READ

Surah Maryam

مَرْيَم
98 Ayaat    مکیۃ


19:41
وَ اذْكُرْ فِی الْكِتٰبِ اِبْرٰهِیْمَ۬ؕ-اِنَّهٗ كَانَ صِدِّیْقًا نَّبِیًّا(۴۱)
En vermeld Abraham in het Boek. Hij was een waarheidslievend profeet.
19:42
اِذْ قَالَ لِاَبِیْهِ یٰۤاَبَتِ لِمَ تَعْبُدُ مَا لَا یَسْمَعُ وَ لَا یُبْصِرُ وَ لَا یُغْنِیْ عَنْكَ شَیْــٴًـا(۴۲)
Toen hij tot zijn vader zeide: "O mijn vader, waarom aanbidt gij hetgeen hoort noch ziet, noch u op enigerlei wijze kan baten?"
19:43
یٰۤاَبَتِ اِنِّیْ قَدْ جَآءَنِیْ مِنَ الْعِلْمِ مَا لَمْ یَاْتِكَ فَاتَّبِعْنِیْۤ اَهْدِكَ صِرَاطًا سَوِیًّا(۴۳)
"O mijn vader, er is inderdaad kennis tot mij gekomen die niet tot u is gekomen, volg mij daarom, ik zal u naar een pad leiden dat effen en recht is."
19:44
یٰۤاَبَتِ لَا تَعْبُدِ الشَّیْطٰنَؕ-اِنَّ الشَّیْطٰنَ كَانَ لِلرَّحْمٰنِ عَصِیًّا(۴۴)
"O mijn vader, dien Satan niet want Satan is weerspannig tegen de Barmhartige;"
19:45
یٰۤاَبَتِ اِنِّیْۤ اَخَافُ اَنْ یَّمَسَّكَ عَذَابٌ مِّنَ الرَّحْمٰنِ فَتَكُوْنَ لِلشَّیْطٰنِ وَلِیًّا(۴۵)
"O mijn vader, ik vrees dat de straf van de Barmhartige u zal treffen en dat gij dan een gezel van Satan zult worden,"
19:46
قَالَ اَرَاغِبٌ اَنْتَ عَنْ اٰلِهَتِیْ یٰۤاِبْرٰهِیْمُۚ-لَىٕنْ لَّمْ تَنْتَهِ لَاَرْجُمَنَّكَ وَ اهْجُرْنِیْ مَلِیًّا(۴۶)
Antwoordde hij: "Verzaakt gij mijn goden, o Abraham? Indien gij niet ophoudt, zal ik u zeker uitbannen. Laat mij een tijd met rust."
19:47
قَالَ سَلٰمٌ عَلَیْكَۚ-سَاَسْتَغْفِرُ لَكَ رَبِّیْؕ-اِنَّهٗ كَانَ بِیْ حَفِیًّا(۴۷)
Abraham zeide: "Vrede zij met u. Ik zal mijn Heer om vergiffenis voor u smeken. Hij is mij inderdaad genadig."
19:48
وَ اَعْتَزِلُكُمْ وَ مَا تَدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ وَ اَدْعُوْا رَبِّیْ ﳲ عَسٰۤى اَلَّاۤ اَكُوْنَ بِدُعَآءِ رَبِّیْ شَقِیًّا(۴۸)
"En ik zal mij verre houden van u en van hetgeen gij nevens Allah aanroept, en ik zal tot mijn Heer bidden; waarschijnlijk zal ik in mijn gebed tot mijn Heer niet worden teleurgesteld."
19:49
فَلَمَّا اعْتَزَلَهُمْ وَ مَا یَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِۙ-وَهَبْنَا لَهٗۤ اِسْحٰقَ وَ یَعْقُوْبَؕ-وَ كُلًّا جَعَلْنَا نَبِیًّا(۴۹)
Toen hij zich van hen en van hetgeen zij nevens Allah aanbaden, had losgemaakt, schonken Wij hem Isa?c en Jacob en maakten elk hunner profeet.
19:50
وَ وَهَبْنَا لَهُمْ مِّنْ رَّحْمَتِنَا وَ جَعَلْنَا لَهُمْ لِسَانَ صِدْقٍ عَلِیًّا۠(۵۰)
En Wij schonken hun Onze barmhartigheid en een verheven en goede naam.
19:51
وَ اذْكُرْ فِی الْكِتٰبِ مُوْسٰۤى٘-اِنَّهٗ كَانَ مُخْلَصًا وَّ كَانَ رَسُوْلًا نَّبِیًّا(۵۱)
En vermeld Mozes in het Boek. Voorwaar hij was een uitverkorene, boodschapper en profeet.
19:52
وَ نَادَیْنٰهُ مِنْ جَانِبِ الطُّوْرِ الْاَیْمَنِ وَ قَرَّبْنٰهُ نَجِیًّا(۵۲)
Wij riepen hem van de rechter zijde van de Berg (Sina?), en deden hem tot Ons naderen om met hem te spreken.
19:53
وَ وَهَبْنَا لَهٗ مِنْ رَّحْمَتِنَاۤ اَخَاهُ هٰرُوْنَ نَبِیًّا(۵۳)
En Wij schonken hem, door Onze barmhartigheid zijn broeder A?ron als profeet en helper.
19:54
وَ اذْكُرْ فِی الْكِتٰبِ اِسْمٰعِیْلَ٘-اِنَّهٗ كَانَ صَادِقَ الْوَعْدِ وَ كَانَ رَسُوْلًا نَّبِیًّاۚ(۵۴)
En gedenk Isma?l in het Boek. Hij was getrouw aan zijn belofte En hij was (eveneens) een boodschapper - profeet.
19:55
وَ كَانَ یَاْمُرُ اَهْلَهٗ بِالصَّلٰوةِ وَ الزَّكٰوةِ۪-وَ كَانَ عِنْدَ رَبِّهٖ مَرْضِیًّا(۵۵)
Hij placht zijn volk gebeden en aalmoezen aan te bevelen en zijn Heer had welbehagen in hem.
19:56
وَ اذْكُرْ فِی الْكِتٰبِ اِدْرِیْسَ٘-اِنَّهٗ كَانَ صِدِّیْقًا نَّبِیًّاۗۙ(۵۶)
En vermeld Idries in het Boek Hij was een waarheidslievend profeet.
19:57
وَّ رَفَعْنٰهُ مَكَانًا عَلِیًّا(۵۷)
En Wij verhieven hem tot een hoge plaats.
19:58
اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ اَنْعَمَ اللّٰهُ عَلَیْهِمْ مِّنَ النَّبِیّٖنَ مِنْ ذُرِّیَّةِ اٰدَمَۗ-وَ مِمَّنْ حَمَلْنَا مَعَ نُوْحٍ٘-وَّ مِنْ ذُرِّیَّةِ اِبْرٰهِیْمَ وَ اِسْرَآءِیْلَ٘-وَ مِمَّنْ هَدَیْنَا وَ اجْتَبَیْنَاؕ-اِذَا تُتْلٰى عَلَیْهِمْ اٰیٰتُ الرَّحْمٰنِ خَرُّوْا سُجَّدًا وَّ بُكِیًّا۩(۵۸)
Dezen zijn het over wie Allah Zijn zegeningen heeft uitgestort; namelijk de profeten van het nageslacht van Adam en van degenen die Wij met Noach droegen (in de ark) en van het nageslacht van Abraham en Isra?l; en zij behoren tot degenen die Wij leidden en uitverkoren. Toen de tekenen van de Weldadige hun werden voorgelezen vielen zij buigend en wenend neder.
19:59
فَخَلَفَ مِنْۢ بَعْدِهِمْ خَلْفٌ اَضَاعُوا الصَّلٰوةَ وَ اتَّبَعُوا الشَّهَوٰتِ فَسَوْفَ یَلْقَوْنَ غَیًّاۙ(۵۹)
Hen volgden de bozen op, die het gebed verwaarloosden, en hun hartstochten gehoor gaven. Weldra zullen zij hun ondergang tegemoet gaan.
19:60
اِلَّا مَنْ تَابَ وَ اٰمَنَ وَ عَمِلَ صَالِحًا فَاُولٰٓىٕكَ یَدْخُلُوْنَ الْجَنَّةَ وَ لَا یُظْلَمُوْنَ شَیْــٴًـاۙ(۶۰)
Maar zij die berouw hebben en geloven en goede werken verrichten, zullen het paradijs binnengaan en zij zullen geenszins schade lijden.
19:61
جَنّٰتِ عَدْنِ ﹰالَّتِیْ وَعَدَ الرَّحْمٰنُ عِبَادَهٗ بِالْغَیْبِؕ-اِنَّهٗ كَانَ وَعْدُهٗ مَاْتِیًّا(۶۱)
Tuinen der eeuwigheid, dat is een belofte van het Onzienlijke, welke de Barmhartige aan Zijn dienaren heeft gedaan. Voorwaar, Zijn belofte zal zeker worden vervuld.
19:62
لَا یَسْمَعُوْنَ فِیْهَا لَغْوًا اِلَّا سَلٰمًاؕ-وَ لَهُمْ رِزْقُهُمْ فِیْهَا بُكْرَةً وَّ عَشِیًّا(۶۲)
0
19:63
تِلْكَ الْجَنَّةُ الَّتِیْ نُوْرِثُ مِنْ عِبَادِنَا مَنْ كَانَ تَقِیًّا(۶۳)
Aldus is het paradijs dat Wij als erfenis geven aan Onze dienaren, die rechtvaardig zijn.
19:64
وَ مَا نَتَنَزَّلُ اِلَّا بِاَمْرِ رَبِّكَۚ-لَهٗ مَا بَیْنَ اَیْدِیْنَا وَ مَا خَلْفَنَا وَ مَا بَیْنَ ذٰلِكَۚ-وَ مَا كَانَ رَبُّكَ نَسِیًّاۚ(۶۴)
"Wij (engelen) dalen slechts neder op bevel van uw Heer. Aan Hem behoort al hetgeen v??r ons is en al hetgeen achter ons is en al hetgeen er tussen ligt; en uw Heer vergeet nimmer."
19:65
رَبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا بَیْنَهُمَا فَاعْبُدْهُ وَ اصْطَبِرْ لِعِبَادَتِهٖؕ-هَلْ تَعْلَمُ لَهٗ سَمِیًّا۠(۶۵)
Hij is de Heer der hemelen en der aarde en al hetgeen hier tussen is. Dien Hem derhalve en wees volhardend in Zijn aanbidding. Kent gij Zijn gelijke?
19:66
وَ یَقُوْلُ الْاِنْسَانُ ءَاِذَا مَا مِتُّ لَسَوْفَ اُخْرَ جُ حَیًّا(۶۶)
En de mens zegt: "Zal ik wanneer ik dood ben, dan tot leven worden terug gebracht?"
19:67
اَوَ لَا یَذْكُرُ الْاِنْسَانُ اَنَّا خَلَقْنٰهُ مِنْ قَبْلُ وَ لَمْ یَكُ شَیْــٴًـا(۶۷)
Herinnert de mens zich dan niet dat Wij hem voorheen hebben geschapen toen hij nog niets was?
19:68
فَوَرَبِّكَ لَنَحْشُرَنَّهُمْ وَ الشَّیٰطِیْنَ ثُمَّ لَنُحْضِرَنَّهُمْ حَوْلَ جَهَنَّمَ جِثِیًّاۚ(۶۸)
En bij uw Heer, Wij zullen hen en de duivelen zeker verzamelen: dan zullen Wij hen op de knie?n rondom de hel plaatsen.
19:69
ثُمَّ لَنَنْزِعَنَّ مِنْ كُلِّ شِیْعَةٍ اَیُّهُمْ اَشَدُّ عَلَى الرَّحْمٰنِ عِتِیًّاۚ(۶۹)
Dan zullen Wij zeker uit elke groep diegenen onder hen uitkiezen die het opstandigst waren tegen de Weldadige.
19:70
ثُمَّ لَنَحْنُ اَعْلَمُ بِالَّذِیْنَ هُمْ اَوْلٰى بِهَا صِلِیًّا(۷۰)
En voorzeker, Wij weten het best wie onder hen het meest verdienen daarin te branden.
19:71
وَ اِنْ مِّنْكُمْ اِلَّا وَارِدُهَاۚ-كَانَ عَلٰى رَبِّكَ حَتْمًا مَّقْضِیًّاۚ(۷۱)
Er is niemand onder u of hij zal er toe komen - dit is een door uw Heer vastgesteld besluit.
19:72
ثُمَّ نُنَجِّی الَّذِیْنَ اتَّقَوْا وَّ نَذَرُ الظّٰلِمِیْنَ فِیْهَا جِثِیًّا(۷۲)
Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden en de bozen op hun knie?n daarin achterlaten.
19:73
وَ اِذَا تُتْلٰى عَلَیْهِمْ اٰیٰتُنَا بَیِّنٰتٍ قَالَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا لِلَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤاۙ-اَیُّ الْفَرِیْقَیْنِ خَیْرٌ مَّقَامًا وَّ اَحْسَنُ نَدِیًّا(۷۳)
En wanneer Onze duidelijke tekenen aan hen worden voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "Welke van de twee partijen neemt de beste plaats in en welke is beter als kring?"
19:74
وَ كَمْ اَهْلَكْنَا قَبْلَهُمْ مِّنْ قَرْنٍ هُمْ اَحْسَنُ اَثَاثًا وَّ رِءْیًا(۷۴)
Hoevele geslachten hebben Wij niet v??r hen verdelgd, die een groter bezit hadden en een beter uiterlijk!
19:75
قُلْ مَنْ كَانَ فِی الضَّلٰلَةِ فَلْیَمْدُدْ لَهُ الرَّحْمٰنُ مَدًّاۚ۬-حَتّٰۤى اِذَا رَاَوْا مَا یُوْعَدُوْنَ اِمَّا الْعَذَابَ وَ اِمَّا السَّاعَةَؕ-فَسَیَعْلَمُوْنَ مَنْ هُوَ شَرٌّ مَّكَانًا وَّ اَضْعَفُ جُنْدًا(۷۵)
Zeg: "De Weldadige geeft degenen die dwalen uitstel totdat zij zullen zien hetgeen waarmee zij worden bedreigd, - zij het de kastijding of het Uur - daarna zullen zij weten wie de slechtste plaats inneemt en wie zwakkere strijdkrachten heeft.
19:76
وَ یَزِیْدُ اللّٰهُ الَّذِیْنَ اهْتَدَوْا هُدًىؕ-وَ الْبٰقِیٰتُ الصّٰلِحٰتُ خَیْرٌ عِنْدَ رَبِّكَ ثَوَابًا وَّ خَیْرٌ مَّرَدًّا(۷۶)
En Allah vermeerdert leiding voor degenen die leiding volgen. De blijvende goede werken geven een betere beloning en (vormen) de beste toevlucht bij uw Heer.
19:77
اَفَرَءَیْتَ الَّذِیْ كَفَرَ بِاٰیٰتِنَا وَ قَالَ لَاُوْتَیَنَّ مَالًا وَّ وَلَدًاؕ(۷۷)
Hebt gij hem dan gezien die Onze tekenen verwerpt en zegt: "Mij zullen zeker rijkdommen en kinderen worden geschonken?"
19:78
اَطَّلَعَ الْغَیْبَ اَمِ اتَّخَذَ عِنْدَ الرَّحْمٰنِ عَهْدًاۙ(۷۸)
Heeft hij toegang tot het Onzienlijke gehad of heeft hij een belofte uit de hand van de Weldadige ontvangen?
19:79
كَلَّاؕ-سَنَكْتُبُ مَا یَقُوْلُ وَ نَمُدُّ لَهٗ مِنَ الْعَذَابِ مَدًّاۙ(۷۹)
Neen, hetgeen hij zegt tekenen Wij aan en Wij zullen de straf voor hem vermeerderen.
19:80
وَّ نَرِثُهٗ مَا یَقُوْلُ وَ یَاْتِیْنَا فَرْدًا(۸۰)
En Wij zullen al hetgeen waarover hij spreekt erven en hij zal alleen tot Ons komen.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

مَرْيَم
مَرْيَم
  00:00



Download

مَرْيَم
مَرْيَم
  00:00



Download