READ

Surah An-Nahl

اَلنَّحْل
128 Ayaat    مکیۃ


16:81
وَ اللّٰهُ جَعَلَ لَكُمْ مِّمَّا خَلَقَ ظِلٰلًا وَّ جَعَلَ لَكُمْ مِّنَ الْجِبَالِ اَكْنَانًا وَّ جَعَلَ لَكُمْ سَرَابِیْلَ تَقِیْكُمُ الْحَرَّ وَ سَرَابِیْلَ تَقِیْكُمْ بَاْسَكُمْؕ-كَذٰلِكَ یُتِمُّ نِعْمَتَهٗ عَلَیْكُمْ لَعَلَّكُمْ تُسْلِمُوْنَ(۸۱)
En Allah heeft van hetgeen Hij heeft geschapen dingen voor u gemaakt die schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen voor u gemaakt; Hij heeft klederen voor u gemaakt die u tegen hitte beschermen en harnassen die u in uw oorlogen beschermen. Zo volmaakt Hij Zijn gunsten aan u, opdat gij u moogt onderwerpen.

En God heeft u verschaft van hetgeen hij geschapen heeft, en gemakken om u tegen de zon te beveiligen, en hij heeft u schuilplaatsen in de bergen verstrekt en kleederen gegeven, om u voor de hitte te beschutten, en maliënkolders, om u in uwe oorlogen te beschermen. Zoo vervult hij zijne gunst nopens u, opdat gij u aan zijn wil zoudt onderwerpen.
16:82
فَاِنْ تَوَلَّوْا فَاِنَّمَا عَلَیْكَ الْبَلٰغُ الْمُبِیْنُ(۸۲)
Maar indien zij zich afwenden zijt gij (de profeet) alleen voor de duidelijke verkondiging verantwoordelijk.

Maar indien de Arabieren zich afwenden, zijt gij slechts met de openbare prediking belast.
16:83
یَعْرِفُوْنَ نِعْمَتَ اللّٰهِ ثُمَّ یُنْكِرُوْنَهَا وَ اَكْثَرُهُمُ الْكٰفِرُوْنَ۠(۸۳)
Zij erkennen de gunst van Allah en toch verloochenen zij deze; de meesten hunner zijn ongelovigen.

Zij erkennen Gods goedheid en loochenen die later; maar het grootste deel hunner zijn ongeloovigen.
16:84
وَ یَوْمَ نَبْعَثُ مِنْ كُلِّ اُمَّةٍ شَهِیْدًا ثُمَّ لَا یُؤْذَنُ لِلَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ لَا هُمْ یُسْتَعْتَبُوْنَ(۸۴)
En de dag, waarop Wij uit elk volk een getuige zullen opwekken zal het degenen die niet geloven, niet worden toegestaan (zich te verontschuldigen), noch zal hun worden toegestaan naar Gods gunst te dingen.

Op zekeren dag zullen wij een getuige van ieder volk doen opstaan; dan zullen zij, die ongeloovigen waren, zich niet kunnen verontschuldigen, en zij zullen niet in gunst worden opgenomen.
16:85
وَ اِذَا رَاَ الَّذِیْنَ ظَلَمُوا الْعَذَابَ فَلَا یُخَفَّفُ عَنْهُمْ وَ لَا هُمْ یُنْظَرُوْنَ(۸۵)
En wanneer degenen die kwaad verrichten de straf in werkelijkheid zien, zal deze voor hen niet worden verlicht noch zal hun uitstel worden verleend.

En als zij, die onrechtvaardig hebben gehandeld, de pijniging zullen zien, die voor hen is bereid, welke noch verminderd, noch uitgesteld voor hen zal worden.
16:86
وَ اِذَا رَاَ الَّذِیْنَ اَشْرَكُوْا شُرَكَآءَهُمْ قَالُوْا رَبَّنَا هٰۤؤُلَآءِ شُرَكَآؤُنَا الَّذِیْنَ كُنَّا نَدْعُوْا مِنْ دُوْنِكَۚ-فَاَلْقَوْا اِلَیْهِمُ الْقَوْلَ اِنَّكُمْ لَكٰذِبُوْنَۚ(۸۶)
En wanneer de afgodendienaren hun afgoden zullen zien, zullen zij zeggen: "Onze Heer, dezen zijn onze goden, die wij buiten u aanbaden." Maar zij (afgoden) zullen tegenwerpen: "Gij zijt voorzeker leugenaars."

En als zij, die zich aan afgodendienst hebben schuldig gemaakt, hunne valsche goden zullen zien, zullen zij zeggen: O Heer! dit zijn onze afgoden, welke wij buiten u aanroepen. Maar zij zullen zich omkeeren en hun antwoorden: Waarlijk, gij zijt leugenaars.
16:87
وَ اَلْقَوْا اِلَى اللّٰهِ یَوْمَىٕذِ ﹰالسَّلَمَ وَ ضَلَّ عَنْهُمْ مَّا كَانُوْا یَفْتَرُوْنَ(۸۷)
En op die dag zullen zij aan Allah onderwerping aanbieden en al hetgeen zij verzinnen zal hun falen.

En op dien dag zullen de zondaren God hunne onderwerping aanbieden; en de valsche godheden welke zij hebben uitgedacht, zullen verdwijnen.
16:88
اَلَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ صَدُّوْا عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِ زِدْنٰهُمْ عَذَابًا فَوْقَ الْعَذَابِ بِمَا كَانُوْا یُفْسِدُوْنَ(۸۸)
Degenen die verwerpen en anderen van de weg van Allah afhouden - Wij zullen straf bij hun straf voegen omdat zij onheil stichtten.

Wat hen betreft, die ongeloovig waren, en anderen van Gods weg hebben afgeleid. Wij zullen hen straf op straf doen ondergaan, omdat zij anderen hebben verleid.
16:89
وَ یَوْمَ نَبْعَثُ فِیْ كُلِّ اُمَّةٍ شَهِیْدًا عَلَیْهِمْ مِّنْ اَنْفُسِهِمْ وَجِئْنَا بِكَ شَهِیْدًا عَلٰى هٰۤؤُلَآءِؕ-وَ نَزَّلْنَا عَلَیْكَ الْكِتٰبَ تِبْیَانًا لِّكُلِّ شَیْءٍ وَّ هُدًى وَّ رَحْمَةً وَّ بُشْرٰى لِلْمُسْلِمِیْنَ۠(۸۹)
En (gedenk) de dag waarop Wij onder elk volk een getuige tegen hen uit hun midden zullen verwekken en u (profeet) als getuige tegen dezen zullen brengen. Wij hebben u het Boek nedergezonden, alles verklarend, als leiding, barmhartigheid en blijde tijding voor hen die zich onderwerpen.

Op zekeren dag zullen wij uit ieder volk een getuige van de hunne tegen hen doen opstaan, en wij zullen u, o Mahomet, tot een getuige tegen deze Arabieren maken. Wij hebben u het boek van den Koran nedergezonden, tot uitlegging van alle dingen, die zoowel in het geloof als in het leven noodig zijn, en tot eene richting, en genade en goede tijdingen onder de Moslems.
16:90
اِنَّ اللّٰهَ یَاْمُرُ بِالْعَدْلِ وَ الْاِحْسَانِ وَ اِیْتَآئِ ذِی الْقُرْبٰى وَ یَنْهٰى عَنِ الْفَحْشَآءِ وَ الْمُنْكَرِ وَ الْبَغْیِۚ-یَعِظُكُمْ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُوْنَ(۹۰)
Voorwaar, Allah gelast u goed met goed (te vergelden) en wel te doen aan anderen en te geven als aan verwanten; en verbiedt onbetamelijkheid, kwaad en opstand. Hij raadt u aan dat gij er lering uit trekt.

Waarlijk, God beveelt rechtvaardigheid en weldadigheid, en het geven aan verwanten wat noodig is; en hij verbiedt zonde, onrechtvaardigheid en verdrukking: hij waarschuwt u, opdat gij zoudt overwegen.
16:91
وَ اَوْفُوْا بِعَهْدِ اللّٰهِ اِذَا عٰهَدْتُّمْ وَ لَا تَنْقُضُوا الْاَیْمَانَ بَعْدَ تَوْكِیْدِهَا وَ قَدْ جَعَلْتُمُ اللّٰهَ عَلَیْكُمْ كَفِیْلًاؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَعْلَمُ مَا تَفْعَلُوْنَ(۹۱)
En vervult het verbond met Allah, wanneer gij een verbond sluit; en breekt geen eden na hun bekrachtiging, terwijl gij Allah tot uw Borg hebt gemaakt. Voorzeker, Allah weet wat gij doet.

Vervul uw verbond met God, als gij een verbond met hem aangaat, en schend uwe eeden niet, nadat gij die plechtig hebt afgelegd. Gij hebt God tot getuige over u gesteld, en waarlijk God weet wat gij doet.
16:92
وَ لَا تَكُوْنُوْا كَالَّتِیْ نَقَضَتْ غَزْلَهَا مِنْۢ بَعْدِ قُوَّةٍ اَنْكَاثًاؕ-تَتَّخِذُوْنَ اَیْمَانَكُمْ دَخَلًۢا بَیْنَكُمْ اَنْ تَكُوْنَ اُمَّةٌ هِیَ اَرْبٰى مِنْ اُمَّةٍؕ-اِنَّمَا یَبْلُوْكُمُ اللّٰهُ بِهٖؕ-وَ لَیُبَیِّنَنَّ لَكُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ مَا كُنْتُمْ فِیْهِ تَخْتَلِفُوْنَ(۹۲)
En weest niet zoals zij die haar garen in stukken breekt nadat zij het sterk heeft gemaakt. Gij maakt uw eden onderling tot een middel van bedrog, uit vrees dat het ene volk machtiger dan het andere zou worden. Voorzeker, Allah beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding zal Hij het u duidelijk maken waarover gij verschildet.

Gelijk niet op de vrouw, die vernietigde wat zij gesponnen had; die den draad losdraaide, nadat zij hem stevig had gesponnen; door elkander bedriegelijke eeden te doen, omdat het eene deel sterker is dan het andere. Waarlijk, God beproeft u slechts hierin, en hij zal u dat duidelijk maken op den dag der opstanding, waaromtrent gij thans verschilt.
16:93
وَ لَوْ شَآءَ اللّٰهُ لَجَعَلَكُمْ اُمَّةً وَّاحِدَةً وَّ لٰكِنْ یُّضِلُّ مَنْ یَّشَآءُ وَ یَهْدِیْ مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ لَتُسْــٴَـلُنَّ عَمَّا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَ(۹۳)
En als Allah had gewild, zou Hij u voorzeker tot ??n volk hebben gemaakt; maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst, en gij zult zeker worden ondervraagd betreffende hetgeen gij doet.

Indien het Gode had behaagd, zou hij u zekerlijk tot één volk hebben gemaakt; maar hij brengt in dwaling naar zijn welbehagen, en hij zal leiden wie hem behaagt. Eens zal men u rekenschap van uwe daden vragen.
16:94
وَ لَا تَتَّخِذُوْۤا اَیْمَانَكُمْ دَخَلًۢا بَیْنَكُمْ فَتَزِلَّ قَدَمٌۢ بَعْدَ ثُبُوْتِهَا وَ تَذُوْقُوا السُّوْٓءَ بِمَا صَدَدْتُّمْ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِۚ-وَ لَكُمْ عَذَابٌ عَظِیْمٌ(۹۴)
En maakt uw eden niet tot een middel van bedrog onder elkander; anders zal uw voet uitglijden nadat hij stevig heeft gestaan en gij zult het kwade ondergaan omdat gij ook anderen van het pad van Allah hebt afgehouden; en er zal voor U een strenge straf zijn.

Bedien u niet van uwe eeden als van een middel om te bedriegen, opdat uw voet, die thans vaststaat, niet uitglijde en opdat gij de straf niet moogt ondervinden, omdat gij u van den weg tot God hebt afgewend, en gij eene gestrenge straf in het volgende leven zoudt lijden.
16:95
وَ لَا تَشْتَرُوْا بِعَهْدِ اللّٰهِ ثَمَنًا قَلِیْلًاؕ-اِنَّمَا عِنْدَ اللّٰهِ هُوَ خَیْرٌ لَّكُمْ اِنْ كُنْتُمْ تَعْلَمُوْنَ(۹۵)
En verkoopt het verbond van Allah niet voor een geringe prijs. Hetgeen bij Allah is, is voorzeker beter voor u, wist gij het slechts.

Verkoop ook het verbond met God niet tot een geringen prijs; want God heeft u eene betere belooning bereid, indien gij wilt begrijpen.
16:96
مَا عِنْدَكُمْ یَنْفَدُ وَ مَا عِنْدَ اللّٰهِ بَاقٍؕ-وَ لَنَجْزِیَنَّ الَّذِیْنَ صَبَرُوْۤا اَجْرَهُمْ بِاَحْسَنِ مَا كَانُوْا یَعْمَلُوْنَ(۹۶)
Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig zijn, voorzeker hun beloning geven naar het beste van wat zij doen.

Datgene wat gij bezit, gaat voorbij, maar hetgeen bij God is, blijft; en wij zullen hen die volharden, zekerlijk overeenkomstig de verdienste hunner daden beloonen.
16:97
مَنْ عَمِلَ صَالِحًا مِّنْ ذَكَرٍ اَوْ اُنْثٰى وَ هُوَ مُؤْمِنٌ فَلَنُحْیِیَنَّهٗ حَیٰوةً طَیِّبَةًۚ-وَ لَنَجْزِیَنَّهُمْ اَجْرَهُمْ بِاَحْسَنِ مَا كَانُوْا یَعْمَلُوْنَ(۹۷)
Die juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is, hun zullen Wij voorzeker een goed leven schenken; en gewis zullen Wij hen belonen naar hun beste werken.

Hij die rechtvaardigheid oefent, hetzij hij een man of eene vrouw mocht wezen en een waar geloovige is, wij zullen hem zekerlijk tot een gelukkig leven opwekken, en wij zullen hem de schoonste belooning geven, welke zijne daden hebben verdiend.
16:98
فَاِذَا قَرَاْتَ الْقُرْاٰنَ فَاسْتَعِذْ بِاللّٰهِ مِنَ الشَّیْطٰنِ الرَّجِیْمِ(۹۸)
En wanneer gij de Koran voordraagt, zoekt dan uw toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene.

Indien gij den Koran leest, zoek dan toevlucht bij God, opdat hij u moge behoeden tegen Satan, die met steenen werd verdreven.
16:99
اِنَّهٗ لَیْسَ لَهٗ سُلْطٰنٌ عَلَى الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَلٰى رَبِّهِمْ یَتَوَكَّلُوْنَ(۹۹)
Voorzeker hij heeft geen macht over degenen die geloven en die vertrouwen in hun Heer stellen.

Doch hij heeft geene macht over hen die gelooven en die vertrouwen in hunnen Heer stellen.
16:100
اِنَّمَا سُلْطٰنُهٗ عَلَى الَّذِیْنَ یَتَوَلَّوْنَهٗ وَ الَّذِیْنَ هُمْ بِهٖ مُشْرِكُوْنَ۠(۱۰۰)
Zijn macht heerst alleen over degenen die met hem vriendschap aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen.

Maar zijne macht strekt zich alleen uit over hen, die hem tot hunnen schuts kiezen, en die God makkers geven.
16:101
وَ اِذَا بَدَّلْنَاۤ اٰیَةً مَّكَانَ اٰیَةٍۙ-وَّ اللّٰهُ اَعْلَمُ بِمَا یُنَزِّلُ قَالُوْۤا اِنَّمَاۤ اَنْتَ مُفْتَرٍؕ-بَلْ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۱۰۱)
En wanneer Wij het ene teken in plaats van het andere brengen - en Allah weet het beste wat Hij openbaart - zeggen zij: "Gij verzint slechts." Neen de meesten hunner weten het niet.

Indien wij in dezen Koran een vers door een ander vervangen (en God weet het beste wat hij openbaart), dan zeggen de ongeloovigen: Gij alleen hebt deze verzen uitgedacht; maar de meesten hunner weten de waarheid van de leugen niet te onderscheiden.
16:102
قُلْ نَزَّلَهٗ رُوْحُ الْقُدُسِ مِنْ رَّبِّكَ بِالْحَقِّ لِیُثَبِّتَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هُدًى وَّ بُشْرٰى لِلْمُسْلِمِیْنَ(۱۰۲)
Zeg: "De Geest van heiligheid heeft het van uw Heer met waarheid nedergebracht, opdat Hij degenen die geloven, moge versterken en als leiding en blijde tijding voor hen die zich onderwerpen."

Zeg: De heilige geest heeft u deze van uwen Heer met waarheid nedergebracht, opdat hij degenen zou mogen bevestigen die gelooven, en tot eene richting diene en goede tijdingen aan de Moslems brenge.
16:103
وَ لَقَدْ نَعْلَمُ اَنَّهُمْ یَقُوْلُوْنَ اِنَّمَا یُعَلِّمُهٗ بَشَرٌؕ-لِسَانُ الَّذِیْ یُلْحِدُوْنَ اِلَیْهِ اَعْجَمِیٌّ وَّ هٰذَا لِسَانٌ عَرَبِیٌّ مُّبِیْنٌ(۱۰۳)
En Wij weten inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een man is, die hem (de profeet) onderwijst. De taal van hem die zij bedoelen is vreemd, terwijl dit de duidelijke Arabische taal is.

Wij weten ook dat zij zeggen: Waarlijk, een zeker man leert hem den Koran samenstellen. De taal van den persoon dien zij willen aanduiden is eene vreemde taal: maar diegene waarin de Koran is geschreven, is de duidelijke Arabische taal.
16:104
اِنَّ الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِاٰیٰتِ اللّٰهِۙ-لَا یَهْدِیْهِمُ اللّٰهُ وَ لَهُمْ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۱۰۴)
Degenen die in de tekenen van Allah niet geloven, Allah zal hen voorzeker niet leiden en er zal voor hen een smartelijke straf zijn.

Wat hen betreft die niet in Gode teekenen gelooven, God zal hen niet leiden, en zij zullen eene pijnlijke marteling ondergaan.
16:105
اِنَّمَا یَفْتَرِی الْكَذِبَ الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِاٰیٰتِ اللّٰهِۚ-وَ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْكٰذِبُوْنَ(۱۰۵)
Voorzeker slechts zij verzinnen leugens die in de tekenen van Allah niet geloven; zij zijn de leugenaars.

Waarlijk, zij die niet in Gods teekenen gelooven, denken eene leugen uit, en zij zijn de leugenaars.
16:106
مَنْ كَفَرَ بِاللّٰهِ مِنْۢ بَعْدِ اِیْمَانِهٖۤ اِلَّا مَنْ اُكْرِهَ وَ قَلْبُهٗ مُطْمَىٕنٌّۢ بِالْاِیْمَانِ وَ لٰكِنْ مَّنْ شَرَحَ بِالْكُفْرِ صَدْرًا فَعَلَیْهِمْ غَضَبٌ مِّنَ اللّٰهِۚ-وَ لَهُمْ عَذَابٌ عَظِیْمٌ(۱۰۶)
0

Hij die God loochent, nadat hij heeft geloofd, behalve hij die tegen zijn wil werd gedwongen, en wiens hart standvastig blijft in het geloof, zal streng gekastijd worden; maar op hem, die uit eigen wil ongeloovig is, zal Gods verontwaardiging nederkomen en hij zal eene gestrenge straf ondergaan.
16:107
ذٰلِكَ بِاَنَّهُمُ اسْتَحَبُّوا الْحَیٰوةَ الدُّنْیَا عَلَى الْاٰخِرَةِۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الْكٰفِرِیْنَ(۱۰۷)
Dit komt doordat zij het tegenwoordige leven boven het Hiernamaals hebben verkozen, en omdat Allah het ongelovige volk niet leidt.

Dit zal hun vonnis zijn, omdat zij het tegenwoordige leven boven het volgende hebben bemind en omdat God de ongeloovigen niet leidt.
16:108
اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ طَبَعَ اللّٰهُ عَلٰى قُلُوْبِهِمْ وَ سَمْعِهِمْ وَ اَبْصَارِهِمْۚ-وَ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْغٰفِلُوْنَ(۱۰۸)
Dezen zijn het op wier hart, oren en ogen Allah een zegel heeft gelegd. En dezen zijn de achtelozen.

Die zijn zij wier harten, gehoor en gezicht door God zijn verzegeld. Zij zijn zorgeloos;
16:109
لَا جَرَمَ اَنَّهُمْ فِی الْاٰخِرَةِ هُمُ الْخٰسِرُوْنَ(۱۰۹)
Dit zullen ongetwijfeld in het Hiernamaals de verliezers zijn.

Maar het is ontwijfelbaar, dat zij in het volgende leven zullen gestraft worden.
16:110
ثُمَّ اِنَّ رَبَّكَ لِلَّذِیْنَ هَاجَرُوْا مِنْۢ بَعْدِ مَا فُتِنُوْا ثُمَّ جٰهَدُوْا وَ صَبَرُوْۤاۙ-اِنَّ رَبَّكَ مِنْۢ بَعْدِهَا لَغَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ۠(۱۱۰)
Dan is uw Heer voorzeker voor degenen die ontvluchten, nadat zij worden vervolgd en ter wille van Allah hun best doen en geduld tonen, Vergevensgezind, Genadevol.

Uw Heer zal echter gunstig zijn voor degenen die hunne woning zijn ontvlucht, nadat zij waren vervolgd, en die door geweld genoodzaakt worden het geloof te verloochenen, en die tot verdediging van den waren godsdienst hebben gestreden, en met geduld zijn blijven volharden; waarlijk, voor hen zal uw Heer genadig en barmhartig zijn, nadat zij hunne oprechtheid zullen hebben betoond.
16:111
یَوْمَ تَاْتِیْ كُلُّ نَفْسٍ تُجَادِلُ عَنْ نَّفْسِهَا وَ تُوَفّٰى كُلُّ نَفْسٍ مَّا عَمِلَتْ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۱۱۱)
De dag waarop elke ziel voor zichzelf komt pleiten, dan zal elke ziel ten volle worden vergoed voor hetgeen zij deed en haar zal geen onrecht worden aangedaan.

Op een zekeren dag zal iedere ziel voor zich zelve pleiten, en iedere ziel zal beloond worden naar hetgeen zij zal hebben bedreven, en zij zal niet onrechtvaardig worden behandeld.
16:112
وَ ضَرَبَ اللّٰهُ مَثَلًا قَرْیَةً كَانَتْ اٰمِنَةً مُّطْمَىٕنَّةً یَّاْتِیْهَا رِزْقُهَا رَغَدًا مِّنْ كُلِّ مَكَانٍ فَكَفَرَتْ بِاَنْعُمِ اللّٰهِ فَاَذَاقَهَا اللّٰهُ لِبَاسَ الْجُوْ عِ وَ الْخَوْفِ بِمَا كَانُوْا یَصْنَعُوْنَ(۱۱۲)
En Allah geeft de gelijkenis van een stad, die in rust en vrede was en wier voorziening in overvloed van alle kanten tot haar kwam; maar zij was ondankbaar voor de gunsten van Allah en daarom deed Allah honger en vrees over haar komen voor hetgeen zij deed.

God stelt u als vergelijking eene stad voor, die veilig en rustig was, en tot welke de levensmiddelen van alle zijden in overvloed kwamen; maar zij verloochende, ondankbaar, Gods gunst, waardoor God haar buitengewone hongersnood en vrees deden gevoelen, om hetgeen zij had gedaan.
16:113
وَ لَقَدْ جَآءَهُمْ رَسُوْلٌ مِّنْهُمْ فَكَذَّبُوْهُ فَاَخَذَهُمُ الْعَذَابُ وَ هُمْ ظٰلِمُوْنَ(۱۱۳)
En er was inderdaad een boodschapper uit hun midden tot hen gekomen maar zij verloochenden hem, en daarom achterhaalde hen de straf, terwijl zij onrecht begingen.

En thans is uit hun midden een gezant gekomen tot de bewoners van Mekka, en zij beschuldigen hem van bedrog; daarom zal hun eene straf worden opgelegd, naardien zij onrechtvaardig handelen.
16:114
فَكُلُوْا مِمَّا رَزَقَكُمُ اللّٰهُ حَلٰلًا طَیِّبًا۪-وَّ اشْكُرُوْا نِعْمَتَ اللّٰهِ اِنْ كُنْتُمْ اِیَّاهُ تَعْبُدُوْنَ(۱۱۴)
Eet daarom van de wettige goede dingen waarvan Allah u heeft voorzien; en weest dankbaar voor de gunst van Allah, indien gij Hem alleen aanbidt.

Eet van hetgeen God u tot voedsel heeft gegeven, hetgeen nuttig en goed is, en wees dankbaar voor Gods goedheden, indien gij hem aanbidt.
16:115
اِنَّمَا حَرَّمَ عَلَیْكُمُ الْمَیْتَةَ وَ الدَّمَ وَ لَحْمَ الْخِنْزِیْرِ وَ مَاۤ اُهِلَّ لِغَیْرِ اللّٰهِ بِهٖۚ-فَمَنِ اضْطُرَّ غَیْرَ بَاغٍ وَّ لَا عَادٍ فَاِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۱۱۵)
Hij heeft alleen het gestorvene, bloed, varkensvlees en hetgeen waarover de naam van een ander dan Allah is aangeroepen voor u verboden. Maar voor hem, die door noodzaak wordt gedreven (om te eten) terwijl hij niet wil, noch de grens wil overschrijden, is Allah voorzeker Vergevensgezind, Genadevol.

Hij heeft u alleen het gebruik verboden van hetgeen dood is, en bloed en varkensvleesch, en hetgeen in den naam van een ander dan God is gedood. Maar omtrent hem, die door den nood gedwongen werd, van deze dingen te eten en die niet willens of opzettelijk zondigde, zal God zekerlijk genadig en barmhartig zijn.
16:116
وَ لَا تَقُوْلُوْا لِمَا تَصِفُ اَلْسِنَتُكُمُ الْكَذِبَ هٰذَا حَلٰلٌ وَّ هٰذَا حَرَامٌ لِّتَفْتَرُوْا عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَؕ-اِنَّ الَّذِیْنَ یَفْتَرُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَ لَا یُفْلِحُوْنَؕ(۱۱۶)
En zegt niet - vanwege de leugens die uw tong spreekt - "Dit is wettig en dat is onwettig.", om een leugen tegen Allah te verzinnen. Degenen, die een leugen tegen Allah verzinnen, slagen nooit.

En zeg niet, waarmede uwe tongen eene leugen uitdrukken: Dit is wettig en dit onwettig, om eene leugen nopens God uit te denken; want zij die iets nopens God uitdenken, zullen geen voorspoed genieten.
16:117
مَتَاعٌ قَلِیْلٌ۪-وَّ لَهُمْ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۱۱۷)
Een kort vermaak, maar er zal een smartelijke straf voor hen zijn.

Zij zullen slechts weinig genoegen in deze wereld smaken en in de volgende zullen zij eene pijnlijke marteling ondergaan.
16:118
وَ عَلَى الَّذِیْنَ هَادُوْا حَرَّمْنَا مَا قَصَصْنَا عَلَیْكَ مِنْ قَبْلُۚ-وَ مَا ظَلَمْنٰهُمْ وَ لٰكِنْ كَانُوْۤا اَنْفُسَهُمْ یَظْلِمُوْنَ(۱۱۸)
En Wij verboden voordien de Joden al hetgeen Wij u hebben vermeld. En Wij deden hun geen onrecht aan doch zij handelden onrechtvaardig jegens zichzelf.

Den Joden verboden wij wat wij u reeds vroeger verhaalden, en wij behandelden hen daarin niet onrechtvaardig; maar zij handelen zelven onrechtvaardig omtrent hunne eigene zielen.
16:119
ثُمَّ اِنَّ رَبَّكَ لِلَّذِیْنَ عَمِلُوا السُّوْٓءَ بِجَهَالَةٍ ثُمَّ تَابُوْا مِنْۢ بَعْدِ ذٰلِكَ وَ اَصْلَحُوْۤاۙ-اِنَّ رَبَّكَ مِنْۢ بَعْدِهَا لَغَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ۠(۱۱۹)
Uw Heer is voorzeker - voor degenen die in onwetendheid kwaad doen, en daarna berouw hebben en goed maken - Vergevensgezind, Genadevol.

Uw Heer zal genadig zijn omtrent dengenen die kwaad bedrijven door onwetendheid, en later berouw gevoelen en boete doen; waarlijk, voor hen zal uw Heer, na hun berouw, genadig en barmhartig zijn.
16:120
اِنَّ اِبْرٰهِیْمَ كَانَ اُمَّةً قَانِتًا لِّلّٰهِ حَنِیْفًاؕ-وَ لَمْ یَكُ مِنَ الْمُشْرِكِیْنَۙ(۱۲۰)
Abraham was inderdaad een voorbeeld van deugd, oprecht, gehoorzaam aan Allah en hij behoorde niet tot de afgodendienaren.

Abraham was een voorbeeld van waren godsdienstijver, gehoorzaam aan God en vroom. Hij was geen afgodendienaar.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلنَّحْل
اَلنَّحْل
  00:00



Download

اَلنَّحْل
اَلنَّحْل
  00:00



Download