READ
Surah an-Najm
اَلنَّجْم
62 Ayaat مکیۃ
53:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
Jullie metgezel (de Profeet) dwaalt niet en hij is niet misleid.
En hij spreekt niet uit begeerte.
Het is niets anders dan een Openbaring die aan hem geopenbaard is.
Een machtige in kracht (Djibrîl) onderwees hem.
Een bezitter van wijsheid, en hij (Djibrîl) verscheen (in zijn aardse vorm).
En hij bevond zich aan de hoogste horizon.
Daarna naderde hij en daalde neer.
فَكَانَ قَابَ قَوْسَیْنِ اَوْ اَدْنٰىۚ(۹)
En werd als de spanning van twee bogen, Ja, nog dichter bij,
Zodat hij zich op een afstand van twee booglengten (van Moehammad) bevond, of dichterbij.
فَاَوْحٰۤى اِلٰى عَبْدِهٖ مَاۤ اَوْحٰىؕ(۱۰)
En Hij (Allah) openbaarde aan Zijn dienaar hetgeen Hij wilde openbaren.
Toen openbaarde Hij aan Zijn dienaar wat Hij openbaarde.
Het hart (van de Profeet) loog niet over wat het zag.
اَفَتُمٰرُوْنَهٗ عَلٰى مَا یَرٰى(۱۲)
Wilt gij dan met hem redetwisten over hetgeen hij heeft gezien?
Willen jullie (veelgodenaanbidders) dan redetwisten over wat hij zag?
وَ لَقَدْ رَاٰهُ نَزْلَةً اُخْرٰىۙ(۱۳)
En voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling.
En voorzeker, hij (Moehammad) heeft hem (Djibrîl) bij een andere neerdaling gezien.
Bij Sidratilmoentaha.
Daarbij is de Tuin van de Verblijfplaats (het Paradijs).
Toen de Sidrah omhuld werd door wat hem omhulde.
مَا زَاغَ الْبَصَرُ وَ مَا طَغٰى(۱۷)
Wendde zijn oog zich niet af, noch ging het de grens te buiten.
Zijn blik week niet en dwaalde niet.
لَقَدْ رَاٰى مِنْ اٰیٰتِ رَبِّهِ الْكُبْرٰى(۱۸)
Voorwaar, hij zag de grote tekenen van zijn Heer.
Voorzeker, hij heeft de grote Tekenen van zijn Heer gezien.
Zien jullie (veelgodenaanbidders) dan al Lâta en al 'Oezza?
En al Manât, de andere, de derde?
اَلَكُمُ الذَّكَرُ وَ لَهُ الْاُنْثٰى(۲۱)
"Zijn voor u de mannelijke wezens en voor Hem de vrouwelijke?"
Zijn voor jullie de mannen en voor Hem de vrouwen?
Dat zou een oneerlijke verdeling zijn.
اِنْ هِیَ اِلَّاۤ اَسْمَآءٌ سَمَّیْتُمُوْهَاۤ اَنْتُمْ وَ اٰبَآؤُكُمْ مَّاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ بِهَا مِنْ سُلْطٰنٍؕ-اِنْ یَّتَّبِعُوْنَ اِلَّا الظَّنَّ وَ مَا تَهْوَى الْاَنْفُسُۚ-وَ لَقَدْ جَآءَهُمْ مِّنْ رَّبِّهِمُ الْهُدٰىؕ(۲۳)
Dit zijn slechts namen die gij uitgedacht hebt - gij en uw vaderen - waarvoor Allah geen gezag heeft nedergezonden. Zij volgen slechts hun vermoedens en begeerten. En voorzeker de leiding van hun Heer is nu tot hen gekomen.
Het zijn alleen maar namen die jullie hebben verzonnen, jullie en jullie vaderen. Allah heeft daarover geen bewijs neergezonden. Zij volgen niets dan vermoedens en wat de zielen begeren. Voorzeker, er is tot hen van hun Heer de Leiding gekomen.
Krijgt de mens (alles) wat hij verlangt?
فَلِلّٰهِ الْاٰخِرَةُ وَ الْاُوْلٰى۠(۲۵)
Neen, aan Allah behoren het Hiernamaals en deze wereld.
Aan Allah behoort het laatste (en het Hiernamaals) en het eerste (het wereldse leven).
وَ كَمْ مِّنْ مَّلَكٍ فِی السَّمٰوٰتِ لَا تُغْنِیْ شَفَاعَتُهُمْ شَیْــٴًـا اِلَّا مِنْۢ بَعْدِ اَنْ یَّاْذَنَ اللّٰهُ لِمَنْ یَّشَآءُ وَ یَرْضٰى(۲۶)
En hoevele engelen zijn er niet in de hemelen wier voorspraak van geen nut zal zijn, behalve nadat Allah verlof heeft gegeven aan wie Hij wil en wie Hem behaagt.
En hoeveel Engelen zijn er niet in de hemelen wier voorspraak niets baat, behalve nadat Allah toestemming geeft voor wie Hij wil en voor wie Hem behaagt?
اِنَّ الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِالْاٰخِرَةِ لَیُسَمُّوْنَ الْمَلٰٓىٕكَةَ تَسْمِیَةَ الْاُنْثٰى(۲۷)
Zij, die niet in het Hiernamaals geloven geven de engelen vrouwelijke namen,
Voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals geven de Engelen zeker vrouwelijke namen.
وَ مَا لَهُمْ بِهٖ مِنْ عِلْمٍؕ-اِنْ یَّتَّبِعُوْنَ اِلَّا الظَّنَّۚ-وَ اِنَّ الظَّنَّ لَا یُغْنِیْ مِنَ الْحَقِّ شَیْــٴًـاۚ(۲۸)
Maar zij hebben daar geen kennis van. Zij volgen alleen een vermoeden en het vermoeden kan tegen de waarheid niets baten.
Terwijl zij daarover geen kennis hebben, zij volgen niets dan vermoedens. En voorwaar, vermoedens baten niets tegen de Waarheid.
فَاَعْرِضْ عَنْ مَّنْ تَوَلّٰى ﳔ عَنْ ذِكْرِنَا وَ لَمْ یُرِدْ اِلَّا الْحَیٰوةَ الدُّنْیَاؕ(۲۹)
Wend u daarom van hem af die zich van de gedachtenis aan Ons afwendt, en die niets wenst dan het leven dezer wereld.
Wend je daarom af (O Moehammad) van wie zich van Onze Vermaning heeft afgekeerd, en die niets wenst dan het wereldse leven.
ذٰلِكَ مَبْلَغُهُمْ مِّنَ الْعِلْمِؕ-اِنَّ رَبَّكَ هُوَ اَعْلَمُ بِمَنْ ضَلَّ عَنْ سَبِیْلِهٖۙ-وَ هُوَ اَعْلَمُ بِمَنِ اهْتَدٰى(۳۰)
Zo ver reikt hun kennis. Voorwaar, uw Heer kent het beste degene die van Zijn pad afdwaalt en Hij kent het beste degene die Zijn leiding volgt.
Dat is het doel van hun kennis. Voorwaar, jouw Heer weet beter wie van Zijn Weg is afgedwaald en wie de Leiding heeft aanvaard.
وَ لِلّٰهِ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِۙ-لِیَجْزِیَ الَّذِیْنَ اَسَآءُوْا بِمَا عَمِلُوْا وَ یَجْزِیَ الَّذِیْنَ اَحْسَنُوْا بِالْحُسْنٰىۚ(۳۱)
En aan Allah behoort hetgeen in de hemelen en hetgeen op aarde is, opdat Hij degenen die slecht deden moge vergelden voor hetgeen zij hebben gewrocht en opdat Hji degenen die goed doen, met het beste moge belonen.
En aan Allah behoort wat er in de hemelen en op de aarde is; opdat Hij degenen die kwaad verrichtten zal vergelden voor wat zij deden en opdat Hij degenen die goed deden zal belonen met het beste (het Paradijs).
اَلَّذِیْنَ یَجْتَنِبُوْنَ كَبٰٓىٕرَ الْاِثْمِ وَ الْفَوَاحِشَ اِلَّا اللَّمَمَؕ-اِنَّ رَبَّكَ وَاسِعُ الْمَغْفِرَةِؕ-هُوَ اَعْلَمُ بِكُمْ اِذْ اَنْشَاَكُمْ مِّنَ الْاَرْضِ وَ اِذْ اَنْتُمْ اَجِنَّةٌ فِیْ بُطُوْنِ اُمَّهٰتِكُمْۚ-فَلَا تُزَكُّوْۤا اَنْفُسَكُمْؕ-هُوَ اَعْلَمُ بِمَنِ اتَّقٰى۠(۳۲)
Zij, die behalve kleine feilen, de ergste zonden en slechtheden vermijden - voorwaar, uw Heer is de Heer der Alomvattende Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed ontstaan en toen gij een embryo waart in de baarmoeder uwer moeder. Prijst daarom uzelf niet om reinheid. Hij kent de godvruchtigen het beste.
(Zij zijn) degenen die de grote zonden en zedeloosheden mijden, behalve (onvermijdbare) lichte fouten. Voorwaar, jouw Heer is alomvattend in de vergeving. Hij kent jullie beter: toen Hij jullie uit aarde voortbracht en toen jullie nog baby's waren in de schoten van jullie moeders. Prijst niet julliezelf; Hij weet het beter wie (Allah) vreest.
Heb jij degene gezien die zich afkeert?
En die weinig gaf en (daarna) ophield?
اَعِنْدَهٗ عِلْمُ الْغَیْبِ فَهُوَ یَرٰى(۳۵)
Bezit hij de kennis van het onzichtbare, zodat hij kan zien?
Heeft hij kennis over het onwaarneembare, zodat hij ziet?
اَمْ لَمْ یُنَبَّاْ بِمَا فِیْ صُحُفِ مُوْسٰىۙ(۳۶)
Is hem niet verteld over hetgeen in de geschriften van Mozes staat,
Of is hij niet op de hoogte gebracht van wat in de geschriften van Môesa staat?
En (de geschriften van) Ibrâhîm die trouw was?
اَلَّا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِّزْرَ اُخْرٰىۙ(۳۸)
Dat geen drager van last de last van een ander zal dragen;
Dat geen enkele drager de zonden van een ander zal dragen?
وَ اَنْ لَّیْسَ لِلْاِنْسَانِ اِلَّا مَا سَعٰىۙ(۳۹)
En dat de mens niet meer kan krijgen dan hetgeen waarnaar hij streeft.
En dat de mens slechts dat krijgt waarnaar hij gestreefd hoeft?
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan