READ

Surah Yusuf

يُوْسُف
111 Ayaat    مکیۃ


12:81
اِرْجِعُوْۤا اِلٰۤى اَبِیْكُمْ فَقُوْلُوْا یٰۤاَبَانَاۤ اِنَّ ابْنَكَ سَرَقَۚ-وَ مَا شَهِدْنَاۤ اِلَّا بِمَا عَلِمْنَا وَ مَا كُنَّا لِلْغَیْبِ حٰفِظِیْنَ(۸۱)
0

Keert terug naar jullie vader en zegt: 'O onze vader, jouw zoon heeft gestolen en wij geven alleen maar getuigenis van wat wij weten en over het verborgene waken wij niet.
12:82
وَ سْــٴَـلِ الْقَرْیَةَ الَّتِیْ كُنَّا فِیْهَا وَ الْعِیْرَ الَّتِیْۤ اَقْبَلْنَا فِیْهَاؕ-وَ اِنَّا لَصٰدِقُوْنَ(۸۲)
0

En vraag de stad waarin wij waren en de karavaan waarmee wij gekomen zijn. Wij zijn echt oprecht."
12:83
قَالَ بَلْ سَوَّلَتْ لَكُمْ اَنْفُسُكُمْ اَمْرًاؕ-فَصَبْرٌ جَمِیْلٌؕ-عَسَى اللّٰهُ اَنْ یَّاْتِیَنِیْ بِهِمْ جَمِیْعًاؕ-اِنَّهٗ هُوَ الْعَلِیْمُ الْحَكِیْمُ(۸۳)
Hij (hun vader) zeide: "Neen, uw ziel heeft een groot iets voor u gering gemaakt. Daarom is geduld passend. Het is mogelijk, dat Allah hen allen te zamen tot mij zal brengen; waarlijk Hij is de Alwetende, de Alwijze."

Hij zei: "Jullie hebben jezelf iets wijsgemaakt! Dus maar mooi geduldig verdragen. Misschien dat God hen gezamenlijk bij mij zal brengen. Hij is de wetende, de wijze."
12:84
وَ تَوَلّٰى عَنْهُمْ وَ قَالَ یٰۤاَسَفٰى عَلٰى یُوْسُفَ وَ ابْیَضَّتْ عَیْنٰهُ مِنَ الْحُزْنِ فَهُوَ كَظِیْمٌ(۸۴)
En hij wendde zich van hen af en zeide: "O ik heb verdriet over Jozef." En zijn ogen werden gevuld met tranen van smart doch hij bedwong zich.

En hij wendde zich van hen af en zei: "Wat een verdriet om Joesoef." En zijn ogen werden wit van droefheid, maar hij hield zijn woede in.
12:85
قَالُوْا تَاللّٰهِ تَفْتَؤُا تَذْكُرُ یُوْسُفَ حَتّٰى تَكُوْنَ حَرَضًا اَوْ تَكُوْنَ مِنَ الْهٰلِكِیْنَ(۸۵)
Zij zeiden: "Bij Allah, gij zult niet ophouden over Jozef te praten, totdat gij zijt weggekwijnd of totdat gij te gronde gaat."

Zij zeiden: "Bij God, jij houdt niet op aan Joesoef te denken, totdat jij ineenstort of bij hen behoort die te gronde gaan."
12:86
قَالَ اِنَّمَاۤ اَشْكُوْا بَثِّیْ وَ حُزْنِیْۤ اِلَى اللّٰهِ وَ اَعْلَمُ مِنَ اللّٰهِ مَا لَا تَعْلَمُوْنَ(۸۶)
Hij antwoordde: "Ik klaag alleen over mijn zorg en verdriet tot Allah en ik weet van Allah, wat gij niet weet."

Hij zei: "Ik klaag mijn verdriet en droefheid alleen maar aan God. En ik weet van God wat jullie niet weten.
12:87
یٰبَنِیَّ اذْهَبُوْا فَتَحَسَّسُوْا مِنْ یُّوْسُفَ وَ اَخِیْهِ وَ لَا تَایْــٴَـسُوْا مِنْ رَّوْحِ اللّٰهِؕ-اِنَّهٗ لَا یَایْــٴَـسُ مِنْ رَّوْحِ اللّٰهِ اِلَّا الْقَوْمُ الْكٰفِرُوْنَ(۸۷)
0

Mijn zonen, gaat heen om inlichtingen over Joesoef en zijn broer in te winnen. Aan Gods bemoediging wanhopen slechts de ongelovige mensen."
12:88
فَلَمَّا دَخَلُوْا عَلَیْهِ قَالُوْا یٰۤاَیُّهَا الْعَزِیْزُ مَسَّنَا وَ اَهْلَنَا الضُّرُّ وَ جِئْنَا بِبِضَاعَةٍ مُّزْجٰىةٍ فَاَوْفِ لَنَا الْكَیْلَ وَ تَصَدَّقْ عَلَیْنَاؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَجْزِی الْمُتَصَدِّقِیْنَ(۸۸)
En toen zij (opnieuw) voor hem (Jozef) kwamen, zeiden zij: "O, Aziez, armoede heeft ons en onze familie getroffen en wij hebben een armzalige geldsom meegebracht, geef ons daarvoor de volle maat en wees liefdadig. Voorzeker, Allah beloont de liefdadigen."

Toen zij dan bij hem binnenkwamen zeiden zij: "O excellentie, ons en onze familie heeft tegenspoed getroffen en wij komen met onbeduidende koopwaar, maar geef ons toch een vol rantsoen en geef het ons als aalmoes. God beloont hen die aalmoezen geven."
12:89
قَالَ هَلْ عَلِمْتُمْ مَّا فَعَلْتُمْ بِیُوْسُفَ وَ اَخِیْهِ اِذْ اَنْتُمْ جٰهِلُوْنَ(۸۹)
Hij zeide: "Weet gij wat gij Jozef en zijn broeder aandeedt, toen gij onwetend waart?"

Hij zei: "Weten jullie wat jullie Joesoef en zijn broer aangedaan hebben toen jullie zo dom waren."
12:90
قَالُوْۤا ءَاِنَّكَ لَاَنْتَ یُوْسُفُؕ-قَالَ اَنَا یُوْسُفُ وَ هٰذَاۤ اَخِیْ٘-قَدْ مَنَّ اللّٰهُ عَلَیْنَاؕ-اِنَّهٗ مَنْ یَّتَّقِ وَ یَصْبِرْ فَاِنَّ اللّٰهَ لَا یُضِیْعُ اَجْرَ الْمُحْسِنِیْنَ(۹۰)
Zij vroegen. "Zijt gij dan Jozef?" Hij zeide: "Ik ben Jozef en dit is mijn broeder. Allah is ons inderdaad genadig geweest. Voorwaar, wie godvrezend en geduldig is - Allah doet het loon der goeden nooit verloren gaan."

Zij zeiden: "Ben jij werkelijk Joesoef?" Hij zei: "Ik ben Joesoef en dit is mijn broer. God heeft ons een gunst bewezen. Als iemand godvrezend is en geduldig volhardt dan laat God het loon van hen die goed doen niet verloren gaan."
12:91
قَالُوْا تَاللّٰهِ لَقَدْ اٰثَرَكَ اللّٰهُ عَلَیْنَا وَ اِنْ كُنَّا لَخٰطِـٕیْنَ(۹۱)
Zij antwoordden: "Bij Allah, waarlijk Allah heeft u boven ons verkozen en wij zijn inderdaad zondaren geweest."

Zij zeiden: "Bij God! God heeft aan jou wel de voorkeur boven ons gegeven. En wij hebben echt verkeerd gedaan."
12:92
قَالَ لَا تَثْرِیْبَ عَلَیْكُمُ الْیَوْمَؕ-یَغْفِرُ اللّٰهُ لَكُمْ٘-وَ هُوَ اَرْحَمُ الرّٰحِمِیْنَ(۹۲)
Hij (Jozef) zeide: "Heden zij er geen verwijt tegen u: Moge Allah u vergeven, Hij is de Genadigste der genadigen."

Hij zei: "Jullie wordt vandaag niets verweten. God zal jullie vergeven en Hij is de barmhartigste van de barmhartigen.
12:93
اِذْهَبُوْا بِقَمِیْصِیْ هٰذَا فَاَلْقُوْهُ عَلٰى وَجْهِ اَبِیْ یَاْتِ بَصِیْرًاۚ-وَ اْتُوْنِیْ بِاَهْلِكُمْ اَجْمَعِیْنَ۠(۹۳)
"Gaat met dit hemd van mij en legt het voor het aangezicht van mijn vader neder; hij zal het begrijpen. En brengt mij uw gehele familie."

Gaat heen met dit hemd van mij en werpt het over het gezicht van mijn vader dan wordt hij ziende en brengt jullie familie allemaal naar mij."
12:94
وَ لَمَّا فَصَلَتِ الْعِیْرُ قَالَ اَبُوْهُمْ اِنِّیْ لَاَجِدُ رِیْحَ یُوْسُفَ لَوْ لَاۤ اَنْ تُفَنِّدُوْنِ(۹۴)
En toen de karavaan (uit Egypte) vertrok, zeide hun vader: "Ik bemerk voorzeker de geur van Jozef, zelfs al ziet gij mij voor zwakzinnig aan."

En toen de karavaan afreisde zei hun vader: "Ik bespeur de geur van Joesoef. Als jullie nu maar niet gaan zeggen dat ik seniel word."
12:95
قَالُوْا تَاللّٰهِ اِنَّكَ لَفِیْ ضَلٰلِكَ الْقَدِیْمِ(۹۵)
Zij antwoordden: "Bij Allah, gij houdt zeker aan uw oude dwaling vast."

Zij zeiden: "Bij God! Jij verkeert weer in je oude dwaling."
12:96
فَلَمَّاۤ اَنْ جَآءَ الْبَشِیْرُ اَلْقٰىهُ عَلٰى وَجْهِهٖ فَارْتَدَّ بَصِیْرًاۚ-قَالَ اَلَمْ اَقُلْ لَّكُمْ ﳐ اِنِّیْۤ اَعْلَمُ مِنَ اللّٰهِ مَا لَا تَعْلَمُوْنَ(۹۶)
0

Maar toen de verkondiger van het goede nieuws kwam wierp die het hemd over zijn gezicht en hij werd weer ziende. Hij zei: "Heb ik jullie niet gezegd dat ik van God weet wat jullie niet weten."
12:97
قَالُوْا یٰۤاَبَانَا اسْتَغْفِرْ لَنَا ذُنُوْبَنَاۤ اِنَّا كُنَّا خٰطِـٕیْنَ(۹۷)
Zij antwoordden: "O, onze vader, vraag voor ons vergiffenis voor onze zonden: wij zijn inderdaad zondaren geweest."

Zij zeiden: "O onze vader, vraag vergeving voor onze zonden; wij hebben verkeerd gedaan."
12:98
قَالَ سَوْفَ اَسْتَغْفِرُ لَكُمْ رَبِّیْؕ-اِنَّهٗ هُوَ الْغَفُوْرُ الرَّحِیْمُ(۹۸)
Hij (Jacob) zeide: "Ik zal mijn Heer om vergiffenis voor u vragen. Voorzeker, Hij ls de Vergevensgezinde, de Genadevolle."

Hij zei: "Ik zal mijn Heer voor jullie om vergeving vragen; Hij is de vergevende, de barmhartige."
12:99
فَلَمَّا دَخَلُوْا عَلٰى یُوْسُفَ اٰوٰۤى اِلَیْهِ اَبَوَیْهِ وَ قَالَ ادْخُلُوْا مِصْرَ اِنْ شَآءَ اللّٰهُ اٰمِنِیْنَؕ(۹۹)
En toen zij tot Jozef kwamen, huisvestte hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals het Allah behaagt Egypte in vrede binnen."

Toen zij dan bij Joesoef binnenkwamen haalde hij zijn ouders bij zich en zei: "Komt Egypte, zo God het wil, veilig binnen."
12:100
وَ رَفَعَ اَبَوَیْهِ عَلَى الْعَرْشِ وَ خَرُّوْا لَهٗ سُجَّدًاۚ-وَ قَالَ یٰۤاَبَتِ هٰذَا تَاْوِیْلُ رُءْیَایَ مِنْ قَبْلُ٘-قَدْ جَعَلَهَا رَبِّیْ حَقًّاؕ-وَ قَدْ اَحْسَنَ بِیْۤ اِذْ اَخْرَجَنِیْ مِنَ السِّجْنِ وَ جَآءَ بِكُمْ مِّنَ الْبَدْوِ مِنْۢ بَعْدِ اَنْ نَّزَغَ الشَّیْطٰنُ بَیْنِیْ وَ بَیْنَ اِخْوَتِیْؕ-اِنَّ رَبِّیْ لَطِیْفٌ لِّمَا یَشَآءُؕ-اِنَّهٗ هُوَ الْعَلِیْمُ الْحَكِیْمُ(۱۰۰)
Hij hief zijn ouders op de troon en zij wierpen zich voor hem neder. En hij zeide: "O mijn vader, dit is de vervulling van mijn vroegere droom. Mijn Heer heeft deze verwezenlijkt. En Hij schonk mij een gunst toen Hij mij uit de gevangenis verloste en u uit de woestijn bracht, nadat Satan tweedracht tussen mij en mijn broeders had gezaaid. Voorzeker, mijn Heer is goedertieren voor wie Hij wil. Waarlijk, Hij is de Alwetende, de Alwijze."

En hij verhief zijn ouders op de troon. En zij vielen eerbiedig buigend voor hem neer. En hij zei: "O mijn vader, dit is de uitleg van mijn droom van vroeger. Mijn Heer heeft hem waargemaakt en Hij heeft mij goed gedaan toen Hij mij uit de gevangenis heeft laten komen en Hij heeft jullie uit de steppe laten komen nadat de satan tussen mij en mijn broers tweedracht had gebracht. Mijn Heer is welwillend voor wie Hij wil; Hij is de wetende, de wijze. *
12:101
رَبِّ قَدْ اٰتَیْتَنِیْ مِنَ الْمُلْكِ وَ عَلَّمْتَنِیْ مِنْ تَاْوِیْلِ الْاَحَادِیْثِۚ-فَاطِرَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ- اَنْتَ وَلِیّٖ فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِۚ-تَوَفَّنِیْ مُسْلِمًا وَّ اَلْحِقْنِیْ بِالصّٰلِحِیْنَ(۱۰۱)
"O, mijn Heer, Gij hebt mij macht gegeven en de verklaring van dromen onderwezen. O, Schepper der hemelen en der aarde, Gij zijt mijn Beschermer in deze wereld en in het Hiernamaals. Doe mij sterven als Moslim en verenig mij met de rechtvaardigen."

Mijn Heer, U hebt mij heerschappij gegeven en mij in de uitleg van droomverhalen onderwezen. Grondlegger van de hemelen en de aarde, U bent mijn beschermer in het tegenwoordige leven en in het hiernamaals, neem mij weg als iemand die zich [aan God] heeft overgegeven en voeg mij bij de rechtschapenen."
12:102
ذٰلِكَ مِنْ اَنْۢبَآءِ الْغَیْبِ نُوْحِیْهِ اِلَیْكَۚ-وَ مَا كُنْتَ لَدَیْهِمْ اِذْ اَجْمَعُوْۤا اَمْرَهُمْ وَ هُمْ یَمْكُرُوْنَ(۱۰۲)
Dit behoort tot de tijdingen van het verborgene die Wij u (o Profeet ) openbaren. Gij waart niet bij hen, toen zij zich (tegen u) verenigden en plannen smeedden.

Dat zijn mededelingen over het verborgene die Wij aan jou openbaren. Jij was immers niet bij hen toen zij overeenkwamen plannen te beramen.
12:103
وَ مَاۤ اَكْثَرُ النَّاسِ وَ لَوْ حَرَصْتَ بِمُؤْمِنِیْنَ(۱۰۳)
En de meeste mensen willen niet geloven zelfs al wenst gij het vurig.

Maar de meeste mensen zijn, ook al zou jij het graag willen, niet gelovig.
12:104
وَ مَا تَسْــٴَـلُهُمْ عَلَیْهِ مِنْ اَجْرٍؕ-اِنْ هُوَ اِلَّا ذِكْرٌ لِّلْعٰلَمِیْنَ۠(۱۰۴)
Gij vraagt er hun geen beloning voor. Het is niets dan een vermaning aan alle werelden.

En jij vraagt hun er geen loon voor; het is slechts een vermaning voor de wereldbewoners.
12:105
وَ كَاَیِّنْ مِّنْ اٰیَةٍ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ یَمُرُّوْنَ عَلَیْهَا وَ هُمْ عَنْهَا مُعْرِضُوْنَ(۱۰۵)
En hoeveel tekenen zijn er niet in de hemelen en op aarde waaraan zij, zich afwendend, voorbijgaan!

En hoe menig teken is er niet in de hemelen en op de aarde waaraan zij voorbijgaan terwijl zij zich ervan afwenden?
12:106
وَ مَا یُؤْمِنُ اَكْثَرُهُمْ بِاللّٰهِ اِلَّا وَ هُمْ مُّشْرِكُوْنَ(۱۰۶)
En de meesten hunner geloven niet in Allah, zonder medegoden aan Hem toe te schrijven.

En de meesten van hen geloven niet in God zonder te geloven dat Hij [zogenaamd goddelijke] metgezellen heeft.
12:107
اَفَاَمِنُوْۤا اَنْ تَاْتِیَهُمْ غَاشِیَةٌ مِّنْ عَذَابِ اللّٰهِ اَوْ تَاْتِیَهُمُ السَّاعَةُ بَغْتَةً وَّ هُمْ لَا یَشْعُرُوْنَ(۱۰۷)
Voelen zij zich dan nu veilig voor het komen van een overweldigende straf over hen van Allah of voor het onverwacht komen van het Uur over hen, terwijl zij het niet bemerken?

Wanen zij zich er veilig voor dat zij door Gods bestraffing overdekt worden of dat het uur onverwachts tot hen komt zonder dat zij het beseffen?
12:108
قُلْ هٰذِهٖ سَبِیْلِیْۤ اَدْعُوْۤا اِلَى اللّٰهِ ﱘ عَلٰى بَصِیْرَةٍ اَنَا وَ مَنِ اتَّبَعَنِیْؕ-وَ سُبْحٰنَ اللّٰهِ وَ مَاۤ اَنَا مِنَ الْمُشْرِكِیْنَ(۱۰۸)
Zeg: "Dit is mijn weg: ik roep tot Allah in zeker weten, ik en mijn volgelingen. Heilig is Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren."

Zeg: "Dit is mijn weg, ik roep op tot God op grond van een inzichtelijk bewijs, ik en wie mij volgen. God zij geprezen, ik behoor niet tot de veelgodendienaars."
12:109
وَ مَاۤ اَرْسَلْنَا مِنْ قَبْلِكَ اِلَّا رِجَالًا نُّوْحِیْۤ اِلَیْهِمْ مِّنْ اَهْلِ الْقُرٰىؕ-اَفَلَمْ یَسِیْرُوْا فِی الْاَرْضِ فَیَنْظُرُوْا كَیْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْؕ-وَ لَدَارُ الْاٰخِرَةِ خَیْرٌ لِّلَّذِیْنَ اتَّقَوْاؕ-اَفَلَا تَعْقِلُوْنَ(۱۰۹)
En Wij zonden v??r u slechts mensen uit de inwoners der steden, die Wij inspireerden. Hebben zij dan niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was dergenen die v??r hen waren? En het tehuis van het Hiernamaals is voorzeker beter voor degenen, die vrezen. Wilt gij dan niet begrijpen?

En Wij hebben voor jouw tijd slechts mannen uitgezonden uit de inwoners van de steden aan wie Wij een openbaring gegeven hadden. Hebben zij dan niet op de aarde rondgereisd zodat zij konden zien hoe het einde was van hen die er voor hen waren? En de woning van het hiernamaals is voor hen die godvrezend zijn werkelijk beter. Hebben jullie dan geen verstand?
12:110
حَتّٰۤى اِذَا اسْتَایْــٴَـسَ الرُّسُلُ وَ ظَنُّوْۤا اَنَّهُمْ قَدْ كُذِبُوْا جَآءَهُمْ نَصْرُنَا فَنُجِّیَ مَنْ نَّشَآءُؕ-وَ لَا یُرَدُّ بَاْسُنَا عَنِ الْقَوْمِ الْمُجْرِمِیْنَ(۱۱۰)
Totdat, wanneer de boodschappers wanhoopten en zij dachten dat zij voor leugenaars verden gehouden, Onze hulp tot hen kwam en dan werd gered, wie Ons behaagde. En Onze kastijding wordt van een zondig volk niet afgewend.

En wanneer dan de gezanten geen hoop meer hadden en zij vermoedden dat er tegen hen gelogen was, dan kwam Onze hulp tot hen en dan werden wie Wij wilden gered. Maar Ons geweld kan niet worden afgewend van de misdadige mensen.
12:111
لَقَدْ كَانَ فِیْ قَصَصِهِمْ عِبْرَةٌ لِّاُولِی الْاَلْبَابِؕ-مَا كَانَ حَدِیْثًا یُّفْتَرٰى وَ لٰكِنْ تَصْدِیْقَ الَّذِیْ بَیْنَ یَدَیْهِ وَ تَفْصِیْلَ كُلِّ شَیْءٍ وَّ هُدًى وَّ رَحْمَةً لِّقَوْمٍ یُّؤْمِنُوْنَ۠(۱۱۱)
Er is in hun verhaal gewis een les voor mensen van begrip. Het is niet iets, dat is verzonnen, doch een vervulling van hetgeen er v??r is en een uiteenzetting van alle dingen en een leiding en een barmhartigheid voor een volk, dat gelooft.

Zeker, in het verhaal over hen is een les voor de verstandigen; het is geen bericht dat verzonnen is, maar het is een bevestiging van wat er voordien al was en de uiteenzetting van alles en een leidraad en barmhartigheid voor mensen die geloven.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

يُوْسُف
يُوْسُف
  00:00



Download

يُوْسُف
يُوْسُف
  00:00



Download