُوَ كُرْهٌ لَّكُمْۚ-وَ عَسٰۤى اَنْ تَكْرَهُوْا شَیْــٴًـا وَّ هُوَ خَیْرٌ لَّكُمْۚ-وَ عَسٰۤى اَنْ تُحِبُّوْا شَیْــٴًـا وَّ هُوَ شَرٌّ لَّكُمْؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ وَ اَنْتُمْ لَا تَعْلَمُوْنَ۠(۲۱۶)
Vechten is u geboden ofschoon gij er afkerig van zijt; maar het kan zijn, dat gij tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets behaagt terwijl het slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet.
De oorlog is u voorgeschreven en gij haat dien. Mogelijk dat gij haat wat u goed is en dat gij mint wat u nadeel doet. God weet het, maar gij weet het niet.
یَسْــٴَـلُوْنَكَ عَنِ الشَّهْرِ الْحَرَامِ قِتَالٍ فِیْهِؕ-قُلْ قِتَالٌ فِیْهِ كَبِیْرٌؕ-وَ صَدٌّ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ كُفْرٌۢ بِهٖ وَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِۗ-وَ اِخْرَاجُ اَهْلِهٖ مِنْهُ اَكْبَرُ عِنْدَ اللّٰهِۚ-وَ الْفِتْنَةُ اَكْبَرُ مِنَ الْقَتْلِؕ-وَ لَا یَزَالُوْنَ یُقَاتِلُوْنَكُمْ حَتّٰى یَرُدُّوْكُمْ عَنْ دِیْنِكُمْ اِنِ اسْتَطَاعُوْاؕ-وَ مَنْ یَّرْتَدِدْ مِنْكُمْ عَنْ دِیْنِهٖ فَیَمُتْ وَ هُوَ كَافِرٌ فَاُولٰٓىٕكَ حَبِطَتْ اَعْمَالُهُمْ فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِۚ-وَ اُولٰٓىٕكَ اَصْحٰبُ النَّارِۚ-هُمْ فِیْهَا خٰلِدُوْنَ(۲۱۷)
Zij vragen u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: "Het vechten hierin is een grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde; en vervolging is erger dan doden." En zij zullen niet ophouden, u te bevechten, totdat zij u van uw geloof hebben afgebracht, als zij kunnen. Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert en sterft als een ongelovige - diens werken zullen tevergeefs zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven.
Zij zullen u ondervragen omtrent den oorlog in de maand Haram. Antwoordt hun: Slecht is het in deze maand krijg te voeren, maar af te wijken van Gods weg, hem niet getrouw te zijn en den heiligen tempel, en zijn volk er uit te verdrijven, is nog veel slechter. De verzoeking (tot afgoderij) is erger dan de krijg (in de heilige maand). Zij zullen niet ophouden u te bestrijden, tot het hun gelukt is, u van uw geloof af te brengen; maar degene onder u, die van zijn geloof afvallig wordt en als ongeloovige sterft, diens werken zullen op deze en op de volgende wereld te vergeefs zijn. Zij zullen ter hel gedoemd wezen en eeuwig daarin blijven.
اِنَّ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ الَّذِیْنَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِۙ-اُولٰٓىٕكَ یَرْجُوْنَ رَحْمَتَ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۲۱۸)
0
Zij echter die gelooven en hun land verlaten, en strijden voor Gods zaak, zij mogen op Gods genade hopen; want God is genadig en barmhartig.
یَسْــٴَـلُوْنَكَ عَنِ الْخَمْرِ وَ الْمَیْسِرِؕ-قُلْ فِیْهِمَاۤ اِثْمٌ كَبِیْرٌ وَّ مَنَافِعُ لِلنَّاسِ٘-وَ اِثْمُهُمَاۤ اَكْبَرُ مِنْ نَّفْعِهِمَاؕ-وَ یَسْــٴَـلُوْنَكَ مَا ذَا یُنْفِقُوْنَ۬ؕ-قُلِ الْعَفْوَؕ-كَذٰلِكَ یُبَیِّنُ اللّٰهُ لَكُمُ الْاٰیٰتِ لَعَلَّكُمْ تَتَفَكَّرُوْنَۙ(۲۱۹)
Zij vragen u omtrent wijn en kansspel. Zeg hun: "In beide is groot nadeel en ook enig voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter dan het voordeel." En zij vragen u, wat zij moeten weggeven. Zeg hun: "Hetgeen gij kunt missen." Zo maakt Allah u Zijn geboden duidelijk, opdat gij over deze en de volgende wereld zult nadenken.
Zij zullen u ondervragen omtrent wijn en gelukspel. Zeg hun: In beiden is groote zonde, maar ook nut voor de menschen; maar de zonde is grooter dan het nut. Zij zullen u vragen, wat zij aan aalmoezen moeten besteden. Antwoord hun: Uw overvloed. Zoo heeft God u zijne teekens geopenbaard, opdat gij zoudt nadenken. Over deze en de volgende wereld.
فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِؕ-وَ یَسْــٴَـلُوْنَكَ عَنِ الْیَتٰمٰىؕ-قُلْ اِصْلَاحٌ لَّهُمْ خَیْرٌؕ-وَ اِنْ تُخَالِطُوْهُمْ فَاِخْوَانُكُمْؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ الْمُفْسِدَ مِنَ الْمُصْلِحِؕ-وَ لَوْ شَآءَ اللّٰهُ لَاَعْنَتَكُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۲۲۰)
En zij vragen u omtrent de wezen. Zeg hun: "De bevordering van hun welzijn is een goede daad. En als gij met hen omgaat zijn zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters van de vredestichters te onderscheiden. En indien Allah het had gewild, zou Hij het u moeilijk hebben gemaakt. Voorzeker, Allah is Almachtig, Alwijs.
Zij zullen u vragen omtrent weezen. Zeg hun: Het beste is goed met hen te handelen. Zoodra gij u met hen inlaat, zijn zij uwe broeders. God weet den gerechtige van den ongerechtige te onderscheiden, en indien God wil, kan hij u bedroeven; want God is machtig en wijs.
وَ لَا تَنْكِحُوا الْمُشْرِكٰتِ حَتّٰى یُؤْمِنَّؕ-وَ لَاَمَةٌ مُّؤْمِنَةٌ خَیْرٌ مِّنْ مُّشْرِكَةٍ وَّ لَوْ اَعْجَبَتْكُمْۚ-وَ لَا تُنْكِحُوا الْمُشْرِكِیْنَ حَتّٰى یُؤْمِنُوْاؕ-وَ لَعَبْدٌ مُّؤْمِنٌ خَیْرٌ مِّنْ مُّشْرِكٍ وَّ لَوْ اَعْجَبَكُمْؕ-اُولٰٓىٕكَ یَدْعُوْنَ اِلَى النَّارِ ۚۖ-وَ اللّٰهُ یَدْعُوْۤا اِلَى الْجَنَّةِ وَ الْمَغْفِرَةِ بِاِذْنِهٖۚ-وَ یُبَیِّنُ اٰیٰتِهٖ لِلنَّاسِ لَعَلَّهُمْ یَتَذَكَّرُوْنَ۠(۲۲۱)
En huwt geen afgodendienaressen voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slavin is beter, dan een afgodendienares, ofschoon zij u moge behagen. En huwt haar (gelovige vrouwen) niet aan afgodendienaren uit, voordat zij geloven; waarlijk een gelovige slaaf is beter, dan een afgodendienaar, ofschoon hij u moge behagen. Zij noden tot het Vuur, maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat zij lering zullen trekken.
Huwt niet met vrouwen die afgoden dienen, tot zij geloovig geworden zijn; waarlijk een slavin die gelooft, is beter dan eene vrije die niet gelooft; zelfs indien deze u meer behaagt. Huwt ook geene aan een afgodendienaar uit, tot hij geloovig is geworden; want eene geloovige slaaf is beter dan een vrije afgodendienaar; zelfs indien deze u meer bevalt. Zij noodigen u tot het vuur der hel. God noodigt u tot het paradijs en tot de vergiffenis, zooals hij wil. Hij verklaart de menschen zijne teekens, opdat zij hem gedenken.
وَ یَسْــٴَـلُوْنَكَ عَنِ الْمَحِیْضِؕ-قُلْ هُوَ اَذًىۙ-فَاعْتَزِلُوا النِّسَآءَ فِی الْمَحِیْضِۙ-وَ لَا تَقْرَبُوْهُنَّ حَتّٰى یَطْهُرْنَۚ-فَاِذَا تَطَهَّرْنَ فَاْتُوْهُنَّ مِنْ حَیْثُ اَمَرَكُمُ اللّٰهُؕ-اِنَّ اللّٰهَ یُحِبُّ التَّوَّابِیْنَ وَ یُحِبُّ الْمُتَطَهِّرِیْنَ(۲۲۲)
En zij vragen u omtrent de menstruatie. Zeg (hun): "Het is iets schadelijks, blijft dus gedurende de menstruatie van de vrouwen weg en gaat niet tot haar in, voordat zij hersteld zijn. Maar wanneer zij zich hebben gereinigd, gaat tot haar in, zoals Allah het u heeft bevolen. Allah bemint hen, die zich tot Hem wenden en zich rein houden.
Zij zullen u ondervragen omtrent de maandelijksche reiniging der vrouwen. Zeg hun: Dit is een onreinheid. Scheidt u daarom gedurende de maandelijksche reiniging van de vrouwen af; komt haar niet nabij, tot zij gereinigd zullen zijn. Maar als zij gereinigd zijn, gaat dan tot haar, zoo als God u heeft bevolen. Want God bemint hen die berouw hebben en de reinen.
نِسَآؤُكُمْ حَرْثٌ لَّكُمْ۪-فَاْتُوْا حَرْثَكُمْ اَنّٰى شِئْتُمْ٘-وَ قَدِّمُوْا لِاَنْفُسِكُمْؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّكُمْ مُّلٰقُوْهُؕ-وَ بَشِّرِ الْمُؤْمِنِیْنَ(۲۲۳)
Uw vrouwen zijn een akker voor u - komt daarom tot uw akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de gelovigen.
Uwe vrouwen zijn uw veld. Gaat in uw veld zoo als gij wilt, maar doet eerst iets wat goed is voor uwe zielen. Vreest God en weet dat gij eens voor hem zult verschijnen. Kondigt de geloovigen goede daden aan.
وَ لَا تَجْعَلُوا اللّٰهَ عُرْضَةً لِّاَیْمَانِكُمْ اَنْ تَبَرُّوْا وَ تَتَّقُوْا وَ تُصْلِحُوْا بَیْنَ النَّاسِؕ-وَ اللّٰهُ سَمِیْعٌ عَلِیْمٌ(۲۲۴)
En verschuilt u niet achter Allah met uw eden om u te onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, Alwetend.
Maakt God niet tot onderwerp uwer eeden, dat gij rechtvaardig, vroom en vredebevorderend zult zijn; want God weet en hoort alles.
لَا یُؤَاخِذُكُمُ اللّٰهُ بِاللَّغْوِ فِیْۤ اَیْمَانِكُمْ وَ لٰكِنْ یُّؤَاخِذُكُمْ بِمَا كَسَبَتْ قُلُوْبُكُمْؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ حَلِیْمٌ(۲۲۵)
Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording roepen voor hetgeen uw hart heeft verdiend. Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.
God zal u niet straffen voor een onbedacht woord in uwe eeden; hij zal u straffen voor de voorbedachtzaamheid uws harten. God is genadig en mild.
لِلَّذِیْنَ یُؤْلُوْنَ مِنْ نِّسَآىٕهِمْ تَرَبُّصُ اَرْبَعَةِ اَشْهُرٍۚ-فَاِنْ فَآءُوْ فَاِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۲۲۶)
Voor hen, die onthouding zweren jegens hun vrouwen is de wachtperiode vier maanden; als zij echter ervan terugkomen, voorzeker, dan is Allah Vergevensgezind, Genadevol.
Hun die de gelofte afleggen, zich van hunne vrouwen te onthouden, is het vergund, zich vier maanden te bedenken; nemen zij dan die gelofte terug, dan is God verzoenend en barmhartig.
وَ اِنْ عَزَمُوا الطَّلَاقَ فَاِنَّ اللّٰهَ سَمِیْعٌ عَلِیْمٌ(۲۲۷)
En indien zij besluiten tot echtscheiding voorzeker Allah is Alhorend, Alwetend.
Besluiten zij bepaald tot eene echtscheiding, dan ziet God het en weet het.
وَ الْمُطَلَّقٰتُ یَتَرَبَّصْنَ بِاَنْفُسِهِنَّ ثَلٰثَةَ قُرُوْٓءٍؕ-وَ لَا یَحِلُّ لَهُنَّ اَنْ یَّكْتُمْنَ مَا خَلَقَ اللّٰهُ فِیْۤ اَرْحَامِهِنَّ اِنْ كُنَّ یُؤْمِنَّ بِاللّٰهِ وَ الْیَوْمِ الْاٰخِرِؕ-وَ بُعُوْلَتُهُنَّ اَحَقُّ بِرَدِّهِنَّ فِیْ ذٰلِكَ اِنْ اَرَادُوْۤا اِصْلَاحًاؕ-وَ لَهُنَّ مِثْلُ الَّذِیْ عَلَیْهِنَّ بِالْمَعْرُوْفِ۪-وَ لِلرِّجَالِ عَلَیْهِنَّ دَرَجَةٌؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ۠(۲۲۸)
De gescheiden vrouwen moeten drie menstruatieperioden wachten; en het is haar niet geoorloofd, hetgeen Allah in haar baarmoeder heeft geschapen, te verbergen, indien zij in Allah en de laatste dag geloven; en haar echtgenoten hebben het recht, haar (intussen) terug te nemen, indien zij verzoening wensen. En v??r haar geldt hetzelfde als tegen haar, hetgeen billijk is, de mannen hebben voorrang boven haar, Allah is Machtig, Alwijs.
De vrouwen die gescheiden zijn, zullen zoo lang wachten, tot zij driemaal hare reiniging gehad hebben, en zij zullen niet verbergen, wat God in haar lichaam heeft geschapen, als zij aan God en aan den jongsten dag gelooven. Hare mannen zullen rechtvaardiger zijn, door haar in dien staat te hernemen indien zij hereeniging verlangen. Zij zullen dan wederkeerig naar het rechtvaardige voorschrift omgaan; maar de man heeft de macht over de vrouw, God is machtig en wijs.
اَلطَّلَاقُ مَرَّتٰنِ۪-فَاِمْسَاكٌۢ بِمَعْرُوْفٍ اَوْ تَسْرِیْحٌۢ بِاِحْسَانٍؕ-وَ لَا یَحِلُّ لَكُمْ اَنْ تَاْخُذُوْا مِمَّاۤ اٰتَیْتُمُوْهُنَّ شَیْــٴًـا اِلَّاۤ اَنْ یَّخَافَاۤ اَلَّا یُقِیْمَا حُدُوْدَ اللّٰهِؕ-فَاِنْ خِفْتُمْ اَلَّا یُقِیْمَا حُدُوْدَ اللّٰهِۙ-فَلَا جُنَاحَ عَلَیْهِمَا فِیْمَا افْتَدَتْ بِهٖؕ-تِلْكَ حُدُوْدُ اللّٰهِ فَلَا تَعْتَدُوْهَاۚ-وَ مَنْ یَّتَعَدَّ حُدُوْدَ اللّٰهِ فَاُولٰٓىٕكَ هُمُ الظّٰلِمُوْنَ(۲۲۹)
0
De echtscheiding mag tweemaal plaats hebben; dan moet hij haar met rechtvaardigheid behandelen, of met edelmoedigheid ontslaan. Het is u niet veroorloofd iets te behouden wat gij haar hebt geschonken, tenzij gij beiden vreest, Gods geboden niet te kunnen vervullen. Vreest gij echter Gods geboden niet te kunnen vervullen, dan is er geene zonde in, dat zij zich door haar weduwgift loskoope. Dit zijn de geboden Gods (overtreedt die niet); wie die overtreedt, behoort tot de zondaren.
فَاِنْ طَلَّقَهَا فَلَا تَحِلُّ لَهٗ مِنْۢ بَعْدُ حَتّٰى تَنْكِحَ زَوْجًا غَیْرَهٗؕ-فَاِنْ طَلَّقَهَا فَلَا جُنَاحَ عَلَیْهِمَاۤ اَنْ یَّتَرَاجَعَاۤ اِنْ ظَنَّاۤ اَنْ یُّقِیْمَا حُدُوْدَ اللّٰهِؕ-وَ تِلْكَ حُدُوْدُ اللّٰهِ یُبَیِّنُهَا لِقَوْمٍ یَّعْلَمُوْنَ(۲۳۰)
0
Scheidt hij zich nogmaals (ten derden male) van haar, dan mag hij haar niet weder terug nemen, of zij moest weder met een ander man getrouwd en van dien gescheiden zijn; dan is het geene zonde, indien zij zich weder vereenigen, als zij meenen Gods geboden te kunnen vervullen. Dit zijn de geboden Gods, welke hij het volk heeft bekend gemaakt, dat verstandig is.
وَ اِذَا طَلَّقْتُمُ النِّسَآءَ فَبَلَغْنَ اَجَلَهُنَّ فَاَمْسِكُوْهُنَّ بِمَعْرُوْفٍ اَوْ سَرِّحُوْهُنَّ بِمَعْرُوْفٍ ۪-وَّ لَا تُمْسِكُوْهُنَّ ضِرَارًا لِّتَعْتَدُوْاۚ-وَ مَنْ یَّفْعَلْ ذٰلِكَ فَقَدْ ظَلَمَ نَفْسَهٗؕ-وَ لَا تَتَّخِذُوْۤا اٰیٰتِ اللّٰهِ هُزُوًا٘-وَّ اذْكُرُوْا نِعْمَتَ اللّٰهِ عَلَیْكُمْ وَ مَاۤ اَنْزَلَ عَلَیْكُمْ مِّنَ الْكِتٰبِ وَ الْحِكْمَةِ یَعِظُكُمْ بِهٖؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمٌ۠(۲۳۱)
0
Maar indien gij u van uwe vrouwen scheidt en zij hebben haren voorgeschreven tijd vervuld, dan moet gij haar met billijkheid behouden, of met edelmoedigheid ontslaan. Houdt haar echter niet met geweld terug, om onrechtvaardig omtrent haar te handelen. Wie dit doet, bezondigt zijne eigene ziel. Maakt de teekenen van God niet tot spotternij, en herinnert u Gods weldaden jegens u, en dat hij het boek en de wijsheid tot u gezonden heeft tot onderricht. Vreest God en beseft dat hij alwetend is.
وَ اِذَا طَلَّقْتُمُ النِّسَآءَ فَبَلَغْنَ اَجَلَهُنَّ فَلَا تَعْضُلُوْهُنَّ اَنْ یَّنْكِحْنَ اَزْوَاجَهُنَّ اِذَا تَرَاضَوْا بَیْنَهُمْ بِالْمَعْرُوْفِؕ-ذٰلِكَ یُوْعَظُ بِهٖ مَنْ كَانَ مِنْكُمْ یُؤْمِنُ بِاللّٰهِ وَ الْیَوْمِ الْاٰخِرِؕ-ذٰلِكُمْ اَزْكٰى لَكُمْ وَ اَطْهَرُؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ وَ اَنْتُمْ لَا تَعْلَمُوْنَ(۲۳۲)
En wanneer gij van vrouwen scheidt en zij het einde van haar wachtperiode hebben bereikt, verhindert haar niet, haar (aanstaande) man te huwen, als zij met elkander op de gebruikelijke wijze tot overeenstemming zijn gekomen. Dit is een vermaning voor hem, die onder u in Allah en de laatste dag gelooft. Het is beter en reiner voor u; Allah weet en gij niet.
