READ
Surah An-Nisaa
اَلنِّسَآء
176 Ayaat مدنیۃ
وَ یَقُوْلُوْنَ طَاعَةٌ٘-فَاِذَا بَرَزُوْا مِنْ عِنْدِكَ بَیَّتَ طَآىٕفَةٌ مِّنْهُمْ غَیْرَ الَّذِیْ تَقُوْلُؕ-وَ اللّٰهُ یَكْتُبُ مَا یُبَیِّتُوْنَۚ-فَاَعْرِضْ عَنْهُمْ وَ تَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ وَكِیْلًا(۸۱)
En zij zeggen: "Gehoorzaamheid", maar wanneer zij van u weggaan, smeedt een deel hunner plannen in de nacht tegen hetgeen gij hebt gezegd. Allah tekent op, al hetgeen zij beramen gedurende de nacht. Wend u dus van hen af en stelt uw vertrouwen in Allah alleen. Allah is toereikend als Voogd.
Zij zeggen: Wij gehoorzamen, maar als gij van hen vertrokken zijt, dan bepeinst een deel hunner, gedurende den nacht zaken, die tegen datgene strijden, wat gij zeidet. Maar God zal opschrijven wat zij des nachts overdenken. Laat hen daarom alleen en vertrouw op God; want Gods bescherming is steeds toereikend.
اَفَلَا یَتَدَبَّرُوْنَ الْقُرْاٰنَؕ-وَ لَوْ كَانَ مِنْ عِنْدِ غَیْرِ اللّٰهِ لَوَجَدُوْا فِیْهِ اخْتِلَافًا كَثِیْرًا(۸۲)
Denken zij dan niet na over de Koran? Was deze van iemand anders dan van Allah dan hadden zij zeker menige tegenstrijdigheid daarin ontdekt.
Onderzoeken zij den Koran niet nauwkeurig? Indien die van iemand anders dan God afkomstig was, zouden zij daarin niet menige tegenstrijdigheid gevonden hebben?
وَ اِذَا جَآءَهُمْ اَمْرٌ مِّنَ الْاَمْنِ اَوِ الْخَوْفِ اَذَاعُوْا بِهٖؕ-وَ لَوْ رَدُّوْهُ اِلَى الرَّسُوْلِ وَ اِلٰۤى اُولِی الْاَمْرِ مِنْهُمْ لَعَلِمَهُ الَّذِیْنَ یَسْتَنْۢبِطُوْنَهٗ مِنْهُمْؕ-وَ لَوْ لَا فَضْلُ اللّٰهِ عَلَیْكُمْ وَ رَحْمَتُهٗ لَاتَّبَعْتُمُ الشَّیْطٰنَ اِلَّا قَلِیْلًا(۸۳)
0
Indien zij een bericht ontvangen, waardoor hun zekerheid of vrees wordt ingeboezemd, verspreiden zij dat onmiddellijk; maar indien zij het den gezant en hunne opperhoofden vertelden, zouden zij, die waarheid begeerden, haar uit den mond van deze laatsten hooren. Indien Gods genade en zijne barmhartigheid niet over u waakten, zoudt gij, eenigen van u uitgezonderd, satan volgen.
فَقَاتِلْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِۚ-لَا تُكَلَّفُ اِلَّا نَفْسَكَ وَ حَرِّضِ الْمُؤْمِنِیْنَۚ-عَسَى اللّٰهُ اَنْ یَّكُفَّ بَاْسَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْاؕ-وَ اللّٰهُ اَشَدُّ بَاْسًا وَّ اَشَدُّ تَنْكِیْلًا(۸۴)
Strijd daarom voor de zaak van Allah - slechts gij wordt verantwoordelijk gesteld - en spoor de gelovigen aan. Het kan zijn, dat Allah de macht der ongelovigen zal beteugelen en Allah is sterker in macht en streng in het opleggen van straf.
Strijdt daarom voor Gods zaak, en legt niemand iets moeielijks op, behalve u zelven; spoort echter de godvruchtigen tot den strijd aan, misschien wil God den moed der ongeloovigen verkleinen; want God is sterker dan zij, en meer in staat te straffen.
مَنْ یَّشْفَعْ شَفَاعَةً حَسَنَةً یَّكُنْ لَّهٗ نَصِیْبٌ مِّنْهَاۚ-وَ مَنْ یَّشْفَعْ شَفَاعَةً سَیِّئَةً یَّكُنْ لَّهٗ كِفْلٌ مِّنْهَاؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ مُّقِیْتًا(۸۵)
Wie het goede bijvalt, zal er aandeel aan hebben en wie het kwade bijvalt zal er een gelijk aandeel aan hebben; En Aliah houdt toezicht over alles.
Hij, die tusschen menschen treedt met een loffelijk doel, zal een gedeelte daarvan genieten, en hij die met een slecht doel daartusschen treedt, zal een deel daarvan genieten. God overziet alles.
وَ اِذَا حُیِّیْتُمْ بِتَحِیَّةٍ فَحَیُّوْا بِاَحْسَنَ مِنْهَاۤ اَوْ رُدُّوْهَاؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ حَسِیْبًا(۸۶)
En wanneer gij met een groet wordt begroet, groet dan terug met een betere groet, of geeft deze althans terug. Voorzeker, Allah houdt rekening met alle dingen.
Indien gij gegroet wordt, groet dan nog vriendelijker, of beantwoordt het op dezelfde wijze. God rekent alles.
اَللّٰهُ لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَؕ-لَیَجْمَعَنَّكُمْ اِلٰى یَوْمِ الْقِیٰمَةِ لَا رَیْبَ فِیْهِؕ-وَ مَنْ اَصْدَقُ مِنَ اللّٰهِ حَدِیْثًا۠(۸۷)
Allah! Er is geen God, dan Hij. Hij zal u zeker bijeenroepen op de Dag der Opstanding, waaromtrent geen twijfel is. En wie is waarachtiger in Zijn woord, dan Allah?
God! Er is geen God buiten hem; hij zal u zeker op den dag der opstanding verzamelen; daaraan is geen twijfel; en waar is meer waarheid, dan in hetgeen God zegt?
فَمَا لَكُمْ فِی الْمُنٰفِقِیْنَ فِئَتَیْنِ وَ اللّٰهُ اَرْكَسَهُمْ بِمَا كَسَبُوْاؕ-اَتُرِیْدُوْنَ اَنْ تَهْدُوْا مَنْ اَضَلَّ اللّٰهُؕ-وَ مَنْ یُّضْلِلِ اللّٰهُ فَلَنْ تَجِدَ لَهٗ سَبِیْلًا(۸۸)
Waarom zijt gij betreffende de huichelaars (in) twee partijen (verdeeld)? Allah heeft hen neergeslagen wegens hetgeen zij verdienden. Wenst gij hen te leiden, die Allah te gronde deed gaan? En voor hen, die Allah doet dwalen, zult gij geen uitweg vinden.
Weshalve zijt gij omtrent de goddeloozen in twee deelen gesplitst? Dewijl God hen heeft verstooten om hetgeen zij hebben bedreven? Wilt gij hen geleiden, dien God heeft doen verdwalen? Gij zult geen weg vinden voor hem, dien God doet dwalen.
وَدُّوْا لَوْ تَكْفُرُوْنَ كَمَا كَفَرُوْا فَتَكُوْنُوْنَ سَوَآءً فَلَا تَتَّخِذُوْا مِنْهُمْ اَوْلِیَآءَ حَتّٰى یُهَاجِرُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-فَاِنْ تَوَلَّوْا فَخُذُوْهُمْ وَ اقْتُلُوْهُمْ حَیْثُ وَجَدْتُّمُوْهُمْ ۪- وَ لَا تَتَّخِذُوْا مِنْهُمْ وَلِیًّا وَّ لَا نَصِیْرًاۙ(۸۹)
Zij wensen dat gij verwerpt, evenals zij hebben verworpen, zodat gij aan hen gelijk zult worden. Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor de zaak van Allah werken. En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.
Zij willen u ongetrouw maken, zooals zij ongetrouwen zijn, en dat gij gelijk zij zult wezen. Kiest daarom geene vrienden onder hen, totdat zij hunne woonplaats voor Gods zaak zullen hebben verlaten. Indien zij het geloof den rug toewenden, grijpt en doodt hen, waar gij hen mocht vinden, en kiest geen vriend of beschermer onder hen.
اِلَّا الَّذِیْنَ یَصِلُوْنَ اِلٰى قَوْمٍۭ بَیْنَكُمْ وَ بَیْنَهُمْ مِّیْثَاقٌ اَوْ جَآءُوْكُمْ حَصِرَتْ صُدُوْرُهُمْ اَنْ یُّقَاتِلُوْكُمْ اَوْ یُقَاتِلُوْا قَوْمَهُمْؕ-وَ لَوْ شَآءَ اللّٰهُ لَسَلَّطَهُمْ عَلَیْكُمْ فَلَقٰتَلُوْكُمْۚ-فَاِنِ اعْتَزَلُوْكُمْ فَلَمْ یُقَاتِلُوْكُمْ وَ اَلْقَوْا اِلَیْكُمُ السَّلَمَۙ-فَمَا جَعَلَ اللّٰهُ لَكُمْ عَلَیْهِمْ سَبِیْلًا(۹۰)
Behalve degenen die tot een volk behoren waarmee gij een verbond gesloten hebt, of zij die tot u komen terwijl hun hart zich verzet u te bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien Allah wilde, zou Hij hun macht tegen u hebben gegeven; dan zouden zij zeker tegen u hebben gevochten. Dus, als zij zich van u op een afstand houden en u niet bestrijden en u vrede aanbieden - heeft Allah u niet toegestaan iets tegen hen te ondernemen.
Uitgezonderd zij, die eene schuilplaats bij uwe bondgenooten mochten zoeken, of zij, die tot u komen, en die hun hart verbiedt, om òf tegen u, òf tegen hun eigen volk te strijden. Indien het God behaagd had, zou hij hun hebben veroorloofd tegen u gestemd te zijn, en zij zouden tegen u gestreden hebben. Maar indien zij aftrekken van u en niet tegen u strijden, en u den vrede aanbieden, verbiedt God u, hen aan te tasten of te dooden.
سَتَجِدُوْنَ اٰخَرِیْنَ یُرِیْدُوْنَ اَنْ یَّاْمَنُوْكُمْ وَ یَاْمَنُوْا قَوْمَهُمْؕ-كُلَّمَا رُدُّوْۤا اِلَى الْفِتْنَةِ اُرْكِسُوْا فِیْهَاۚ-فَاِنْ لَّمْ یَعْتَزِلُوْكُمْ وَ یُلْقُوْۤا اِلَیْكُمُ السَّلَمَ وَ یَكُفُّوْۤا اَیْدِیَهُمْ فَخُذُوْهُمْ وَ اقْتُلُوْهُمْ حَیْثُ ثَقِفْتُمُوْهُمْؕ-وَ اُولٰٓىٕكُمْ جَعَلْنَا لَكُمْ عَلَیْهِمْ سُلْطٰنًا مُّبِیْنًا۠(۹۱)
Gij zult anderen vinden die veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens wanneer zij tot vijandigheid worden opgeroepen, doen zij blindelings mee. Als zij zich derhalve niet op een afstand van u houden, noch u vrede aanbieden, noch hun handen terughouden, grijpt hen dan aan en doodt hen waar gij hen ook vindt. Tegen dezen hebben Wij u duidelijk gezag gegeven.
Gij zult anderen vinden, die begeerig zullen zijn, uw vertrouwen te winnen, en op denzelfden tijd het vertrouwen van hun eigen volk te bewaren. Telkenmale dat zij tot de wanorde terugkeeren, zullen zij verjaagd worden; en indien zij niet van u aftrekken, en den vrede niet aanbieden en niet ophouden u te bestrijden, zult gij hen aangrijpen en hen overal dooden, waar gij hen mocht vinden. Over hen geven wij u eene volstrekte macht.
وَ مَا كَانَ لِمُؤْمِنٍ اَنْ یَّقْتُلَ مُؤْمِنًا اِلَّا خَطَــٴًـاۚ-وَ مَنْ قَتَلَ مُؤْمِنًا خَطَــٴًـا فَتَحْرِیْرُ رَقَبَةٍ مُّؤْمِنَةٍ وَّ دِیَةٌ مُّسَلَّمَةٌ اِلٰۤى اَهْلِهٖۤ اِلَّاۤ اَنْ یَّصَّدَّقُوْاؕ-فَاِنْ كَانَ مِنْ قَوْمٍ عَدُوٍّ لَّكُمْ وَ هُوَ مُؤْمِنٌ فَتَحْرِیْرُ رَقَبَةٍ مُّؤْمِنَةٍؕ-وَ اِنْ كَانَ مِنْ قَوْمٍۭ بَیْنَكُمْ وَ بَیْنَهُمْ مِّیْثَاقٌ فَدِیَةٌ مُّسَلَّمَةٌ اِلٰۤى اَهْلِهٖ وَ تَحْرِیْرُ رَقَبَةٍ مُّؤْمِنَةٍۚ-فَمَنْ لَّمْ یَجِدْ فَصِیَامُ شَهْرَیْنِ مُتَتَابِعَیْنِ٘-تَوْبَةً مِّنَ اللّٰهِؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلِیْمًا حَكِیْمًا(۹۲)
Het betaamt een gelovige niet, een andere gelovige te doden, tenzij dit bij vergissing gebeurt. En wie een gelovige bij vergissing doodt moet een gelovige slaaf bevrijden en bloedgeld betalen ter overhandiging aan de erfgenamen, tenzij deze het uit liefdadigheid kwijtschelden. Maar indien hij (de gedode) tot een u vijandig gezind volk behoort en een gelovige is, dan moet (de overtreder) een gelovige slaaf bevrijden en als hij van een volk is waarmede gij een verbond hebt, dan moet een bloedgeld aan zijn familie worden betaald en een gelovige slaaf worden bevrijd. Maar wie er geen vindt, moet twee maanden achtereenvolgens vasten - een boete van Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs.
Het is verboden, dat een geloovige eenen geloovige doode, tenzij het bij ongeluk plaats hebbe. Hij, die een geloovige bij ongeluk doodt, zal daarvoor een geloovige uit de slavernij moeten verlossen en de familie den bloedprijs betalen, tenzij de familie dien als aalmoezen uitreike; en indien de verslagene tot eene u vijandige natie behoort en een waar geloovige is, zult gij een geloovige moeten bevrijden, maar indien hij van een met u verbonden volk is, zult gij een bloedprijs aan zijne familie betalen en een geloovige bevrijden. En hij, die geen slaaf vindt, zal twee achtereenvolgende maanden vasten als eene boete door God opgelegd. God is alwetend en wijs.
وَ مَنْ یَّقْتُلْ مُؤْمِنًا مُّتَعَمِّدًا فَجَزَآؤُهٗ جَهَنَّمُ خٰلِدًا فِیْهَا وَ غَضِبَ اللّٰهُ عَلَیْهِ وَ لَعَنَهٗ وَ اَعَدَّ لَهٗ عَذَابًا عَظِیْمًا(۹۳)
0
Maar hij, die een geloovige opzettelijk doodt, zal met de hel gestraft worden; eeuwig zal hij daarin verblijven, en God zal toornig tegen hem zijn; hij zal hem vervloeken en eene groote straf voor hem bereiden.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِذَا ضَرَبْتُمْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ فَتَبَیَّنُوْا وَ لَا تَقُوْلُوْا لِمَنْ اَلْقٰۤى اِلَیْكُمُ السَّلٰمَ لَسْتَ مُؤْمِنًاۚ-تَبْتَغُوْنَ عَرَضَ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا٘-فَعِنْدَ اللّٰهِ مَغَانِمُ كَثِیْرَةٌؕ-كَذٰلِكَ كُنْتُمْ مِّنْ قَبْلُ فَمَنَّ اللّٰهُ عَلَیْكُمْ فَتَبَیَّنُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ بِمَا تَعْمَلُوْنَ خَبِیْرًا(۹۴)
0
O geloovigen! indien gij oprukt om den waren godsdienst te verdedigen, onderricht u met nauwkeurigheid, en zegt niet tot hem, die u groet, gij zijt geen waar geloovige, uit begeerte naar toevallige bezittingen dezer wereld. God is zeer rijk. Zoo gedroegt gij u vroeger, maar God was genadig omtrent u; onderricht u dus nauwkeurig; want God is wel bekend met hetgeen gij doet.
لَا یَسْتَوِی الْقٰعِدُوْنَ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ غَیْرُ اُولِی الضَّرَرِ وَ الْمُجٰهِدُوْنَ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ بِاَمْوَالِهِمْ وَ اَنْفُسِهِمْؕ-فَضَّلَ اللّٰهُ الْمُجٰهِدِیْنَ بِاَمْوَالِهِمْ وَ اَنْفُسِهِمْ عَلَى الْقٰعِدِیْنَ دَرَجَةًؕ-وَ كُلًّا وَّعَدَ اللّٰهُ الْحُسْنٰىؕ-وَ فَضَّلَ اللّٰهُ الْمُجٰهِدِیْنَ عَلَى الْقٰعِدِیْنَ اَجْرًا عَظِیْمًاۙ(۹۵)
Diegenen der gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en hun persoon terwille van Allah strijden. Allah heeft degenen, die met hun rijkdommen en hun persoon strijden doen uitmunten boven de rustenden en aan ieder heeft Allah het goede beloofd. Allah zal de strijders boven de stilzittenden doen uitblinken door een grote beloning,
De geloovigen, die te huis zullen blijven zonder gekwetst te zijn, en zij, die hunnen bezittingen en hunne personen voor Gods zaak gebruiken zullen niet gelijk gesteld worden. God heeft hun, die hunne bezittingen en hunne personen voor dat geval gebruiken, een meer verheven rang gegeven boven hen, die te huis blijven. God heeft inderdaad ieder het paradijs beloofd, maar God heeft hun de voorkeur gegeven die strijden, boven hen die te huis blijven.
دَرَجٰتٍ مِّنْهُ وَ مَغْفِرَةً وَّ رَحْمَةًؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا۠(۹۶)
nl. in graden, ook van vergiffenis en barmhartigheid. En Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Meer verheven rangen nabij hem, barmhartigheid en genade. Waarlijk God is vergevingsgezind en genadig.
اِنَّ الَّذِیْنَ تَوَفّٰىهُمُ الْمَلٰٓىٕكَةُ ظَالِمِیْۤ اَنْفُسِهِمْ قَالُوْا فِیْمَ كُنْتُمْؕ-قَالُوْا كُنَّا مُسْتَضْعَفِیْنَ فِی الْاَرْضِؕ-قَالُوْۤا اَلَمْ تَكُنْ اَرْضُ اللّٰهِ وَاسِعَةً فَتُهَاجِرُوْا فِیْهَاؕ-فَاُولٰٓىٕكَ مَاْوٰىهُمْ جَهَنَّمُؕ-وَ سَآءَتْ مَصِیْرًاۙ(۹۷)
0
Daarenboven hebben de engelen tot hen gezegd, welken zij het leven benamen, omdat zij hunne eigene zielen hadden verdoemd: Wie waart gij? Zij antwoordden: Wij waren de zwakken der aarde. De engelen hernamen: Was Gods aarde niet groot genoeg, dat gij daar geene schuilplaats vondt. Daarom zal de hel hunne woning wezen. Welk een slecht verblijf zal het hunne zijn.
اِلَّا الْمُسْتَضْعَفِیْنَ مِنَ الرِّجَالِ وَ النِّسَآءِ وَ الْوِلْدَانِ لَا یَسْتَطِیْعُوْنَ حِیْلَةً وَّ لَا یَهْتَدُوْنَ سَبِیْلًاۙ(۹۸)
Met uitzondering van de zwakken onder de mannen en vrouwen en kinderen, die geen middelen tot en beschikking hebben, noch een weg kunnen vinden.
Uitgenomen de zwakken onder de menschen, de vrouwen en kinderen; zij, die niet in staat zouden zijn eene list uit te denken, en niet op den weg werden geleid,
فَاُولٰٓىٕكَ عَسَى اللّٰهُ اَنْ یَّعْفُوَ عَنْهُمْؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَفُوًّا غَفُوْرًا(۹۹)
Dezen zijn het, wie Allah moge vergeven, want Allah is de Inschikkelijke, de Vergevensgezinde.
Dezen zal God misschien vergeven; want God is vergevingsgezind en genadig.
وَ مَنْ یُّهَاجِرْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ یَجِدْ فِی الْاَرْضِ مُرٰغَمًا كَثِیْرًا وَّسَعَةًؕ-وَ مَنْ یَّخْرُ جْ مِنْۢ بَیْتِهٖ مُهَاجِرًا اِلَى اللّٰهِ وَ رَسُوْلِهٖ ثُمَّ یُدْرِكْهُ الْمَوْتُ فَقَدْ وَ قَعَ اَجْرُهٗ عَلَى اللّٰهِؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا۠(۱۰۰)
Wie terwille van Allah vlucht, zal op aarde toevluchtsoorden en overvloed vinden. En wie van zijn huis weggaat, zijn land verlatend terwille van Allah en Zijn boodschapper en de dood achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat vast; Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Hij, die zijn land verlaat voor de zaak van het ware geloof Gods, zal op aarde een aantal personen vinden, die gedwongen zullen zijn hetzelfde te doen en overvloedige hulpbronnen bezitten. En hij, die zijn huis verlaat en tot God en zijn gezant toevlucht neemt, zal, indien hem den dood op dien weg overvalt, God verplicht zijn, te beloonen; want God is genadig en barmhartig.
وَ اِذَا ضَرَبْتُمْ فِی الْاَرْضِ فَلَیْسَ عَلَیْكُمْ جُنَاحٌ اَنْ تَقْصُرُوْا مِنَ الصَّلٰوةِ ﳓ اِنْ خِفْتُمْ اَنْ یَّفْتِنَكُمُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْاؕ-اِنَّ الْكٰفِرِیْنَ كَانُوْا لَكُمْ عَدُوًّا مُّبِیْنًا(۱۰۱)
En wanneer gij door het land reist, zal het voor u geen zonde zijn het gebed te bekorten, als gij vreest dat degenen, die niet geloven u last zullen veroorzaken. Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand voor u.
Indien gij in het land ten oorlog trekt, zal het geene misdaad zijn, indien gij uwe gebeden nalaat, zoo gij vreest, dat de ongeloovigen u mochten aantasten; want de ongeloovigen zijn uwe openlijke vijanden.
وَ اِذَا كُنْتَ فِیْهِمْ فَاَقَمْتَ لَهُمُ الصَّلٰوةَ فَلْتَقُمْ طَآىٕفَةٌ مِّنْهُمْ مَّعَكَ وَ لْیَاْخُذُوْۤا اَسْلِحَتَهُمْ- فَاِذَا سَجَدُوْا فَلْیَكُوْنُوْا مِنْ وَّرَآىٕكُمْ ۪- وَ لْتَاْتِ طَآىٕفَةٌ اُخْرٰى لَمْ یُصَلُّوْا فَلْیُصَلُّوْا مَعَكَ وَ لْیَاْخُذُوْا حِذْرَهُمْ وَ اَسْلِحَتَهُمْۚ-وَدَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا لَوْ تَغْفُلُوْنَ عَنْ اَسْلِحَتِكُمْ وَ اَمْتِعَتِكُمْ فَیَمِیْلُوْنَ عَلَیْكُمْ مَّیْلَةً وَّاحِدَةًؕ-وَ لَا جُنَاحَ عَلَیْكُمْ اِنْ كَانَ بِكُمْ اَذًى مِّنْ مَّطَرٍ اَوْ كُنْتُمْ مَّرْضٰۤى اَنْ تَضَعُوْۤا اَسْلِحَتَكُمْۚ-وَ خُذُوْا حِذْرَكُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ اَعَدَّ لِلْكٰفِرِیْنَ عَذَابًا مُّهِیْنًا(۱۰۲)
En wanneer gij in hun midden zijt en het gebed voor hen leidt, laat een deel hunner bij u staan en hun wapenen meenemen. En wanneer zij hun prostratie hebben verricht, laat hen achter u gaan en laat die andere groep, die nog niet gebeden heeft naar voren komen en met u bidden en laat hen hun afweermiddelen en wapenen medenemen. De ongelovigen wensen, dat gij onachtzaam wordt op uw wapenen en uw bagage, zodat zij u plotseling overvallen. En als gij uw wapenen opzij legt indien de regen u stoort, of indien gij ziek zijt, zal dat voor u geen zonde zijn. Maar gij dient uw afweermiddelen steeds mede te nemen. Voorzeker, Allah heeft voor de ongelovigen een vernederende straf bereid.
Maar wanneer gij, o Mahomet! onder hen mocht zijn en met hen mocht bidden, laat een deel hunner het gebed met u verrichten, en laat hen hunne wapens nemen; en als zij aangebeden zullen hebben, laten zij achter u staan en laat een ander gedeelte komen, dat niet gebeden heeft, en laat hen met u bidden; en laat hen voorzichtig wezen en gewapend zijn. De ongeloovigen zouden willen, dat gij uwe wapenen en uwe goederen zoudt achterlaten, opdat zij u eenklaps zouden kunnen aanvallen. Het zal geene misdaad zijn, indien gij door regen wordt belet, of indien gij ziek zijt, dat gij uwe wapens niet opvat, maar neem uwe voorzorgen. God heeft de ongeloovigen eene schandelijke straf bereid.
فَاِذَا قَضَیْتُمُ الصَّلٰوةَ فَاذْكُرُوا اللّٰهَ قِیٰمًا وَّ قُعُوْدًا وَّ عَلٰى جُنُوْبِكُمْۚ-فَاِذَا اطْمَاْنَنْتُمْ فَاَقِیْمُوا الصَّلٰوةَۚ-اِنَّ الصَّلٰوةَ كَانَتْ عَلَى الْمُؤْمِنِیْنَ كِتٰبًا مَّوْقُوْتًا(۱۰۳)
Wanneer gij het gebed hebt be?indigd, gedenkt dan Allah, staande, zittende en op uw zijde liggende. En, wanneer gij veilig zijt, houdt het gebed, voorwaar, het gebed is de gelovigen op vastgestelde uren opgelegd.
En als gij het gebed zult hebben geëindigd, herdenkt God, hetzij staande, zittende of op uwe zijde liggende. Maar indien gij in zekerheid zijt, volbrengt uwe gebeden; want het gebed op de bepaalde uren is den godvruchtige geboden.
وَ لَا تَهِنُوْا فِی ابْتِغَآءِ الْقَوْمِؕ-اِنْ تَكُوْنُوْا تَاْلَمُوْنَ فَاِنَّهُمْ یَاْلَمُوْنَ كَمَا تَاْلَمُوْنَۚ-وَ تَرْجُوْنَ مِنَ اللّٰهِ مَا لَا یَرْجُوْنَؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلِیْمًا حَكِیْمًا۠(۱۰۴)
En toont geen zwakheid in de vervolging van dit (vijandige) volk. Als gij lijdt, lijden zij ook zoals gij lijdt. Maar gij verwacht van Allah, wat zij niet verwachten. En Allah is Alwetend, Alwijs.
Wees niet zorgeloos bij de vervolging van den vijand, indien gij ook lijdt; want zij zullen lijden zooals gij lijdt, en gij hoopt van God, wat zij niet kunnen hopen; en God is alwetend en wijs.
اِنَّاۤ اَنْزَلْنَاۤ اِلَیْكَ الْكِتٰبَ بِالْحَقِّ لِتَحْكُمَ بَیْنَ النَّاسِ بِمَاۤ اَرٰىكَ اللّٰهُؕ-وَ لَا تَكُنْ لِّلْخَآىٕنِیْنَ خَصِیْمًاۙ(۱۰۵)
Wij hebben u waarlijk het Boek (de Koran), dat. de waarheid bevat, nedergezonden, opdat gij tussen de mensen zoudt richten door hetgeen Allah u heeft onderwezen. En wees geen pleiter voor de oneerlijken.
Wij hebben u het boek met de waarheid gezonden, opdat gij tusschen de menschen zoudt kunnen richten door dat, wat God u heeft gegeven. Wees geen verdediger van den zondaar,
وَّ اسْتَغْفِرِ اللّٰهَؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ غَفُوْرًا رَّحِیْمًاۚ(۱۰۶)
En vraagt vergiffenis van Allah. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Maar vraag God vergiffenis voor uwe kwade bedoelingen; want God is vergevingsgezind en genadig.
وَ لَا تُجَادِلْ عَنِ الَّذِیْنَ یَخْتَانُوْنَ اَنْفُسَهُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ مَنْ كَانَ خَوَّانًا اَثِیْمًاۚۙ(۱۰۷)
Pleit niet voor degenen, die hun ziel onrecht aandoen. Voorzeker, Allah heeft degene, die volkomen oneerlijk en een groot zondaar is, niet lief.
Redetwist niet met hen, die elkander bedriegen; want God bemint hem niet, die een bedrieger of onrechtvaardige is.
یَّسْتَخْفُوْنَ مِنَ النَّاسِ وَ لَا یَسْتَخْفُوْنَ مِنَ اللّٰهِ وَ هُوَ مَعَهُمْ اِذْ یُبَیِّتُوْنَ مَا لَا یَرْضٰى مِنَ الْقَوْلِؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ بِمَا یَعْمَلُوْنَ مُحِیْطًا(۱۰۸)
Zij trachten zich voor de mensen te verbergen, maar zij kunnen zich niet voor Allah verbergen en Hij is bij hen wanneer zij de nacht doorbrengen met een bespreking, die Hem niet behaagt. Allah weet, wat zij doen.
Zij kunnen zich aan de menschen onttrekken, maar aan God kunnen zij zich niet onttrekken; want hij is hun nabij, als zij des nachts iets spreken wat hem mishaagt, en God begrijpt wat zij doen.
هٰۤاَنْتُمْ هٰۤؤُلَآءِ جٰدَلْتُمْ عَنْهُمْ فِی الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا- فَمَنْ یُّجَادِلُ اللّٰهَ عَنْهُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ اَمْ مَّنْ یَّكُوْنُ عَلَیْهِمْ وَكِیْلًا(۱۰۹)
Ziet, gij zijt degenen die in het tegenwoordige leven voor hen pleiten. Maar wie zal bij Allah voor hen pleiten op de dag der opstanding, of wie zal een voogd over hen zijn?
Ziet, gij zijt het, die in het tegenwoordige leven voor hen gepleit hebt. Maar wie zal op den dag der opstanding met God voor hen redetwisten, of wie zal hun schuts zijn?
وَ مَنْ یَّعْمَلْ سُوْٓءًا اَوْ یَظْلِمْ نَفْسَهٗ ثُمَّ یَسْتَغْفِرِ اللّٰهَ یَجِدِ اللّٰهَ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۱۱۰)
Wie kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet en daarna Allah om vergiffenis vraagt, zal Allah Vergevensgezind, Genadevol vinden.
Hij, die kwaad bedrijft, of zijn eigen ziel verderft, en daarna van God vergiffenis vraagt, zal Hem vergevingsgezind en barmhartig vinden.
وَ مَنْ یَّكْسِبْ اِثْمًا فَاِنَّمَا یَكْسِبُهٗ عَلٰى نَفْسِهٖؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلِیْمًا حَكِیْمًا(۱۱۱)
En wie een zonde begaat, begaat deze slechts jegens zijn eigen ziel. En Allah is Alwetend, Alwijs.
Hij, die eene zwakheid begaat, begaat die tegen zijne eigen ziel, God is alwetend en wijs.
وَ مَنْ یَّكْسِبْ خَطِیْٓــٴَـةً اَوْ اِثْمًا ثُمَّ یَرْمِ بِهٖ بَرِیْٓــٴًـا فَقَدِ احْتَمَلَ بُهْتَانًا وَّ اِثْمًا مُّبِیْنًا۠(۱۱۲)
Wie een fout of een zonde begaat en deze dan aan een onschuldige toeschrijft, draagt voorzeker de (schuld van) lastering en klaarblijkelijke zonde.
En hij, die eene zonde of een misstap doet, en deze daarna op een onschuldige werpt, zal waarlijk de schuld van laster en verklaarde onrechtvaardigheid op zich laden.
وَ لَوْ لَا فَضْلُ اللّٰهِ عَلَیْكَ وَ رَحْمَتُهٗ لَهَمَّتْ طَّآىٕفَةٌ مِّنْهُمْ اَنْ یُّضِلُّوْكَؕ-وَ مَا یُضِلُّوْنَ اِلَّاۤ اَنْفُسَهُمْ وَ مَا یَضُرُّوْنَكَ مِنْ شَیْءٍؕ-وَ اَنْزَلَ اللّٰهُ عَلَیْكَ الْكِتٰبَ وَ الْحِكْمَةَ وَ عَلَّمَكَ مَا لَمْ تَكُنْ تَعْلَمُؕ-وَ كَانَ فَضْلُ اللّٰهِ عَلَیْكَ عَظِیْمًا(۱۱۳)
0
Indien de vergevingsgezindheid en de genade van God niet met u waren geweest, waarlijk een deel van hen zou getracht hebben u te verleiden; maar zij zullen zich zelven alleen verleiden en u in het geheel niet deren. God heeft u het boek en de wijsheid gezonden, en heeft u geleerd wat gij niet wist; want de gunst van God omtrent u was groot.
لَا خَیْرَ فِیْ كَثِیْرٍ مِّنْ نَّجْوٰىهُمْ اِلَّا مَنْ اَمَرَ بِصَدَقَةٍ اَوْ مَعْرُوْفٍ اَوْ اِصْلَاحٍۭ بَیْنَ النَّاسِؕ-وَ مَنْ یَّفْعَلْ ذٰلِكَ ابْتِغَآءَ مَرْضَاتِ اللّٰهِ فَسَوْفَ نُؤْتِیْهِ اَجْرًا عَظِیْمًا(۱۱۴)
0
Er is geen goeds in de menigte hunner bijzondere gesprekken, behalve van hem, die het geven van aalmoezen aanbeveelt, of wat rechtvaardig is, of tot vereeniging strekt der menschen. Hij, die dit doet uit begeerte om God te behagen, waarlijk wij zullen hem eene groote belooning geven.
وَ مَنْ یُّشَاقِقِ الرَّسُوْلَ مِنْۢ بَعْدِ مَا تَبَیَّنَ لَهُ الْهُدٰى وَ یَتَّبِـعْ غَیْرَ سَبِیْلِ الْمُؤْمِنِیْنَ نُوَلِّهٖ مَا تَوَلّٰى وَ نُصْلِهٖ جَهَنَّمَؕ-وَ سَآءَتْ مَصِیْرًا۠(۱۱۵)
En hij, die zich tegen de boodschapper verzet nadat diens leiding hem duidelijk is geworden en die een andere weg dan die der gelovigen volgt, Wij zullen hem laten volgen wat hij wil en Wij zullen hem in de hel werpen. Dat is een kwade bestemming.
Maar hem, die zich van den gezant scheidt, nadat hem de ware richting is geopenbaard, en een anderen weg dan dien der ware geloovigen volgt, zullen wij datgene doen bereiken, waarheen hij zich wendt, en zullen hen veroordeelen om in het vuur der hel te worden verbrand: en dat zal hem een ongelukkig verblijf zijn.
اِنَّ اللّٰهَ لَا یَغْفِرُ اَنْ یُّشْرَكَ بِهٖ وَ یَغْفِرُ مَا دُوْنَ ذٰلِكَ لِمَنْ یَّشَآءُؕ-وَ مَنْ یُّشْرِكْ بِاللّٰهِ فَقَدْ ضَلَّ ضَلٰلًۢا بَعِیْدًا(۱۱۶)
Allah vergeeft niet dat iets met Hem vereenzelvigd wordt en Hij zal, buiten dat, vergeven wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, is inderdaad ver afgedwaald.
Waarlijk, God zal hem niet vergeven, die een ander naast hem plaatst, maar hij zal, buiten dat, alles vergeven wat hem behaagt; en hij, die een ander naast God plaatst is misleid en op een grooten verkeerden weg geraakt.
اِنْ یَّدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِهٖۤ اِلَّاۤ اِنٰثًاۚ-وَ اِنْ یَّدْعُوْنَ اِلَّا شَیْطٰنًا مَّرِیْدًاۙ(۱۱۷)
Zij roepen buiten Hem niets aan dan godinnen dingen en zij roepen niemand aan dan Satan, de opstandige.
De ongeloovigen roepen naast hem slechts vrouwelijke godheden aan, en zij roepen slechts den oproerigen satan aan.
لَّعَنَهُ اللّٰهُۘ-وَ قَالَ لَاَتَّخِذَنَّ مِنْ عِبَادِكَ نَصِیْبًا مَّفْرُوْضًاۙ(۱۱۸)
Allah heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: "Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren nemen."
God vloekte hem, en hij zeide: ik maak mij van een deel uwer dienaren meester;
وَّ لَاُضِلَّنَّهُمْ وَ لَاُمَنِّیَنَّهُمْ وَ لَاٰمُرَنَّهُمْ فَلَیُبَتِّكُنَّ اٰذَانَ الْاَنْعَامِ وَ لَاٰمُرَنَّهُمْ فَلَیُغَیِّرُنَّ خَلْقَ اللّٰهِؕ-وَ مَنْ یَّتَّخِذِ الشَّیْطٰنَ وَلِیًّا مِّنْ دُوْنِ اللّٰهِ فَقَدْ خَسِرَ خُسْرَانًا مُّبِیْنًاؕ(۱۱۹)
0
Ik zal hen verleiden, hun ijdele begeerten ingeven en hen bevelen, en zij zullen de ooren van het vee afsnijden, en ik zal hen beheerschen, en zij zullen Gods schepping veranderen. Maar hij, die satan als zijn schutspatroon naast God kiest, zal zeker eindelijk verloren zijn.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan