READ
Surah Taaha
طٰهٰ
135 Ayaat مکیۃ
فَاَكَلَا مِنْهَا فَبَدَتْ لَهُمَا سَوْاٰتُهُمَا وَ طَفِقَا یَخْصِفٰنِ عَلَیْهِمَا مِنْ وَّرَقِ الْجَنَّةِ٘-وَ عَصٰۤى اٰدَمُ رَبَّهٗ فَغَوٰى۪ۖ(۱۲۱)
Zo aten beiden er van, waardoor hun schaamte hun duidelijk werd en zij zich begonnen te bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer, derhalve leed hij.
Toen aten zij er beiden van en hun schaamte werd voor hen zichtbaar en zij begonnen zich te bedekken met aaneengehechte bladeren uit de tuin. Adam was ongehoorzaam aan zijn Heer en misleid.
ثُمَّ اجْتَبٰهُ رَبُّهٗ فَتَابَ عَلَیْهِ وَ هَدٰى(۱۲۲)
Alsdan verkoos zijn Heer hem, vergaf hem en leidde hem.
Daarna verkoos zijn Heer hem, wendde zich genadig tot hem en bracht hem op het goede pad.
قَالَ اهْبِطَا مِنْهَا جَمِیْعًۢا بَعْضُكُمْ لِبَعْضٍ عَدُوٌّۚ-فَاِمَّا یَاْتِیَنَّكُمْ مِّنِّیْ هُدًى ﳔ فَمَنِ اتَّبَعَ هُدَایَ فَلَا یَضِلُّ وَ لَا یَشْقٰى(۱۲۳)
Hij (God) zeide: "Gaat allen tezamen hier vandaan, want gij zult elkander tot vijanden zijn. En indien er leiding van Mij tot u komt dan zal een ieder die Mijn leiding volgt, noch dwalen noch ongelukkig zijn."
Hij zei: "Daalt beiden er tezamen uit af -- elkaar tot vijand. Als er dan van Mij een leidraad komt, dan zal wie Mijn leidraad navolgt niet dwalen en niet ongelukkig zijn.
وَ مَنْ اَعْرَضَ عَنْ ذِكْرِیْ فَاِنَّ لَهٗ مَعِیْشَةً ضَنْكًا وَّ نَحْشُرُهٗ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ اَعْمٰى(۱۲۴)
Doch degene die zich van Mijn gedachtenis zal afwenden, zal in benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen Wij hem blind doen opstaan."
Maar wie zich van Mijn vermaning afwendt die zal een benauwd leven leiden en Wij zullen hem op de opstandingsdag blind ter verzameling opbrengen.
قَالَ رَبِّ لِمَ حَشَرْتَنِیْۤ اَعْمٰى وَ قَدْ كُنْتُ بَصِیْرًا(۱۲۵)
Hij zal zeggen: "Mijn Heer waarom hebt Gij mij blind doen opstaan, terwijl ik kon zien?"
Hij zal zeggen: "Mijn Heer, waarom hebt U mij blind ter verzameling opgebracht, terwijl ik toch kon zien?"
قَالَ كَذٰلِكَ اَتَتْكَ اٰیٰتُنَا فَنَسِیْتَهَاۚ-وَ كَذٰلِكَ الْیَوْمَ تُنْسٰى(۱۲۶)
God zal zeggen: "Aldus kwamen Onze tekenen tot u en gij hebt er geen acht op geslagen en insgelijks zal op deze Dag op u geen acht worden geslagen."
Hij zegt: "Zo is het, Onze tekenen zijn tot jou gekomen, maar jij hebt ze vergeten, evenzo word jij vandaag dus vergeten."
وَ كَذٰلِكَ نَجْزِیْ مَنْ اَسْرَفَ وَ لَمْ یُؤْمِنْۢ بِاٰیٰتِ رَبِّهٖؕ-وَ لَعَذَابُ الْاٰخِرَةِ اَشَدُّ وَ اَبْقٰى(۱۲۷)
Op deze wijze vergelden Wij hem die buitensporig is en niet gelooft in de tekenen van zijn Heer; en de straf van het Hiernamaals is zeker gestrenger en langer van duur.
Zo zullen Wij ook aan hem die onmatig is en die niet in de tekenen van zijn Heer gelooft vergelden. De bestraffing van het hiernamaals is strenger en onvergankelijker.
اَفَلَمْ یَهْدِ لَهُمْ كَمْ اَهْلَكْنَا قَبْلَهُمْ مِّنَ الْقُرُوْنِ یَمْشُوْنَ فِیْ مَسٰكِنِهِمْؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّاُولِی النُّهٰى۠(۱۲۸)
Is het hun (bewoners van Mekka) dan niet duidelijk hoevele geslachten Wij v??r hen hebben verdelgd, in wier woonplaatsen zij wandelen? Voorwaar, daarin liggen tekenen voor degenen die met rede zijn begaafd.
Is het hun dan niet duidelijk hoeveel generaties van wie in de woningen wandelen Wij al vóór hun tijd vernietigd hebben? Daarin zijn tekenen voor de schranderen.
وَ لَوْ لَا كَلِمَةٌ سَبَقَتْ مِنْ رَّبِّكَ لَكَانَ لِزَامًا وَّ اَجَلٌ مُّسَمًّىؕ(۱۲۹)
En ware het niet om een woord dat reeds van uw Heer was uitgegaan over een vastgestelde termijn, dan zou de straf al gekomen zijn.
En als er al niet eerder een woord van jouw Heer gekomen was en een vastgestelde termijn, dan was het onafwendbaar geweest.
فَاصْبِرْ عَلٰى مَا یَقُوْلُوْنَ وَ سَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ قَبْلَ طُلُوْعِ الشَّمْسِ وَ قَبْلَ غُرُوْبِهَاۚ-وَ مِنْ اٰنَآئِ الَّیْلِ فَسَبِّحْ وَ اَطْرَافَ النَّهَارِ لَعَلَّكَ تَرْضٰى(۱۳۰)
Verdraag (Mohammed) lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt voor het opgaan der zon en voor haar ondergang en verheerlijk Hem in de uren van de nacht en op de gedeelten van de dag, opdat gij gelukkig moogt zijn.
Verdraag wat zij zeggen dus geduldig en prijs de lof van jouw Heer voor zonsopgang en voor haar ondergang en lofprijst gedurende de nacht en op de uiteinden van de dag; misschien ben jij dan tevreden.
وَ لَا تَمُدَّنَّ عَیْنَیْكَ اِلٰى مَا مَتَّعْنَا بِهٖۤ اَزْوَاجًا مِّنْهُمْ زَهْرَةَ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا ﳔ لِنَفْتِنَهُمْ فِیْهِؕ-وَ رِزْقُ رَبِّكَ خَیْرٌ وَّ اَبْقٰى(۱۳۱)
En wend uw ogen niet naar hetgeen Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid dezer wereld aan verschillenden hunner, om hen daardoor te beproeven. De voorziening van uw Heer is beter en van langer duur.
En kijk niet met uitpuilende ogen naar wat Wij sommigen van hen als vruchtgebruik gegeven hebben, de schittering van het tegenwoordige leven, om hen daarmee in verzoeking te brengen. En het levensonderhoud van jouw Heer is beter en onvergankelijker.
وَ اْمُرْ اَهْلَكَ بِالصَّلٰوةِ وَ اصْطَبِرْ عَلَیْهَاؕ-لَا نَسْــٴَـلُكَ رِزْقًاؕ-نَحْنُ نَرْزُقُكَؕ-وَ الْعَاقِبَةُ لِلتَّقْوٰى(۱۳۲)
En spoor uw volk aan tot gebed en wees daarin volhardend. Wij vragen geen levensonderhoud van u, Wij onderhouden u. En het einde is voor de godvruchtigen.
En leg jouw mensen de salaat op. Volhard jij er ook in. Wij vragen van jou geen levensonderhoud. Wij zijn het die jou levensonderhoud geven en het [goede] uiteinde komt de godvrezendheid toe.
وَ قَالُوْا لَوْ لَا یَاْتِیْنَا بِاٰیَةٍ مِّنْ رَّبِّهٖؕ-اَوَ لَمْ تَاْتِهِمْ بَیِّنَةُ مَا فِی الصُّحُفِ الْاُوْلٰى(۱۳۳)
En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom brengt hij ons geen teken van zijn Heer?" Is er dan geen duidelijk teken tot hen gekomen in hetgeen in de vroegere geschriften staat?
En zij zeiden: "Had hij ons geen teken van zijn Heer kunnen brengen?" Is tot hen dan niet als duidelijk bewijs gekomen wat er in de eerdere bladen staat?
وَ لَوْ اَنَّاۤ اَهْلَكْنٰهُمْ بِعَذَابٍ مِّنْ قَبْلِهٖ لَقَالُوْا رَبَّنَا لَوْ لَاۤ اَرْسَلْتَ اِلَیْنَا رَسُوْلًا فَنَتَّبِـعَ اٰیٰتِكَ مِنْ قَبْلِ اَنْ نَّذِلَّ وَ نَخْزٰى(۱۳۴)
En indien Wij hen voor zijn (van de profeet) komst met een straf hadden verdelgd, zouden zij ongetwijfeld hebben gezegd: "Onze Heer, waarom hebt Gij ons geen boodschapper gezonden, dan hadden wij Uw geboden kunnen volgen eer wij vernederd en onteerd werden?"
En als Wij hen vernietigd hadden door een bestraffing vóór zijn komst, dan hadden zij gezegd: "Onze Heer, had U tot ons niet een gezant kunnen zenden, zodat wij Uw tekenen hadden kunnen volgen voordat wij vernederd en te schande gemaakt werden?"
قُلْ كُلٌّ مُّتَرَبِّصٌ فَتَرَبَّصُوْاۚ-فَسَتَعْلَمُوْنَ مَنْ اَصْحٰبُ الصِّرَاطِ السَّوِیِّ وَ مَنِ اهْتَدٰى۠(۱۳۵)
Zeg: "Een ieder wacht; wacht gij derhalve ook en weldra zult gij te weten komen wie de mensen van het rechte pad zijn en wie de rechte weg volgen."
Zeg: "Iedereen wacht af; wacht dus maar af. Dan zullen jullie weten wie de mensen van de effen weg zijn en wie het goede pad volgen."
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan