READ
Surah At-Tawbah
اَلتَّوْبَة
129 Ayaat مدنیۃ
بَرَآءَةٌ مِّنَ اللّٰهِ وَ رَسُوْلِهٖۤ اِلَى الَّذِیْنَ عٰهَدْتُّمْ مِّنَ الْمُشْرِكِیْنَؕ(۱)
Dit is de verklaring van ontheffing door Allah en zijn boodschapper tegenover degenen der afgodendienaren met wie gij een verdrag hebt gesloten.
Een opzegging door God en Zijn gezant aan hen onder de veelgodendienaars met wie jullie een verbond gesloten hebben.
فَسِیْحُوْا فِی الْاَرْضِ اَرْبَعَةَ اَشْهُرٍ وَّ اعْلَمُوْۤا اَنَّكُمْ غَیْرُ مُعْجِزِی اللّٰهِۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ مُخْزِی الْكٰفِرِیْنَ(۲)
Gaat daarom in het land rond voor vier maanden en weet, dat gij Allah niet kunt ontsnappen en dat Allah de ongelovigen zal vernederen.
Trekt dan vier maanden rond in het land en weet dat jullie niets tegen God kunnen doen en dat God de ongelovigen te schande maakt.
وَ اَذَانٌ مِّنَ اللّٰهِ وَ رَسُوْلِهٖۤ اِلَى النَّاسِ یَوْمَ الْحَجِّ الْاَكْبَرِ اَنَّ اللّٰهَ بَرِیْٓءٌ مِّنَ الْمُشْرِكِیْنَ ﳔ وَ رَسُوْلُهٗؕ-فَاِنْ تُبْتُمْ فَهُوَ خَیْرٌ لَّكُمْۚ-وَ اِنْ تَوَلَّیْتُمْ فَاعْلَمُوْۤا اَنَّكُمْ غَیْرُ مُعْجِزِی اللّٰهِؕ-وَ بَشِّرِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِعَذَابٍ اَلِیْمٍۙ(۳)
En dit is een verklaring van Allah en Zijn boodschapper aan de mensen op de dag van de grote bedevaart, dat Allah alsmede Zijn boodschapper niets uitstaande hebben met de afgodendienaren. Als gij daarom berouw toont zal het beter voor u zijn, maar indien gij u afwendt, weet dan, dat gij Allah niet kunt ontsnappen. En geeft tijding van een pijnlijke straf aan de ongelovigen.
En een aankondiging door God en Zijn gezant aan de mensen op de dag van de grote bedevaart, dat God niets te maken heeft met de veelgodendienaars en Zijn gezant ook niet. Als jullie dan berouw tonen dan is dat beter voor jullie, maar als jullie je afkeren weet dan dat jullie niets tegen God kunnen doen. En zegt hun die ongelovig zijn een pijnlijke bestraffing aan,
اِلَّا الَّذِیْنَ عٰهَدْتُّمْ مِّنَ الْمُشْرِكِیْنَ ثُمَّ لَمْ یَنْقُصُوْكُمْ شَیْــٴًـا وَّ لَمْ یُظَاهِرُوْا عَلَیْكُمْ اَحَدًا فَاَتِمُّوْۤا اِلَیْهِمْ عَهْدَهُمْ اِلٰى مُدَّتِهِمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ یُحِبُّ الْمُتَّقِیْنَ(۴)
Met uitzondering van diegenen der afgodendienaren met wie gij een verbond hebt gesloten en die in niets hebben gefaald, noch iemand tegen u hebben geholpen. Vervult daarom aan dezen het verbond tot hun bepaalde termijn. Voorzeker, Allah heeft de godvruchtigen lief.
behalve hun onder de veelgodendienaars met wie jullie een verbond gesloten hebben en die daarna jullie in niets tekort gedaan hebben en die niemand tegen jullie hebben geholpen. Voert dan het verbond met hen volledig uit tot aan de met hen vastgestelde tijd. God bemint de godvrezenden.
فَاِذَا انْسَلَخَ الْاَشْهُرُ الْحُرُمُ فَاقْتُلُوا الْمُشْرِكِیْنَ حَیْثُ وَجَدْتُّمُوْهُمْ وَ خُذُوْهُمْ وَ احْصُرُوْهُمْ وَ اقْعُدُوْا لَهُمْ كُلَّ مَرْصَدٍۚ-فَاِنْ تَابُوْا وَ اَقَامُوا الصَّلٰوةَ وَ اٰتَوُا الزَّكٰوةَ فَخَلُّوْا سَبِیْلَهُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۵)
Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar gij hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Als de heilige maanden zijn verstreken, doodt dan de veelgodendienaars waar jullie hen vinden, grijpt hen, belegert hen en wacht hen op in elke mogelijke hinderlaag. Maar als zij berouw tonen, de salaat verrichten en de zakaat geven, legt hun dan niets in de weg. God is vergevend en barmhartig.
وَ اِنْ اَحَدٌ مِّنَ الْمُشْرِكِیْنَ اسْتَجَارَكَ فَاَجِرْهُ حَتّٰى یَسْمَعَ كَلٰمَ اللّٰهِ ثُمَّ اَبْلِغْهُ مَاْمَنَهٗؕ-ذٰلِكَ بِاَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا یَعْلَمُوْنَ۠(۶)
En als ??n der afgodendienaren u om bescherming vraagt, schenk hem dan bescherming dat hij het woord van Allah moge horen; voer hem dan naar de plaats, waar hij veilig is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet.
En als een van de veelgodendienaars bij jou bescherming zoekt, geef hem dan bescherming totdat hij het woord van God hoort en laat hem daarna een plaats bereiken waar hij veilig is. Dat is omdat zij mensen zijn die niet weten.
كَیْفَ یَكُوْنُ لِلْمُشْرِكِیْنَ عَهْدٌ عِنْدَ اللّٰهِ وَ عِنْدَ رَسُوْلِهٖۤ اِلَّا الَّذِیْنَ عٰهَدْتُّمْ عِنْدَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِۚ-فَمَا اسْتَقَامُوْا لَكُمْ فَاسْتَقِیْمُوْا لَهُمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ یُحِبُّ الْمُتَّقِیْنَ(۷)
Hoe kan er een verbond bestaan voor de afgodendienaren met Allah en Zijn boodschapper, met uitzondering van hen, met wie gij in de heilige Moskee een verbond hebt gesloten? Zolang zij daarom getrouw jegens u zijn, weest getrouw jegens hen. Voorzeker, Allah heeft de godvruchtigen lief.
Hoe kan er jegens de veelgodendienaars een verbondsverplichting bij God en bij Zijn gezant zijn, behalve dan jegens hen met wie jullie een verbintenis aangegaan zijn bij de heilige moskee. Zolang zij jegens jullie correct handelen, handelt jullie dan ook correct. God bemint de godvrezenden.
كَیْفَ وَ اِنْ یَّظْهَرُوْا عَلَیْكُمْ لَا یَرْقُبُوْا فِیْكُمْ اِلًّا وَّ لَا ذِمَّةًؕ-یُرْضُوْنَكُمْ بِاَفْوَاهِهِمْ وَ تَاْبٰى قُلُوْبُهُمْۚ-وَ اَكْثَرُهُمْ فٰسِقُوْنَۚ(۸)
Hoe kan het zijn dat wanneer zij de overhand over u hebben, zij geen band van verwantschap en verbond tegenover u in acht zullen nemen? Zij behagen u met hun mond terwijl hun hart dit weigert en de meesten hunner overtreden.
Hoe kan het anders, want als zij de overhand over jullie hebben dan houden zij zich aan familieband noch verbintenis. Zij stellen jullie tevreden met hun monden, maar hun harten zijn weigerachtig en de meesten van hen zijn verdorven.
اِشْتَرَوْا بِاٰیٰتِ اللّٰهِ ثَمَنًا قَلِیْلًا فَصَدُّوْا عَنْ سَبِیْلِهٖؕ -اِنَّهُمْ سَآءَ مَا كَانُوْا یَعْمَلُوْنَ(۹)
Zij verkopen de tekenen van Allah voor een geringe prijs en keren (mensen) van Zijn weg af. Slecht is inderdaad hetgeen zij doen.
Zij hebben Gods tekenen verkwanseld en Zijn weg versperd. Slecht is het wat zij aan het doen waren.
لَا یَرْقُبُوْنَ فِیْ مُؤْمِنٍ اِلًّا وَّ لَا ذِمَّةًؕ-وَ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْمُعْتَدُوْنَ(۱۰)
Zij nemen geen band van verwantschap of verbond betreffende een gelovige in acht, en zij zijn overtreders.
Zij houden zich met betrekking tot een gelovige aan familieband noch verbond. Dat zijn de overtreders.
فَاِنْ تَابُوْا وَ اَقَامُوا الصَّلٰوةَ وَ اٰتَوُا الزَّكٰوةَ فَاِخْوَانُكُمْ فِی الدِّیْنِؕ-وَ نُفَصِّلُ الْاٰیٰتِ لِقَوْمٍ یَّعْلَمُوْنَ(۱۱)
Maar als zij berouw tonen en het gebed houden en de Zakaat betalen worden zij uw broeders in het geloof. Wij leggen de tekenen uit aan een volk dat wil begrijpen.
Maar als zij berouw tonen, de salaat verrichten en de zakaat geven dan zijn zij jullie broeders in de godsdienst. En Wij zetten de tekenen uiteen aan mensen die weten.
وَ اِنْ نَّكَثُوْۤا اَیْمَانَهُمْ مِّنْۢ بَعْدِ عَهْدِهِمْ وَ طَعَنُوْا فِیْ دِیْنِكُمْ فَقَاتِلُوْۤا اَىٕمَّةَ الْكُفْرِۙ-اِنَّهُمْ لَاۤ اَیْمَانَ لَهُمْ لَعَلَّهُمْ یَنْتَهُوْنَ(۱۲)
Maar indien zij na hun verbond hun eden breken en uw godsdienst smaden, bestrijdt dan de leiders van het ongeloof - waarlijk, hun eden zijn niets - opdat zij mogen ophouden.
En als zij hun eden breken nadat jullie met hen een verbond gesloten hebben en jullie godsdienst belasteren, bestrijdt dan de leiders van het ongeloof. Voor hen bestaan er geen eden. Misschien zullen zij ophouden.
اَلَا تُقَاتِلُوْنَ قَوْمًا نَّكَثُوْۤا اَیْمَانَهُمْ وَ هَمُّوْا بِاِخْرَاجِ الرَّسُوْلِ وَ هُمْ بَدَءُوْكُمْ اَوَّلَ مَرَّةٍؕ-اَتَخْشَوْنَهُمْۚ-فَاللّٰهُ اَحَقُّ اَنْ تَخْشَوْهُ اِنْ كُنْتُمْ مُّؤْمِنِیْنَ(۱۳)
Wilt gij een volk niet bestrijden dat zijn eden heeft gebroken en plannen smeedde om de boodschapper te verdrijven en dat het eerste was om tegen u te beginnen? Vreest gij hen? Neen, Allah is het meest waardig, dat gij Hem zoudt vrezen als gij gelovigen zijt.
Zullen jullie dan niet strijden tegen mensen die hun eden gebroken hebben en die van plan waren de gezant te verdrijven, terwijl zij het eerst tegen jullie begonnen? Vrezen jullie hen? God komt het met meer recht toe dat jullie Hem vrezen als jullie gelovig zijn.
قَاتِلُوْهُمْ یُعَذِّبْهُمُ اللّٰهُ بِاَیْدِیْكُمْ وَ یُخْزِهِمْ وَ یَنْصُرْكُمْ عَلَیْهِمْ وَ یَشْفِ صُدُوْرَ قَوْمٍ مُّؤْمِنِیْنَۙ(۱۴)
Bestrijdt hen, Allah zal hen door uw handen straffen en vernederen en u tot een overwinning over hen helpen en het gemoed van een volk dat gelooft, verlichten.
Strijdt tegen hen, dan zal God hen door jullie handen bestraffen en te schande maken en Hij zal jullie tegen hen helpen en de harten van gelovige mensen genezen.
وَ یُذْهِبْ غَیْظَ قُلُوْبِهِمْؕ-وَ یَتُوْبُ اللّٰهُ عَلٰى مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ اللّٰهُ عَلِیْمٌ حَكِیْمٌ(۱۵)
En Hij zal de nijd van hun hart wegnemen. Allah wendt Zich met barmhartigheid tot wie Hij wil. Allah is Alwetend, Alwijs.
En Hij zal de woede die in hun harten is verwijderen en God zal zich genadig wenden tot wie Hij wil. God is wetend en wijs.
اَمْ حَسِبْتُمْ اَنْ تُتْرَكُوْا وَ لَمَّا یَعْلَمِ اللّٰهُ الَّذِیْنَ جٰهَدُوْا مِنْكُمْ وَ لَمْ یَتَّخِذُوْا مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ وَ لَا رَسُوْلِهٖ وَ لَا الْمُؤْمِنِیْنَ وَلِیْجَةًؕ-وَ اللّٰهُ خَبِیْرٌۢ بِمَا تَعْمَلُوْنَ۠(۱۶)
Denkt gij, dat gij met rust zoudt worden gelaten terwijl Allah diegenen uwer nog niet heeft onderscheiden die (voor Hem) strijden en niemand buiten Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen tot boezemvriend nemen? -Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet.
Of rekenden jullie erop met rust gelaten te worden en dat God nog niet zou weten wie zich uit jullie midden inspannen en zich buiten God, Zijn gezant en de gelovigen geen vertrouwelingen nemen? God is welingelicht over wat jullie doen.
مَا كَانَ لِلْمُشْرِكِیْنَ اَنْ یَّعْمُرُوْا مَسٰجِدَ اللّٰهِ شٰهِدِیْنَ عَلٰۤى اَنْفُسِهِمْ بِالْكُفْرِؕ-اُولٰٓىٕكَ حَبِطَتْ اَعْمَالُهُمْ ۚۖ-وَ فِی النَّارِ هُمْ خٰلِدُوْنَ(۱۷)
De afgodendienaren kunnen de Moskee?n van Allah niet onderhouden, terwijl zij van ongeloof tegen zichzelf getuigen. Zij zijn het wier werken ijdel zullen zijn en zij zullen in het Vuur vertoeven.
Het komt de veelgodendienaars niet toe dienst te doen in Gods moskeeën terwijl zij over zichzelf van ongeloof getuigen; zij zijn het van wie de daden vruchteloos zijn en die altijd in het vuur zullen blijven.
اِنَّمَا یَعْمُرُ مَسٰجِدَ اللّٰهِ مَنْ اٰمَنَ بِاللّٰهِ وَ الْیَوْمِ الْاٰخِرِ وَ اَقَامَ الصَّلٰوةَ وَ اٰتَى الزَّكٰوةَ وَ لَمْ یَخْشَ اِلَّا اللّٰهَ فَعَسٰۤى اُولٰٓىٕكَ اَنْ یَّكُوْنُوْا مِنَ الْمُهْتَدِیْنَ(۱۸)
Alleen hij kan de Moskee?n onderhouden die in Allah en de laatste Dag gelooft en het gebed houdt en de Zakaat betaalt en niemand vreest behalve Allah. Dezen zijn het die tot de geleiden behoren.
Dienst doen in Gods moskeeën mogen slechts zij die in God en de laatste dag geloven en die de salaat verrichten en de zakaat geven en die alleen God vrezen; misschien zijn zij het die het goede pad volgen. *
اَجَعَلْتُمْ سِقَایَةَ الْحَآجِّ وَ عِمَارَةَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ كَمَنْ اٰمَنَ بِاللّٰهِ وَ الْیَوْمِ الْاٰخِرِ وَ جٰهَدَ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-لَا یَسْتَوٗنَ عِنْدَ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الظّٰلِمِیْنَۘ(۱۹)
Acht gij het geven van dranken aan de bedevaartgangers en het bezoeken van de heilige Moskee gelijk aan de werken van hem die in Allah en de laatste Dag gelooft en voor de zaak van Allah strijdt? Zij zijn in de ogen van Allah niet gelijk. En Allah leidt het onrechtvaardige volk niet.
Zouden jullie soms het te drinken geven aan de bedevaartgangers en het dienst doen in de heilige moskee gelijkstellen aan iemand die in God en de laatste dag gelooft en die zich inspant op Gods weg? Zij zijn bij God niet gelijk. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet.
اَلَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ بِاَمْوَالِهِمْ وَ اَنْفُسِهِمْۙ-اَعْظَمُ دَرَجَةً عِنْدَ اللّٰهِؕ-وَ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْفَآىٕزُوْنَ(۲۰)
Zij, die geloven en van hun woonplaatsen verhuizen en met hun bezit en met hun persoon voor de zaak van Allah strijden, hebben in de ogen van Allah de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren.
Zij die geloven en uitgeweken zijn en zich op Gods weg inspannen met hun bezittingen en hun eigen persoon zijn bij God hoger in rang; zij zijn het die triomferen.
یُبَشِّرُهُمْ رَبُّهُمْ بِرَحْمَةٍ مِّنْهُ وَ رِضْوَانٍ وَّ جَنّٰتٍ لَّهُمْ فِیْهَا نَعِیْمٌ مُّقِیْمٌۙ(۲۱)
Hun Heer geeft hun blijde tijdingen van Zijn barmhartigheid en van welbehagen en van tuinen waarin een blijvende zaligheid voor hen zal zijn.
Hun Heer verkondigt hun het goede nieuws van barmhartigheid van Hem en welbehagen en tuinen waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid is,
خٰلِدِیْنَ فِیْهَاۤ اَبَدًاؕ-اِنَّ اللّٰهَ عِنْدَهٗۤ اَجْرٌ عَظِیْمٌ(۲۲)
Zij zullen daarin voor eeuwig vertoeven. Voorwaar er is bij Allah een grote beloning.
waarin zij voor immer en altijd zullen blijven. Bij God is er een geweldig loon.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَتَّخِذُوْۤا اٰبَآءَكُمْ وَ اِخْوَانَكُمْ اَوْلِیَآءَ اِنِ اسْتَحَبُّوا الْكُفْرَ عَلَى الْاِیْمَانِؕ-وَ مَنْ یَّتَوَلَّهُمْ مِّنْكُمْ فَاُولٰٓىٕكَ هُمُ الظّٰلِمُوْنَ(۲۳)
O gij, die gelooft, neemt uw vaders en uw broeders niet tot vrienden als zij ongeloof boven geloof verkiezen. En wie onder u met hen bevriend is behoort tot de overtreders.
Jullie die geloven! Neemt jullie vaders en broeders niet als medestanders als zij het ongeloof liever hebben dan het geloof. Wie van jullie hen als medestanders hebben, dat zijn de onrechtplegers.
قُلْ اِنْ كَانَ اٰبَآؤُكُمْ وَ اَبْنَآؤُكُمْ وَ اِخْوَانُكُمْ وَ اَزْوَاجُكُمْ وَ عَشِیْرَتُكُمْ وَ اَمْوَالُ اﰳقْتَرَفْتُمُوْهَا وَ تِجَارَةٌ تَخْشَوْنَ كَسَادَهَا وَ مَسٰكِنُ تَرْضَوْنَهَاۤ اَحَبَّ اِلَیْكُمْ مِّنَ اللّٰهِ وَ رَسُوْلِهٖ وَ جِهَادٍ فِیْ سَبِیْلِهٖ فَتَرَبَّصُوْا حَتّٰى یَاْتِیَ اللّٰهُ بِاَمْرِهٖؕ-وَ اللّٰهُ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الْفٰسِقِیْنَ۠(۲۴)
Zeg: "Indien uw vaders en uw zonen en uw broeders en uw vrouwen en uw verwanten en de rijkdommen die gij verkregen hebt en de handel waarvan gij slapte vreest en de woningen waarvan gij houdt, u liever zijn, dan Allah en Zijn boodschapper en het streven voor Zijn zaak, wacht dan, tot Allah met Zijn oordeel komt; Allah leidt het ongehoorzame volk niet.
Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie je verworven hebben en koopwaar waarvan jullie onverkoopbaarheid vrezen en woonhuizen die jullie bevallen voor jullie dierbaarder zijn dan God en Zijn gezant en inspanning op Zijn weg, wacht dan maar af tot God met Zijn beschikking komt. God wijst de verdorven mensen de goede richting niet."
لَقَدْ نَصَرَكُمُ اللّٰهُ فِیْ مَوَاطِنَ كَثِیْرَةٍۙ-وَّ یَوْمَ حُنَیْنٍۙ-اِذْ اَعْجَبَتْكُمْ كَثْرَتُكُمْ فَلَمْ تُغْنِ عَنْكُمْ شَیْــٴًـا وَّ ضَاقَتْ عَلَیْكُمُ الْاَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ ثُمَّ وَلَّیْتُمْ مُّدْبِرِیْنَۚ(۲۵)
Voorzeker, Allah heeft u op menig slagveld geholpen en op de dag van Honain, toen uw grote aantal u verheugde, maar dit baatte u niets en de aarde werd ondanks haar uitgestrektheid voor u te eng; toen hebt gij u vluchtende afgewend.
God heeft jullie toch op veel plaatsen geholpen en ook op de dag van Hoenain toen het jullie beviel dat jullie talrijk waren, maar het jullie niets baatte. En jullie kregen het benauwd op de aarde ondanks haar ruimte en keerden toen om voor de vlucht.
ثُمَّ اَنْزَلَ اللّٰهُ سَكِیْنَتَهٗ عَلٰى رَسُوْلِهٖ وَ عَلَى الْمُؤْمِنِیْنَ وَ اَنْزَلَ جُنُوْدًا لَّمْ تَرَوْهَا وَ عَذَّبَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْاؕ-وَ ذٰلِكَ جَزَآءُ الْكٰفِرِیْنَ(۲۶)
Daarna zond Allah Zijn vrede over de boodschapper en over de gelovigen neder en Hij zond scharen, die gij niet zaagt en Hij strafte de ongelovigen. En dit is de vergelding voor hen die niet geloven.
Toen liet God Zijn kalmte op Zijn gezant en op de gelovigen neerdalen en Hij liet troepen neerdalen die jullie niet zagen en Hij strafte hen die ongelovig zijn af. En dat is de vergelding voor de ongelovigen.
ثُمَّ یَتُوْبُ اللّٰهُ مِنْۢ بَعْدِ ذٰلِكَ عَلٰى مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۲۷)
Daarna zal Allah Zich met Barmhartigheid wenden tot wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Dan wendt God zich daarna genadig tot wie Hij wil; God is vergevend en barmhartig.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِنَّمَا الْمُشْرِكُوْنَ نَجَسٌ فَلَا یَقْرَبُوا الْمَسْجِدَ الْحَرَامَ بَعْدَ عَامِهِمْ هٰذَاۚ-وَ اِنْ خِفْتُمْ عَیْلَةً فَسَوْفَ یُغْنِیْكُمُ اللّٰهُ مِنْ فَضْلِهٖۤ اِنْ شَآءَؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلِیْمٌ حَكِیْمٌ(۲۸)
O, gij die gelooft, de afgodendienaren zijn voorzeker onrein. Zij zullen daarom na (verloop van) dit jaar de heilige Moskee niet naderen. En als gij armoede vreest, zal Allah u als Hij wil, uit Zijn overvloed verrijken. Voorzeker, Allah is Alwetend, Alwijs.
Jullie die geloven! De veelgodendienaars zijn een verontreiniging; na dit jaar mogen zij de heilige moskee dan ook niet meer naderen. En als jullie bang zijn voor armoede, dan zal God jullie met Zijn goedgunstigheid rijk maken als Hij wil. God is wetend en wijs.
قَاتِلُوا الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِاللّٰهِ وَ لَا بِالْیَوْمِ الْاٰخِرِ وَ لَا یُحَرِّمُوْنَ مَا حَرَّمَ اللّٰهُ وَ رَسُوْلُهٗ وَ لَا یَدِیْنُوْنَ دِیْنَ الْحَقِّ مِنَ الَّذِیْنَ اُوْتُوا الْكِتٰبَ حَتّٰى یُعْطُوا الْجِزْیَةَ عَنْ یَّدٍ وَّ هُمْ صٰغِرُوْنَ۠(۲۹)
Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zign.
Strijdt tegen hen die niet in God geloven en niet in de laatste dag en die niet verbieden wat God en Zijn gezant verboden hebben en die niet de godsdienst van de waarheid aanvaarden uit het midden van hen aan wie het boek gegeven is, totdat zij naar vermogen onderdanig de schatting betalen.
وَ قَالَتِ الْیَهُوْدُ عُزَیْرُ ﰳابْنُ اللّٰهِ وَ قَالَتِ النَّصٰرَى الْمَسِیْحُ ابْنُ اللّٰهِؕ-ذٰلِكَ قَوْلُهُمْ بِاَفْوَاهِهِمْۚ- یُضَاهِــٴُـوْنَ قَوْلَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا مِنْ قَبْلُؕ-قٰتَلَهُمُ اللّٰهُۚ-اَنّٰى یُؤْفَكُوْنَ(۳۰)
0
En de joden zeggen: "'Oezair is Gods zoon" en de christenen zeggen: "De masieh is Gods zoon." Dat is wat zij met hun monden zeggen. Zij benaderen zo wat zij die vroeger ongelovig waren zeiden. God bestrijde hen, hoe kunnen zij zo afwijken!
اِتَّخَذُوْۤا اَحْبَارَهُمْ وَ رُهْبَانَهُمْ اَرْبَابًا مِّنْ دُوْنِ اللّٰهِ وَ الْمَسِیْحَ ابْنَ مَرْیَمَۚ-وَ مَاۤ اُمِرُوْۤا اِلَّا لِیَعْبُدُوْۤا اِلٰهًا وَّاحِدًاۚ-لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَؕ-سُبْحٰنَهٗ عَمَّا یُشْرِكُوْنَ(۳۱)
Zij hebben naast Allah hun geleerde mannen en hun monniken tot Heren genomen. En ook de Messias, de zoon van Maria, hoewel hun was bevolen slechts de ene God te aanbidden. Er is geen God naast Hem. Hij is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
Zij namen hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren in plaats van God en ook de masieh, de zoon van Marjam. En hun werd slechts bevolen één God te dienen. Er is geen god dan Hij. Hij zij geprezen, verheven als Hij is boven wat zij aan Hem als metgezellen toevoegen.
یُرِیْدُوْنَ اَنْ یُّطْفِـٴُـوْا نُوْرَ اللّٰهِ بِاَفْوَاهِهِمْ وَ یَاْبَى اللّٰهُ اِلَّاۤ اَنْ یُّتِمَّ نُوْرَهٗ وَ لَوْ كَرِهَ الْكٰفِرُوْنَ(۳۲)
Zij wensen het licht van Allah door hun mond te doven, maar Allah belet dit. Hij zal Zijn licht vervolmaken, zelfs al mogen de ongelovigen er een afkeer van hebben.
Zij wensen Gods licht met hun monden te doven, maar God weigert het Zijn licht niet te vervolmaken, ook al staat het de ongelovigen tegen.
هُوَ الَّذِیْۤ اَرْسَلَ رَسُوْلَهٗ بِالْهُدٰى وَ دِیْنِ الْحَقِّ لِیُظْهِرَهٗ عَلَى الدِّیْنِ كُلِّهٖۙ-وَ لَوْ كَرِهَ الْمُشْرِكُوْنَ(۳۳)
Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding en de ware godsdienst heeft gezonden om deze te doen zegevieren boven alle godsdiensten, ofschoon de afgodendienaren er afkerig van zijn.
Hij is het die Zijn gezant met de leidraad en de ware godsdienst gezonden heeft om hem te laten zegevieren over de gehele godsdienst, ook al staat het de veelgodendienaars tegen. *
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِنَّ كَثِیْرًا مِّنَ الْاَحْبَارِ وَ الرُّهْبَانِ لَیَاْكُلُوْنَ اَمْوَالَ النَّاسِ بِالْبَاطِلِ وَ یَصُدُّوْنَ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-وَ الَّذِیْنَ یَكْنِزُوْنَ الذَّهَبَ وَ الْفِضَّةَ وَ لَا یُنْفِقُوْنَهَا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِۙ-فَبَشِّرْهُمْ بِعَذَابٍ اَلِیْمٍۙ(۳۴)
O, gij die gelooft, velen der priesters en monniken verteren de rijkdommen der mensen door valse middelen en leiden de mensen van de weg van Allah af. En degenen, die goud en zilver ophopen en het niet voor de zaak van Allah besteden, deel hun het nieuws van een pijnlijke straf mee.
Jullie die geloven! Veel van de schriftgeleerden en de monniken verteren de bezittingen der mensen door bedrog en versperren Gods weg. En hun die goud en zilver oppotten en geen bijdrage op Gods weg geven, zeg hun een pijnlijke afstraffing aan
یَّوْمَ یُحْمٰى عَلَیْهَا فِیْ نَارِ جَهَنَّمَ فَتُكْوٰى بِهَا جِبَاهُهُمْ وَ جُنُوْبُهُمْ وَ ظُهُوْرُهُمْؕ-هٰذَا مَا كَنَزْتُمْ لِاَنْفُسِكُمْ فَذُوْقُوْا مَا كُنْتُمْ تَكْنِزُوْنَ(۳۵)
Op de Dag, waarop het (geld) in het Vuur der hel verhit zal worden en hun voorhoofd, hun zijden en hun rug er mede zullen worden gebrandmerkt, (wordt hun gezegd:) "Dit is hetgeen gij voor uzelf hebt vergaard, ondergaat daarom nu (de gevolgen van) hetgeen gij voor uzelf verzameld hebt."
op de dag dat zij in het vuur van de hel verhit zullen worden; dan zullen hun voorhoofden, hun zijden en hun ruggen verzengd worden. Dit is voor wat jullie voor jezelf opgepot hebben. Proeft dan wat jullie aan het oppotten waren.
اِنَّ عِدَّةَ الشُّهُوْرِ عِنْدَ اللّٰهِ اثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِیْ كِتٰبِ اللّٰهِ یَوْمَ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ مِنْهَاۤ اَرْبَعَةٌ حُرُمٌؕ-ذٰلِكَ الدِّیْنُ الْقَیِّمُ ﳔ فَلَا تَظْلِمُوْا فِیْهِنَّ اَنْفُسَكُمْ وَ قَاتِلُوا الْمُشْرِكِیْنَ كَآفَّةً كَمَا یُقَاتِلُوْنَكُمْ كَآفَّةًؕ-وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ مَعَ الْمُتَّقِیْنَ(۳۶)
0
Het aantal maanden is bij God twaalf maanden volgens de teboekstelling van God op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep; daarvan zijn er vier heilig. Dat is de juiste godsdienst. Doet jullie jezelf daarin dus geen onrecht aan, maar bestrijdt de veelgodendienaars allen tezamen zoals zij jullie allen tezamen bestrijden. En weet dat God met de godvrezenden is.
اِنَّمَا النَّسِیْٓءُ زِیَادَةٌ فِی الْكُفْرِ یُضَلُّ بِهِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا یُحِلُّوْنَهٗ عَامًا وَّ یُحَرِّمُوْنَهٗ عَامًا لِّیُوَاطِــٴُـوْا عِدَّةَ مَا حَرَّمَ اللّٰهُ فَیُحِلُّوْا مَا حَرَّمَ اللّٰهُؕ-زُیِّنَ لَهُمْ سُوْٓءُ اَعْمَالِهِمْؕ-وَ اللّٰهُ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الْكٰفِرِیْنَ۠(۳۷)
Voorzeker, het uitstellen (van een heilige maand) is een toevoeging aan het ongeloof. Degenen, die niet geloven worden daardoor op een dwaalspoor gebracht. Het ene jaar staan zij het toe en het andere jaar verbieden zij het, opdat zij betreffende het aantal dat Allah heilig heeft gemaakt mogen overeenkomen, waardoor zij hetgeen Allah heeft verboden wettig maken. Het boze hunner daden werd voor hen schoonschijnend gemaakt. Allah leidt het ongelovige volk niet.
Het invoegen van een schrikkelperiode is enkel maar meer ongeloof waarmee zij die ongelovig zijn tot dwaling gebracht worden. Zij staan dat het ene jaar toe en het andere jaar verbieden zij het om overeen te stemmen met het getal dat God heilig verklaard heeft. Zo verklaren zij ongewijd wat God heilig verklaard heeft. De slechtheid van hun daden is voor hen aantrekkelijk gemaakt. God wijst de ongelovige mensen de goede richting niet.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا مَا لَكُمْ اِذَا قِیْلَ لَكُمُ انْفِرُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ اثَّاقَلْتُمْ اِلَى الْاَرْضِؕ-اَرَضِیْتُمْ بِالْحَیٰوةِ الدُّنْیَا مِنَ الْاٰخِرَةِۚ-فَمَا مَتَاعُ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا فِی الْاٰخِرَةِ اِلَّا قَلِیْلٌ(۳۸)
O, gij die gelooft, waarom buigt gij ter aarde wanneer er tot u wordt gezegd: "Gaat op de weg van Allah voort?" Zijt gij met het tegenwoordige leven tevreden boven het Hiernamaals? Maar het genoegen van het tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals slechts nietig.
Jullie die geloven! Wat is er met jullie, wanneer tot jullie gezegd wordt: "Rukt uit op Gods weg", dat jullie dan bezwaard ter aarde zijgen. Bevalt het tegenwoordige leven jullie dan meer dan het hiernamaals? Maar het genot van het tegenwoordige leven is in verhouding tot het hiernamaals maar gering.
اِلَّا تَنْفِرُوْا یُعَذِّبْكُمْ عَذَابًا اَلِیْمًا ﳔ وَّ یَسْتَبْدِلْ قَوْمًا غَیْرَكُمْ وَ لَا تَضُرُّوْهُ شَیْــٴًـاؕ-وَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ(۳۹)
Als gij niet voortgaat te vechten zal Hij u met een pijnlijke straf straffen en zal Hij een ander volk in uw plaats stellen en gij zult Hem in het geheel niet deren. Allah heeft macht over alle dingen.
Als jullie niet uitrukken zal Hij jullie bestraffen met een pijnlijke bestraffing en andere mensen in jullie plaats zetten; en jullie brengen Hem geen enkele schade toe. God is almachtig.
اِلَّا تَنْصُرُوْهُ فَقَدْ نَصَرَهُ اللّٰهُ اِذْ اَخْرَجَهُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا ثَانِیَ اثْنَیْنِ اِذْ هُمَا فِی الْغَارِ اِذْ یَقُوْلُ لِصَاحِبِهٖ لَا تَحْزَنْ اِنَّ اللّٰهَ مَعَنَاۚ-فَاَنْزَلَ اللّٰهُ سَكِیْنَتَهٗ عَلَیْهِ وَ اَیَّدَهٗ بِجُنُوْدٍ لَّمْ تَرَوْهَا وَ جَعَلَ كَلِمَةَ الَّذِیْنَ كَفَرُوا السُّفْلٰىؕ-وَ كَلِمَةُ اللّٰهِ هِیَ الْعُلْیَاؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۴۰)
0
Als jullie hem niet helpen? God heeft hem reeds geholpen toen zij die ongelovig zijn hem samen met een tweede verdreven, toen zij beiden in de grot waren. Toen zei hij tot zijn metgezel: "Wees niet bedroefd, God is met ons." Toen liet God Zijn kalmte op hem neerdalen en sterkte hem met troepen die jullie niet kunnen zien. En Hij gaf het woord van hen die ongelovig zijn de laagste en het woord van God de hoogste plaats. En God is machtig en wijs.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan