READ

Surah Az-Zumar

اَلزُّمَر
75 Ayaat    مکیۃ


39:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God.
39:1
تَنْزِیْلُ الْكِتٰبِ مِنَ اللّٰهِ الْعَزِیْزِ الْحَكِیْمِ(۱)
De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige, de Alwijze.

De openbaring van dit boek is van den machtigen den wijzen God.
39:2
اِنَّاۤ اَنْزَلْنَاۤ اِلَیْكَ الْكِتٰبَ بِالْحَقِّ فَاعْبُدِ اللّٰهَ مُخْلِصًا لَّهُ الدِّیْنَؕ(۲)
Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheid geopenbaard; aanbid daarom Allah, oprecht zijnde jegens Hem in onderwerping.

Waarlijk, wij hebben u dit boek met waarheid geopenbaard: dient dus God, en vertoont hun den waren godsdienst.
39:3
اَلَا لِلّٰهِ الدِّیْنُ الْخَالِصُؕ-وَ الَّذِیْنَ اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِهٖۤ اَوْلِیَآءَۘ-مَا نَعْبُدُهُمْ اِلَّا لِیُقَرِّبُوْنَاۤ اِلَى اللّٰهِ زُلْفٰىؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَحْكُمُ بَیْنَهُمْ فِیْ مَا هُمْ فِیْهِ یَخْتَلِفُوْنَ۬ؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یَهْدِیْ مَنْ هُوَ كٰذِبٌ كَفَّارٌ(۳)
0

Zijt gij Gode geen waren godsdienst verschuldigd? Maar wat hen betreft, die zich andere beschermers naast hem uitkiezen, zeggende: Wij aanbidden hen alleen, opdat zij ons nader tot God zouden mogen brengen, waarlijk, God zal tusschen hen richten, nopens hetgeen waaromtrent zij verschillen. Waarlijk, God zal dengeen niet richten, die leugenaar of ondankbaar is.
39:4
لَوْ اَرَادَ اللّٰهُ اَنْ یَّتَّخِذَ وَلَدًا لَّاصْطَفٰى مِمَّا یَخْلُقُ مَا یَشَآءُۙ-سُبْحٰنَهٗؕ-هُوَ اللّٰهُ الْوَاحِدُ الْقَهَّارُ(۴)
Had Allah een zoon begeerd dan zou Hij uit wat Hij geschapen heeft kunnen nemen, wie Hij wilde. Heilig is Hij. Hij is Allah, de Ene, de Opperste.

Indien God begeerd zou hebben, een zoon te bezitten, zou hij zeker naar zijn welbehagen gekozen hebben, uit datgene wat hij geschapen heeft. Maar zoo iets zij verre van hem! Hij is de eenige, de almachtige God.
39:5
خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ بِالْحَقِّۚ-یُكَوِّرُ الَّیْلَ عَلَى النَّهَارِ وَ یُكَوِّرُ النَّهَارَ عَلَى الَّیْلِ وَ سَخَّرَ الشَّمْسَ وَ الْقَمَرَؕ-كُلٌّ یَّجْرِیْ لِاَجَلٍ مُّسَمًّىؕ-اَلَا هُوَ الْعَزِیْزُ الْغَفَّارُ(۵)
Hij schiep de hemelen en de aarde in waarheid. Hij doet de nacht over de dag komen, en de dag over de nacht; en Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld; elk loopt een vaste baan. Voorzeker, Hij is de Almachtige, de Vergevensgezinde.

Hij heeft de hemelen en de aarde geschapen met waarheid: hij doet den dag door den nacht opvolgen, en hij doet den nacht door den dag vervangen, en hij dwingt de zon en de maan hare diensten te volbrengen: ieder van haar haast zich, een bepaalden tijdkring te voltooien. Is hij niet de Machtige, de Vergever van zonden?
39:6
خَلَقَكُمْ مِّنْ نَّفْسٍ وَّاحِدَةٍ ثُمَّ جَعَلَ مِنْهَا زَوْجَهَا وَ اَنْزَلَ لَكُمْ مِّنَ الْاَنْعَامِ ثَمٰنِیَةَ اَزْوَاجٍؕ-یَخْلُقُكُمْ فِیْ بُطُوْنِ اُمَّهٰتِكُمْ خَلْقًا مِّنْۢ بَعْدِ خَلْقٍ فِیْ ظُلُمٰتٍ ثَلٰثٍؕ-ذٰلِكُمُ اللّٰهُ رَبُّكُمْ لَهُ الْمُلْكُؕ-لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَۚ-فَاَنّٰى تُصْرَفُوْنَ(۶)
Hij schiep u uit ??n ziel, dan maakte Hij daaruit echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks vee in paren neder. Hij vormde u in de baarmoeder van uw moeder, schepping naast schepping, in drievoudige duisternis. Zo is Allah uw Heer, van Hem is het koninkrijk. Er is geen God naast Hem. Waardoor wordt gij dan afgeleid?

Hij schiep u uit een man, en vormde daarna uit hem zijne vrouw; en Hij heeft u vier paren vee geschonken. Hij vormde u, in de ingewanden uwer moeders door verschillende, trapsgewijze vormingen, in de de duisternis van drie sluiers. Dit is God uw Heer; hem behoort het koninkrijk; er is geen God buiten hem. Waarom hebt gij u dus van zijne vereering tot den afgodendienst gewend?
39:7
اِنْ تَكْفُرُوْا فَاِنَّ اللّٰهَ غَنِیٌّ عَنْكُمْ- وَ لَا یَرْضٰى لِعِبَادِهِ الْكُفْرَۚ-وَ اِنْ تَشْكُرُوْا یَرْضَهُ لَكُمْؕ-وَ لَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِّزْرَ اُخْرٰىؕ-ثُمَّ اِلٰى رَبِّكُمْ مَّرْجِعُكُمْ فَیُنَبِّئُكُمْ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَؕ-اِنَّهٗ عَلِیْمٌۢ بِذَاتِ الصُّدُوْرِ(۷)
Indien gij ondankbaar zijt; Allan is zeker onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid onder Zijn dienaren. En als gij dankbaar zijt, zal Hij in u behagen hebben - En geen lastdragende kan de last van een ander dragen - Dan is uw terugkeer tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat gij deedt. Zeker, Hij weet goed wat in uw innerlijk is.

Indien gij ondankbaar zijt, waarlijk, God heeft u niet noodig; doch hij bemint geene ondankbaarheid bij zijne dienaren; maar indien gij dankbaar zijt, zal hij zich zeer met u verheugen. Eene beladen ziel zal den last eener andere niet dragen; daarna zult gij tot uwen Heer wederkeeren, en hij zal u verklaren wat gij verricht hebt en u dienovereenkomstig beloonen; Want hij kent de binnenste deelen uwer borsten.
39:8
وَ اِذَا مَسَّ الْاِنْسَانَ ضُرٌّ دَعَا رَبَّهٗ مُنِیْبًا اِلَیْهِ ثُمَّ اِذَا خَوَّلَهٗ نِعْمَةً مِّنْهُ نَسِیَ مَا كَانَ یَدْعُوْۤا اِلَیْهِ مِنْ قَبْلُ وَ جَعَلَ لِلّٰهِ اَنْدَادًا لِّیُضِلَّ عَنْ سَبِیْلِهٖؕ-قُلْ تَمَتَّعْ بِكُفْرِكَ قَلِیْلًا ﳓ اِنَّكَ مِنْ اَصْحٰبِ النَّارِ(۸)
Wanneer een mens wordt benadeeld, roept hij zijn Heer aan, zich tot Hem wendend. Dan, wanneer Hij hem een gunst bewijst van Zichzelf, vergeet de mens waarvoor hij eerst (God) aanriep en stelt medegoden naast Allah, om de mensen van Zijn weg af te leiden. Zeg: "Geniet door uw ongeloof voor een wijle, gij behoort zeker tot de bewoners van het Vuur."

Als de droefheid een mensch overvalt, roept hij zijnen Heer aan en wendt zich tot hem; maar daarna, als God hem van zijne gunst heeft geschonken, vergeet hij het Wezen, dat hij te voren heeft aangeroepen, en stelt anderen gelijk met God, opdat hij de menschen van hunnen weg zou afleiden. Zeg tot zulk een man: Geniet dit leven in uwe ongetrouwheid voor een korten tijd; maar hierna zult gij zekerlijk een der bewoners van het hellevuur zijn.
39:9
اَمَّنْ هُوَ قَانِتٌ اٰنَآءَ الَّیْلِ سَاجِدًا وَّ قَآىٕمًا یَّحْذَرُ الْاٰخِرَةَ وَ یَرْجُوْا رَحْمَةَ رَبِّهٖؕ-قُلْ هَلْ یَسْتَوِی الَّذِیْنَ یَعْلَمُوْنَ وَ الَّذِیْنَ لَا یَعْلَمُوْنَؕ-اِنَّمَا یَتَذَكَّرُ اُولُوا الْاَلْبَابِ۠(۹)
Is hij, die God vereert in de uren der nacht, nederknielende en staande, die voor het Hiernamaals vreest en hoopt op de barmhartigheid van zijn Heer. Zeg: "Zijn zij die weten gelijk aan hen die niet weten?" Maar alleen de verstandigen trekken er lering uit.

Zal hij, die zich in de uren des nachts aan het gebed overgeeft, nedergebogen en staande, en die zorg draagt voor het volgende leven en op de genade van zijn Heer hoopt, behandeld worden als de goddeloozen? Zeg: Zullen zij, die hunnen plicht kennen en zij, die dien niet kennen, gelijk staan? Waarlijk alleen de man van verstand zal gewaarschuwd worden.
39:10
قُلْ یٰعِبَادِ الَّذِیْنَ اٰمَنُوا اتَّقُوْا رَبَّكُمْؕ-لِلَّذِیْنَ اَحْسَنُوْا فِیْ هٰذِهِ الدُّنْیَا حَسَنَةٌؕ-وَ اَرْضُ اللّٰهِ وَاسِعَةٌؕ-اِنَّمَا یُوَفَّى الصّٰبِرُوْنَ اَجْرَهُمْ بِغَیْرِ حِسَابٍ(۱۰)
0

Zeg: o mijne dienaren, die gelooft! vreest uwen Heer. Zij, die goed in deze wereld doen, zullen goede belooning in de volgende ontvangen en Gods aarde is ruim. Waarlijk, zij die met geduld volharden, zullen hunne belooning, zonder maat ontvangen.
39:11
قُلْ اِنِّیْۤ اُمِرْتُ اَنْ اَعْبُدَ اللّٰهَ مُخْلِصًا لَّهُ الدِّیْنَۙ(۱۱)
Zeg: "Het is mij bevolen Allah te aanbidden oprecht zijnde in onderwerping aan Hem.

Zeg: Mij is bevolen God te vereeren en hem den zuiveren godsdienst te wijden,
39:12
وَ اُمِرْتُ لِاَنْ اَكُوْنَ اَوَّلَ الْمُسْلِمِیْنَ(۱۲)
En mij is bevolen de eerste der Moslims te zijn."

En mij is bevolen de eerste Moslem te zijn.
39:13
قُلْ اِنِّیْۤ اَخَافُ اِنْ عَصَیْتُ رَبِّیْ عَذَابَ یَوْمٍ عَظِیْمٍ(۱۳)
Zeg: "Indien ik mijn Heer niet gehoorzaam, vrees ik de straf van de grote Dag."

Zeg: Waarlijk, ik vrees de straf van den grooten dag, indien ik mijn Heer ongehoorzaam ben.
39:14
قُلِ اللّٰهَ اَعْبُدُ مُخْلِصًا لَّهٗ دِیْنِیْۙ(۱۴)
Zeg: "Allah is het Die ik aanbid, oprecht zijnde in gehoorzaamheid tot Hem."

Zeg: ik vereer God, terwijl ik hem eenen zuiveren godsdienst wijde.
39:15
فَاعْبُدُوْا مَا شِئْتُمْ مِّنْ دُوْنِهٖؕ-قُلْ اِنَّ الْخٰسِرِیْنَ الَّذِیْنَ خَسِرُوْۤا اَنْفُسَهُمْ وَ اَهْلِیْهِمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-اَلَا ذٰلِكَ هُوَ الْخُسْرَانُ الْمُبِیْنُ(۱۵)
Zeg: "Aanbidt wie gij wilt buiten Hem. Op de Dag der Opstanding zullen zij de verliezers zijn, die zichzelf en hun familie hebben benadeeld." Ziet toe, dit is het duidelijke verlies.

Maar gij aanbidt, buiten hem, wat gij wilt. Zeg: Waarlijk, zij zullen de verliezers zijn, die op den dag der opstanding hunne eigene zielen en hunne gezinnen zullen verliezen; is dit geen duidelijk verlies?
39:16
لَهُمْ مِّنْ فَوْقِهِمْ ظُلَلٌ مِّنَ النَّارِ وَ مِنْ تَحْتِهِمْ ظُلَلٌؕ-ذٰلِكَ یُخَوِّفُ اللّٰهُ بِهٖ عِبَادَهٗؕ-یٰعِبَادِ فَاتَّقُوْنِ(۱۶)
Zij zullen lagen van Vuur over en onder zich hebben. Hiertegen waarschuwt Allah Zijn dienaren: "O Mijn dienaren, vreest Mij derhalve."

Boven hen zullen daken van vuur, en onder hen vloeren van vuur wezen. Daarmede bedreigt God zijne dienaren; vreest mij dus, o mijne dienaren!
39:17
وَ الَّذِیْنَ اجْتَنَبُوا الطَّاغُوْتَ اَنْ یَّعْبُدُوْهَا وَ اَنَابُوْۤا اِلَى اللّٰهِ لَهُمُ الْبُشْرٰىۚ-فَبَشِّرْ عِبَادِۙ(۱۷)
En zij die vermijden valse goden te aanbidden, en zich tot Allah wenden - voor hen zijn er blijde tijdingen. Daarom geef blijde tijding aan Mijn dienaren,

Maar zij, die de vereering van afgoden vermijden en tot God gewend zijn, zullen goede tijdingen ontvangen. Breng dus goede tijdingen tot mijne dienaren,
39:18
الَّذِیْنَ یَسْتَمِعُوْنَ الْقَوْلَ فَیَتَّبِعُوْنَ اَحْسَنَهٗؕ-اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ هَدٰىهُمُ اللّٰهُ وَ اُولٰٓىٕكَ هُمْ اُولُوا الْاَلْبَابِ(۱۸)
Die naar het Woord luisteren en dit het best naleven. Zij zijn het die Allah geleid heeft, en zij zijn de verstandigen.

Die naar mijn woord luisteren, en volgen wat daarin het uitnemendst is. Dit zijn degenen die God richt en dat zijn menschen van verstand.
39:19
اَفَمَنْ حَقَّ عَلَیْهِ كَلِمَةُ الْعَذَابِؕ-اَفَاَنْتَ تُنْقِذُ مَنْ فِی النَّارِۚ(۱۹)
Kunt gij hem, tegen wie de uitspraak van straf is bevestigd, en die in het Vuur is redden?

Kunt gij dus hem, o Mahomet! over wien het vonnis der eeuwige straf rechtvaardig werd uitgesproken, of hem bevrijden, die bestemd is het hellevuur te bewonen.
39:20
لٰكِنِ الَّذِیْنَ اتَّقَوْا رَبَّهُمْ لَهُمْ غُرَفٌ مِّنْ فَوْقِهَا غُرَفٌ مَّبْنِیَّةٌۙ-تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُ۬ؕ-وَعْدَ اللّٰهِؕ-لَا یُخْلِفُ اللّٰهُ الْمِیْعَادَ(۲۰)
0

Maar voor hen, die hunnen God vreezen, zullen verheven verblijfplaatsen in het paradijs gereed gemaakt wezen, waarboven andere vertrekken zullen gebouwd zijn, en onder welke rivieren zullen stroomen. Dit is Gods belofte, en God zal niet te kort doen aan zijne belofte.
39:21
اَلَمْ تَرَ اَنَّ اللّٰهَ اَنْزَلَ مِنَ السَّمَآءِ مَآءً فَسَلَكَهٗ یَنَابِیْعَ فِی الْاَرْضِ ثُمَّ یُخْرِ جُ بِهٖ زَرْعًا مُّخْتَلِفًا اَلْوَانُهٗ ثُمَّ یَهِیْجُ فَتَرٰىهُ مُصْفَرًّا ثُمَّ یَجْعَلُهٗ حُطَامًاؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَذِكْرٰى لِاُولِی الْاَلْبَابِ۠(۲۱)
Hebt gij niet gezien, dat Allah water van de hemel nederzendt en het in de aarde doet binnendringen tot (het vormen van) bronnen? Ook worden er oogsten voortgebracht, die in hun kleuren vari?ren. Daarna drogen deze uit en gij ziet ze geel worden; dan doet Hij ze in stukken breken. Voorwaar daarin is een les voor de mensen van begrip.

Ziet gij niet, dat God water van den hemel nederzendt en dit in de aarde doet gaan om er bronnen van te vormen, en daardoor graan (planten) van verschillende soorten voortbrengt? Daarna doet hij die verdorren, en gij ziet haar geel worden; en daarna doet hij die tot stof worden. Waarlijk hierin is eene onderrichting voor mannen van verstand.
39:22
اَفَمَنْ شَرَحَ اللّٰهُ صَدْرَهٗ لِلْاِسْلَامِ فَهُوَ عَلٰى نُوْرٍ مِّنْ رَّبِّهٖؕ-فَوَیْلٌ لِّلْقٰسِیَةِ قُلُوْبُهُمْ مِّنْ ذِكْرِ اللّٰهِؕ-اُولٰٓىٕكَ فِیْ ضَلٰلٍ مُّبِیْنٍ(۲۲)
Hij wiens hart Allah voor de Islam heeft verruimd, is in het licht van zijn Heer. Wee dan degenen, wier hart verhard is bij de gedachtenis aan Allah! Waarlijk, zij verkeren klaarblijkelijk in dwaling.

Zal dus hij, wiens borst verwijd is, om den godsdienst van den Islam te ontvangen, en die het licht van zijn Heer volgt, zoo als hij wezen, wiens hart versteend is omtrent de herdenking van God! Zij verkeeren in eene duidelijke dwaling.
39:23
اَللّٰهُ نَزَّلَ اَحْسَنَ الْحَدِیْثِ كِتٰبًا مُّتَشَابِهًا مَّثَانِیَ ﳓ تَقْشَعِرُّ مِنْهُ جُلُوْدُ الَّذِیْنَ یَخْشَوْنَ رَبَّهُمْۚ-ثُمَّ تَلِیْنُ جُلُوْدُهُمْ وَ قُلُوْبُهُمْ اِلٰى ذِكْرِ اللّٰهِؕ-ذٰلِكَ هُدَى اللّٰهِ یَهْدِیْ بِهٖ مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ مَنْ یُّضْلِلِ اللّٰهُ فَمَا لَهٗ مِنْ هَادٍ(۲۳)
Allah heeft de beste verkondiging geopenbaard, een Boek (de Koran), overeenkomstig met zichzelf, vaak herhalend (vermaningen) waarbij de huid van hen die hun Heer vrezen ineenkrimpt, daarna ontspant zich hun huid en hun hart wordt zacht bij de gedachte aan Allah. Dit is de leiding van Allah, Hij leidt daarmee wie Hij wil. En wie Allah laat dwalen, zal geen leider hebben.

God heeft een uitnemend woord geopenbaard; een boek, dat overeenkomstig zichzelven is, en herhaalde vermaningen bevat. De huid van hen die hunnen Heer vreezen, krimpt uit vrees daarvoor ineen, daarna worden, bij de herdenking van hunnen Heer, hunne huiden en ook hunne harten zacht. Dit is de leiding van God; hij wil daardoor leiden wien hem behaagt, en hij, dien God zal doen dwalen, zal geen leider hebben.
39:24
اَفَمَنْ یَّتَّقِیْ بِوَجْهِهٖ سُوْٓءَ الْعَذَابِ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-وَ قِیْلَ لِلظّٰلِمِیْنَ ذُوْقُوْا مَا كُنْتُمْ تَكْسِبُوْنَ(۲۴)
Is (deze beter) die voor zijn persoon bescherming zoekt op de Dag der Opstanding voor de vreselijke straf? - terwijl tot de onrechtvaardigen zal worden gezegd: "Ondergaat (nu) wat gij verdiendet."

Zal dus hij, die op den dag der opstanding verplicht zal wezen, zich met zijn aangezicht te beschutten tegen de gestrengheid der straf, gelijk zijn aan hem, die daarvoor veilig is? Den goddeloozen zal gezegd worden: Proeft wat gij hebt verdiend.
39:25
كَذَّبَ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْ فَاَتٰىهُمُ الْعَذَابُ مِنْ حَیْثُ لَا یَشْعُرُوْنَ(۲۵)
Ook degenen die v??r hen waren, verloochenden, daarom kwam de straf over hen zonder dat zij bemerkten van waar.

Zij die vóór hen waren, beschuldigden hunnen gezanten van bedrog; daarom kwam eene straf op hen, van waar zij het niet verwachtten.
39:26
فَاَذَاقَهُمُ اللّٰهُ الْخِزْیَ فِی الْحَیٰوةِ الدُّنْیَاۚ-وَ لَعَذَابُ الْاٰخِرَةِ اَكْبَرُۘ-لَوْ كَانُوْا یَعْلَمُوْنَ(۲۶)
En Allah vernederde hen in het leven dezer wereld; doch de straf van het Hiernamaals zal zeker groter zijn. Als zij slechts wisten!

En God vernederde hen in dit leven, maar de straf van het volgende leven zal zekerlijk grooter wezen. Indien zij mannen van verstand waren, zouden zij dit weten.
39:27
وَ لَقَدْ ضَرَبْنَا لِلنَّاسِ فِیْ هٰذَا الْقُرْاٰنِ مِنْ كُلِّ مَثَلٍ لَّعَلَّهُمْ یَتَذَكَّرُوْنَۚ(۲۷)
En voorzeker, Wij hebben allerlei gelijkenissen voor de mensen in deze Koran vermeld, opdat zij er lering uit trekken.

Wij hebben den mensch thans, in dezen Koran, alle soorten van gelijkenissen voorgesteld, opdat hij gewaarschuwd zou wezen.
39:28
قُرْاٰنًا عَرَبِیًّا غَیْرَ ذِیْ عِوَجٍ لَّعَلَّهُمْ یَتَّقُوْنَ(۲۸)
Dit is een duidelijke verkondiging zonder afwijking opdat men godvruchtig moge worden.

Een Arabische Koran waarin geen bochten zijn; opdat zij God zouden vreezen.
39:29
ضَرَبَ اللّٰهُ مَثَلًا رَّجُلًا فِیْهِ شُرَكَآءُ مُتَشٰكِسُوْنَ وَ رَجُلًا سَلَمًا لِّرَجُلٍؕ-هَلْ یَسْتَوِیٰنِ مَثَلًاؕ-اَلْحَمْدُ لِلّٰهِۚ-بَلْ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۲۹)
Allah geeft een gelijkenis; een man die aan meer aanspraak-hebbenden toebehoort, die het met elkander oneens zijn, en een man die geheel aan ??n man toebehoort. Zijn zij beiden in dezelfde toestand? Alle roem behoort aan Allah. Maar de meesten onder hen begrijpen dit niet.

God stelt als eene gelijkenis een man voor, die verscheidene makkers heeft, welke onder elkander verschillen, en een man die zich geheel aan een persoon overgeeft: zullen dezen met elkander gelijk gesteld worden? Dank den Heere. Neen! Maar het meerendeel hunner begrijpen niet.
39:30
اِنَّكَ مَیِّتٌ وَّ اِنَّهُمْ مَّیِّتُوْنَ٘(۳۰)
Waarlijk gij zult sterven en zij zullen ook sterven.

Waarlijk, gij, o Mahomet! zult sterven.
39:31
ثُمَّ اِنَّكُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ عِنْدَ رَبِّكُمْ تَخْتَصِمُوْنَ۠(۳۱)
Dan zult gij op de Dag der Opstanding met elkander redetwisten in het bijzijn van uw Heer.

En gij zult met elkander daarover, op den dag der opstanding, voor uwen Heer twisten.
39:32
فَمَنْ اَظْلَمُ مِمَّنْ كَذَبَ عَلَى اللّٰهِ وَ كَذَّبَ بِالصِّدْقِ اِذْ جَآءَهٗؕ-اَلَیْسَ فِیْ جَهَنَّمَ مَثْوًى لِّلْكٰفِرِیْنَ(۳۲)
Wie is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen over Allah verzint of de Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er voor de ongelovigen geen plaats in de hel?

Wie is onrechtvaardiger dan hij, die eene leugen omtrent God uitdenkt, en waarheid loochent als die tot hem komt? Bestaat er dan geene woning in de hel voor de ongeloovigen.
39:33
وَ الَّذِیْ جَآءَ بِالصِّدْقِ وَ صَدَّقَ بِهٖۤ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْمُتَّقُوْنَ(۳۳)
En hij die de Waarheid brengt of deze bevestigt - dezen zijn de godvruchtigen.

Maar hij die waarheid brengt, en hij die daaraan geloof hecht, dat zijn zij die God vreezen.
39:34
لَهُمْ مَّا یَشَآءُوْنَ عِنْدَ رَبِّهِمْؕ-ذٰلِكَ جَزٰٓؤُا الْمُحْسِنِیْنَۚۖ(۳۴)
Zij zullen van hun Heer ontvangen wat zij begeren; dat is de beloning dergenen die goed doen.

Zij zullen alles verkrijgen, wat zij voor het aangezicht van hunnen Heer ook mogen begeeren; dit zal de belooning der rechtvaardigen wezen.
39:35
لِیُكَفِّرَ اللّٰهُ عَنْهُمْ اَسْوَاَ الَّذِیْ عَمِلُوْا وَ یَجْزِیَهُمْ اَجْرَهُمْ بِاَحْسَنِ الَّذِیْ كَانُوْا یَعْمَلُوْنَ(۳۵)
Allah zal het slechtste wat zij deden van hen verwijderen en hun het loon geven beter dan hetgeen zij verdienden.

God zal het slechtste uitwisschen van hetgeen zij hebben bedreven, en zal hun hunne belooning geven, overeenkomstig de uiterste verdiensten van het goede, dat zij gedaan zullen hebben.
39:36
اَلَیْسَ اللّٰهُ بِكَافٍ عَبْدَهٗؕ-وَ یُخَوِّفُوْنَكَ بِالَّذِیْنَ مِنْ دُوْنِهٖؕ-وَ مَنْ یُّضْلِلِ اللّٰهُ فَمَا لَهٗ مِنْ هَادٍۚ(۳۶)
Is Allah niet toereikend voor Zijn dienaar? En zij trachten u te doen vrezen voor hen (de afgoden) die buiten Allah zijn. Voor hem die Allah laat dwalen is er geen leider.

Is God geen toereikend beschermer van zijn dienaar? Zij zullen nog trachten u bevreesd te maken voor de valsche godheden welke zij nevens God aanbidden. Maar hij, wien God doet dwalen, zal niemand hebben om hem te leiden.
39:37
وَ مَنْ یَّهْدِ اللّٰهُ فَمَا لَهٗ مِنْ مُّضِلٍّؕ-اَلَیْسَ اللّٰهُ بِعَزِیْزٍ ذِی انْتِقَامٍ(۳۷)
En wie Allah leidt zal niemand kunnen doen afdwalen. Is Allah niet Machtig, de Heer der Vergelding?

En hij, die door God gericht wordt, zal door niemand kunnen misleid worden. Is God niet machtig, en in staat te wreken?
39:38
وَ لَىٕنْ سَاَلْتَهُمْ مَّنْ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ لَیَقُوْلُنَّ اللّٰهُؕ-قُلْ اَفَرَءَیْتُمْ مَّا تَدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ اِنْ اَرَادَنِیَ اللّٰهُ بِضُرٍّ هَلْ هُنَّ كٰشِفٰتُ ضُرِّهٖۤ اَوْ اَرَادَنِیْ بِرَحْمَةٍ هَلْ هُنَّ مُمْسِكٰتُ رَحْمَتِهٖؕ-قُلْ حَسْبِیَ اللّٰهُؕ-عَلَیْهِ یَتَوَكَّلُ الْمُتَوَكِّلُوْنَ(۳۸)
Indien gij hun vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?", zullen zij voorzeker antwoorden: "Allah". Zeg: "Vertelt mij (dan) wat gij naast Allah aanroept, kunnen zij, indien Allah mij zou willen benadelen, Zijn schade verwijderen? Of als Hij mij barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheid dan tegenhouden?" Zeg: "Allah is mij voldoende. In Hem zullen de vertrouwenden hun vertrouwen stellen."

Indien gij hun vraagt, wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, zullen zij zekerlijk antwoorden: God. Zeg: Denkt gij dus, dat de godheden, die gij naast God aanroept, in staat zijn, mij van zijne bezoeking te verlossen, indien het Gode behaagt mij te bezoeken? of dat zij in staat zijn, zijne genade te weerhouden, indien het hem behaagt mij genade te betoonen? Zeg: God is mijn toereikende ondersteuner; laten zij in hem hun vertrouwen stellen, die dat in niemand trachten te plaatsen.
39:39
قُلْ یٰقَوْمِ اعْمَلُوْا عَلٰى مَكَانَتِكُمْ اِنِّیْ عَامِلٌۚ-فَسَوْفَ تَعْلَمُوْنَۙ(۳۹)
Zeg: "O, mijn volk, handel op uw plaats, ik ben ook werkzaam, maar weldra zult gij weten

Zeg: O mijn, volk! handelt gij overeenkomstig uw vermogen; waarlijk, ik zal handelen overeenkomstig het mijne.
39:40
مَنْ یَّاْتِیْهِ عَذَابٌ یُّخْزِیْهِ وَ یَحِلُّ عَلَیْهِ عَذَابٌ مُّقِیْمٌ(۴۰)
Tot wie de vernederende kastijding komt en op wie de blijvende straf nederdaalt."

Hierna zult gij weten aan wien van ons eene straf zal worden opgelegd, die hem met schaamte bedekken, en op wien eene zware straf nederkomen zal.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلزُّمَر
اَلزُّمَر
  00:00



Download

اَلزُّمَر
اَلزُّمَر
  00:00



Download