READ
Surah An-Nahl
اَلنَّحْل
128 Ayaat مکیۃ
وَ الَّذِیْنَ هَاجَرُوْا فِی اللّٰهِ مِنْۢ بَعْدِ مَا ظُلِمُوْا لَنُبَوِّئَنَّهُمْ فِی الدُّنْیَا حَسَنَةًؕ-وَ لَاَجْرُ الْاٰخِرَةِ اَكْبَرُۘ-لَوْ كَانُوْا یَعْلَمُوْنَۙ(۴۱)
En degenen, die (hun) huizen ter wille van Allah hebben verlaten, nadat hun onrecht was aangedaan, Wij zullen hun voorzeker een goed tehuis in de wereld geven; waarlijk de beloning van het Hiernamaals is groter; wisten zij het slechts!
Wat hen betreft, die hun land zijn ontvloden voor Gods zaak, nadat zij onrechtvaardig waren vervolgd, waarlijk, wij zullen hun eene uitmuntende woning in deze wereld schenken; maar de belooning van het volgende leven zal grooter zijn. Indien zij dat slechts kenden!.
الَّذِیْنَ صَبَرُوْا وَ عَلٰى رَبِّهِمْ یَتَوَكَّلُوْنَ(۴۲)
(Voor) hen, die geduldig zijn en hun vertrouwen in hun Heer stellen.
Zij die met geduld volharden en hun vertrouwen in hunnen Heer stellen, zullen overvloed van geluk hebben, zoowel in dit leven als in het volgende.
وَ مَاۤ اَرْسَلْنَا مِنْ قَبْلِكَ اِلَّا رِجَالًا نُّوْحِیْۤ اِلَیْهِمْ فَسْــٴَـلُوْۤا اَهْلَ الذِّكْرِ اِنْ كُنْتُمْ لَا تَعْلَمُوْنَۙ(۴۳)
En Wij zonden v??r u, slechts mannen aan wie Wij een openbaring gaven - vraagt daarom aan degenen, die de vermaning bezitten als gij het niet weet - met duidelijke tekenen en geschriften.
Wij hebben vóór u niemand anders als onze gezanten gezonden, dan mannen, met welke wij door openbaring spraken. Vraag dus aan hen, die met de bewaring der schriften zijn belast, indien gij niet weet dat dit de waarheid is.
بِالْبَیِّنٰتِ وَ الزُّبُرِؕ-وَ اَنْزَلْنَاۤ اِلَیْكَ الذِّكْرَ لِتُبَیِّنَ لِلنَّاسِ مَا نُزِّلَ اِلَیْهِمْ وَ لَعَلَّهُمْ یَتَفَكَّرُوْنَ(۴۴)
En Wij hebben de vermaning tot u gezonden, opdat gij aan het mensdom moogt uitleggen hetgeen tot hen werd nedergezonden, zodat zij mogen nadenken.
Wij zonden hen met duidelijke wonderen en beschreven openbaringen, en wij hebben u dezen Koran gezonden, opdat gij den mensch zoudt verklaren wat hem reeds werd nedergezonden, en opdat hij zou nadenken.
اَفَاَمِنَ الَّذِیْنَ مَكَرُوا السَّیِّاٰتِ اَنْ یَّخْسِفَ اللّٰهُ بِهِمُ الْاَرْضَ اَوْ یَاْتِیَهُمُ الْعَذَابُ مِنْ حَیْثُ لَا یَشْعُرُوْنَۙ(۴۵)
Voelen degenen die boze plannen verzinnen, zich er dan veilig tegen dat Allah hen in de grond zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal komen vanwaar zij het niet bemerken?
Zijn zij, die kwaad tegen hunnen profeet hebben gesmeed, zeker, dat God de aarde onder hen niet zal doen vaneen splijten, of dat hen geene straf zal treffen, vanwaar zij die niet verwachten.
اَوْ یَاْخُذَهُمْ فِیْ تَقَلُّبِهِمْ فَمَا هُمْ بِمُعْجِزِیْنَۙ(۴۶)
Of dat Hij hen in hun handel en wandel zal treffen, zonder dat zij het kunnen verijdelen?
Of dat hij hen niet zal kastijden, als zij bezig zijn van eene plaats naar eene andere te reizen, of met arbeiden? Want zij zullen niet in staat zijn, Gods macht te verzwakken.
اَوْ یَاْخُذَهُمْ عَلٰى تَخَوُّفٍؕ-فَاِنَّ رَبَّكُمْ لَرَءُوْفٌ رَّحِیْمٌ(۴۷)
Of dat Hij hen geleidelijk ten onder zal brengen? Uw Heer is inderdaad Medelijdend, Genadevol.
Of dat hij hen niet zal kastijden door eene trapsgewijze vernietiging? Maar uw Heer is waarlijk genadig en barmhartig door u uitstel te verleenen.
اَوَ لَمْ یَرَوْا اِلٰى مَا خَلَقَ اللّٰهُ مِنْ شَیْءٍ یَّتَفَیَّؤُا ظِلٰلُهٗ عَنِ الْیَمِیْنِ وَ الشَّمَآىٕلِ سُجَّدًا لِّلّٰهِ وَ هُمْ دٰخِرُوْنَ(۴۸)
Hebben zij niet gezien dat de schaduwen van al hetgeen Allah heeft geschapen zich van rechts en links bewegen en zich voor Allah nederwerpen terwijl zij nederig zijn.
Beschouwen zij de dingen niet die God heeft geschapen, wier schaduwen naar de rechter- en linkerzijde worden geworpen, om God te aanbidden en zich voor hem neder te buigen?
وَ لِلّٰهِ یَسْجُدُ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِ مِنْ دَآبَّةٍ وَّ الْمَلٰٓىٕكَةُ وَ هُمْ لَا یَسْتَكْبِرُوْنَ(۴۹)
En wat ook in de Hemelen is en welk schepsel ook op aarde bestaat onderwerpt zich aan Allah alsmede de engelen, en zij (allen) tonen geen hoogmoed.
Alles wat zich, zoowel in den hemel als op de aarde, beweegt, die dieren en ook de engelen aanbidt God, en zij zijn niet door trotschheid opgeblazen.
یَخَافُوْنَ رَبَّهُمْ مِّنْ فَوْقِهِمْ وَ یَفْعَلُوْنَ مَا یُؤْمَرُوْنَ۠۩(۵۰)
Zij vrezen hun Heer boven hen en doen wat hun bevolen wordt.
Zij vreezen hunnen Heer, die boven hen is verheven, en doen wat hun bevolen is.
وَ قَالَ اللّٰهُ لَا تَتَّخِذُوْۤا اِلٰهَیْنِ اثْنَیْنِۚ-اِنَّمَا هُوَ اِلٰهٌ وَّاحِدٌۚ-فَاِیَّایَ فَارْهَبُوْنِ(۵۱)
Allah heeft gezegd: "Neemt geen twee goden. Er is slechts E?n God. Vreest daarom Mij alleen."
God zeide: Neemt geene twee goden onder u; want er is slechts één God, en vreest mij.
وَ لَهٗ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ لَهُ الدِّیْنُ وَاصِبًاؕ-اَفَغَیْرَ اللّٰهِ تَتَّقُوْنَ(۵۲)
En aan Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hem is voortdurende gehoorzaamheid verschuldigd. Wilt gij dan iets buiten Allah vrezen?
Hem behoort alles wat in den hemel en op de aarde is, en hem is de mensch eeuwig gehoorzaamheid schuldig. Zoudt gij dus iets buiten God vreezen?
وَ مَا بِكُمْ مِّنْ نِّعْمَةٍ فَمِنَ اللّٰهِ ثُمَّ اِذَا مَسَّكُمُ الضُّرُّ فَاِلَیْهِ تَجْــٴَـرُوْنَۚ(۵۳)
Welke zegeningen gij ook ontvangt, zij komen van Allah. En wanneer een kwelling over u komt, is het tot Hem dat gij om hulp roept.
Welke weldaden gij ook hebt ontvangen, zij zijn zekerlijk van God, en indien gij door het ongeluk bedroefd wordt, richt gij uwe smeekingen tot hem.
ثُمَّ اِذَا كَشَفَ الضُّرَّ عَنْكُمْ اِذَا فَرِیْقٌ مِّنْكُمْ بِرَبِّهِمْ یُشْرِكُوْنَۙ(۵۴)
Wanneer Hij dan uw kwelling van u verwijdert, ziet, dan vereenzelvigt een deel uwer andere (Goden) met hun Heer.
En indien hij u van het booze verlost, geeft een deel der uwen makkers aan hunnen Heer.
لِیَكْفُرُوْا بِمَاۤ اٰتَیْنٰهُمْؕ-فَتَمَتَّعُوْا- فَسَوْفَ تَعْلَمُوْنَ(۵۵)
Zodat zij ondankbaar zijn voor hetgeen Wij hun hebben geschonken. Geniet dan en weldra zult gij te weten komen.
Om hunne ondankbaarheid te betoonen voor de gunsten welke wij hun hebben geschonken. Verheugt u in de genietingen van dit leven; maar hier namaals zult gij weten, dat gij de goddelijke wraak niet kunt ontkomen.
وَ یَجْعَلُوْنَ لِمَا لَا یَعْلَمُوْنَ نَصِیْبًا مِّمَّا رَزَقْنٰهُمْؕ-تَاللّٰهِ لَتُسْــٴَـلُنَّ عَمَّا كُنْتُمْ تَفْتَرُوْنَ(۵۶)
En zij bestemmen een gedeelte van wat Wij hun hebben geschonken voor datgene, waarvan zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult zeker ondervraagd worden over al hetgeen gij hebt verzonnen.
En zij geven aan de afgoden, die geen verstand hebben, een deel van het voedsel dat wij hun hebben geschonken. Ik zweer u bij God, gij zult zekerlijk ter verantwoording worden geroepen, voor hetgeen gij verkeerdelijk hebt uitgedacht.
وَ یَجْعَلُوْنَ لِلّٰهِ الْبَنٰتِ سُبْحٰنَهٗۙ-وَ لَهُمْ مَّا یَشْتَهُوْنَ(۵۷)
En zij schrijven dochters aan Allah toe - Heilig is Hij - en zichzelf wat zij wensen (zonen).
Zij schrijven aan God dochters toe; dit zij ver van hem! en zij begeeren die niet voor zich zelven.
وَ اِذَا بُشِّرَ اَحَدُهُمْ بِالْاُنْثٰى ظَلَّ وَجْهُهٗ مُسْوَدًّا وَّ هُوَ كَظِیْمٌۚ(۵۸)
En wanneer aan ??n hunner (de geboorte) van een meisje wordt gemeld, verduistert zijn gezicht en hij is vol toorn.
En indien aan een hunner het bericht wordt gegeven van de geboorte eener dochter, wordt zijn aangezicht donker en hij is diep bedroefd.
یَتَوَارٰى مِنَ الْقَوْمِ مِنْ سُوْٓءِ مَا بُشِّرَ بِهٖؕ-اَیُمْسِكُهٗ عَلٰى هُوْنٍ اَمْ یَدُسُّهٗ فِی التُّرَابِؕ-اَلَا سَآءَ مَا یَحْكُمُوْنَ(۵۹)
Hij verbergt zich voor het volk vanwege het slechte nieuws dat hem is aangekondigd; zal hij haar in weerwil van schande behouden of haar in het stof begraven? Voorwaar, slecht is hetgeen zij besluiten.
Hij verbergt zich voor het volk, wegens de slechte tijding die hem is medegedeeld; bij zichzelven nadenkende, of hij er de schande van ondergaan, of haar in het stof begraven zal. Is hun oordeel niet slecht?
لِلَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِالْاٰخِرَةِ مَثَلُ السَّوْءِۚ-وَ لِلّٰهِ الْمَثَلُ الْاَعْلٰىؕ-وَ هُوَ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ۠(۶۰)
0
En die niet in het volgende leven gelooven, moet gij gelijk stellen met al het booze; maar vereenig God slechts met het meest verhevene; want hij is machtig en wijs.
وَ لَوْ یُؤَاخِذُ اللّٰهُ النَّاسَ بِظُلْمِهِمْ مَّا تَرَكَ عَلَیْهَا مِنْ دَآبَّةٍ وَّ لٰكِنْ یُّؤَخِّرُهُمْ اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّىۚ-فَاِذَا جَآءَ اَجَلُهُمْ لَا یَسْتَاْخِرُوْنَ سَاعَةً وَّ لَا یَسْتَقْدِمُوْنَ(۶۱)
En indien Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid zou straffen, zou Hij geen levend schepsel op aarde achterlaten, maar Hij geeft hun uitstel tot een vastgestelde termijn, en wanneer hun tijd is gekomen kunnen zij deze niet voor een enkel uur uitstellen of vervroegen.
Indien God de menschen voor hunne onrechtvaardigheid zou straffen, zou hij geen levend wezen op aarde laten; maar hij geeft hen uitstel tot een bepaalden tijd; en als hun tijd zal gekomen zijn, zullen zij geen uur uitstel ontvangen, en hunne straf zal ook niet vervroegd worden.
وَ یَجْعَلُوْنَ لِلّٰهِ مَا یَكْرَهُوْنَ وَ تَصِفُ اَلْسِنَتُهُمُ الْكَذِبَ اَنَّ لَهُمُ الْحُسْنٰىؕ-لَا جَرَمَ اَنَّ لَهُمُ النَّارَ وَ اَنَّهُمْ مُّفْرَطُوْنَ(۶۲)
En zij schrijven aan Allah toe waar zij niet van houden (dochters); hun tong spreekt leugen, nl. dat hun het beste gewordt. Ongetwijfeld komt het vuur hun toe waaraan zij zullen worden overgeleverd.
Zij schrijven aan God toe wat zij zelve haten, en hunne tongen spreken eene leugen uit, als zij zeggen, dat de belooning van het paradijs voor hen is bestemd. Er bestaat geen twijfel, of het vuur der hel voor hen is gereed gemaakt, en dat zij daarin zullen nedergeworpen worden, vóór het overige deel der zondaren.
تَاللّٰهِ لَقَدْ اَرْسَلْنَاۤ اِلٰۤى اُمَمٍ مِّنْ قَبْلِكَ فَزَیَّنَ لَهُمُ الشَّیْطٰنُ اَعْمَالَهُمْ فَهُوَ وَلِیُّهُمُ الْیَوْمَ وَ لَهُمْ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۶۳)
Bij Allah, Wij zonden (boodschappers) tot de volkeren die v??r u waren; maar Satan deed hun werken voor hen schoon schijnen. Daarom is hij nu (in deze wereld) hun vriend en (in het Hiernamaals) zullen zij een smartelijke straf ontvangen.
Ik zweer bij God, dat wij vroeger gezanten hebben gezonden tot de volkeren, die vóór u bestonden, maar Satan maakte hunne werken voor hen gereed; hij was hun schuts in deze wereld en in de volgende zullen zij eene gestrenge pijniging ondergaan.
وَ مَاۤ اَنْزَلْنَا عَلَیْكَ الْكِتٰبَ اِلَّا لِتُبَیِّنَ لَهُمُ الَّذِی اخْتَلَفُوْا فِیْهِۙ-وَ هُدًى وَّ رَحْمَةً لِّقَوْمٍ یُّؤْمِنُوْنَ(۶۴)
En Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden, opdat gij hun hetgeen waarover zij verschillen moogt uitleggen en tevens als leiding en barmhartigheid voor de mensen die geloven.
Wij hebben u den Koran met geen ander doel nedergezonden, dan dat gij hun de waarheid zoudt verklaren, waaromtrent zij thans verschillen, en tot leiding en genade voor hen die gelooven.
وَ اللّٰهُ اَنْزَلَ مِنَ السَّمَآءِ مَآءً فَاَحْیَا بِهِ الْاَرْضَ بَعْدَ مَوْتِهَاؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةً لِّقَوْمٍ یَّسْمَعُوْنَ۠(۶۵)
En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt. Daarin is voorzeker een teken voor een volk, dat wil luisteren,
God zendt water van den hemel neder en doet de aarde na haren dood herleven. Waarlijk, hierin is een teeken der opstanding, voor hen die luisteren.
وَ اِنَّ لَكُمْ فِی الْاَنْعَامِ لَعِبْرَةًؕ-نُسْقِیْكُمْ مِّمَّا فِیْ بُطُوْنِهٖ مِنْۢ بَیْنِ فَرْثٍ وَّ دَمٍ لَّبَنًا خَالِصًا سَآىٕغًا لِّلشّٰرِبِیْنَ(۶۶)
Ook het vee bevat voorzeker een les voor u. Wij geven u van hetgeen in hun buik is, van tussen het uitwerpsel en het bloed, n.l. melk, zuiver en aangenaam voor degenen die drinken,
Ook het vee is voor u een voorbeeld tot onderricht; wij geven u te drinken van hetgeen zich in zijn buik bevindt, tusschen verteerde stoffen en bloed; namelijk zuivere melk, die met genoegen wordt genoten door hen die haar drinken.
وَ مِنْ ثَمَرٰتِ النَّخِیْلِ وَ الْاَعْنَابِ تَتَّخِذُوْنَ مِنْهُ سَكَرًا وَّ رِزْقًا حَسَنًاؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةً لِّقَوْمٍ یَّعْقِلُوْنَ(۶۷)
En van de vrucht der dadelpalmen en druiven maakt gij een bedwelmende drank en een goed voedsel. Voorwaar, daarin is een teken voor een volk dat zijn verstand gebruikt.
En van de vruchten der palmboomen, en van de druiven verkrijgt gij een bedwelmenden drank en ook een goed voedsel. Waarlijk hierin is een teeken, voor hen die begrijpen willen.
وَ اَوْحٰى رَبُّكَ اِلَى النَّحْلِ اَنِ اتَّخِذِیْ مِنَ الْجِبَالِ بُیُوْتًا وَّ مِنَ الشَّجَرِ وَ مِمَّا یَعْرِشُوْنَۙ(۶۸)
En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): "Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men bouwt."
Uw Heer sprak door ingeving tot de bij, zeggende: Bouw u huizen in de bergen en in de boomen, en van de stoffen waarmede de menschen korven voor u bouwen.
ثُمَّ كُلِیْ مِنْ كُلِّ الثَّمَرٰتِ فَاسْلُكِیْ سُبُلَ رَبِّكِ ذُلُلًاؕ-یَخْرُ جُ مِنْۢ بُطُوْنِهَا شَرَابٌ مُّخْتَلِفٌ اَلْوَانُهٗ فِیْهِ شِفَآءٌ لِّلنَّاسِؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةً لِّقَوْمٍ یَّتَفَكَّرُوْنَ(۶۹)
"Eet dan van alle soorten vruchten en volgt onderdanig de wegen van uw Heer." Er komt uit hun buik een vloeistof (honing) van verschillende tinten voort waarin genezing is voor de mens. Voorzeker, daarin is een teken voor een volk dat nadenkt.
Eet van iedere vruchtsoort en wandel op de gebaande wegen van uwen Heer. Uit hare buiken komt eene vloeistof van verschillende kleur welke een geneesmiddel voor de menschen bevat. Waarlijk, hierin is een teeken voor hen die nadenken.
وَ اللّٰهُ خَلَقَكُمْ ثُمَّ یَتَوَفّٰىكُمْ ﳜ وَ مِنْكُمْ مَّنْ یُّرَدُّ اِلٰۤى اَرْذَلِ الْعُمُرِ لِكَیْ لَا یَعْلَمَ بَعْدَ عِلْمٍ شَیْــٴًـاؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلِیْمٌ قَدِیْرٌ۠(۷۰)
En Allah schept u, dan doet Hij u sterven, en er zijn sommigen onder u die een hoge ouderdom bereiken, waardoor zij na kennis te hebben vergaard, niets meer weten. Voorzeker, Allah is Alwetend, Almachtig.
God heeft u geschapen, en hij zal u later doen sterven, en het leven van menigen uwer zal tot een uitgeleefden ouderdom verlengd worden, zoodat hij alles zal vergeten wat hij wist; want God is wijs en machtig.
وَ اللّٰهُ فَضَّلَ بَعْضَكُمْ عَلٰى بَعْضٍ فِی الرِّزْقِۚ-فَمَا الَّذِیْنَ فُضِّلُوْا بِرَآدِّیْ رِزْقِهِمْ عَلٰى مَا مَلَكَتْ اَیْمَانُهُمْ فَهُمْ فِیْهِ سَوَآءٌؕ-اَفَبِنِعْمَةِ اللّٰهِ یَجْحَدُوْنَ(۷۱)
En Allah heeft sommigen uwer boven anderen in levensonderhoud bevoorrecht. Maar degenen die Hij bevoordeelde geven hun bezit niet aan hun ondergeschikten, zodat deze er gelijk in zullen worden. Willen zij de gunst van Allah dan verloochenen?
God doet sommigen uwer in wereldsche bezittingen boven anderen uitmunten; maar degenen welke hij doet uitmunten, geven hunne bezittingen niet aan hunne slaven, die door hunne rechterhand wordt bezeten, opdat zij gelijke bezitters daarvan worden. Loochenen zij daarom Gods weldaden?
وَ اللّٰهُ جَعَلَ لَكُمْ مِّنْ اَنْفُسِكُمْ اَزْوَاجًا وَّ جَعَلَ لَكُمْ مِّنْ اَزْوَاجِكُمْ بَنِیْنَ وَ حَفَدَةً وَّ رَزَقَكُمْ مِّنَ الطَّیِّبٰتِؕ-اَفَبِالْبَاطِلِ یُؤْمِنُوْنَ وَ بِنِعْمَتِ اللّٰهِ هُمْ یَكْفُرُوْنَۙ(۷۲)
En Allah heeft uit uw midden echtgenoten voor u gemaakt en heeft u van uw echtgenoten kinderen en kleinkinderen geschonken en u van goede dingen voorzien. Willen zij dan in valse dingen geloven en de gunst van Allah verloochenen?
God heeft u vrouwen gekozen onder de uwen en u van uwe vrouwen kinderen en kleinkinderen geschonken, en heeft u goede dingen tot voeding gegeven. Wilt gij dus gelooven in datgene wat ijdel is, en ondankbaar Gods goedheid loochenen?
وَ یَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ مَا لَا یَمْلِكُ لَهُمْ رِزْقًا مِّنَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ شَیْــٴًـا وَّ لَا یَسْتَطِیْعُوْنَۚ(۷۳)
En zij aanbidden naast Allah dingen (afgoden) die over hun levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel niet beschikken, noch enige macht bezitten.
Zij aanbidden naast God afgodsbeelden die niets bezitten, waarmede zij zich kunnen onderhouden, noch in den hemel, noch op aarde, en welke geene macht hebben.
فَلَا تَضْرِبُوْا لِلّٰهِ الْاَمْثَالَؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَعْلَمُ وَ اَنْتُمْ لَا تَعْلَمُوْنَ(۷۴)
Sehrijf daarom geen gelijken aan Allah toe. Voorzeker Allah weet (alles), en gij weet niets.
Vergelijk dus niets met God; want God weet alles en gij weet niets.
ضَرَبَ اللّٰهُ مَثَلًا عَبْدًا مَّمْلُوْكًا لَّا یَقْدِرُ عَلٰى شَیْءٍ وَّ مَنْ رَّزَقْنٰهُ مِنَّا رِزْقًا حَسَنًا فَهُوَ یُنْفِقُ مِنْهُ سِرًّا وَّ جَهْرًاؕ-هَلْ یَسْتَوٗنَؕ-اَلْحَمْدُ لِلّٰهِؕ-بَلْ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۷۵)
Allah geeft de gelijkenis van een slaaf, die nergens macht over heeft; en van iemand die Wij van een ruim levensonderhnud hebben voorzien, die er heimelijk en openlijk van besteedt. Zijn zij gelijk? Alle lof komt Allah toe! Maar de meesten hunner weten het niet.
God stelt u als eene vergelijking een slaaf voor, die over niets macht bezit en dengeen, wien wij een grooten voorraad hebben geschonken en die daarvan openlijk en heimelijk aalmoezen geeft; zullen deze beiden gelijk geschat worden? Goddank, neen! Maar het grootste deel der menschen weet het niet.
وَ ضَرَبَ اللّٰهُ مَثَلًا رَّجُلَیْنِ اَحَدُهُمَاۤ اَبْكَمُ لَا یَقْدِرُ عَلٰى شَیْءٍ وَّ هُوَ كَلٌّ عَلٰى مَوْلٰىهُۙ-اَیْنَمَا یُوَجِّهْهُّ لَا یَاْتِ بِخَیْرٍؕ-هَلْ یَسْتَوِیْ هُوَۙ-وَ مَنْ یَّاْمُرُ بِالْعَدْلِۙ-وَ هُوَ عَلٰى صِرَاطٍ مُّسْتَقِیْمٍ۠(۷۶)
En Allah geeft een gelijkenis van twee mannen: een hunner is stom, heeft nergens macht over en is een last voor zijn meester; waar hij hem ook heenzendt, hij brengt (hem) niets goeds mee. Kan deze gelijk zijn aan hem die rechtvaardigheid gelast en die zelf op het rechte pad is?
God stelt ook als eene vergelijking twee mannen voor, waarvan de een stom geboren, en niet in staat is iets te doen of te verstaan: maar een last voor zijn meester is: waarheen hij hem ook zende, hij zal hem niets goeds brengen. Zal deze man en hij die meester over zijne spraak is en verstaat, en die beveelt wat rechtvaardig is en den rechten weg volgt, gelijk geacht worden?
وَ لِلّٰهِ غَیْبُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-وَ مَاۤ اَمْرُ السَّاعَةِ اِلَّا كَلَمْحِ الْبَصَرِ اَوْ هُوَ اَقْرَبُؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ(۷۷)
En aan Allah behoort het Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het geval van het Uur is als een oogwenk, neen, het is nog sneller. Voorzeker, Allah heeft macht over alle dingen.
Aan God alleen is het geheim van hemel en aarde bekend. De handeling van het laatste uur zal zijn als de tijdruimte van een oogenblik, of wellicht nog spoediger; want God is almachtig.
وَ اللّٰهُ اَخْرَجَكُمْ مِّنْۢ بُطُوْنِ اُمَّهٰتِكُمْ لَا تَعْلَمُوْنَ شَیْــٴًـاۙ-وَّ جَعَلَ لَكُمُ السَّمْعَ وَ الْاَبْصَارَ وَ الْاَفْـٕدَةَۙ-لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُوْنَ(۷۸)
En Allah bracht u terwijl gij niets wist, uit de baarmoeder van uw moeder voort en gaf u oren, ogen en hart, opdat gij dankbaar moogt zijn.
God heeft u voortgebracht uit de ingewanden uwer moederen. Gij wist niets en hij gaf u de zintuigen van het gehoor en het gezicht, en het verstand, opdat gij dankbaar zoudt zijn.
اَلَمْ یَرَوْا اِلَى الطَّیْرِ مُسَخَّرٰتٍ فِیْ جَوِّ السَّمَآءِؕ-مَا یُمْسِكُهُنَّ اِلَّا اللّٰهُؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یُّؤْمِنُوْنَ(۷۹)
Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf van de hemel in onderdanigheid worden gehouden? Niemand houdt ze tegen dan Allah. Voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven.
Hebt gij een blik geworpen op de vogelen, die de lucht doorklieven? God alleen kan hunne vlucht stuiten; niemand beschut hen buiten God. Waarlijk, hierin zijn teekens voor hen die gelooven.
وَ اللّٰهُ جَعَلَ لَكُمْ مِّنْۢ بُیُوْتِكُمْ سَكَنًا وَّ جَعَلَ لَكُمْ مِّنْ جُلُوْدِ الْاَنْعَامِ بُیُوْتًا تَسْتَخِفُّوْنَهَا یَوْمَ ظَعْنِكُمْ وَ یَوْمَ اِقَامَتِكُمْۙ-وَ مِنْ اَصْوَافِهَا وَ اَوْبَارِهَا وَ اَشْعَارِهَاۤ اَثَاثًا وَّ مَتَاعًا اِلٰى حِیْنٍ(۸۰)
En Allah heeft van uw huizen een rustplaats voor u gemaakt, ook heeft Hij van de huiden van het vee woonplaatsen voor u gemaakt die gij licht vindt, op de tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt maakt; en van hun wol, hun vachten en hun haar maakt gij meubelen en gebruiksartikelen, voor een (bepaalde) tijd.
God heeft u ook huizen gegeven, om tot woningen voor u te dienen en heeft ook uwe tenten van dierenhuiden voorzien, die licht zijn, om op den dag van uw vertrek naar andere plaatsen overgebracht te worden, en gemakkelijk te spannen op den dag, dat gij er in woont; hij heeft u voorzien van wol, bont en haar van uw vee; van kleederen en benoodigdheden voor tijdelijk gebruik.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan