READ

Surah An-Nisaa

اَلنِّسَآء
176 Ayaat    مدنیۃ


4:41
فَكَیْفَ اِذَا جِئْنَا مِنْ كُلِّ اُمَّةٍۭ بِشَهِیْدٍ وَّ جِئْنَا بِكَ عَلٰى هٰۤؤُلَآءِ شَهِیْدًاﳳ(۴۱)
En wat geschiedt, wanneer Wij een getuige van elk volk zullen roepen en u als getuige tegen deze zullen brengen?

Wat zullen de ongeloovigen doen, wanneer wij een getuige uit ieder volk tegen hen zullen brengen, o Mahomet! en uwe eigene getuigenis tegen hen zullen inroepen.
4:42
یَوْمَىٕذٍ یَّوَدُّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ عَصَوُا الرَّسُوْلَ لَوْ تُسَوّٰى بِهِمُ الْاَرْضُؕ-وَ لَا یَكْتُمُوْنَ اللّٰهَ حَدِیْثًا۠(۴۲)
Op die Dag zullen zij, die verwierpen en de boodschapper niet gehoorzaamden, wensen, dat de aarde met hen gelijk zou worden gemaakt en zij zullen geen woord voor Allah kunnen verbergen.

Op dien dag zullen zij, die niet geloofd hebben en wederspannig jegens den profeet zijn geweest, veeleer willen, dat de aarde hen had verzwolgen. Maar zij zullen zich op geenerlei wijze voor God kunnen verbergen.
4:43
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَقْرَبُوا الصَّلٰوةَ وَ اَنْتُمْ سُكٰرٰى حَتّٰى تَعْلَمُوْا مَا تَقُوْلُوْنَ وَ لَا جُنُبًا اِلَّا عَابِرِیْ سَبِیْلٍ حَتّٰى تَغْتَسِلُوْاؕ-وَ اِنْ كُنْتُمْ مَّرْضٰۤى اَوْ عَلٰى سَفَرٍ اَوْ جَآءَ اَحَدٌ مِّنْكُمْ مِّنَ الْغَآىٕطِ اَوْ لٰمَسْتُمُ النِّسَآءَ فَلَمْ تَجِدُوْا مَآءً فَتَیَمَّمُوْا صَعِیْدًا طَیِّبًا فَامْسَحُوْا بِوُجُوْهِكُمْ وَ اَیْدِیْكُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ عَفُوًّا غَفُوْرًا(۴۳)
O, gij die gelooft, komt niet tot het gebed als gij bedwelmd zijt; totdat gij weet wat gij zegt, noch, wanneer gii onrein zijt tot gij u hebt gebaad, tenzij gij onderweg zijt. En indien gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van de afzondering komt, of gij hebt vrouwen aangeraakt en gij vindt geen water, neemt dan uw toevlucht tot zuivere aarde en veegt er uw gezicht en handen mee af. Waarlijk, Allah is Inschikkelijk, Vergevensgezind.

O geloovigen! komt niet om te bidden, indien gij beschonken zijt, totdat ge zult verstaan wat gij zegt; noch wanneer gij bezoedelt zijt. Wacht, tot gij uw aangezicht gewasschen hebt, ten minste wanneer gij niet op reis zijt. Maar indien gij ziek of op reis zijt, of uwe natuurlijke behoeften hebt voldaan, of eene vrouw hebt aangeraakt, en geen water vindt, neemt dan zuiver, fijn zand en wrijft uw aangezicht en uwe handen daarmede; want God is genadig en vergevingsgezind.
4:44
اَلَمْ تَرَ اِلَى الَّذِیْنَ اُوْتُوْا نَصِیْبًا مِّنَ الْكِتٰبِ یَشْتَرُوْنَ الضَّلٰلَةَ وَ یُرِیْدُوْنَ اَنْ تَضِلُّوا السَّبِیْلَؕ(۴۴)
Kent gij niet degenen, die deel hebben aan het Boek? Zij geven de voorkeur aan dwaling en wensen, dat ook gij van de (rechte) weg moogt afdwalen.

Hebt gij hun niet opgemerkt, onder welke een deel der schrift werd geopenbaard? Zij verkoopen dwaling en zouden u den rechten weg willen doen verlaten;
4:45
وَ اللّٰهُ اَعْلَمُ بِاَعْدَآىٕكُمْؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ وَلِیًّا ﱪ وَّ كَفٰى بِاللّٰهِ نَصِیْرًا(۴۵)
Allah kent uw vijanden goed. Allah is voldoende als Vriend en Allah is toereikend als Helper.

Maar God kent uwe vijanden wel. God is een voldoende beschermer. God is een toereikend helper.
4:46
مِنَ الَّذِیْنَ هَادُوْا یُحَرِّفُوْنَ الْكَلِمَ عَنْ مَّوَاضِعِهٖ وَ یَقُوْلُوْنَ سَمِعْنَا وَ عَصَیْنَا وَ اسْمَعْ غَیْرَ مُسْمَعٍ وَّ رَاعِنَا لَیًّۢا بِاَلْسِنَتِهِمْ وَ طَعْنًا فِی الدِّیْنِؕ-وَ لَوْ اَنَّهُمْ قَالُوْا سَمِعْنَا وَ اَطَعْنَا وَ اسْمَعْ وَ انْظُرْنَا لَكَانَ خَیْرًا لَّهُمْ وَ اَقْوَمَۙ-وَ لٰكِنْ لَّعَنَهُمُ اللّٰهُ بِكُفْرِهِمْ فَلَا یُؤْمِنُوْنَ اِلَّا قَلِیْلًا(۴۶)
Er zijn onder de Joden, die woorden uit hun verband rukken. En zij zeggen: " Wij horen en gehoorzamen niet" en "luistert gij, zonder te horen" en "Raainaa", terwijl zij woorden verdraaien en het geloof zoeken te schenden. En indien zij gezegd hadden: "Wij horen en wij gehoorzamen" en "hoort toe" en ,,Kijk ons aan" het dit beter en oprechter voor hen zijn geweest. Maar Allah heeft hen wegens hun ongeloof vervloekt, zij geloven dus slechts weinig.

Onder de Joden zijn sommigen, die de woorden uit hunne schrift verplaatsen en zeggen: Wij hebben gehoord, maar wij hebben niet gehoorzaamd. Hoort wat gij tot nu toe niet gehoord hebt, en hoort ons, ook zonder onze meening te verstaan, en zie naar ons; zoo verwarren zij de woorden met hunne tongen en lasteren den waren godsdienst. Maar indien zij zouden gezegd hebben: Wij hebben gehoord en wij gehoorzamen; hoort naar ons en sla ons gade, waarlijk het ware beter voor hen en rechtvaardiger. Maar God heeft hen verwenscht om hunne ongetrouwheid; daarom zullen slechts eenigen kunnen gelooven.
4:47
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اُوْتُوا الْكِتٰبَ اٰمِنُوْا بِمَا نَزَّلْنَا مُصَدِّقًا لِّمَا مَعَكُمْ مِّنْ قَبْلِ اَنْ نَّطْمِسَ وُجُوْهًا فَنَرُدَّهَا عَلٰۤى اَدْبَارِهَاۤ اَوْ نَلْعَنَهُمْ كَمَا لَعَنَّاۤ اَصْحٰبَ السَّبْتِؕ-وَ كَانَ اَمْرُ اللّٰهِ مَفْعُوْلًا(۴۷)
0

Gij, aan wie de schriften zijn gegeven, gelooft aan hetgeen God u heeft nedergezonden, om uwe geheiligde boeken te bevestigen, alvorens wij de trekken van uwe aangezichten uitwisschen, en die elders heen wenden, of u vervloeken, zoo als wij hen vervloekten, die den sabbathdag schonden, en het bevel van God was volvoerd.
4:48
اِنَّ اللّٰهَ لَا یَغْفِرُ اَنْ یُّشْرَكَ بِهٖ وَ یَغْفِرُ مَا دُوْنَ ذٰلِكَ لِمَنْ یَّشَآءُۚ-وَ مَنْ یُّشْرِكْ بِاللّٰهِ فَقَدِ افْتَرٰۤى اِثْمًا عَظِیْمًا(۴۸)
Waarlijk, Allah vergeeft niet dat men iets met Hem vereenzelvigt, maar Hij zal al hetgeen daarbuiten staat vergeven, wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, heeft inderdaad een zeer grote zonde begaan.

Waarlijk, God zal hun niet vergeven, die een gelijke naast hem plaatsen. Hij zal de andere zonden vergeven aan wien hij wil, maar zij die een ander met hem gelijk zullen hebben gesteld, hebben eene groote zonde begaan.
4:49
اَلَمْ تَرَ اِلَى الَّذِیْنَ یُزَكُّوْنَ اَنْفُسَهُمْؕ-بَلِ اللّٰهُ یُزَكِّیْ مَنْ یَّشَآءُ وَ لَا یُظْلَمُوْنَ فَتِیْلًا(۴۹)
Hebt gij over hen niet vernomen die zichzelf rein achten? Neen, Allah is het, Die reinigt, wie Hij wil. Hen zal niet het minste onrecht worden aangedaan.

Hebt gij hen niet gezien die zich rechtvaardigden? Maar God zal slechts hen rechtvaardigen die hem behagen; hun zal geen haar gekrenkt worden.
4:50
اُنْظُرْ كَیْفَ یَفْتَرُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَؕ-وَ كَفٰى بِهٖۤ اِثْمًا مُّبِیْنًا۠(۵۰)
Zie, hoe zij een leugen tegen Allah smeden. En dat is, voorzeker, een klaarblijkelijke zonde.

Ziet, hoe zij een leugen tegen God bedenken. Dat is genoeg voor een duidelijke zonde,
4:51
اَلَمْ تَرَ اِلَى الَّذِیْنَ اُوْتُوْا نَصِیْبًا مِّنَ الْكِتٰبِ یُؤْمِنُوْنَ بِالْجِبْتِ وَ الطَّاغُوْتِ وَ یَقُوْلُوْنَ لِلَّذِیْنَ كَفَرُوْا هٰۤؤُلَآءِ اَهْدٰى مِنَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا سَبِیْلًا(۵۱)
Hebt gij degenen niet waargenomen aan wie een gedeelte van het Boek was gegeven? Zij geloven in afgoden en duivelen en zeggen van de ongelovigen: "Dezen zijn beter geleid op het pad dan de gelovigen."

Hebt gij hen niet opgemerkt, die, na een deel van de schrift te hebben ontvangen, aan valsche goden en afgoden gelooven, en die den ongetrouwen zeggen, dat zij een meer waren weg dan de geloovigen volgen.
4:52
اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ لَعَنَهُمُ اللّٰهُؕ-وَ مَنْ یَّلْعَنِ اللّٰهُ فَلَنْ تَجِدَ لَهٗ نَصِیْرًاؕ(۵۲)
Dezen zijn degenen die Allah heeft vervloekt en die Allah vervloekt voor hen zult gij geen helper vinden.

Dat zijn zij, die door God vervloekt zijn; en onder hen die God zal vervloeken, zullen zij zeker geen helper vinden.
4:53
اَمْ لَهُمْ نَصِیْبٌ مِّنَ الْمُلْكِ فَاِذًا لَّا یُؤْتُوْنَ النَّاسَ نَقِیْرًاۙ(۵۳)
Hadden zij een aandeel in het koninkrijk dan zouden zij de mensen zelfs het geringste onthouden.

Zouden zij een deel van het koninkrijk hebben; zij die niet het kleinste deel aan de menschen hebben gegeven?
4:54
اَمْ یَحْسُدُوْنَ النَّاسَ عَلٰى مَاۤ اٰتٰىهُمُ اللّٰهُ مِنْ فَضْلِهٖۚ-فَقَدْ اٰتَیْنَاۤ اٰلَ اِبْرٰهِیْمَ الْكِتٰبَ وَ الْحِكْمَةَ وَ اٰتَیْنٰهُمْ مُّلْكًا عَظِیْمًا(۵۴)
Of benijden zij de mensen om hetgeen Allah hun vanuit Zijn overvloed heeft gegeven? Waarlijk, Wij gaven aan de kinderen van Abraham het Boek en de Wijsheid en Wij gaven hun ook een groot koninkrijk.

Benijden zij de weldaden, die God aan anderen heeft geschonken? Wij hebben het geslacht van Abraham een boek van wijsheid gegeven, en wij gaven hun een groot koninkrijk.
4:55
فَمِنْهُمْ مَّنْ اٰمَنَ بِهٖ وَ مِنْهُمْ مَّنْ صَدَّ عَنْهُؕ-وَ كَفٰى بِجَهَنَّمَ سَعِیْرًا(۵۵)
En sommigen hunner geloofden er in en sommigen hunner weerhielden anderen er van te (geloven). De hel, met het laaiende vuur is toereikend (voor hen).

Onder hen gelooven eenigen aan den profeet, en anderen hebben zich van hem afgewend; maar het vuur der hel is een toereikende straf.
4:56
اِنَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِاٰیٰتِنَا سَوْفَ نُصْلِیْهِمْ نَارًاؕ-كُلَّمَا نَضِجَتْ جُلُوْدُهُمْ بَدَّلْنٰهُمْ جُلُوْدًا غَیْرَهَا لِیَذُوْقُوا الْعَذَابَؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ عَزِیْزًا حَكِیْمًا(۵۶)
Gewis, degenen die Onze tekenen verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij zullen hen telkens, wanneer hun huiden zijn verbrand, andere huiden er voor in de plaats geven; opdat zij de straf ten volle zullen ondergaan. Waarlijk, Allah is Almachtig, Alwijs.

Waarlijk, zij die onze teekenen niet gelooven, zullen in het hellevuur geworpen worden; zoodra hunne huid goed verbrand zal zijn, zullen wij hen met een andere huid bedekken, om hun de marteling te doen gevoelen. God is machtig en wijs.
4:57
وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ سَنُدْخِلُهُمْ جَنّٰتٍ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُ خٰلِدِیْنَ فِیْهَاۤ اَبَدًاؕ-لَهُمْ فِیْهَاۤ اَزْوَاجٌ مُّطَهَّرَةٌ٘-وَّ نُدْخِلُهُمْ ظِلًّا ظَلِیْلًا(۵۷)
En degenen, die geloven en goede daden verrichten, zullen Wij tuinen doen binnengaan waar doorheen rivieren stromen om er eeuwig te vertoeven, daarin zullen zij reine metgezellen hebben en Wij zullen hen door schaduw omringen.

Zij die gelooven en goed handelen, zullen wij brengen in tuinen door rivieren besproeid; daarin zullen zij eeuwig wonen, en daar zullen zij zich met geheel kuische vrouwen verheugen en wij zullen hen in eeuwige schaduwen brengen.
4:58
اِنَّ اللّٰهَ یَاْمُرُكُمْ اَنْ تُؤَدُّوا الْاَمٰنٰتِ اِلٰۤى اَهْلِهَاۙ-وَ اِذَا حَكَمْتُمْ بَیْنَ النَّاسِ اَنْ تَحْكُمُوْا بِالْعَدْلِؕ-اِنَّ اللّٰهَ نِعِمَّا یَعِظُكُمْ بِهٖؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ سَمِیْعًۢا بَصِیْرًا(۵۸)
Voorwaar, Allah gebiedt u het u toevertrouwde over te geven aan hen die er recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen richt, gij rechtvaardig handelt. En waarlijk, voortreffelijk is datgene, waartoe Allah u maant. Voorzeker, Allah is de Alhorende, de Alziende.

God beveelt u, den eigenaars terug te geven wat gij van hen onder uwe bewaring hebt, en als gij tusschen menschen richt, dat gij eerlijk zult richten. En waarlijk, het is eene schoone deugd die God u aanbeveelt; want God hoort en ziet alles.
4:59
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اَطِیْعُوا اللّٰهَ وَ اَطِیْعُوا الرَّسُوْلَ وَ اُولِی الْاَمْرِ مِنْكُمْۚ-فَاِنْ تَنَازَعْتُمْ فِیْ شَیْءٍ فَرُدُّوْهُ اِلَى اللّٰهِ وَ الرَّسُوْلِ اِنْ كُنْتُمْ تُؤْمِنُوْنَ بِاللّٰهِ وَ الْیَوْمِ الْاٰخِرِؕ-ذٰلِكَ خَیْرٌ وَّ اَحْسَنُ تَاْوِیْلًا۠(۵۹)
O, gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben. En indien gij over iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft in Allah en de laatste Dag. Dit is beter en uiteindelijk het beste.

O geloovigen! gehoorzaamt God en gehoorzaamt den gezant; en hun onder u die de macht uitoefenen; en indien gij omtrent eene of andere zaak verschilt, brengt dan uw geschil voor God en den profeet, indien gij in God en den jongsten dag gelooft; dit is beter en de beste wijze van beslissing.
4:60
اَلَمْ تَرَ اِلَى الَّذِیْنَ یَزْعُمُوْنَ اَنَّهُمْ اٰمَنُوْا بِمَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْكَ وَ مَاۤ اُنْزِلَ مِنْ قَبْلِكَ یُرِیْدُوْنَ اَنْ یَّتَحَاكَمُوْۤا اِلَى الطَّاغُوْتِ وَ قَدْ اُمِرُوْۤا اَنْ یَّكْفُرُوْا بِهٖؕ-وَ یُرِیْدُ الشَّیْطٰنُ اَنْ یُّضِلَّهُمْ ضَلٰلًۢا بَعِیْدًا(۶۰)
Kent gij niet degenen, die beweren dat zij geloven in hetgeen u is geopenbaard en hetgeen v??r u is geopenbaard? Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen ofschoon het hun was geboden, dezen te verwerpen. En Satan wenst hen ver van het rechte pad te doen afdwalen.

Hebt gij hen niet gezien, die beweren, aan datgene te gelooven wat u is geopenbaard en wat vóór u werd geopenbaard? Zij verlangen voor Thagut te worden gericht, hoewel het hun verboden is, in hem te gelooven. Maar satan wil hen ver van de waarheid leiden.
4:61
وَ اِذَا قِیْلَ لَهُمْ تَعَالَوْا اِلٰى مَاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ وَ اِلَى الرَّسُوْلِ رَاَیْتَ الْمُنٰفِقِیْنَ یَصُدُّوْنَ عَنْكَ صُدُوْدًاۚ(۶۱)
En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt tot hetgeen Allah heeft nedergezonden en tot Zijn boodschapper", ziet gij dan de huichelaars zich vol afkeer van u afwenden?

En wanneer men hun zegt: Keert tot het boek terug, dat den godsgezant van boven is nedergezonden, ziet gij de goddeloozen zich met tegenzin van u afwenden.
4:62
فَكَیْفَ اِذَاۤ اَصَابَتْهُمْ مُّصِیْبَةٌۢ بِمَا قَدَّمَتْ اَیْدِیْهِمْ ثُمَّ جَآءُوْكَ یَحْلِفُوْنَ ﳓ بِاللّٰهِ اِنْ اَرَدْنَاۤ اِلَّاۤ اِحْسَانًا وَّ تَوْفِیْقًا(۶۲)
Hoe kan het dan dat, wanneer een rampspoed over hen komt door hetgeen zij verdienden, zij zwerend tot u komen: "Bij Allah, wij beoogden niets dan het goede (te doen) en verzoening?"

Maar wat zullen zij doen, aan welke, als een gevolg van het werk hunner eigen handen, een groot ongeluk zal overkomen? Zij zullen tot u komen en bij God zweren, dat zij slechts het goede en de eendracht verlangen.
4:63
اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ یَعْلَمُ اللّٰهُ مَا فِیْ قُلُوْبِهِمْۗ-فَاَعْرِضْ عَنْهُمْ وَ عِظْهُمْ وَ قُلْ لَّهُمْ فِیْۤ اَنْفُسِهِمْ قَوْلًۢا بَلِیْغًا(۶۳)
Allah weet wat in het hart van dezen is. Wend u daarom van hen af en vermaan hen en spreek tot hen een doeltreffend woord ten bate van henzelf.

God weet, wat in de harten dier menschen is verborgen; laat hen daarom alleen. Waarschuw hen en richt een woord tot hen, opdat hunne zielen daarvan worden doordrongen.
4:64
وَ مَاۤ اَرْسَلْنَا مِنْ رَّسُوْلٍ اِلَّا لِیُطَاعَ بِاِذْنِ اللّٰهِؕ-وَ لَوْ اَنَّهُمْ اِذْ ظَّلَمُوْۤا اَنْفُسَهُمْ جَآءُوْكَ فَاسْتَغْفَرُوا اللّٰهَ وَ اسْتَغْفَرَ لَهُمُ الرَّسُوْلُ لَوَجَدُوا اللّٰهَ تَوَّابًا رَّحِیْمًا(۶۴)
0

Wij hebben geen apostel gezonden, dan opdat hij door het verlof van God mocht worden gehoorzaamd; maar indien zij, nadat zij hunne eigen zielen hebben beleedigd, tot u komen en God vergiffenis vragen, en de godsgezant vraagt vergiffenis voor hen, zullen zij God zeker tot vergeving gezind en barmhartig vinden.
4:65
فَلَا وَ رَبِّكَ لَا یُؤْمِنُوْنَ حَتّٰى یُحَكِّمُوْكَ فِیْمَا شَجَرَ بَیْنَهُمْ ثُمَّ لَا یَجِدُوْا فِیْۤ اَنْفُسِهِمْ حَرَجًا مِّمَّا قَضَیْتَ وَ یُسَلِّمُوْا تَسْلِیْمًا(۶۵)
Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen gelovigen zijn, voordat zij u (profeet) tot rechter maken over al hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen.

Ik zweer bij uwen God, zij zullen niet geloovig zijn, dan nadat zij u rechter over hunne geschillen zullen hebben gemaakt, en niets in te brengen hebbende tegen hetgeen gij hebt beslist, zullen zij zich daaraan geheel onderwerpen.
4:66
وَ لَوْ اَنَّا كَتَبْنَا عَلَیْهِمْ اَنِ اقْتُلُوْۤا اَنْفُسَكُمْ اَوِ اخْرُجُوْا مِنْ دِیَارِكُمْ مَّا فَعَلُوْهُ اِلَّا قَلِیْلٌ مِّنْهُمْؕ-وَ لَوْ اَنَّهُمْ فَعَلُوْا مَا یُوْعَظُوْنَ بِهٖ لَكَانَ خَیْرًا لَّهُمْ وَ اَشَدَّ تَثْبِیْتًاۙ(۶۶)
En indien Wij hun hadden geboden: "Wijdt u ten dode" of: "verlaat uw huizen" zouden zij het met uitzondering van weinigen hunner niet hebben gedaan en indien zij hetgeen hun gemaand was te doen, hadden gedaan, zou het voor hen zeker goed zijn geweest en het, beste ter versterking (van hun geloof).

Indien wij hun hadden bevolen, zich zelven te dooden, of hunne huizen te verlaten, zouden zij het, eenigen van hen uitgezonderd, niet gedaan hebben. En indien zij gedaan hadden wat hun bevolen werd, waarlijk, het zou beter voor hen zijn geweest, en meer geschikt om hun geloof te bevestigen.
4:67
وَّ اِذًا لَّاٰتَیْنٰهُمْ مِّنْ لَّدُنَّاۤ اَجْرًا عَظِیْمًاۙ(۶۷)
En Wij zouden hun gewis een grote beloning van Ons hebben gegeven.

Wij zouden hen rijkelijk beloond
4:68
وَّ لَهَدَیْنٰهُمْ صِرَاطًا مُّسْتَقِیْمًا(۶۸)
En Wij zouden hen zeker op het rechte pad hebben geleid.

En op den rechten weg geleid hebben.
4:69
وَ مَنْ یُّطِعِ اللّٰهَ وَ الرَّسُوْلَ فَاُولٰٓىٕكَ مَعَ الَّذِیْنَ اَنْعَمَ اللّٰهُ عَلَیْهِمْ مِّنَ النَّبِیّٖنَ وَ الصِّدِّیْقِیْنَ وَ الشُّهَدَآءِ وَ الصّٰلِحِیْنَۚ-وَ حَسُنَ اُولٰٓىٕكَ رَفِیْقًاؕ(۶۹)
En wie aldus Allah en deze boodschapper gehoorzaamt, zal zijn onder degenen wie Allah Zijn zegeningen heeft geschonken, namelijk, de profeten, de waarachtigen, de getuigen (martelaars) en de goeden en dezen zijn uitstekende metgezellen.

Zij, die in God en den profeet gelooven, zullen onder hen zijn, die God genadig was; onder de profeten, de oprechten, de martelaars, de godvruchtigen, en dat is het uitmuntendste gezelschap.
4:70
ذٰلِكَ الْفَضْلُ مِنَ اللّٰهِؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ عَلِیْمًا۠(۷۰)
Dit is de genade van Allah en Allah is toereikend als de Alwetende.

Dit is Gods goedheid; en Gods wetenschap is toereikend.
4:71
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا خُذُوْا حِذْرَكُمْ فَانْفِرُوْا ثُبَاتٍ اَوِ انْفِرُوْا جَمِیْعًا(۷۱)
O, gij die gelooft, neemt uw voorzorgsmaatregelen, rukt dan op in afzonderlijke groepen of allen tezamen.

O geloovigen! neemt uwe voorzorgen tegen den oorlog en rukt in gedeelten of gezamenlijk op.
4:72
وَ اِنَّ مِنْكُمْ لَمَنْ لَّیُبَطِّئَنَّۚ-فَاِنْ اَصَابَتْكُمْ مُّصِیْبَةٌ قَالَ قَدْ اَنْعَمَ اللّٰهُ عَلَیَّ اِذْ لَمْ اَكُنْ مَّعَهُمْ شَهِیْدًا(۷۲)
En onder u is hij, die achter blijft en als u een rampspoed overkomt, zegt hij: "Waarlijk, Allah is mij genadig geweest omdat ik niet bij hen tegenwoordig was."

Er is menigeen onder u, die u langzaam zal volgen, en indien gij tegenspoed zult ondervinden, zal hij zeggen: God heeft mij eene bijzondere gunst bewezen, dat ik niet met hen was.
4:73
وَ لَىٕنْ اَصَابَكُمْ فَضْلٌ مِّنَ اللّٰهِ لَیَقُوْلَنَّ كَاَنْ لَّمْ تَكُنْۢ بَیْنَكُمْ وَ بَیْنَهٗ مَوَدَّةٌ یّٰلَیْتَنِیْ كُنْتُ مَعَهُمْ فَاَفُوْزَ فَوْزًا عَظِیْمًا(۷۳)
Maar als een genade van Allah tot u komt, zegt hij - alsof er geen vriendschap tussen u en hem bestond - "Ware ik bij hen geweest, dan zou ik inderdaad een groot voordeel hebben bereikt."

Maar indien God u voorspoed geeft, zal hij zeggen (als was er geene vriendschap tusschen u en en hem: God gave, dat ik met hen ware geweest; ik zou groote verdienste hebben verworven.
4:74
فَلْیُقَاتِلْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ الَّذِیْنَ یَشْرُوْنَ الْحَیٰوةَ الدُّنْیَا بِالْاٰخِرَةِؕ-وَ مَنْ یُّقَاتِلْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ فَیُقْتَلْ اَوْ یَغْلِبْ فَسَوْفَ نُؤْتِیْهِ اَجْرًا عَظِیْمًا(۷۴)
Laten derhalve zij, die hun tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals willen offeren, voor de zaak van Allah strijden. En wie voor de zaak van Allah strijdt, hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen Wij hem een grote beloning geven.

Laten zij daarom voor Gods zaak strijden, die het tegenwoordige leven voor het toekomstige willen verruilen; want hij die voor Gods zaak strijdt, hetzij hij geslagen wordt of overwint waarlijk, wij zullen hem eene groote belooning schenken.
4:75
وَ مَا لَكُمْ لَا تُقَاتِلُوْنَ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الْمُسْتَضْعَفِیْنَ مِنَ الرِّجَالِ وَ النِّسَآءِ وَ الْوِلْدَانِ الَّذِیْنَ یَقُوْلُوْنَ رَبَّنَاۤ اَخْرِجْنَا مِنْ هٰذِهِ الْقَرْیَةِ الظَّالِمِ اَهْلُهَاۚ-وَ اجْعَلْ لَّنَا مِنْ لَّدُنْكَ وَلِیًّا ﳐ وَّ اجْعَلْ لَّنَا مِنْ لَّدُنْكَ نَصِیْرًاؕ(۷۵)
En waarom strijdt gij niet voor de zaak van Allah en voor de zwakken -- mannen, vrouwen en kinderen - die zeggen: "Onze Heer, neem ons uit deze stad waarvan de bewoners onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend en een helper uwerzijds.

En waarom zoudt gij niet voor Gods zaak strijden, als de zwakken, de vrouwen, de kinderen uitroepen: O Heer! breng ons uit deze stad, wier bewoners dwingelanden zijn; zend ons een beschermer van u; geef ons een verdediger van u.
4:76
اَلَّذِیْنَ اٰمَنُوْا یُقَاتِلُوْنَ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِۚ-وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا یُقَاتِلُوْنَ فِیْ سَبِیْلِ الطَّاغُوْتِ فَقَاتِلُوْۤا اَوْلِیَآءَ الشَّیْطٰنِۚ-اِنَّ كَیْدَ الشَّیْطٰنِ كَانَ ضَعِیْفًا۠(۷۶)
0

Zij die gelooven strijden voor Gods zaak, maar zij die niet gelooven strijden voor de zaak van Thagut. Strijdt daarom tegen de vrienden van satan: en waarlijk de listen van satan zullen onmachtig zijn.
4:77
اَلَمْ تَرَ اِلَى الَّذِیْنَ قِیْلَ لَهُمْ كُفُّوْۤا اَیْدِیَكُمْ وَ اَقِیْمُوا الصَّلٰوةَ وَ اٰتُوا الزَّكٰوةَۚ-فَلَمَّا كُتِبَ عَلَیْهِمُ الْقِتَالُ اِذَا فَرِیْقٌ مِّنْهُمْ یَخْشَوْنَ النَّاسَ كَخَشْیَةِ اللّٰهِ اَوْ اَشَدَّ خَشْیَةًۚ-وَ قَالُوْا رَبَّنَا لِمَ كَتَبْتَ عَلَیْنَا الْقِتَالَۚ-لَوْ لَاۤ اَخَّرْتَنَاۤ اِلٰۤى اَجَلٍ قَرِیْبٍؕ-قُلْ مَتَاعُ الدُّنْیَا قَلِیْلٌۚ-وَ الْاٰخِرَةُ خَیْرٌ لِّمَنِ اتَّقٰى- وَ لَا تُظْلَمُوْنَ فَتِیْلًا(۷۷)
Ziet gij niet degenen, tot wie gezegd werd: "Weerhoudt uw handen, houdt het gebed en betaalt de Zakaat? " En wanneer het strijden hun is voorgeschreven, ziet, een deel hunner vreest de mensen zoals men Allah behoort te vrezen, of zelfs nog erger en zij zeggen: "Onze Heer, waarom hebt Gij ons het strijden voorgeschreven? Waarom hebt Gij ons niet voor een korte tijd uitstel verleend?" Zeg: "Het voordeel van deze wereld is gering en het Hiernamaals zal beter zijn voor hem die Allah vreest. En u zal niet het minste onrecht worden aangedaan.

Hebt gij hen niet gezien tot welke was gezegd: Onthoudt uwe handen van den oorlog, weest standvastig in het gebed en geeft aalmoezen? Maar als de strijd hun wordt bevolen vreest een deel hunner de menschen, zooals zij God moesten vreezen, of met nog grooter vrees, en zeggen: O Heer! waarom hebt gij ons bevolen ten strijd te gaan, en waarom hebt gij ons niet veroorloofd, ons naderend einde af te wachten? Antwoordt hun: Het genot van dit leven is klein, maar het toekomstige leven is het ware goed voor hen, die God vreezen; en daar zult gij in het minst niet bedrogen worden.
4:78
اَیْنَ مَا تَكُوْنُوْا یُدْرِكْكُّمُ الْمَوْتُ وَ لَوْ كُنْتُمْ فِیْ بُرُوْجٍ مُّشَیَّدَةٍؕ-وَ اِنْ تُصِبْهُمْ حَسَنَةٌ یَّقُوْلُوْا هٰذِهٖ مِنْ عِنْدِ اللّٰهِۚ-وَ اِنْ تُصِبْهُمْ سَیِّئَةٌ یَّقُوْلُوْا هٰذِهٖ مِنْ عِنْدِكَؕ-قُلْ كُلٌّ مِّنْ عِنْدِ اللّٰهِؕ-فَمَالِ هٰۤؤُلَآءِ الْقَوْمِ لَا یَكَادُوْنَ یَفْقَهُوْنَ حَدِیْثًا(۷۸)
Waar gij ook zijt, de dood zal u achterhalen, zelfs al waart gij in sterk gebouwde torens. En als hen iets goeds overkomt zeggen zij: "Dit komt van Allah" en als hen iets kwaads overkomt zeggen zij: "Dit komt van u" (van de profeet). Zeg: "Alles komt van Allah". Wat scheelt deze mensen, dat zij het woord niet willen begrijpen?

Waar gij ook mocht wezen zal de dood u bereiken; al waart ge in hooge torens. Indien God hen begunstigt, zeggen zij: Dit is van God, maar indien hun kwaad overkomt, zeggen zij: Dit is van u, o Mahomet! Zeg hun: Alles komt van God; en wat ontbreekt dit volk, dat zij zoo ver verwijderd zijn van hetgeen hun werd gezegd?
4:79
مَاۤ اَصَابَكَ مِنْ حَسَنَةٍ فَمِنَ اللّٰهِ٘-وَ مَاۤ اَصَابَكَ مِنْ سَیِّئَةٍ فَمِنْ نَّفْسِكَؕ-وَ اَرْسَلْنٰكَ لِلنَّاسِ رَسُوْلًاؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ شَهِیْدًا(۷۹)
Welk goed ook tot u komt, dat komt van Allah en welk kwaad u overkomt, komt door uzelf. En wij hebben u als boodschapper tot de mensheid gezonden; Allah is als Getuige toereikend.

Wat goeds u ook overkome, het komt van God. Het kwaad komt van u zelven. Wij hebben een gezant onder de menschen gezonden. Gods getuigenis is toereikend.
4:80
مَنْ یُّطِعِ الرَّسُوْلَ فَقَدْ اَطَاعَ اللّٰهَۚ-وَ مَنْ تَوَلّٰى فَمَاۤ اَرْسَلْنٰكَ عَلَیْهِمْ حَفِیْظًاؕ(۸۰)
Wie de boodschapper gehoorzaamt, gehoorzaamt inderdaad Allah en wie zich afkeert - tot hen hebben wij u niet als bewaker gezonden.

Hij, die den gezant gehoorzaamt, gehoorzaamt God. Wij hebben u niet gezonden, om eene beschermer voor hen te zijn, die zich van u afwenden.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلنِّسَآء
اَلنِّسَآء
  00:00



Download

اَلنِّسَآء
اَلنِّسَآء
  00:00



Download