READ
Surah Al-Furqan
اَلْفُرْقَان
77 Ayaat مکیۃ
وَ اِذَا رَاَوْكَ اِنْ یَّتَّخِذُوْنَكَ اِلَّا هُزُوًاؕ-اَهٰذَا الَّذِیْ بَعَثَ اللّٰهُ رَسُوْلًا(۴۱)
Wanneer zij u zien maken zij u slechts tot een bespotting. "Is hij het, die Allah als boodschapper heeft gezonden?
En wanneer Zij jou zien (O Moehammad), nemen zij jou slechts tot onderwerp van bespotting: "Is die het die Allah als Boodschapper heeft gestuurd?
اِنْ كَادَ لَیُضِلُّنَا عَنْ اٰلِهَتِنَا لَوْ لَاۤ اَنْ صَبَرْنَا عَلَیْهَاؕ-وَ سَوْفَ یَعْلَمُوْنَ حِیْنَ یَرَوْنَ الْعَذَابَ مَنْ اَضَلُّ سَبِیْلًا(۴۲)
Hij had ons inderdaad bijna van onze Goden doen afdwalen, als wij jegens hen niet standvastig waren gebleven." Maar zij zullen weldra te weten komen, wanneer zij de straf zullen aanschouwen, wie het meest afgedwaald is van het rechte pad.
Hij had ons bijna van onze goden doen afdwalen, als wij niet geduldig met hen gebleven waren." Maar zij zullen weten, wanneer zij de bestraffing zien, wie het verst van de Weg afgedwaald is.
اَرَءَیْتَ مَنِ اتَّخَذَ اِلٰهَهٗ هَوٰىهُؕ-اَفَاَنْتَ تَكُوْنُ عَلَیْهِ وَكِیْلًاۙ(۴۳)
Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte als zijn God aanneemt? Wilt gij dan een beschermer over hem zijn?
Heb jij degene gezien, die zijn begeerten als zijn god neemt? Zou jij een beschermer voor hem zijn?
اَمْ تَحْسَبُ اَنَّ اَكْثَرَهُمْ یَسْمَعُوْنَ اَوْ یَعْقِلُوْنَؕ-اِنْ هُمْ اِلَّا كَالْاَنْعَامِ بَلْ هُمْ اَضَلُّ سَبِیْلًا۠(۴۴)
Denkt gij dat de meesten hunner horen of begrijpen? Zij zijn slechts als vee - neen, zij zijn verder afgedwaald.
Of denk jij dat de meesten van hen horen of begrijpen? Zij zijn slechts als vee, erger nog, zij zijn het verst afgedwaald van de Weg.
اَلَمْ تَرَ اِلٰى رَبِّكَ كَیْفَ مَدَّ الظِّلَّۚ-وَ لَوْ شَآءَ لَجَعَلَهٗ سَاكِنًاۚ-ثُمَّ جَعَلْنَا الشَّمْسَ عَلَیْهِ دَلِیْلًاۙ(۴۵)
Hebt gij niet gezien hoe uw Heer de schaduw verlengt? - En indien Hij het had gewild, kon Hij haar onbeweeglijk hebben gemaakt - Dan hebben Wij de zon tot een leider er van gemaakt.
Zie jij niet hoe jouw Heer de schaduwen verlengt? En als Hij het had gewild, had Hij die zeker kunnen doen stilstaan. Toen hebben Wij de zon tot een wijzer gemaakt.
ثُمَّ قَبَضْنٰهُ اِلَیْنَا قَبْضًا یَّسِیْرًا(۴۶)
Daarna trekken Wij haar langzaam tot Ons terug.
Vervolgens trokken Wij haar (rond het middaguur) naar Ons toe, een geleidelijke terugtrekking.
وَ هُوَ الَّذِیْ جَعَلَ لَكُمُ الَّیْلَ لِبَاسًا وَّ النَّوْمَ سُبَاتًا وَّ جَعَلَ النَّهَارَ نُشُوْرًا(۴۷)
En Hij is het, Die de nacht tot een bedekking voor u heeft gemaakt en de slaap voor rust, en de dag voor het opstaan.
En Hij is Degene Die de nacht als een kledingstuk voor jullie heeft gemaakt en de slaap om uit te rusten. En Hij heeft de dag gemaakt om wakker te zijn (om te werken).
وَ هُوَ الَّذِیْۤ اَرْسَلَ الرِّیٰحَ بُشْرًۢا بَیْنَ یَدَیْ رَحْمَتِهٖۚ-وَ اَنْزَلْنَا مِنَ السَّمَآءِ مَآءً طَهُوْرًاۙ(۴۸)
En Hij is het, Die de winden als blijde aankondiging voor Zijn barmhartigheid uitzendt en Wij zenden zuiver water uit de wolken neer.
En Hij is Degene Die de winden, als brengers van verheugende tijdingen voor Zijn Barmhartigheid uit heeft gestuurd. En Wij doen puur water uit hemel neerdalen.
لِّنُحْیِﰯ بِهٖ بَلْدَةً مَّیْتًا وَّ نُسْقِیَهٗ مِمَّا خَلَقْنَاۤ اَنْعَامًا وَّ اَنَاسِیَّ كَثِیْرًا(۴۹)
Opdat Wij daarmee leven mogen schenken aan een dor land, en het ook als drank geven aan Onze schepping - aan vee en mensen in grote getale.
Opdat Wij hiermee droog land vruchtbaar maken en om water te geven aan wat Wij geschapen hebben: vee en veel mensen.
وَ لَقَدْ صَرَّفْنٰهُ بَیْنَهُمْ لِیَذَّكَّرُوْا ﳲ فَاَبٰۤى اَكْثَرُ النَّاسِ اِلَّا كُفُوْرًا(۵۰)
En Wij herhalen dit voor hen opdat zij er lering uit mogen trekken, maar de meeste mensen weigeren alles, behalve ondankbaarheid.
En voorzeker, Wij hebben dit (geven van water) onder hen afgewisseld, opdat zij er een lering uit trekken. Maar de meeste mensen weigeren, behalve ondankbaarheid.
وَ لَوْ شِئْنَا لَبَعَثْنَا فِیْ كُلِّ قَرْیَةٍ نَّذِیْرًا٘ۖ(۵۱)
Als Wij het hadden gewild konden Wij zeker in elke stad een waarschuwer hebben verwekt.
En als Wij het gewild hadden, dan hadden Wij zeker naar iedere stad een waarschuwer gestuurd.
فَلَا تُطِعِ الْكٰفِرِیْنَ وَ جَاهِدْهُمْ بِهٖ جِهَادًا كَبِیْرًا(۵۲)
Dus volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran) een grote strijd tegen hen.
Gehoorzaarn daarom de ongelovigen niet en vecht tegen hen met een grote strijd.
وَ هُوَ الَّذِیْ مَرَجَ الْبَحْرَیْنِ هٰذَا عَذْبٌ فُرَاتٌ وَّ هٰذَا مِلْحٌ اُجَاجٌۚ-وَ جَعَلَ بَیْنَهُمَا بَرْزَخًا وَّ حِجْرًا مَّحْجُوْرًا(۵۳)
En Hij is het die twee wateren heeft doen stromen, het ene zoet en het andere zout, en tussen hen heeft Hij een afscheiding en een versperring geplaatst.
Hij is Degem Die de twee zeeën naast elkaar doet stromen, de een zoet en fris van smaak, de ander zout en bitter. En Hij heeft een afscheiding tussen hen geplaatst, en (die is) als een onverbrugbare afscheiding.
وَ هُوَ الَّذِیْ خَلَقَ مِنَ الْمَآءِ بَشَرًا فَجَعَلَهٗ نَسَبًا وَّ صِهْرًاؕ-وَ كَانَ رَبُّكَ قَدِیْرًا(۵۴)
En Hij is het Die de mens uit water heeft geschapen en heeft hem verwanten gegeven door afstamming en huwelijk; uw Heer is Almachtig.
En Hij is Degene Die de mens heeft geschapen uit water en vervolgens heeft Hij hem nageslacht en aangetrouwdheid gegeven. En jouw Heer is Almachtig.
وَ یَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ مَا لَا یَنْفَعُهُمْ وَ لَا یَضُرُّهُمْؕ-وَ كَانَ الْكَافِرُ عَلٰى رَبِّهٖ ظَهِیْرًا(۵۵)
Toch aanbidden zij naast Allah datgene dat hen helpen noch schaden kan. De ongelovige is een helper tegen zijn Heer.
En zij aanbidden dat naast Allah wat hen niet kan baten en niet kan schaden. En de ongelovige is een helper (van de Satan) tegen zijn Heer.
وَ مَاۤ اَرْسَلْنٰكَ اِلَّا مُبَشِّرًا وَّ نَذِیْرًا(۵۶)
En Wij hebben u slechts als drager van blijde tijdingen en als waarschuwer gezonden.
En Wij hebben jou slechts gestuurd als een brenger van verbeugende tijdingen en als een waarschuwer.
قُلْ مَاۤ اَسْــٴَـلُكُمْ عَلَیْهِ مِنْ اَجْرٍ اِلَّا مَنْ شَآءَ اَنْ یَّتَّخِذَ اِلٰى رَبِّهٖ سَبِیْلًا(۵۷)
Zeg: "Ik vraag van u geen vergoeding er voor, behalve dat hij, die dit wil, de weg naar zijn Heer moge inslaan.
Zeg (O Moehammad): "Ik vraag van jullie hiervoor geen beloning anders dan dat men de Weg tot zijn Heer wil nemen.
وَ تَوَكَّلْ عَلَى الْحَیِّ الَّذِیْ لَا یَمُوْتُ وَ سَبِّحْ بِحَمْدِهٖؕ-وَ كَفٰى بِهٖ بِذُنُوْبِ عِبَادِهٖ خَبِیْرَاﰳ (۵۸)ﮊ
En stel uw vertrouwen in de Levende, Die niet sterft, en verheerlijk Hem met de lof die Hem toekomt. Hij is goed op de hoogte met de zonden van Zijn dienaren.
En vertrouw op de Levende, Die niet sterft en prijs Zijn lof. En Hij is voldoende als Alwetende over de zonden van Zijn dieneren.
الَّذِیْ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ وَ مَا بَیْنَهُمَا فِیْ سِتَّةِ اَیَّامٍ ثُمَّ اسْتَوٰى عَلَى الْعَرْشِۚۛ-اَلرَّحْمٰنُ فَسْــٴَـلْ بِهٖ خَبِیْرًا(۵۹)
Hij, Die de hemelen en de aarde en alles wat er tussen is, in zes dagen schiep, zette Zich dan op de Troon. Hij is de Barmhartige. Vraag dus iemand die meer over Hem weet.
Diegene Die de hemel en de aarde en alles wat daartussen is geschapen heeft in zes dagen. Vervolgens zetelde Hij zich op de Troon, Hij is de Erbarmer, vraag over Hem aan degene die daarover het meeste weet.
وَ اِذَا قِیْلَ لَهُمُ اسْجُدُوْا لِلرَّحْمٰنِ قَالُوْا وَ مَا الرَّحْمٰنُۗ-اَنَسْجُدُ لِمَا تَاْمُرُنَا وَ زَادَهُمْ نُفُوْرًا۠۩(۶۰)
En wanneer er tot de ongelovigen wordt gezegd: "Werpt u neder voor de Barmhartige," zeggen zij: "En wie is de Barmhartige? Zullen wij ons nederwerpen voor degene die gij ons gelast?" En dit vermeerdert slechts hun afkeer.
En als er tot hun gezegd wordt: "Kniel voor de Erbarmer," zeggen zij: "Wie is de Erbarmer, zouden wij knielen voor wat jij ons beveelt?" En het doet hun afkeer toenemen.
تَبٰرَكَ الَّذِیْ جَعَلَ فِی السَّمَآءِ بُرُوْجًا وَّ جَعَلَ فِیْهَا سِرٰجًا وَّ قَمَرًا مُّنِیْرًا(۶۱)
Gezegend is Hij, Die de sterren, de stralende zon en de glanzende maan aan de hemel heeft geplaatst.
Gezegend is Degene Die de sterrenstelsels in de hemel heeft gemaakt en daarin een lamp (de zon) en een verlichtende maan heeft geplaatst.
وَ هُوَ الَّذِیْ جَعَلَ الَّیْلَ وَ النَّهَارَ خِلْفَةً لِّمَنْ اَرَادَ اَنْ یَّذَّكَّرَ اَوْ اَرَادَ شُكُوْرًا(۶۲)
En Hij is het Die de nacht en de dag heeft ingesteld die elkander opvolgen; dit is voor hen die er lering uit willen trekken, of hun dankbaarheid betonen.
En Hij is Degene Die de nacht en de dag doet afwisselen voor wie er een lering uit wil trekken of dankbaar wil zijn.
وَ عِبَادُ الرَّحْمٰنِ الَّذِیْنَ یَمْشُوْنَ عَلَى الْاَرْضِ هَوْنًا وَّ اِذَا خَاطَبَهُمُ الْجٰهِلُوْنَ قَالُوْا سَلٰمًا(۶۳)
En de dienaren van de Barmhartige zijn zij, die zachtmoedig op aarde wandelen en als de onwetenden hen aanspreken, zeggen zij: "Vrede".
En de dienaren van de Erbarmer zijn degenen die bescheiden op aarde rondgaan. En als onwetenden hen aanspreken, zeggen zij: "Salâm!" (Vrede)
وَ الَّذِیْنَ یَبِیْتُوْنَ لِرَبِّهِمْ سُجَّدًا وَّ قِیَامًا(۶۴)
En zij, die de nacht doorbrengen zich voor hun Heer ter aarde werpende en voor Hem staande.
En degenen die de nacht doorbrengen, terwijl zij voor hun Heer knielen en staan (in hun shalât).
وَ الَّذِیْنَ یَقُوْلُوْنَ رَبَّنَا اصْرِفْ عَنَّا عَذَابَ جَهَنَّمَ ﳓ اِنَّ عَذَابَهَا كَانَ غَرَامًاۗۖ(۶۵)
Terwijl zij zeggen:"Onze Heer, wend de straf der hel van ons af want de straf daarvan is een voortdurende kwelling."
En degenen die zeggen: "Onze Heer, wend de bestraffing van de Hel van ons af. Voorwaar, haar bestraffing is een voortdurende kwelling.
اِنَّهَا سَآءَتْ مُسْتَقَرًّا وَّ مُقَامًا(۶۶)
Zij is inderdaad slecht als rustplaats en als tehuis.
Voorwaar, het is een zeer slechte vestiging en verblijfplaats."
وَ الَّذِیْنَ اِذَاۤ اَنْفَقُوْا لَمْ یُسْرِفُوْا وَ لَمْ یَقْتُرُوْا وَ كَانَ بَیْنَ ذٰلِكَ قَوَامًا(۶۷)
En zij, die, als zij iets besteden, noch spilzuchtig noch vrekkig zijn, maar evenwichtig blijven tussen beide in.
En degenen die, wanneer zij besteden, niet overdrijven en niet gierig zijn, maar het midden daartussen houden.
وَ الَّذِیْنَ لَا یَدْعُوْنَ مَعَ اللّٰهِ اِلٰهًا اٰخَرَ وَ لَا یَقْتُلُوْنَ النَّفْسَ الَّتِیْ حَرَّمَ اللّٰهُ اِلَّا بِالْحَقِّ وَ لَا یَزْنُوْنَۚ-وَ مَنْ یَّفْعَلْ ذٰلِكَ یَلْقَ اَثَامًاۙ(۶۸)
En zij die geen andere goden naast Allah aanroepen noch iemand doden, wat Allah heeft verboden, tenzij met recht, noch overspel plegen; en hij die dat doet zal een straf ondergaan.
En degenen die niet naast Allah een andere god aanroepen en die niemand doden, waarvan (het doden) door Allah verboden is, behalve volgens het recht. En die geen ontucht plegen, want wie dat doet zal een bestraffing ontmoeten.
یُّضٰعَفْ لَهُ الْعَذَابُ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ وَ یَخْلُدْ فِیْهٖ مُهَانًاۗۖ(۶۹)
De straf zal hem verdubbeld worden op de Dag der Opstanding, en hij zal daar vernederd in vertoeven.
Voor hem zal de bestraffing vermenigvuldigd worden op de Dag der Opstanding en vernederd zal hij daarin eeuwig leven.
اِلَّا مَنْ تَابَ وَ اٰمَنَ وَ عَمِلَ عَمَلًا صَالِحًا فَاُولٰٓىٕكَ یُبَدِّلُ اللّٰهُ سَیِّاٰتِهِمْ حَسَنٰتٍؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۷۰)
Met uitzondering van hen die berouw hebben en geloven en goede daden doen, voor dezulken zal Allah de slechte daden in goede daden veranderen, want Allah is Vergevensgezind, Barmhartig!
Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
وَ مَنْ تَابَ وَ عَمِلَ صَالِحًا فَاِنَّهٗ یَتُوْبُ اِلَى اللّٰهِ مَتَابًا(۷۱)
En hij die berouw heeft, en het goede doet, wendt zich voorzeker berouwvol tot Allah.
En wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah.
وَ الَّذِیْنَ لَا یَشْهَدُوْنَ الزُّوْرَۙ-وَ اِذَا مَرُّوْا بِاللَّغْوِ مَرُّوْا كِرَامًا(۷۲)
En zij, die niet leugenachtig getuigen en als zi; iets ijdels voorbijgaan, er edelmoedig aan voorbijgaan.
En (ook) degenen die geen valse getuigenis afleggen. En wanneer zij voorbijkomen aan onzinnig gepraat, gaan zij den waardig aan voorbij.
وَ الَّذِیْنَ اِذَا ذُكِّرُوْا بِاٰیٰتِ رَبِّهِمْ لَمْ یَخِرُّوْا عَلَیْهَا صُمًّا وَّ عُمْیَانًا(۷۳)
En zij, die, wanneer zij door tekenen van hun Heer gewaarschuwd worden, daarbij niet doof en blind nedervallen.
En (ook) degenen die, waaneer zij met de Verzen van hun Heer vermaand worden, daarbij niet doof en blind neervallen.
وَ الَّذِیْنَ یَقُوْلُوْنَ رَبَّنَا هَبْ لَنَا مِنْ اَزْوَاجِنَا وَ ذُرِّیّٰتِنَا قُرَّةَ اَعْیُنٍ وَّ اجْعَلْنَا لِلْمُتَّقِیْنَ اِمَامًا(۷۴)
En zij die zeggen: "Onze Heer, maak onze echtgenoten en kinderen tot troost der ogen, en maak ons tot voorbeeld voor de godvruchtigen."
En (ook) degenen die zeggen: "Onze Heer, voor ons onze echtgenotes en onze nakomelingen een verkoeling voor de ogen en maak ons leiders voor de Moettaqôen.
اُولٰٓىٕكَ یُجْزَوْنَ الْغُرْفَةَ بِمَا صَبَرُوْا وَ یُلَقَّوْنَ فِیْهَا تَحِیَّةً وَّ سَلٰمًاۙ(۷۵)
Dit zijn diegenen die beloond zullen worden met de hoogste plaats (in het paradijs) - omdat zij standvastig waren - waar zij zullen worden ontvangen met begroeting en vrede.
Zij zijn degenen die beloond zullen worden met een ereplaats (in het Paradijs) en zij zullen daarin ontvangen worden met om begroeting en vrede.
خٰلِدِیْنَ فِیْهَاؕ-حَسُنَتْ مُسْتَقَرًّا وَّ مُقَامًا(۷۶)
Daarin zullen zij verblijven; uitstekend is dit als verblijf en als rustplaats.
Zij leven daarin eeuwig, een goede vestiging en verblijfplaats.
قُلْ مَا یَعْبَؤُا بِكُمْ رَبِّیْ لَوْ لَا دُعَآؤُكُمْۚ-فَقَدْ كَذَّبْتُمْ فَسَوْفَ یَكُوْنُ لِزَامًا۠(۷۷)
Zeg: "Mijn Heer zou niets om U geven als gij niet bidt. Gij hebt de waarheid verloochend en weldra zal de straf (u) worden opgelegd."
Zeg: "Mijn Heer zal zich niet om jullie bekommeren, indien jullie Hem niet aanroepen; waarlijk, jullie hebben (Hem) geloochend, dus is er spoedig de onvermijdbare (bestraffing)."
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan