READ

Surah Al-Furqan

اَلْفُرْقَان
77 Ayaat    مکیۃ


25:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
25:1
تَبٰرَكَ الَّذِیْ نَزَّلَ الْفُرْقَانَ عَلٰى عَبْدِهٖ لِیَكُوْنَ لِلْعٰلَمِیْنَ نَذِیْرَ ﰳاۙ (۱)
Gezegend is Hij, die de Forqaan (het onderscheid) aan Zijn dienaar heeft neder gezonden, opdat hij een waarschuwer moge zijn voor alle volkeren.

Gezegend is Degene Die de Foerqân (de Koran) heeft neergezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn.
25:2
الَّذِیْ لَهٗ مُلْكُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ لَمْ یَتَّخِذْ وَلَدًا وَّ لَمْ یَكُنْ لَّهٗ شَرِیْكٌ فِی الْمُلْكِ وَ خَلَقَ كُلَّ شَیْءٍ فَقَدَّرَهٗ تَقْدِیْرًا(۲)
Aan Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde toebehoort, Hij heeft zich geen zoon genomen noch heeft Hij een mededinger in Zijn Koninkrijk, Hij heeft alles geschapen, en het de juiste maat gegeven.

Hij is Degene aan wie het koninkrijk van de hemelen en de aarde toebehoort. En Hij neemt Zich nooit een zoon en Hij heeft geen deelgenoot in het koninkrijk. En Hij schiep alles en Hij bepaalt alles nauwkeurig.
25:3
وَ اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِهٖۤ اٰلِهَةً لَّا یَخْلُقُوْنَ شَیْــٴًـا وَّ هُمْ یُخْلَقُوْنَ وَ لَا یَمْلِكُوْنَ لِاَنْفُسِهِمْ ضَرًّا وَّ لَا نَفْعًا وَّ لَا یَمْلِكُوْنَ مَوْتًا وَّ لَا حَیٰوةً وَّ لَا نُشُوْرًا(۳)
Toch hebben zij (de mensen) naast Hem goden genomen die niets kunnen scheppen, doch zelf geschapen zijn, en die geen macht hebben om zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht hebben over dood, leven of opstanding.

Toch namen zij naast Hem goden die niets schiepen en die niet bij machte zijn zelf kwaad (af te wenden) en goed (te doen) en geen macht hebben over leven en niet over de dood en over het opwekken.
25:4
وَ قَالَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْۤا اِنْ هٰذَاۤ اِلَّاۤ اِفْكُ-ﰳافْتَرٰىهُ وَ اَعَانَهٗ عَلَیْهِ قَوْمٌ اٰخَرُوْنَۚۛ-فَقَدْ جَآءُوْ ظُلْمًا وَّ زُوْرًاۚۛ(۴)
De ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan een leugen, die hij (de Profeet) verzonnen heeft en andere mensen hebben hem er bij geholpen." Maar zij uiten daarmee onrechtvaardigheid en leugen.

En degenen die ongelovig zijn, zeggen: "Dit is slechts een leugen die hij verzonnen heeft en waar een ander volk hem bij geholpen heeft." Waarlijk, zij kwamen met onrecht en leugens.
25:5
وَ قَالُوْۤا اَسَاطِیْرُ الْاَوَّلِیْنَ اكْتَتَبَهَا فَهِیَ تُمْلٰى عَلَیْهِ بُكْرَةً وَّ اَصِیْلًا(۵)
0

En zij zeiden: "(Dit zijn) fabels van de vroegeren die hij heeft laten opschrijven en zij worden hem 's morgens en 's avonds voorgelezen.
25:6
قُلْ اَنْزَلَهُ الَّذِیْ یَعْلَمُ السِّرَّ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-اِنَّهٗ كَانَ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۶)
Zeg: "Hij, Die de geheimen der hemelen en der aarde kent, heeft het nedergezonden. Waarlijk, Hij is Vergevensgezind, Genadevol."

Zeg (O Moehammad): "Hij heeft hem (de Koran) neergezonden, Degene Die het geheim in de hemelen en op de aarde kent. Voorwaar, Hij is Vergevensgezind, Meest Barmhartig."
25:7
وَ قَالُوْا مَالِ هٰذَا الرَّسُوْلِ یَاْكُلُ الطَّعَامَ وَ یَمْشِیْ فِی الْاَسْوَاقِؕ-لَوْ لَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْهِ مَلَكٌ فَیَكُوْنَ مَعَهٗ نَذِیْرًاۙ(۷)
En zij zeggen: "Wat voor boodschapper is deze die voedsel gebruikt en op straat wandelt? Waarom is geen engel tot hem nedergezonden om met hem een waarschuwer te zijn?

En zij zeiden: "Wat is dat voor Boodschapper, die voedsel eet en op de markten rondgaat, waarom is hem geen Engel gezonden, zodat hij niet hem een waarschuwer is?
25:8
اَوْ یُلْقٰۤى اِلَیْهِ كَنْزٌ اَوْ تَكُوْنُ لَهٗ جَنَّةٌ یَّاْكُلُ مِنْهَاؕ-وَ قَالَ الظّٰلِمُوْنَ اِنْ تَتَّبِعُوْنَ اِلَّا رَجُلًا مَّسْحُوْرًا(۸)
Ofwel een schat had tot hem nedergeworpen moeten worden of hij had een tuin moeten hebben om (de vruchten) er van te eten." En de onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een betoverd man!"

Of is hem geen schat geschonken of heeft hij geen tuin, waar hij van kan eten?" En de onrechtvaardigen zeiden: "Jullie volgen slechts een bezeten man."
25:9
اُنْظُرْ كَیْفَ ضَرَبُوْا لَكَ الْاَمْثَالَ فَضَلُّوْا فَلَا یَسْتَطِیْعُوْنَ سَبِیْلًا۠(۹)
Zie, wat voor verhalen zij over u doen, zij zijn verdwaald en kunnen de rechte weg niet vinden.

Zie hoe zij niet jou vergelijkingen maken; zij dwalen en zijn niet in staat een weg (te vinden).
25:10
تَبٰرَكَ الَّذِیْۤ اِنْ شَآءَ جَعَلَ لَكَ خَیْرًا مِّنْ ذٰلِكَ جَنّٰتٍ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُۙ-وَ یَجْعَلْ لَّكَ قُصُوْرًا(۱۰)
Gezegend is Hij Die, indien Hij het wil u iets beters dan dat alles zal schenken - tuinen, waar doorheen rivieren stromen, en ook paleizen.

Gezegend is Degene Die, als Hij dat wil, jou beter dan dat schenkt: tuinen waar onder door de rivieren stromen en Hij schenkt jou paleizen.
25:11
بَلْ كَذَّبُوْا بِالسَّاعَةِ- وَ اَعْتَدْنَا لِمَنْ كَذَّبَ بِالسَّاعَةِ سَعِیْرًاۚ(۱۱)
Neen, zij verloochenen het Uur en voor degenen die dat Uur verloochenen hebben Wij een laaiend Vuur bereid.

Maar nee, zij loochenen het Uur. En Wij hebben voor wie het Uur loochent een laaiend vuur (de Hel) gereedgemaakt.
25:12
اِذَا رَاَتْهُمْ مِّنْ مَّكَانٍۭ بَعِیْدٍ سَمِعُوْا لَهَا تَغَیُّظًا وَّ زَفِیْرًا(۱۲)
Wanneer de hel hen vanuit de verte zal zien, zullen zij het woeden en razen horen.

Wanneer dat (vuur) hen van een verre plaats ziet horen zij haar gesteun en gekrijs.
25:13
وَ اِذَاۤ اُلْقُوْا مِنْهَا مَكَانًا ضَیِّقًا مُّقَرَّنِیْنَ دَعَوْا هُنَالِكَ ثُبُوْرًاؕ(۱۳)
En wanneer zij, aan elkander geketend, op een kleine ruimte daarvan zullen worden geworpen, zullen zij daar om vernietiging roepen.

En wanneer zij er gebonden uitgeworpen werden naar een enge plaats, dan smeken zij daar om vernietiging.
25:14
لَا تَدْعُوا الْیَوْمَ ثُبُوْرًا وَّاحِدًا وَّ ادْعُوْا ثُبُوْرًا كَثِیْرًا(۱۴)
"Roept niet ??nmaal om vernietiging doch roept er keer op keer om."

Smeekt op die Dag niet om één vernietiging, smeekt om vele vernietigingen!
25:15
قُلْ اَذٰلِكَ خَیْرٌ اَمْ جَنَّةُ الْخُلْدِ الَّتِیْ وُعِدَ الْمُتَّقُوْنَؕ-كَانَتْ لَهُمْ جَزَآءً وَّ مَصِیْرًا(۱۵)
Zeg: "Is dit beter of de tuin der eeuwigheid die de rechtvaardigen is beloofd? Deze zal hun loon en hun toevlucht zijn."

Zeg: "Is dat beter of de eeuwige tuin (het Paradijs) die aan de Moettaqôen beloofd is? Het is voor hen een beloning en een eindbestemming."
25:16
لَهُمْ فِیْهَا مَا یَشَآءُوْنَ خٰلِدِیْنَؕ-كَانَ عَلٰى رَبِّكَ وَعْدًا مَّسْـُٔوْلًا(۱۶)
Zij zullen er alles in ontvangen waar zij naar verlangen en zij zullen er blijvend vertoeven. Dit is een belofte van uw Heer waar om gevraagd mag worden.

Voor hen is daarin alles wat zij wensen; eeuwig levend (daarin): het is een belofte van jouw Heer, waarnaar gevraagd mag worden.
25:17
وَ یَوْمَ یَحْشُرُهُمْ وَ مَا یَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ فَیَقُوْلُ ءَاَنْتُمْ اَضْلَلْتُمْ عِبَادِیْ هٰۤؤُلَآءِ اَمْ هُمْ ضَلُّوا السَّبِیْلَؕ(۱۷)
En de Dag waarop Hij de ongelovigen en degenen die zij naast Allah aanbidden zal verzamelen, zal Hij vragen: "Waart gij het, die deze mijn dienaren deedt dwalen, of dwaalden zij zelf van het rechte pad af?"

En op de Dag waarop Hij hen en wat zij naast Allah aanbidden zal verzamelen, zal Hij zeggen: jullie het, die Mijn dienaren deden dwalen, of zijn zij zelf van de Weg gedwaald?"
25:18
قَالُوْا سُبْحٰنَكَ مَا كَانَ یَنْۢبَغِیْ لَنَاۤ اَنْ نَّتَّخِذَ مِنْ دُوْنِكَ مِنْ اَوْلِیَآءَ وَ لٰكِنْ مَّتَّعْتَهُمْ وَ اٰبَآءَهُمْ حَتّٰى نَسُوا الذِّكْرَۚ-وَ كَانُوْا قَوْمًۢا بُوْرًا(۱۸)
Zij zullen antwoorden: "Ere zij U; Het betaamde ons niet andere beschermers dan U te nemen, maar Gij hebt hen en hun vaderen doen genieten totdat zij de aanmaning vergaten en een verloren volk werden."

Zij zullen zeggen: "Heilig bent U, het past ons niet dat wij buiten U beschermers genomen hebben, maar U hebt hen en hun vaderen laten genieten totdat zij de vermaning vergaten en een vernietigd volk geworden waren."
25:19
فَقَدْ كَذَّبُوْكُمْ بِمَا تَقُوْلُوْنَۙ-فَمَا تَسْتَطِیْعُوْنَ صَرْفًا وَّ لَا نَصْرًاۚ-وَ مَنْ یَّظْلِمْ مِّنْكُمْ نُذِقْهُ عَذَابًا كَبِیْرًا(۱۹)
Zo hebben dezen wat gij zegt, verloochend, zodat gij de straf niet kunt afwenden of hen helpen. En wie onder u onrechtvaardig is, Wij zullen hem een zware straf doen ondergaan.

(Allah zal zeggen:) "Zij hebben jullie van leugens beticht over wat jullie zeiden. Jullie zijn niet in staat (de bestraffing) af te wenden en (er is) geen hulp. En wie van jullie onrecht pleegt: hem doen Wij de grootste bestraffing proeven."
25:20
وَ مَاۤ اَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِنَ الْمُرْسَلِیْنَ اِلَّاۤ اِنَّهُمْ لَیَاْكُلُوْنَ الطَّعَامَ وَ یَمْشُوْنَ فِی الْاَسْوَاقِؕ-وَ جَعَلْنَا بَعْضَكُمْ لِبَعْضٍ فِتْنَةًؕ-اَتَصْبِرُوْنَۚ-وَ كَانَ رَبُّكَ بَصِیْرًا۠(۲۰)
En Wij zonden nooit boodschappers v??r u, of zij gebruikten voedsel en liepen op straat. En Wij gebruiken sommigen uwer tot een beproeving voor anderen. Zult gij geduldig zijn? Want uw Heer is Alziende.

En Wij zonden geen Boodschappers vóór jou, of zij aten voedsel en zij gingen op de markten rond. En Wij hebben sommigen van jullie tot een beproeving voor anderen gemaakt: zullen jullie geduld hebben? En jouw Heer is Alziende.
25:21
وَ قَالَ الَّذِیْنَ لَا یَرْجُوْنَ لِقَآءَنَا لَوْ لَاۤ اُنْزِلَ عَلَیْنَا الْمَلٰٓىٕكَةُ اَوْ نَرٰى رَبَّنَاؕ-لَقَدِ اسْتَكْبَرُوْا فِیْۤ اَنْفُسِهِمْ وَ عَتَوْ عُتُوًّا كَبِیْرًا(۲۱)
Zij die Onze ontmoeting niet verwachten zeggen: "Waarom zijn geen engelen tot ons nedergezonden? of waarom kunnen wij onze Heer niet zien?" Voorzeker, zij schatten zich te hoog en zijn de perken ver te buiten gegaan.

En degenen die niet op de ontmoeting met Ons hopen, zeiden: "Waren de Engelen maar tot ons neergezonden of zagen wij onze Heer maar!" Voorzeker, zij zijn arrogant over zichzelf en zij overtreden met een grote overtreding.
25:22
یَوْمَ یَرَوْنَ الْمَلٰٓىٕكَةَ لَا بُشْرٰى یَوْمَىٕذٍ لِّلْمُجْرِمِیْنَ وَ یَقُوْلُوْنَ حِجْرًا مَّحْجُوْرًا(۲۲)
De Dag waarop zij de engelen zullen zien, zal er geen goed nieuws zijn voor de schuldigen; dan zullen zij zeggen: "Ware er slechts een grote afscheiding (tussen ons)."

Op de Dag waarop zij de Engelen zullen zien, op die Dag zal er geen verheugende tijding voor de misdadigers zijn, en zij zullen zeggen: "(Weest) ver verwijderd!"
25:23
وَ قَدِمْنَاۤ اِلٰى مَا عَمِلُوْا مِنْ عَمَلٍ فَجَعَلْنٰهُ هَبَآءً مَّنْثُوْرًا(۲۳)
En Wij zullen ons tot hun werken wenden en zullen deze als stof verstrooien.

En Wij wenden Ons tot de daden die zij hebben verricht en Wij maken die tot verstrooid stof.
25:24
اَصْحٰبُ الْجَنَّةِ یَوْمَىٕذٍ خَیْرٌ مُّسْتَقَرًّا وَّ اَحْسَنُ مَقِیْلًا(۲۴)
De bewoners van het paradijs zullen op die Dag er beter aan toe zijn betreffende het tehuis, en beter betreffende de rustplaats.

De bewoners van het Paradijs zullen op die Dag, een goede verblijfplaats hebben en een betere rustplaats.
25:25
وَ یَوْمَ تَشَقَّقُ السَّمَآءُ بِالْغَمَامِ وَ نُزِّلَ الْمَلٰٓىٕكَةُ تَنْزِیْلًا(۲۵)
En de Dag waarop de hemel met de wolken zal worden gespleten en de engelen worden nedergezonden in grote aantallen;

En (gedenkt) de Dag waarop de hemel met de wolken uiteen zal splijten en de Engelen neerdalen.
25:26
اَلْمُلْكُ یَوْمَىٕذِ ﹰالْحَقُّ لِلرَّحْمٰنِؕ-وَ كَانَ یَوْمًا عَلَى الْكٰفِرِیْنَ عَسِیْرًا(۲۶)
Het ware Koninkrijk zal op die Dag aan de Genadevolle behoren, maar het zal voor de ongelovigeneen moeilijke Dag zijn.

De ware heerschappij zal op die Dag toebehoren aan de Barmhartige en het zal een moeilijke Dag zijn voor de ongelovigen.
25:27
وَ یَوْمَ یَعَضُّ الظَّالِمُ عَلٰى یَدَیْهِ یَقُوْلُ یٰلَیْتَنِی اتَّخَذْتُ مَعَ الرَّسُوْلِ سَبِیْلًا(۲۷)
De Dag waarop de onrechtvaardige op zijn handen zal bijten zal hij zeggen: "O, had ik de weg met de boodschapper maar gevolgd.

En (gedenkt) de Dag waarop de onrechtvaardige op zijn handen bijt, terwijl hij zegt: "Had ik maar een Weg genomen met de Boodschapper!
25:28
یٰوَیْلَتٰى لَیْتَنِیْ لَمْ اَتَّخِذْ فُلَانًا خَلِیْلًا(۲۸)
O. wee! Had ik nooit zo iemand als vriend genomen.

Wee mij! Had ik maar niet zo'n ongelovige als boezemvriend genomen.
25:29
لَقَدْ اَضَلَّنِیْ عَنِ الذِّكْرِ بَعْدَ اِذْ جَآءَنِیْؕ-وَ كَانَ الشَّیْطٰنُ لِلْاِنْسَانِ خَذُوْلًا(۲۹)
Hij deed mij van de herinnering afdwalen nadat zij tot mij was gekomen." En Satan laat de mens in de steek.

Voorzeker, hij heeft mij doen afdwalen van de Vermaning nadat die tot mij gekomen was: en de Satan is de mensen ontrouw!"
25:30
وَ قَالَ الرَّسُوْلُ یٰرَبِّ اِنَّ قَوْمِی اتَّخَذُوْا هٰذَا الْقُرْاٰنَ مَهْجُوْرًا(۳۰)
En de boodschapper zal zeggen: "O, mijn Heer, mijn volk heeft deze Koran verzaakt!"

En de Boodschapper zei: "O mijn Heer, voorwaar, mijn volk heefl deze Koran achtergelaten.
25:31
وَ كَذٰلِكَ جَعَلْنَا لِكُلِّ نَبِیٍّ عَدُوًّا مِّنَ الْمُجْرِمِیْنَؕ-وَ كَفٰى بِرَبِّكَ هَادِیًا وَّ نَصِیْرًا(۳۱)
Zo maken Wij voor elke profeet een vijand van onder de zondaren; uw Heer is voldoende als Leider en Helper.

En zo hebben Wij voor iedere Profeet een vijand gemaakt onder de misdadigers. Maar jouw Heer is voldoende als Leider en Helper.
25:32
وَ قَالَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا لَوْ لَا نُزِّلَ عَلَیْهِ الْقُرْاٰنُ جُمْلَةً وَّاحِدَةًۚۛ-كَذٰلِكَۚۛ-لِنُثَبِّتَ بِهٖ فُؤَادَكَ وَ رَتَّلْنٰهُ تَرْتِیْلًا(۳۲)
En de ongelovigen zeggen: "Waarom werd de Koran niet ineens aan hem geopenbaard?" Zo is het, opdat Wij daarmee uw hart mogen versterken. En Wij hebben hem duidelijk en geleidelijk uiteengezet.

En degenen die ongelovig zijn, zeggen: "Was de Koran maar in één keer volledig aan hem neergezonden..," (Maar) zo hebben Wij daarmee jouw hart versterkt (O Moehammad), en Wij hebben hem regelmatig doen voordragen.
25:33
وَ لَا یَاْتُوْنَكَ بِمَثَلٍ اِلَّا جِئْنٰكَ بِالْحَقِّ وَ اَحْسَنَ تَفْسِیْرًاؕ(۳۳)
En zij stellen u geen vraag of Wij geven u de waarheid en een uitmuntende uitleg.

En zij komen niet met een rare vraag tot jou, of Wij brengen jou de waarheid en een mooiere uitleg.
25:34
اَلَّذِیْنَ یُحْشَرُوْنَ عَلٰى وُجُوْهِهِمْ اِلٰى جَهَنَّمَۙ-اُولٰٓىٕكَ شَرٌّ مَّكَانًا وَّ اَضَلُّ سَبِیْلًا۠(۳۴)
Zij die vernederd naar de hel zullen worden gebracht, verkeren in een slechte toestand, en zij zijn het meest van het rechte pad afgedwaald.

Degenen die op hun gezichten bij de Hel verzameld zullen worden zijn degenen met de slechtste plaats en zijn het verst afgedwaald van de Weg.
25:35
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا مُوْسَى الْكِتٰبَ وَ جَعَلْنَا مَعَهٗۤ اَخَاهُ هٰرُوْنَ وَزِیْرًاۚۖ(۳۵)
Wij gaven Mozes het Boek (der Wet) en stelden zijn broeder A?ron tot helper aan.

Voorzeker, Wij hebben aan Môesa de Schrift gegeven. En Wij hebben zijn broeder Hârôen aangewezen als rechterhand.
25:36
فَقُلْنَا اذْهَبَاۤ اِلَى الْقَوْمِ الَّذِیْنَ كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِنَاؕ-فَدَمَّرْنٰهُمْ تَدْمِیْرًاؕ(۳۶)
En Wij zeiden: "Gaat samen naar het volk dat Onze Tekenen verloochent." Daarna vernietigden Wij hen.

Toen zelden Wij: "Gaat naar het volk dat Onze Tekenen loochent," en Wij vernietigden hen met een volledige vernietiging.
25:37
وَ قَوْمَ نُوْحٍ لَّمَّا كَذَّبُوا الرُّسُلَ اَغْرَقْنٰهُمْ وَ جَعَلْنٰهُمْ لِلنَّاسِ اٰیَةًؕ-وَ اَعْتَدْنَا لِلظّٰلِمِیْنَ عَذَابًا اَلِیْمًاۚۖ(۳۷)
En het volk van Noach: toen dit de boodschappers verloochende, verdronken Wij het en Wij maakten het tot een teken voor het mensdom. En Wij hebben een pijnlijke straf voor de onrechtvaardigen bereid.

En Wij verdronken het volk van Nôeh toen zij de Boodschappers loochenden. En Wij maakten hen tot een teken voor de mensheid. En Wij hebben voor de onrechtplegers een pijnlijke bestraffing voorbereid.
25:38
وَّ عَادًا وَّ ثَمُوْدَاۡ وَ اَصْحٰبَ الرَّسِّ وَ قُرُوْنًۢا بَیْنَ ذٰلِكَ كَثِیْرًا(۳۸)
En herinnert u Aad en Samoed en het volk van de Bron en vele andere geslachten tussen hen.

En (Wij vernietigden de volken van de) 'Âd en Tsamôed en het volk van Rass en vele generaties daartussen.
25:39
وَ كُلًّا ضَرَبْنَا لَهُ الْاَمْثَالَ٘-وَ كُلًّا تَبَّرْنَا تَتْبِیْرًا(۳۹)
Wij gaven aan ieder hunner allerlei voorbeelden en Wij vernietigden allen.

En voor ieder maakten Wij de gelijkenissen en eik vernietigden Wij met een volledige vernietiging.
25:40
وَ لَقَدْ اَتَوْا عَلَى الْقَرْیَةِ الَّتِیْۤ اُمْطِرَتْ مَطَرَ السَّوْءِؕ-اَفَلَمْ یَكُوْنُوْا یَرَوْنَهَاۚ-بَلْ كَانُوْا لَا یَرْجُوْنَ نُشُوْرًا(۴۰)
En zij komen voorzeker de stad voorbij, waarop een boze regen was gevallen. Zien zij die (plaats) dan niet? Neen, zij verwachten de Opstanding niet.

En voorzeker, zij (de ongelovigen) kwamen voorbij de stad, waarop een slechte regen geregend had. Hebben zij dat dan niet gezien? Maar nee, zij hoopten niet tot leven gebracht te worden.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْفُرْقَان
اَلْفُرْقَان
  00:00



Download

اَلْفُرْقَان
اَلْفُرْقَان
  00:00



Download