READ

Surah Al-Israa

بَنِیْٓ اِسْرَآءِیْل
111 Ayaat    مکیۃ


17:81
وَ قُلْ جَآءَ الْحَقُّ وَ زَهَقَ الْبَاطِلُؕ-اِنَّ الْبَاطِلَ كَانَ زَهُوْقًا(۸۱)
En zeg: "Waarheid is gekomen en leugen is verdwenen. En de leugen is inderdaad onderhevig om te verdwijnen.
17:82
وَ نُنَزِّلُ مِنَ الْقُرْاٰنِ مَا هُوَ شِفَآءٌ وَّ رَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِیْنَۙ-وَ لَا یَزِیْدُ الظّٰلِمِیْنَ اِلَّا خَسَارًا(۸۲)
En van de Koran openbaren Wij hetgeen een geneesmiddel en een genade is voor de gelovigen; doch voor de onrechtvaardigen vergroot het slechts het verlies.
17:83
وَ اِذَاۤ اَنْعَمْنَا عَلَى الْاِنْسَانِ اَعْرَضَ وَ نَاٰ بِجَانِبِهٖۚ-وَ اِذَا مَسَّهُ الشَّرُّ كَانَ یَـٴُـوْسًا (۸۳)
En wanneer Wij de mens gunsten bewijzen wendt hij zich af en gaat terzijde en wanneer kwaad hem achterhaalt wordt hij wanhopig.
17:84
قُلْ كُلٌّ یَّعْمَلُ عَلٰى شَاكِلَتِهٖؕ-فَرَبُّكُمْ اَعْلَمُ بِمَنْ هُوَ اَهْدٰى سَبِیْلًا۠(۸۴)
Zeg: "Ieder handelt op zijn eigen wijze maar uw Heer weet het goed, wie op het rechte pad het best zijn geleid."
17:85
وَ یَسْــٴَـلُوْنَكَ عَنِ الرُّوْحِؕ-قُلِ الرُّوْحُ مِنْ اَمْرِ رَبِّیْ وَ مَاۤ اُوْتِیْتُمْ مِّنَ الْعِلْمِ اِلَّا قَلِیْلًا(۸۵)
En zij stellen u vragen betreffende de Geest. Zeg: "De Geest is op bevel van mijn Heer: en er is u slechts een weinig kennis van gegeven."
17:86
وَ لَىٕنْ شِئْنَا لَنَذْهَبَنَّ بِالَّذِیْۤ اَوْحَیْنَاۤ اِلَیْكَ ثُمَّ لَا تَجِدُ لَكَ بِهٖ عَلَیْنَا وَكِیْلًاۙ(۸۶)
En als Wij wilden, zouden Wij hetgeen Wij u hebben geopenbaard zeker weg kunnen nemen, dan zoudt gij daarin tegen Ons geen helper vinden;
17:87
اِلَّا رَحْمَةً مِّنْ رَّبِّكَؕ-اِنَّ فَضْلَهٗ كَانَ عَلَیْكَ كَبِیْرًا(۸۷)
Doch (dit is) een barmhartigheid van uw Heer, voorwaar, Zijn genade jegens u is groot.
17:88
قُلْ لَّىٕنِ اجْتَمَعَتِ الْاِنْسُ وَ الْجِنُّ عَلٰۤى اَنْ یَّاْتُوْا بِمِثْلِ هٰذَا الْقُرْاٰنِ لَا یَاْتُوْنَ بِمِثْلِهٖ وَ لَوْ كَانَ بَعْضُهُمْ لِبَعْضٍ ظَهِیْرًا(۸۸)
Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen, teneinde het gelijke van deze Koran voort te brengen, zullen zij het gelijke daarvan niet kunnen voortbrengen ook al zouden zij elkanders helpers zijn."
17:89
وَ لَقَدْ صَرَّفْنَا لِلنَّاسِ فِیْ هٰذَا الْقُرْاٰنِ مِنْ كُلِّ مَثَلٍ٘-فَاَبٰۤى اَكْثَرُ النَّاسِ اِلَّا كُفُوْرًا(۸۹)
En voorzeker Wij hebben voor de mensen in deze Koran allerlei gelijkenissen herhaaldelijk vermeld, doch de meeste mensen tonen slechts ondankbaarheid.
17:90
وَ قَالُوْا لَنْ نُّؤْمِنَ لَكَ حَتّٰى تَفْجُرَ لَنَا مِنَ الْاَرْضِ یَنْۢبُوْعًاۙ(۹۰)
En zij zeggen: "Wij zullen in u stellig niet geloven voordat gij voor ons een bron doet ontspringen aan de aarde."
17:91
اَوْ تَكُوْنَ لَكَ جَنَّةٌ مِّنْ نَّخِیْلٍ وَّ عِنَبٍ فَتُفَجِّرَ الْاَنْهٰرَ خِلٰلَهَا تَفْجِیْرًاۙ(۹۱)
"Of tenzij gij een tuin hebt met dadelpalmen en wijnranken en in het midden daarvan stromen doet vloeien."
17:92
اَوْ تُسْقِطَ السَّمَآءَ كَمَا زَعَمْتَ عَلَیْنَا كِسَفًا اَوْ تَاْتِیَ بِاللّٰهِ وَ الْمَلٰٓىٕكَةِ قَبِیْلًاۙ(۹۲)
"Of tenzij gij de hemel in stukken op ons doet nedervallen zoals gij hebt beweerd of tenzij gij Allah en de engelen v??r ons brengt."
17:93
اَوْ یَكُوْنَ لَكَ بَیْتٌ مِّنْ زُخْرُفٍ اَوْ تَرْقٰى فِی السَّمَآءِؕ-وَ لَنْ نُّؤْمِنَ لِرُقِیِّكَ حَتّٰى تُنَزِّلَ عَلَیْنَا كِتٰبًا نَّقْرَؤُهٗؕ-قُلْ سُبْحَانَ رَبِّیْ هَلْ كُنْتُ اِلَّا بَشَرًا رَّسُوْلًا۠(۹۳)
"Of tenzij gij een huis hebt van goud, of tenzij gij ten hemel stijgt, maar wij zullen in uw hemelvaart niet geloven tenzij gij ons een boek nederzendt dat wij kunnen lezen." Zeg: "Glorie zij mijn Heer: ik ben slechts mens en boodschapper!"
17:94
وَ مَا مَنَعَ النَّاسَ اَنْ یُّؤْمِنُوْۤا اِذْ جَآءَهُمُ الْهُدٰۤى اِلَّاۤ اَنْ قَالُوْۤا اَبَعَثَ اللّٰهُ بَشَرًا رَّسُوْلًا(۹۴)
En niets heeft de mensen belet te geloven toen de leiding tot hen kwam dan het feit dat zij zeiden: "Heeft Allah een mens als boodschapper gezonden?"
17:95
قُلْ لَّوْ كَانَ فِی الْاَرْضِ مَلٰٓىٕكَةٌ یَّمْشُوْنَ مُطْمَىٕنِّیْنَ لَنَزَّلْنَا عَلَیْهِمْ مِّنَ السَّمَآءِ مَلَكًا رَّسُوْلًا(۹۵)
Zeg: "Hadden er op aarde engelen in vrede en rust rondgelopen dan zouden Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper tot hen hebben gezonden."
17:96
قُلْ كَفٰى بِاللّٰهِ شَهِیْدًۢا بَیْنِیْ وَ بَیْنَكُمْؕ-اِنَّهٗ كَانَ بِعِبَادِهٖ خَبِیْرًۢا بَصِیْرًا(۹۶)
Zeg: "Voldoende is Allah als getuige tussen u en mij; voorwaar Hij weet en ziet alles betreffende Zijn dienaren."
17:97
وَ مَنْ یَّهْدِ اللّٰهُ فَهُوَ الْمُهْتَدِۚ-وَ مَنْ یُّضْلِلْ فَلَنْ تَجِدَ لَهُمْ اَوْلِیَآءَ مِنْ دُوْنِهٖؕ-وَ نَحْشُرُهُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ عَلٰى وُجُوْهِهِمْ عُمْیًا وَّ بُكْمًا وَّ صُمًّاؕ-مَاْوٰىهُمْ جَهَنَّمُؕ-كُلَّمَا خَبَتْ زِدْنٰهُمْ سَعِیْرًا(۹۷)
En hij die Allah leidt, is goed geleid, doch voor hem die Hij laat dwalen zult gij buiten Hem geen helper vinden. En Wij zullen hen verzamelen op de Dag der Opstanding, op hun aangezicht, blind, stom en doof voorover liggend. Hun verblijfplaats zal de hel zijn; telkenmale als het Vuur afneemt, zullen Wij de vlam voor hen aanwakkeren.
17:98
ذٰلِكَ جَزَآؤُهُمْ بِاَنَّهُمْ كَفَرُوْا بِاٰیٰتِنَا وَ قَالُوْۤا ءَاِذَا كُنَّا عِظَامًا وَّ رُفَاتًا ءَاِنَّا لَمَبْعُوْثُوْنَ خَلْقًا جَدِیْدًا(۹۸)
Dat is hun vergelding, daar zij Onze woorden verwierpen en zeiden: "Zullen wij indien wij beenderen en stof zijn geworden werkelijk worden opgewekt in een nieuwe schepping?"
17:99
اَوَ لَمْ یَرَوْا اَنَّ اللّٰهَ الَّذِیْ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ قَادِرٌ عَلٰۤى اَنْ یَّخْلُقَ مِثْلَهُمْ وَ جَعَلَ لَهُمْ اَجَلًا لَّا رَیْبَ فِیْهِؕ-فَاَبَى الظّٰلِمُوْنَ اِلَّا كُفُوْرًا(۹۹)
Zien zij niet in, dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte is hun evenbeeld te scheppen? Hij heeft voor hen een termijn vastgesteld waaromtrent geen twijfel bestaat. Doch de onrechtvaardigen tonen slechts ondankbaarheid.
17:100
قُلْ لَّوْ اَنْتُمْ تَمْلِكُوْنَ خَزَآىٕنَ رَحْمَةِ رَبِّیْۤ اِذًا لَّاَمْسَكْتُمْ خَشْیَةَ الْاِنْفَاقِؕ-وَ كَانَ الْاِنْسَانُ قَتُوْرًا۠(۱۰۰)
Zeg: "Indien gij de schatten der barmhartigheid van mijn Heer bezat zoudt gij ze zeker terughouden uit vrees dat ze uitgeput zouden worden. Waarlijk, de mens is vrekkig."
17:101
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا مُوْسٰى تِسْعَ اٰیٰتٍۭ بَیِّنٰتٍ فَسْــٴَـلْ بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ اِذْ جَآءَهُمْ فَقَالَ لَهٗ فِرْعَوْنُ اِنِّیْ لَاَظُنُّكَ یٰمُوْسٰى مَسْحُوْرًا(۱۰۱)
En voorwaar, wij schonken Mozes negen duidelijke tekenen. Vraag dit aan de kinderen van Isra?l. Toen hij tot hen kwam, zeide Pharao tot hem: "Ik geloof, O Mozes, dat gij een betoverd mens zijt."
17:102
قَالَ لَقَدْ عَلِمْتَ مَاۤ اَنْزَلَ هٰۤؤُلَآءِ اِلَّا رَبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ بَصَآىٕرَۚ-وَ اِنِّیْ لَاَظُنُّكَ یٰفِرْعَوْنُ مَثْبُوْرًا(۱۰۲)
Hij zeide: "Voorzeker gij weet dat niemand anders dan de Heer der Hemelen en der aarde deze tekenen heeft gezonden; en ik ben zeker dat gij, o Pharao, te gronde gaat."
17:103
فَاَرَادَ اَنْ یَّسْتَفِزَّهُمْ مِّنَ الْاَرْضِ فَاَغْرَقْنٰهُ وَ مَنْ مَّعَهٗ جَمِیْعًاۙ(۱۰۳)
Derhalve besloot hij hem uit het land te verwijderen; doch Wij deden hem en die met hem waren allen tezamen verdrinken.
17:104
وَّ قُلْنَا مِنْۢ بَعْدِهٖ لِبَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ اسْكُنُوا الْاَرْضَ فَاِذَا جَآءَ وَعْدُ الْاٰخِرَةِ جِئْنَا بِكُمْ لَفِیْفًاؕ(۱۰۴)
En Wij zeiden na hem tot de kinderen van Isra?l: "Blijft gij in het land en wanneer de laatste belofte komt zullen Wij u allen tezamen brengen."
17:105
وَ بِالْحَقِّ اَنْزَلْنٰهُ وَ بِالْحَقِّ نَزَلَؕ-وَ مَاۤ اَرْسَلْنٰكَ اِلَّا مُبَشِّرًا وَّ نَذِیْرًاۘ(۱۰۵)
En voorwaar, Wij hebben dit geopenbaard en met waarheid is hij (de Koran) nedergedaald. En Wij hebben u slechts als een brenger van blijde tijdingen en als waarschuwer gezonden.
17:106
وَ قُرْاٰنًا فَرَقْنٰهُ لِتَقْرَاَهٗ عَلَى النَّاسِ عَلٰى مُكْثٍ وَّ نَزَّلْنٰهُ تَنْزِیْلًا(۱۰۶)
En Wij hebben u de Koran verduidelijkt opdat gij hem geleidelijk aan de mensheid mocht verkondigen en Wij hebben hem in gedeelten gezonden.
17:107
قُلْ اٰمِنُوْا بِهٖۤ اَوْ لَا تُؤْمِنُوْاؕ-اِنَّ الَّذِیْنَ اُوْتُوا الْعِلْمَ مِنْ قَبْلِهٖۤ اِذَا یُتْلٰى عَلَیْهِمْ یَخِرُّوْنَ لِلْاَذْقَانِ سُجَّدًاۙ(۱۰۷)
Zeg: "Hetzij gij er wel of niet in gelooft, degenen aan wie voordien kennis was geschonken werpen zich met hun aangezicht ter aarde wanneer deze hun wordt voorgelezen;
17:108
وَّ یَقُوْلُوْنَ سُبْحٰنَ رَبِّنَاۤ اِنْ كَانَ وَعْدُ رَبِّنَا لَمَفْعُوْلًا(۱۰۸)
En zeggen: "Glorie zij onze Heer. De belofte van onze Heer moest worden vervuld."
17:109
وَ یَخِرُّوْنَ لِلْاَذْقَانِ یَبْكُوْنَ وَ یَزِیْدُهُمْ خُشُوْعًا۩(۱۰۹)
Wenend vallen zij op hun aangezicht neder en het vermeerdert hun nederigheid.
17:110
قُلِ ادْعُوا اللّٰهَ اَوِ ادْعُوا الرَّحْمٰنَؕ-اَیًّا مَّا تَدْعُوْا فَلَهُ الْاَسْمَآءُ الْحُسْنٰىۚ-وَ لَا تَجْهَرْ بِصَلَاتِكَ وَ لَا تُخَافِتْ بِهَا وَ ابْتَغِ بَیْنَ ذٰلِكَ سَبِیْلًا(۱۱۰)
Zeg: "Roept Allah aan of roept Rahmaan aan, bij welke naam gij Hem ook noemt, Hij heeft de schoonste namen." En zeg uw gebed niet te luid en evenmin te zacht, doch zoek een middenweg.
17:111
وَ قُلِ الْحَمْدُ لِلّٰهِ الَّذِیْ لَمْ یَتَّخِذْ وَلَدًا وَّ لَمْ یَكُنْ لَّهٗ شَرِیْكٌ فِی الْمُلْكِ وَ لَمْ یَكُنْ لَّهٗ وَلِیٌّ مِّنَ الذُّلِّ وَ كَبِّرْهُ تَكْبِیْرًا۠(۱۱۱)
Zeg: "Alle lof komt Allah toe Die Zich geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft in Zijn Koninkrijk noch heeft Hij enige helper wegens zwakheid." En verkondig Zijn Grootheid.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

بَنِیْٓ اِسْرَآءِیْل
بَنِیْٓ اِسْرَآءِیْل
  00:00



Download

بَنِیْٓ اِسْرَآءِیْل
بَنِیْٓ اِسْرَآءِیْل
  00:00



Download