Indien gij u van uwe vrouwen scheidt, en zij hebben den haar voorgeschreven tijd vervuld, verhindert haar dan niet een anderen man te nemen, indien zij zich naar billijkheid willen vereenigen. Dit is tot onderricht van hen onder u, die aan God en den jongsten dag gelooven. Dit is gerechter en reiner voor u God weet, maar gij weet niet.
وَ الْوَالِدٰتُ یُرْضِعْنَ اَوْلَادَهُنَّ حَوْلَیْنِ كَامِلَیْنِ لِمَنْ اَرَادَ اَنْ یُّتِمَّ الرَّضَاعَةَؕ-وَ عَلَى الْمَوْلُوْدِ لَهٗ رِزْقُهُنَّ وَ كِسْوَتُهُنَّ بِالْمَعْرُوْفِؕ-لَا تُكَلَّفُ نَفْسٌ اِلَّا وُسْعَهَاۚ-لَا تُضَآرَّ وَالِدَةٌۢ بِوَلَدِهَا وَ لَا مَوْلُوْدٌ لَّهٗ بِوَلَدِهٖۗ-وَ عَلَى الْوَارِثِ مِثْلُ ذٰلِكَۚ-فَاِنْ اَرَادَا فِصَالًا عَنْ تَرَاضٍ مِّنْهُمَا وَ تَشَاوُرٍ فَلَا جُنَاحَ عَلَیْهِمَاؕ-وَ اِنْ اَرَدْتُّمْ اَنْ تَسْتَرْضِعُوْۤا اَوْلَادَكُمْ فَلَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ اِذَا سَلَّمْتُمْ مَّاۤ اٰتَیْتُمْ بِالْمَعْرُوْفِؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ بِمَا تَعْمَلُوْنَ بَصِیْرٌ(۲۳۳)
Moeders (gescheiden vrouwen) zullen haar kinderen twee volle jaren zogen, dit is voor hen, die de zoogtijd wensen te voltooien. En op de vader rust de zorg voor voedsel en kleding voor haar volgens gebruik. Geen ziel wordt belast boven haar vermogen. De moeder zal geen leed worden aangedaan wegens haar kind, noch zal de vader leed worden aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde geldt voor de erfgenaam. Als beiden besluiten, het kind te spenen door wederzijdse overeenkomst en overleg, rust er geen schuld op hen. En als gij verkiest, een min voor uw kinderen te nemen, zal er geen blaam op u rusten, mits gij hetgeen gij overeenkomt naar billijkheid betaalt. En vreest Allan en weet, dat Allah ziet, wat gij doet.
Moeders zullen hare kinderen twee volle jaren zogen, indien de vader wil dat de zoging volkomen zij. De vader zal verplicht zijn, haar voeding en kleeding naar billijkheid (gedurende dien tijd) te geven. Niemand is echter verplicht, boven zijne krachten te gaan. Noch de moeder zal in hare belangen ten opzichte van het kind benadeeld worden, noch de vader. De erfgenaam van den vader heeft dezelfde plichten. Indien de echtgenooten verkiezen, het kind (vóór den bepaalden tijd) te spenen, zal dit geene zonde zijn. En indien gij verkiest, eene min voor het kind te nemen, zal dit geene zonde zijn, ingeval gij haar ten volle betaalt wat gij haar hebt beloofd. Vreest God en weet dat hij alles weet wat gij doet.
وَ الَّذِیْنَ یُتَوَفَّوْنَ مِنْكُمْ وَ یَذَرُوْنَ اَزْوَاجًا یَّتَرَبَّصْنَ بِاَنْفُسِهِنَّ اَرْبَعَةَ اَشْهُرٍ وَّ عَشْرًاۚ-فَاِذَا بَلَغْنَ اَجَلَهُنَّ فَلَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ فِیْمَا فَعَلْنَ فِیْۤ اَنْفُسِهِنَّ بِالْمَعْرُوْفِؕ-وَ اللّٰهُ بِمَا تَعْمَلُوْنَ خَبِیْرٌ(۲۳۴)
En diegenen uwer, die sterven en vrouwen achterlaten, (hun vrouwen) moeten vier maanden en tien dagen wachten. Wanneer zij het einde der wachtperiode hebben bereikt, zal er op u geen zonde rusten voor hetgeen zij voor zichzelf op behoorlijke wijze doen; Allah weet, wat gij doet.
Indien zij die sterven vrouwen nalaten, moeten deze vier maanden en tien dagen wachten. Is deze tijd verloopen, dan is het geene zonde, als zij naar billijkheid met zich zelven handelen. God weet wat gij doet.
وَ لَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ فِیْمَا عَرَّضْتُمْ بِهٖ مِنْ خِطْبَةِ النِّسَآءِ اَوْ اَكْنَنْتُمْ فِیْۤ اَنْفُسِكُمْؕ-عَلِمَ اللّٰهُ اَنَّكُمْ سَتَذْكُرُوْنَهُنَّ وَ لٰكِنْ لَّا تُوَاعِدُوْهُنَّ سِرًّا اِلَّاۤ اَنْ تَقُوْلُوْا قَوْلًا مَّعْرُوْفًا۬ؕ-وَ لَا تَعْزِمُوْا عُقْدَةَ النِّكَاحِ حَتّٰى یَبْلُغَ الْكِتٰبُ اَجَلَهٗؕ-وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ یَعْلَمُ مَا فِیْۤ اَنْفُسِكُمْ فَاحْذَرُوْهُۚ-وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ حَلِیْمٌ۠(۲۳۵)
En er zal geen schuld op u rusten, indien gii niet rechtstreeks spreekt over een huwelijksaanzoek aan die vrouwen, of indien gij dit in uw gedachten verborgen houdt. Allah weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft haar niets in het geheim tenzij gij op de goede wijze spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, voordat de voorgeschreven wachttijd ten einde is. En weet, dat Allah weet, wat in uw gedachten is en vreest derhalve voor Hem en weet, dat Allah Vergevensgezind, Verdraagzaam is.
Ook is er geene zonde in, zoo gij vóór dezen tijd openlijk eene vrouw ten huwelijk vraagt of dit voornemen in uwen boezem verborgen houdt. God kent uwe wenschen. Doet haar echter geene beloften in het geheim, dan wanneer gij dit met kuische woorden doet. Gaat echter de verbintenis zelve niet aan, tot de bestemde tijd is verloopen: weet, dat God kent wat in uwe harten geschiedt, en weet, dat hij genadig en barmhartig is.
لَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ اِنْ طَلَّقْتُمُ النِّسَآءَ مَا لَمْ تَمَسُّوْهُنَّ اَوْ تَفْرِضُوْا لَهُنَّ فَرِیْضَةً ۚۖ-وَّ مَتِّعُوْهُنَّۚ-عَلَى الْمُوْسِعِ قَدَرُهٗ وَ عَلَى الْمُقْتِرِ قَدَرُهٗۚ-مَتَاعًۢا بِالْمَعْرُوْفِۚ-حَقًّا عَلَى الْمُحْسِنِیْنَ(۲۳۶)
Het zal voor u geen zonde zijn, indien gij van uw vrouw scheidt, voordat gij haar hebt benaderd of voor haar een bruidsschat hebt vastgesteld. Maar maakt een voorziening voor haar, de rijke naar zijn middelen en de arme naar zijn middelen, een gebruikelijke voorziening - dit is een verplichting voor de deugdzamen.
Ook is het geene zonde, zich van de vrouw te scheiden, zoo lang gij haar niet aangeraakt of haar nog geene huwelijksgift toegekend hebt; doch dan moet gij, de rijke en de arme, ieder naar omstandigheden en billijkheid, voor haar onderhoud zorgen. Dit is de plicht der rechtvaardigen.
وَ اِنْ طَلَّقْتُمُوْهُنَّ مِنْ قَبْلِ اَنْ تَمَسُّوْهُنَّ وَ قَدْ فَرَضْتُمْ لَهُنَّ فَرِیْضَةً فَنِصْفُ مَا فَرَضْتُمْ اِلَّاۤ اَنْ یَّعْفُوْنَ اَوْ یَعْفُوَا الَّذِیْ بِیَدِهٖ عُقْدَةُ النِّكَاحِؕ-وَ اَنْ تَعْفُوْۤا اَقْرَبُ لِلتَّقْوٰىؕ-وَ لَا تَنْسَوُا الْفَضْلَ بَیْنَكُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ بِمَا تَعْمَلُوْنَ بَصِیْرٌ(۲۳۷)
En indien gij van haar scheidt, voor gij haar hebt benaderd maar haar een bruidsschat hebt toegekend, (geeft) dan de helft van hetgeen gij hebt vastgesteld, tenzij zij het u kwijtschelden, of degene, die de huwelijksband in handen heeft het u zou kwijtschelden. En, indien gij kwijtscheldt is dit dichter bij de godsvrucht. En vergeet niet, elkander goed te doen. Voorzeker, Allah ziet, wat gij doet.
Verstoot gij eene vrouw vóór gij haar hebt aangeraakt, maar nadat gij haar eene huwelijksgift hebt toegekend, dan zult gij haar de helft geven van hetgeen gij haar toegekent hebt, behalve wanneer zij, of hij die het huwelijks-contract in handen heeft, van alles afziet. Zijt gij echter toegevend, dan nadert gij de vroomheid des te meer. Vergeet de edelmoedigheid niet onder u. God ziet wat gij doet.
حٰفِظُوْا عَلَى الصَّلَوٰتِ وَ الصَّلٰوةِ الْوُسْطٰىۗ-وَ قُوْمُوْا لِلّٰهِ قٰنِتِیْنَ(۲۳۸)
Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig voor Allah.
Neemt het gebed in acht; vooral het middengebed. Bidt God met eerbied.
فَاِنْ خِفْتُمْ فَرِجَالًا اَوْ رُكْبَانًاۚ-فَاِذَاۤ اَمِنْتُمْ فَاذْكُرُوا اللّٰهَ كَمَا عَلَّمَكُمْ مَّا لَمْ تَكُوْنُوْا تَعْلَمُوْنَ(۲۳۹)
Als gij in gevaar verkeert, bidt dan lopende of rijdende, maar wanneer gij veilig zijt, gedenkt dan Allah, zoals Hij u heeft geleerd, wat gij niet wist.
Vreest gij (eenig gevaar, bidt dan) te voet of te paard; zijt ge in zekerheid, gedenkt dan God, die u heeft geleerd wat gij nog niet wist.
وَ الَّذِیْنَ یُتَوَفَّوْنَ مِنْكُمْ وَ یَذَرُوْنَ اَزْوَاجًا ۚۖ-وَّصِیَّةً لِّاَزْوَاجِهِمْ مَّتَاعًا اِلَى الْحَوْلِ غَیْرَ اِخْرَاجٍۚ-فَاِنْ خَرَجْنَ فَلَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ فِیْ مَا فَعَلْنَ فِیْۤ اَنْفُسِهِنَّ مِنْ مَّعْرُوْفٍؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۲۴۰)
En degenen uwer, die wanneer zij sterven vrouwen achterlaten, moeten voor hun vrouwen een testament maken voor hun levensonderhoud gedurende ??n jaar, zonder dat zij worden uitgezet. Doch indien zij weggaan zal er geen schuld op u rusten, wegens datgene, wat zij omtrent zichzelf op behoorlijke wijze doen. En Allah is Almachtig, Alwijs.
Zij onder u die sterven en vrouwen achter laten, moeten haar onderhoud voor een jaar achter laten, zonder haar uit het huis te verdrijven. Verlaten zij het vrijwillig, dan hebt gij er geene zonde van, indien zij naar billijkheid met zich zelven handelen. God is machtig en wijs.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan