READ

Surah Yunus

يُوْنُس
109 Ayaat    مکیۃ


10:41
وَ اِنْ كَذَّبُوْكَ فَقُلْ لِّیْ عَمَلِیْ وَ لَكُمْ عَمَلُكُمْۚ-اَنْتُمْ بَرِیْٓــٴُـوْنَ مِمَّاۤ اَعْمَلُ وَ اَنَا بَرِیْٓءٌ مِّمَّا تَعْمَلُوْنَ(۴۱)
En indien zij u van leugen besehuldigen, zeg dan: "Aan mij mijn werk en aan u uw werk. Gij hebt niets uitstaande met hetgeen ik doe noch heb ik iets uitstaande met hetgeen gij doet."

En als zij jou van leugens betichten, zeg dan: "Voor mij is wat ik doe en voor jullie wat jullie doen. Jullie hebben niets te maken met wat ik doe en ik heb niets te maken met wat jullie doen."
10:42
وَ مِنْهُمْ مَّنْ یَّسْتَمِعُوْنَ اِلَیْكَؕ-اَفَاَنْتَ تُسْمِعُ الصُّمَّ وَ لَوْ كَانُوْا لَا یَعْقِلُوْنَ(۴۲)
En er zijn sommigen onder hen die naar u luisteren. Maar kunt gij de doven doen horen, zelfs al willen zij niet begrijpen?

En onder hen zijn er die naar jou luisteren, maar ben jij het die de doven kunt laten horen, ook als zij geen verstand hebben?
10:43
وَ مِنْهُمْ مَّنْ یَّنْظُرُ اِلَیْكَؕ-اَفَاَنْتَ تَهْدِی الْعُمْیَ وَ لَوْ كَانُوْا لَا یُبْصِرُوْنَ(۴۳)
En er zijn sommigen onder hen die naar u kijken. Maar kunt gij de blinden leiden, zelfs al willen zij niet zien?

En onder hen zijn er die naar jou kijken, maar ben jij het die de blinden kunt leiden, ook als zij geen inzicht hebben?
10:44
اِنَّ اللّٰهَ لَا یَظْلِمُ النَّاسَ شَیْــٴًـا وَّ لٰكِنَّ النَّاسَ اَنْفُسَهُمْ یَظْلِمُوْنَ(۴۴)
Voorzeker, Allah doet de mensen in het geheel geen onrecht aan, maar de mensen doen hun eigen ziel onrecht aan.

God doet de mensen geen enkel onrecht aan, maar de mensen doen zichzelf onrecht aan.
10:45
وَ یَوْمَ یَحْشُرُهُمْ كَاَنْ لَّمْ یَلْبَثُوْۤا اِلَّا سَاعَةً مِّنَ النَّهَارِ یَتَعَارَفُوْنَ بَیْنَهُمْؕ-قَدْ خَسِرَ الَّذِیْنَ كَذَّبُوْا بِلِقَآءِ اللّٰهِ وَ مَا كَانُوْا مُهْتَدِیْنَ(۴۵)
En de Dag, waarop Hij hen zal verzamelen, zal het hun toeschijnen, alsof zig slechts een uur van een dag (in de wereld) hadden vertoefd. Zij zullen elkander herkennen. Verliezers zijn zeker degenen die de ontmoeting met Allah loochenen en geen leiding willen volgen.

En op de dag dat Hij hen verzamelt, is het alsof het voor hen maar een uur van de dag geduurd heeft, terwijl zij elkaar herkennen. Zij die de ontmoeting met God loochenden zijn verloren; zij volgden het goede pad niet.
10:46
وَ اِمَّا نُرِیَنَّكَ بَعْضَ الَّذِیْ نَعِدُهُمْ اَوْ نَتَوَفَّیَنَّكَ فَاِلَیْنَا مَرْجِعُهُمْ ثُمَّ اللّٰهُ شَهِیْدٌ عَلٰى مَا یَفْعَلُوْنَ(۴۶)
En als Wij u sommige der dingen, waarmede Wij hen hebben bedreigd, tonen, of als Wij u doen sterven, dan is tot Ons hun terugkeer en Allah is Getuige van al hetgeen zij doen.

Of Wij jou iets van wat Wij hun toezeggen laten zien of dat Wij jou wegnemen, tot Ons is hun terugkeer. God is dan getuige over wat zij doen.
10:47
وَ لِكُلِّ اُمَّةٍ رَّسُوْلٌۚ-فَاِذَا جَآءَ رَسُوْلُهُمْ قُضِیَ بَیْنَهُمْ بِالْقِسْطِ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۴۷)
Voor elk volk is er een boodschapper. Wanneer daarom hun boodschapper komt, wordt er met rechtvaardigheid onder hen geoordeeld en hun wordt geen onrecht aangedaan.

En voor elke gemeenschap is er een gezant. Wanneer dan hun gezant tot hen komt wordt tussen hen met rechtvaardigheid beslist en hun wordt geen onrecht aangedaan.
10:48
وَ یَقُوْلُوْنَ مَتٰى هٰذَا الْوَعْدُ اِنْ كُنْتُمْ صٰدِقِیْنَ(۴۸)
En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte worden vervuld, als gij de waarheid spreekt?"

En zij zeggen: "Wanneer zal deze aanzegging zich voordoen, als jullie gelijk hebben?"
10:49
قُلْ لَّاۤ اَمْلِكُ لِنَفْسِیْ ضَرًّا وَّ لَا نَفْعًا اِلَّا مَا شَآءَ اللّٰهُؕ-لِكُلِّ اُمَّةٍ اَجَلٌؕ-اِذَا جَآءَ اَجَلُهُمْ فَلَا یَسْتَاْخِرُوْنَ سَاعَةً وَّ لَا یَسْتَقْدِمُوْنَ(۴۹)
Zeg: "Ik heb voor mij zelf geen macht over schade of voordeel, behalve, wat Allah wil. Er is voor elk volk een vastgestelde termijn; wanneer hun termijn is verlopen kunnen zij hem geen uur uitstellen, noch kunnen zij hem vervroegen.

Zeg: "Ik geen heb macht om mezelf tot schade of tot nut te zijn, afgezien van wat God wil. Voor iedere gemeenschap is er een termijn; wanneer hun termijn komt dan zullen zij geen uur te laat ontboden worden noch te vroeg."
10:50
قُلْ اَرَءَیْتُمْ اِنْ اَتٰىكُمْ عَذَابُهٗ بَیَاتًا اَوْ نَهَارًا مَّا ذَا یَسْتَعْجِلُ مِنْهُ الْمُجْرِمُوْنَ(۵۰)
Zeg: "Vertelt mij, als Zijn straf bij dag of nacht over u komt, hoe zullen dan de schuldigen weg kunnen lopen?"

Zeg: "Hoe zien jullie het? Als Zijn bestraffing 's nachts tot jullie komt of overdag -- wat zouden de boosdoeners er dan van willen verhaasten? --
10:51
اَثُمَّ اِذَا مَا وَقَعَ اٰمَنْتُمْ بِهٖؕ- ﰰ لْــٴٰـنَ وَ قَدْ كُنْتُمْ بِهٖ تَسْتَعْجِلُوْنَ(۵۱)
"Zult gij dan, wanneer het u overvalt er in geloven?" Nu? Terwijl gij dit wilde verhaasten?"

zullen jullie dan wanneer het gebeurt erin geloven? Nu wel? En jullie hadden het nog wel willen verhaasten."
10:52
ثُمَّ قِیْلَ لِلَّذِیْنَ ظَلَمُوْا ذُوْقُوْا عَذَابَ الْخُلْدِۚ-هَلْ تُجْزَوْنَ اِلَّا بِمَا كُنْتُمْ تَكْسِبُوْنَ(۵۲)
Dan zal er tot degenen die kwaad deden worden gezegd: "Ondergaat de blijvende straf. Er wordt u niets vergolden dan hetgeen gij verdiendet."

Dan wordt tegen hen die onrecht plegen gezegd: "Proeft de altijddurende bestraffing. Wordt aan jullie iets anders vergolden dan wat jullie begaan hebben?" *
10:53
وَ یَسْتَنْۢبِــٴُـوْنَكَ اَحَقٌّ هُوَ ﳳ-قُلْ اِیْ وَ رَبِّیْۤ اِنَّهٗ لَحَقٌّ ﱢ وَ مَاۤ اَنْتُمْ بِمُعْجِزِیْنَ۠(۵۳)
En zij vragen u: "Is dit de waarheid?" Zeg: "Ja, bij mijn Heer, het is zeker waar en gij kunt het niet verijdelen."

En zij zullen jou vragen om mee te delen of het waar is. Zeg: "Ja, bij mijn Heer het is waar en jullie kunnen er niets tegen doen."
10:54
وَ لَوْ اَنَّ لِكُلِّ نَفْسٍ ظَلَمَتْ مَا فِی الْاَرْضِ لَافْتَدَتْ بِهٖؕ-وَ اَسَرُّوا النَّدَامَةَ لَمَّا رَاَوُا الْعَذَابَۚ-وَ قُضِیَ بَیْنَهُمْ بِالْقِسْطِ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۵۴)
En indien elke ziel die onrechtvaardig handelt al hetgeen op aarde is, zou bezitten, zou zij er zich voorzeker mede trachten vrij te kopen. En wanneer zij de straf zien zullen zij hun spijt tonen. Er zal met rechtvaardigheid over hen worden gericht en hun zal geen onrecht worden aangedaan.

En als iedereen die onrecht pleegde zou bezitten wat er op de aarde is, dan zou hij zich ermee willen vrijkopen. Heimelijk hebben zij dan spijt wanneer zij de bestraffing zien. En er wordt tussen hen met rechtvaardigheid beslist en hun wordt geen onrecht aangedaan.
10:55
اَلَاۤ اِنَّ لِلّٰهِ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-اَلَاۤ اِنَّ وَعْدَ اللّٰهِ حَقٌّ وَّ لٰكِنَّ اَكْثَرَهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۵۵)
0

Zeker, van God is wat er in de hemelen en de aarde is. Gods toezegging is zeker waar, maar de meesten van hen weten het niet.
10:56
هُوَ یُحْیٖ وَ یُمِیْتُ وَ اِلَیْهِ تُرْجَعُوْنَ(۵۶)
Hij geeft leven en doet sterven en tot Hem zult gij worden teruggebracht.

Hij geeft leven en Hij laat sterven en tot Hem zullen jullie terugkeren.
10:57
یٰۤاَیُّهَا النَّاسُ قَدْ جَآءَتْكُمْ مَّوْعِظَةٌ مِّنْ رَّبِّكُمْ وَ شِفَآءٌ لِّمَا فِی الصُّدُوْرِۙ۬-وَ هُدًى وَّ رَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِیْنَ(۵۷)
O mensdom! Er is van uw Heer een vermaning tot u gekomen en genezing voor wat in de harten is en een leiding en barmhartigheid jegens de gelovigen.

O mensen, tot jullie is een aansporing van jullie Heer gekomen en een genezing voor wat er in de harten is en een leidraad en barmhartigheid voor de gelovigen.
10:58
قُلْ بِفَضْلِ اللّٰهِ وَ بِرَحْمَتِهٖ فَبِذٰلِكَ فَلْیَفْرَحُوْاؕ-هُوَ خَیْرٌ مِّمَّا یَجْمَعُوْنَ(۵۸)
Zeg: "Dit alles is door de genade van Allah en door Zijn barmhartigheid; laat hen er zich daarom in verheugen. Dat is beter, dan hetgeen zij vergaren."

Zeg: "Over Gods goedgunstigheid en over Zijn barmhartigheid, daarover moeten zij zich verheugen. Dat is beter dan wat zij bijeenbrengen."
10:59
قُلْ اَرَءَیْتُمْ مَّاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ لَكُمْ مِّنْ رِّزْقٍ فَجَعَلْتُمْ مِّنْهُ حَرَامًا وَّ حَلٰلًاؕ-قُلْ ﰰ للّٰهُ اَذِنَ لَكُمْ اَمْ عَلَى اللّٰهِ تَفْتَرُوْنَ(۵۹)
Zeg: "Hebt gij overwogen, dat Allah u een voorziening heeft nedergezonden en dat gij daarna een gedeelte er van onwettig en een gedeelte er van wettig verklaardet?" Vraag (hen): "Heeft Allah u dat toegestaan, of verzint gij leugens tegen Allah?"

Zeg: "Hoe lijkt het jullie? Wat God voor jullie als levensonderhoud heeft laten neerdalen en waarvan jullie verboden en toegestane dingen hebben gemaakt?" Zeg: "Heeft God jullie toestemming gegeven of verzinnen jullie iets over God?"
10:60
وَ مَا ظَنُّ الَّذِیْنَ یَفْتَرُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَذُوْ فَضْلٍ عَلَى النَّاسِ وَ لٰكِنَّ اَكْثَرَهُمْ لَا یَشْكُرُوْنَ۠(۶۰)
Wat denken degenen die leugens tegen Allah verzinnen van de Dag der Opstanding? Voorzeker, Allah is genadevol tegenover het mensdom, maar de meesten hunner zijn niet dankbaar.

En wat zal de mening van hen die over God bedrog verzinnen op de opstandingsdag zijn? God is vol van goedgunstigheid jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar.
10:61
وَ مَا تَكُوْنُ فِیْ شَاْنٍ وَّ مَا تَتْلُوْا مِنْهُ مِنْ قُرْاٰنٍ وَّ لَا تَعْمَلُوْنَ مِنْ عَمَلٍ اِلَّا كُنَّا عَلَیْكُمْ شُهُوْدًا اِذْ تُفِیْضُوْنَ فِیْهِؕ-وَ مَا یَعْزُبُ عَنْ رَّبِّكَ مِنْ مِّثْقَالِ ذَرَّةٍ فِی الْاَرْضِ وَ لَا فِی السَّمَآءِ وَ لَاۤ اَصْغَرَ مِنْ ذٰلِكَ وَ لَاۤ اَكْبَرَ اِلَّا فِیْ كِتٰبٍ مُّبِیْنٍ(۶۱)
In welke toestand gij u bevindt, of gij de Koran voordraagt, of iets anders doet; Wij zijn uw getuigen, terwijl gij u er in verdiept. Er is voor uw Heer zelfs geen gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen. En er is niets dat kleiner of groter is, of het staat in het duidelijke Boek vermeld.

Jij bent met geen zaak bezig, jij leest daarover geen Koran voor en jullie doen helemaal niets zonder dat Wij over jullie getuigen zijn wanneer jullie ermee aan de slag gaan. En aan jouw Heer ontgaat er geen greintje op de aarde noch in de hemel. En er is niets wat nog kleiner is, noch groter of het staat in een duidelijk boek.
10:62
اَلَاۤ اِنَّ اَوْلِیَآءَ اللّٰهِ لَا خَوْفٌ عَلَیْهِمْ وَ لَا هُمْ یَحْزَنُوْنَۚۖ(۶۲)
Ziet! voorzeker, de vrienden van Allah zullen geen vrees hebben, noch zullen zij treuren.

Zeker, Gods helpers hebben niets te vrezen, noch zullen zij bedroefd zijn,
10:63
الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ كَانُوْا یَتَّقُوْنَؕ(۶۳)
Zig die geloven en zich aan rechtvaardigheid houden,

die geloofden en godvrezend waren.
10:64
لَهُمُ الْبُشْرٰى فِی الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا وَ فِی الْاٰخِرَةِؕ-لَا تَبْدِیْلَ لِكَلِمٰتِ اللّٰهِؕ-ذٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْعَظِیْمُؕ(۶۴)
Er zijn voor hen blijde tijdingen in het tegenwoordige leven en het Hiernamaals. De woorden van Allah kennen geen verandering - dat is inderdaad de opperste zegepraal.

Voor hen is het goede nieuws in het tegenwoordige leven en het hiernamaals. Gods woorden zijn niet te veranderen. Dat is de geweldige triomf.
10:65
وَ لَا یَحْزُنْكَ قَوْلُهُمْۘ-اِنَّ الْعِزَّةَ لِلّٰهِ جَمِیْعًاؕ-هُوَ السَّمِیْعُ الْعَلِیْمُ(۶۵)
En laat hun woorden u niet verdrieten. Voorzeker, alle macht behoort Allah. Hij is Alhorend, Alwetend.

Laat wat zij zeggen jou niet bedroefd maken. De macht behoort God geheel toe. Hij is de horende, de wetende.
10:66
اَلَاۤ اِنَّ لِلّٰهِ مَنْ فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَنْ فِی الْاَرْضِؕ-وَ مَا یَتَّبِـعُ الَّذِیْنَ یَدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ شُرَكَآءَؕ-اِنْ یَّتَّبِعُوْنَ اِلَّا الظَّنَّ وَ اِنْ هُمْ اِلَّا یَخْرُصُوْنَ(۶۶)
Ziet! voorzeker, van Allah is al hetgeen in de hemelen en op aarde bestaat. Wat volgen zij die buiten Allah afgoden aanroepen? Zij volgen slechts een vermoeden en doen niets dan gissen.

Zeker, van God is wie in de hemelen en wie op de aarde is. Wat volgen zij die [zogenaamd goddelijke] metgezellen in plaats van God aanroepen? Zij volgen alleen maar vermoedens en zij gissen slechts.
10:67
هُوَ الَّذِیْ جَعَلَ لَكُمُ الَّیْلَ لِتَسْكُنُوْا فِیْهِ وَ النَّهَارَ مُبْصِرًاؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یَّسْمَعُوْنَ(۶۷)
Hij is het, Die de nacht voor u heeft gesteld, opdat gij er in moogt rusten en de dag vol van licht. Voorzeker, daarin zijn tekenen voor een volk, dat luistert.

Hij is het die voor jullie de nacht gemaakt heeft om erin te rusten en de dag om te zien. Daarin zijn tekenen voor mensen die horen.
10:68
قَالُوا اتَّخَذَ اللّٰهُ وَلَدًا سُبْحٰنَهٗؕ-هُوَ الْغَنِیُّؕ-لَهٗ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِؕ-اِنْ عِنْدَكُمْ مِّنْ سُلْطٰنٍۭ بِهٰذَاؕ-اَتَقُوْلُوْنَ عَلَى اللّٰهِ مَا لَا تَعْلَمُوْنَ(۶۸)
Zij zeggen: "Allah heeft een zoon tot Zich genomen. Heilig is Hij, Hij is Zichzelf genoeg. Aan Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is. Gij hebt hier geen gezag over. Zegt gij over Allah wat gij niet weet?

Zij zeggen: "God heeft zich een kind genomen." Geprezen zij Hij. Hij is behoefteloos, van Hem is wat er in de hemelen en wat er op de aarde is. Jullie hebben hiervoor geen machtiging. Zeggen jullie over God waar jullie geen weet van hebben?
10:69
قُلْ اِنَّ الَّذِیْنَ یَفْتَرُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَ لَا یُفْلِحُوْنَؕ(۶۹)
Zeg: "Degenen, die over Allah een leugen verzinnen, zullen niet slagen."

Zeg: "Het zal hun niet welgaan die over God bedrog verzinnen."
10:70
مَتَاعٌ فِی الدُّنْیَا ثُمَّ اِلَیْنَا مَرْجِعُهُمْ ثُمَّ نُذِیْقُهُمُ الْعَذَابَ الشَّدِیْدَ بِمَا كَانُوْا یَكْفُرُوْنَ۠(۷۰)
Zij zullen in deze wereld tijdelijk genieten, daarna zal hun terugkeer tot Ons zijn, dan zullen Wij hen een strenge straf doen ondergaan, omdat zij niet geloofden.

[Zij hebben slechts] genot in het tegenwoordige leven. Daarna is hun terugkeer tot Ons. Dan zullen Wij hun de strenge bestraffing laten proeven, omdat zij ongelovig waren. *
10:71
وَ اتْلُ عَلَیْهِمْ نَبَاَ نُوْحٍۘ-اِذْ قَالَ لِقَوْمِهٖ یٰقَوْمِ اِنْ كَانَ كَبُرَ عَلَیْكُمْ مَّقَامِیْ وَ تَذْكِیْرِیْ بِاٰیٰتِ اللّٰهِ فَعَلَى اللّٰهِ تَوَكَّلْتُ فَاَجْمِعُوْۤا اَمْرَكُمْ وَ شُرَكَآءَكُمْ ثُمَّ لَا یَكُنْ اَمْرُكُمْ عَلَیْكُمْ غُمَّةً ثُمَّ اقْضُوْۤا اِلَیَّ وَ لَا تُنْظِرُوْنِ(۷۱)
En verkondig hun het verhaal van Noach, toen hij tot zijn volk zeide: "O, mijn volk, als mijn houding en mijn vermaning door de tekenen van Allah u aanstoot geven - ik leg mijn vertrouwen in Allah - breng dan al uw plannen en uw afgoden bijeen; laat dan uw handelwijze duidelijk blijken, komt dan tegen mij op en geeft mij geen uitstel.

En draag hun de mededeling over Noeh voor. Toen hij tot zijn volk zei: "O mensen, al is mijn optreden en mijn herinneren aan Gods tekenen jullie te veel, toch blijf ik op God mijn vertrouwen stellen. Wordt het samen met jullie [zogenaamd goddelijke] metgezellen eens over jullie zaak en laat dat voor jullie dan ook niet vaag zijn. Houdt je dan met mij bezig en laat mij dan niet wachten.
10:72
فَاِنْ تَوَلَّیْتُمْ فَمَا سَاَلْتُكُمْ مِّنْ اَجْرٍؕ-اِنْ اَجْرِیَ اِلَّا عَلَى اللّٰهِۙ-وَ اُمِرْتُ اَنْ اَكُوْنَ مِنَ الْمُسْلِمِیْنَ(۷۲)
Maar als gij u terugtrekt vraag ik van u geen beloning. Mijn beloning is bij Allah alleen en het is mij bevolen tot de Moslims te behoren.

Als jullie je dan afkeren, ik heb jullie geen loon gevraagd. Slechts God is belast met mijn loon. En mij is bevolen tot hen te behoren die zich [aan God] overgeven."
10:73
فَكَذَّبُوْهُ فَنَجَّیْنٰهُ وَ مَنْ مَّعَهٗ فِی الْفُلْكِ وَ جَعَلْنٰهُمْ خَلٰٓىٕفَ وَ اَغْرَقْنَا الَّذِیْنَ كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِنَاۚ-فَانْظُرْ كَیْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُنْذَرِیْنَ(۷۳)
Maar zij verloochenden hem; daarom redden Wij hem en degenen die met hem in de ark waren. En dezen maakten Wij tot de stedehouders, terwijl Wij degenen die Onze tekenen verloochenden lieten verdrinken. Zie! hoe het einde was van degenen, die werden gewaarschuwd.

Zij betichtten hem toen van leugens, maar Wij redden hem en wie er met hem in het schip waren en Wij maakten hen tot opvolgers. Maar Wij lieten hen die Onze tekenen loochenden verdrinken. Kijk dan hoe het einde was van de gewaarschuwden.
10:74
ثُمَّ بَعَثْنَا مِنْۢ بَعْدِهٖ رُسُلًا اِلٰى قَوْمِهِمْ فَجَآءُوْهُمْ بِالْبَیِّنٰتِ فَمَا كَانُوْا لِیُؤْمِنُوْا بِمَا كَذَّبُوْا بِهٖ مِنْ قَبْلُؕ-كَذٰلِكَ نَطْبَعُ عَلٰى قُلُوْبِ الْمُعْتَدِیْنَ(۷۴)
Toen zonden Wij na hem andere boodschappers naar hun volk en deze kwamen tot hen met duidelijke bewijzen. Maar dezen wilden in datgene niet geloven wat zij voorheen hadden verloochend. Zo verzegelen Wij het hart der overtreders.

Toen zonden Wij na hem gezanten naar hun volk; zij brachten hun de duidelijke bewijzen. Maar zij waren niet zo dat zij geloofden in wat zij eerder geloochend hadden. Zo verzegelen Wij de harten van hen die overtredingen begaan.
10:75
ثُمَّ بَعَثْنَا مِنْۢ بَعْدِهِمْ مُّوْسٰى وَ هٰرُوْنَ اِلٰى فِرْعَوْنَ وَ مَلَاۡىٕهٖ بِاٰیٰتِنَا فَاسْتَكْبَرُوْا وَ كَانُوْا قَوْمًا مُّجْرِمِیْنَ(۷۵)
Dan zonden Wij na hen Mozes en A?ron met Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, maar zij handelden aanmatigend. En zij waren een misdadig volk.

Toen zonden Wij na hen Moesa en Haroen met Onze tekenen naar Fir'aun en zijn raad van voornaamsten, maar zij waren hoogmoedige en misdadige mensen.
10:76
فَلَمَّا جَآءَهُمُ الْحَقُّ مِنْ عِنْدِنَا قَالُوْۤا اِنَّ هٰذَا لَسِحْرٌ مُّبِیْنٌ(۷۶)
En toen de waarheid van Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Dit is gewis duidelijke tovenarij."

Toen dan de waarheid van Ons tot hen kwam zeiden zij: "Dit is duidelijk toverij."
10:77
قَالَ مُوْسٰۤى اَتَقُوْلُوْنَ لِلْحَقِّ لَمَّا جَآءَكُمْؕ-اَسِحْرٌ هٰذَاؕ-وَ لَا یُفْلِحُ السّٰحِرُوْنَ(۷۷)
Mozes zeide: "Zegt gij dit van de waarheid nadat zij tot u is gekomen? Is dit tovenarij? Maar tovenaars slagen nooit."

Moesa zei: "Zeggen jullie [dat] tegen de waarheid wanneer die tot jullie komt? Is dit toverij? Tovenaars zal het niet welgaan."
10:78
قَالُوْۤا اَجِئْتَنَا لِتَلْفِتَنَا عَمَّا وَجَدْنَا عَلَیْهِ اٰبَآءَنَا وَ تَكُوْنَ لَكُمَا الْكِبْرِیَآءُ فِی الْاَرْضِؕ-وَ مَا نَحْنُ لَكُمَا بِمُؤْمِنِیْنَ(۷۸)
Zij antwoordden: "Zijt gij tot ons gekomen, opdat wij ons mogen afwenden van hetgeen wij onze vaderen zagen volgen zodat er voor u beiden grootheid in het land zou zijn? Maar wij zullen in u niet geloven."

Zij zeiden: "Ben jij tot ons gekomen om ons daarvan af te brengen waarvan wij gemerkt hebben dat onze vaderen eraan gewoon waren en opdat de hoogste macht in het land voor jullie beiden zal zijn? Maar wij hechten aan jullie geen geloof."
10:79
وَ قَالَ فِرْعَوْنُ ائْتُوْنِیْ بِكُلِّ سٰحِرٍ عَلِیْمٍ(۷۹)
En Pharao zeide: "Brengt mij elke bedreven tovenaar."

En Fir'aun zei: "Breng mij elke kundige tovenaar."
10:80
فَلَمَّا جَآءَ السَّحَرَةُ قَالَ لَهُمْ مُّوْسٰۤى اَلْقُوْا مَاۤ اَنْتُمْ مُّلْقُوْنَ(۸۰)
En toen de tovenaars kwamen, zeide Mozes tot hen: "Werpt hetgeen gij wildet werpen."

En toen de tovenaars kwamen zei Moesa tot hen: "Werpt wat jullie te werpen hebt."
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

يُوْنُس
يُوْنُس
  00:00



Download

يُوْنُس
يُوْنُس
  00:00



Download