READ

Surah Luqmaan

لُقْمٰن
34 Ayaat    مکیۃ


31:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
31:1
الٓمّٓۚ(۱)
Alif Laam Miem.

A[lif] L[aam] M[iem].
31:2
تِلْكَ اٰیٰتُ الْكِتٰبِ الْحَكِیْمِۙ(۲)
Dit zijn verzen van het Boek vol van Wijsheid.

Dit zijn de tekenen van het wijze boek;
31:3
هُدًى وَّ رَحْمَةً لِّلْمُحْسِنِیْنَۙ(۳)
Een leiding en een genade voor de goeden.

een leidraad en barmhartigheid voor hen die goed doen,
31:4
الَّذِیْنَ یُقِیْمُوْنَ الصَّلٰوةَ وَ یُؤْتُوْنَ الزَّكٰوةَ وَ هُمْ بِالْاٰخِرَةِ هُمْ یُوْقِنُوْنَؕ(۴)
Zij, die het Gebed naleven en de Zakaat betalen, en die in het Hiernamaals vast geloven,

die de salaat verrichten en de zakaat geven terwijl zij van het hiernamaals vast overtuigd zijn.
31:5
اُولٰٓىٕكَ عَلٰى هُدًى مِّنْ رَّبِّهِمْ وَ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْمُفْلِحُوْنَ(۵)
Zij zijn het, die de leiding van hun Heer volgen, en zij zullen slagen.

Zij volgen de leidraad van hun Heer en zij zijn het die het welgaat.
31:6
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یَّشْتَرِیْ لَهْوَ الْحَدِیْثِ لِیُضِلَّ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِ بِغَیْرِ عِلْمٍ ﳓ وَّ یَتَّخِذَهَا هُزُوًاؕ-اُولٰٓىٕكَ لَهُمْ عَذَابٌ مُّهِیْنٌ(۶)
0

Onder de mensen zijn er die kletspraat verkopen om zonder kennis van Gods weg af te laten dwalen en er de spot mee te drijven. Zij zijn het voor wie er een vernederende bestraffing is.
31:7
وَ اِذَا تُتْلٰى عَلَیْهِ اٰیٰتُنَا وَلّٰى مُسْتَكْبِرًا كَاَنْ لَّمْ یَسْمَعْهَا كَاَنَّ فِیْۤ اُذُنَیْهِ وَقْرًاۚ-فَبَشِّرْهُ بِعَذَابٍ اَلِیْمٍ(۷)
En wanneer Onze woorden aan hem worden voorgedragen, wendt hij zich verachtelijk af alsof hij ze niet hoorde en zijn oren verstopt waren. Kondig hem daarom een pijnlijke straf aan.

En wanneer aan hem Onze tekenen worden voorgelezen dan keert hij zich hoogmoedig om alsof hij ze niet gehoord heeft, alsof in zijn oren hardhorendheid is. Verkondig hem dan een pijnlijke bestraffing.
31:8
اِنَّ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ لَهُمْ جَنّٰتُ النَّعِیْمِۙ(۸)
Voorzeker, die geloven en goede werken doen, zullen gezegende tuinen hebben,

Zij die geloven en de deugdelijke daden doen, voor hen zijn de tuinen van de gelukzaligheid,
31:9
خٰلِدِیْنَ فِیْهَاؕ-وَعْدَ اللّٰهِ حَقًّاؕ-وَ هُوَ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ(۹)
0

waarin zij altijd zullen blijven. Dat is in waarheid Gods toezegging. Hij is de machtige, de wijze.
31:10
خَلَقَ السَّمٰوٰتِ بِغَیْرِ عَمَدٍ تَرَوْنَهَا وَ اَلْقٰى فِی الْاَرْضِ رَوَاسِیَ اَنْ تَمِیْدَ بِكُمْ وَ بَثَّ فِیْهَا مِنْ كُلِّ دَآبَّةٍؕ-وَ اَنْزَلْنَا مِنَ السَّمَآءِ مَآءً فَاَنْۢبَتْنَا فِیْهَا مِنْ كُلِّ زَوْجٍ كَرِیْمٍ(۱۰)
Hij heeft de hemelen geschapen zonder enige voor u zichtbare pilaren en Hij heeft op aarde hechte bergen gemaakt opdat zij niet beven met u, en Hij heeft er allerlei dieren over verspreid. Wij hebben water uit de wolken nedergezonden en hebben allerlei edele soorten daarin (de aarde) doen groeien.

Hij heeft de hemelen zonder steun die je kunt zien geschapen en Hij heeft op de aarde stevige bergen aangebracht zodat zij jullie niet aan het wankelen zou brengen. En Hij heeft er allerlei dieren op verspreid. En Wij hebben uit de hemel water laten neerdalen en Wij hebben er allerlei voortreffelijke soorten op laten groeien.
31:11
هٰذَا خَلْقُ اللّٰهِ فَاَرُوْنِیْ مَا ذَا خَلَقَ الَّذِیْنَ مِنْ دُوْنِهٖؕ-بَلِ الظّٰلِمُوْنَ فِیْ ضَلٰلٍ مُّبِیْنٍ۠(۱۱)
Dit is de Schepping van Allah. Toont mij nu wat degenen hebben geschapen die naast Hem (worden gesteld). Neen, de onrechtvaardigen verkeren klaarblijkelijk in dwaling.

Dit is Gods schepping. Laat mij dan zien wat zij geschapen hebben die er buiten Hem nog zouden zijn. Welnee, de onrechtplegers verkeren in duidelijke dwaling.
31:12
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا لُقْمٰنَ الْحِكْمَةَ اَنِ اشْكُرْ لِلّٰهِؕ-وَ مَنْ یَّشْكُرْ فَاِنَّمَا یَشْكُرُ لِنَفْسِهٖۚ-وَ مَنْ كَفَرَ فَاِنَّ اللّٰهَ غَنِیٌّ حَمِیْدٌ(۱۲)
En Wij schonken wijsheid aan Loqmaan, zeggende: "Wees Allah dankbaar, want hij die dankbaar is, is dankbaar voor zichzelf, en die ondankbaar is: Allah is Zichzelf-genoeg, Geprezen.

Wij hadden aan Loekmaan de wijsheid gegeven, dat hij aan God dank moest betuigen. En wie dank betuigt doet dat slechts in zijn eigen voordeel en wie ondankbaar is, God is behoefteloos en lofwaardig.
31:13
وَ اِذْ قَالَ لُقْمٰنُ لِابْنِهٖ وَ هُوَ یَعِظُهٗ یٰبُنَیَّ لَا تُشْرِكْ بِاللّٰهِﳳ-اِنَّ الشِّرْكَ لَظُلْمٌ عَظِیْمٌ(۱۳)
Toen Loqmaan tot zijn zoon, terwijl hij hem raad gaf, zeide: "O mijn lieve zoon, ken geen medegoden aan Allah toe; afgoderij is inderdaad een grote ongerechtigheid."

Toen Loekmaan zijn zoon vermanend toesprak: "Mijn zoon, bedrijf geen veelgodendienst, want veelgodendienst is een geweldig misdrijf."
31:14
وَ وَصَّیْنَا الْاِنْسَانَ بِوَالِدَیْهِۚ-حَمَلَتْهُ اُمُّهٗ وَهْنًا عَلٰى وَهْنٍ وَّ فِصٰلُهٗ فِیْ عَامَیْنِ اَنِ اشْكُرْ لِیْ وَ لِوَالِدَیْكَؕ-اِلَیَّ الْمَصِیْرُ(۱۴)
Wij hebhen de mens op het hart gedrukt betreffende zijn ouders, zijn moeder droeg hem in zwakte op zwakte, en zijn zogen nam twee jaren in beslag. Zeg Mij en uw ouders dank, tot Mij is de terugkeer.

En Wij hebben de mens met betrekking tot zijn ouders opgedragen -- zijn moeder heeft hem immers in grote zwakheid gedragen en totdat hij gespeend werd waren het nog twee jaar --: "Jij moet Mij en jouw ouders dank betuigen. Bij Mij is de bestemming.
31:15
وَ اِنْ جَاهَدٰكَ عَلٰۤى اَنْ تُشْرِكَ بِیْ مَا لَیْسَ لَكَ بِهٖ عِلْمٌۙ-فَلَا تُطِعْهُمَا وَ صَاحِبْهُمَا فِی الدُّنْیَا مَعْرُوْفًا٘-وَّ اتَّبِـعْ سَبِیْلَ مَنْ اَنَابَ اِلَیَّۚ-ثُمَّ اِلَیَّ مَرْجِعُكُمْ فَاُنَبِّئُكُمْ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَ(۱۵)
Maar indien (uw ouders) trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen, waarvan gij geen kennis hebt, gehoorzaam hen niet. Doch leef met hen samen in de wereld op een behoorlijke wijze en volg de weg van hem die zich tot Mij richt. Dan zult gij tot Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over hetgeen gij deedt. -

Als zij er echter bij jou op aandringen aan Mij metgezellen toe te voegen, waarvan jij geen kennis hebt, gehoorzaam hun dan niet. En ga in het tegenwoordige leven behoorlijk met hen om en volg de weg van wie zich schuldbewust tot Mij wendt. Daarna zal tot Mij jullie terugkeer zijn. Ik zal jullie dan meedelen wat jullie aan het doen waren."
31:16
یٰبُنَیَّ اِنَّهَاۤ اِنْ تَكُ مِثْقَالَ حَبَّةٍ مِّنْ خَرْدَلٍ فَتَكُنْ فِیْ صَخْرَةٍ اَوْ فِی السَّمٰوٰتِ اَوْ فِی الْاَرْضِ یَاْتِ بِهَا اللّٰهُؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَطِیْفٌ خَبِیْرٌ(۱۶)
"O mijn lieve zoon! Al zou het het gewicht van een mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een rots bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het zeker openbaar maken. Voorwaar, Allah is Aldoordringend, Alkennend.

"Mijn zoon, al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje en al was het in een rots of in de hemelen of op de aarde, God zal het brengen. God is welwillend en welingelicht.
31:17
یٰبُنَیَّ اَقِمِ الصَّلٰوةَ وَ اْمُرْ بِالْمَعْرُوْفِ وَ انْهَ عَنِ الْمُنْكَرِ وَ اصْبِرْ عَلٰى مَاۤ اَصَابَكَؕ-اِنَّ ذٰلِكَ مِنْ عَزْمِ الْاُمُوْرِۚ(۱۷)
O mijn lieve zoon, verricht het gebed en beveel het goede aan en verbied het kwade en verdraag geduldig wat u ook overkome. Dit is een ernstige zaak.

Mijn zoon, verricht de salaat, gebied het behoorlijke en verbied het verwerpelijke. En verdraag geduldig wat je treft, dat is een zaak van vastbeslotenheid.
31:18
وَ لَا تُصَعِّرْ خَدَّكَ لِلنَّاسِ وَ لَا تَمْشِ فِی الْاَرْضِ مَرَحًاؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ كُلَّ مُخْتَالٍ فَخُوْرٍۚ(۱۸)
En keer uw gelaat niet (in verachting) van de mensen af noch wandel in hoogmoed op aarde; want Allah heeft de hoogmoedige noch de pocher lief.

Wend je wang niet hoogmoedig van de mensen af en loop niet verwaand op de aarde rond. God bemint geen enkele ingebeelde en verwaande.
31:19
وَ اقْصِدْ فِیْ مَشْیِكَ وَ اغْضُضْ مِنْ صَوْتِكَؕ-اِنَّ اَنْكَرَ الْاَصْوَاتِ لَصَوْتُ الْحَمِیْرِ۠(۱۹)
En loop met gewone stap en verzacht uw stem; want de meest onaangename stem is het gebalk van een ezel."

En wees gematigd in je lopen en spreek met zachte stem. De afschuwelijkste stem is immers de stem van ezels."
31:20
اَلَمْ تَرَوْا اَنَّ اللّٰهَ سَخَّرَ لَكُمْ مَّا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِ وَ اَسْبَغَ عَلَیْكُمْ نِعَمَهٗ ظَاهِرَةً وَّ بَاطِنَةًؕ-وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یُّجَادِلُ فِی اللّٰهِ بِغَیْرِ عِلْمٍ وَّ لَا هُدًى وَّ لَا كِتٰبٍ مُّنِیْرٍ(۲۰)
Hebt gij niet gezien, dat Allah alles wat in de hemelen en op aarde is in uw dienst heeft gesteld en Zijn gunsten rijkelijk aan u heeft geschonken, zowel uiterlijk als innerlijk? En onder de mensen zijn er, die over Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een verlichtend Boek.

Hebben jullie niet gezien dat God voor jullie wat er in de hemelen en wat er op de aarde is dienstbaar heeft gemaakt en dat Hij Zijn weldaden aan jullie uiterlijk en innerlijk vervolmaakt? Er zijn mensen die zonder kennis, zonder leidraad en zonder verlichtend boek over God twisten.
31:21
وَ اِذَا قِیْلَ لَهُمُ اتَّبِعُوْا مَاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ قَالُوْا بَلْ نَتَّبِـعُ مَا وَجَدْنَا عَلَیْهِ اٰبَآءَنَاؕ-اَوَ لَوْ كَانَ الشَّیْطٰنُ یَدْعُوْهُمْ اِلٰى عَذَابِ السَّعِیْرِ(۲۱)
En als er tot hen wordt gezegd: "Volgt hetgeen Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene volgen wat wij onze vaderen zagen volgen." Zelfs al zou Satan hen tot de straf van het branden hebben uitgenodigd?

En als tot hen gezegd wordt: "Volgt wat God heeft neergezonden na", zeggen zij: "Welnee, wij volgen dat na waarvan wij merken dat onze vaderen zich eraan hielden." Ook dan soms, als de satans hen tot de bestraffing van de vuurgloed oproepen?
31:22
وَ مَنْ یُّسْلِمْ وَجْهَهٗۤ اِلَى اللّٰهِ وَ هُوَ مُحْسِنٌ فَقَدِ اسْتَمْسَكَ بِالْعُرْوَةِ الْوُثْقٰىؕ-وَ اِلَى اللّٰهِ عَاقِبَةُ الْاُمُوْرِ(۲۲)
Maar hij, die zich aan Allah onderwerpt en het goede doet, heeft inderdaad een sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller dingen.

En wie zich geheel aan God overgeeft en goed doet, die houdt de stevigste handgreep vast. En de uiteindelijke beschikkingen berusten bij God.
31:23
وَ مَنْ كَفَرَ فَلَا یَحْزُنْكَ كُفْرُهٗؕ-اِلَیْنَا مَرْجِعُهُمْ فَنُنَبِّئُهُمْ بِمَا عَمِلُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلِیْمٌۢ بِذَاتِ الصُّدُوْرِ(۲۳)
En zij die niet geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen hen inlichten over wat zij deden; Allah weet heel goed wat in hun innerlijk is.

En als iemand ongelovig is, laat dan zijn ongeloof jou niet bedroefd maken. Tot Ons is hun terugkeer en Wij zullen hun meedelen wat zij deden. God weet wat er binnen in de harten is.
31:24
نُمَتِّعُهُمْ قَلِیْلًا ثُمَّ نَضْطَرُّهُمْ اِلٰى عَذَابٍ غَلِیْظٍ(۲۴)
Wij zullen hen voor een poosje zich laten vermaken; daarna zullen Wij hen tot een strenge straf voortdrijven.

Wij zullen hen nog kort laten genieten, maar dan zullen Wij hen naar een harde bestraffing drijven.
31:25
وَ لَىٕنْ سَاَلْتَهُمْ مَّنْ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ لَیَقُوْلُنَّ اللّٰهُؕ-قُلِ الْحَمْدُ لِلّٰهِؕ-بَلْ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۲۵)
En als gij hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij gewis antwoorden: "Allah". Zeg: "Alle roem behoort aan Allah." Maar de meesten hunner weten het niet.

En als jij hun vraagt wie de hemelen en de aarde geschapen heeft zeggen zij: "God." Zeg: "Lof zij God!" Maar de meesten van hen weten het niet.
31:26
لِلّٰهِ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الْغَنِیُّ الْحَمِیْدُ(۲۶)
Aan Allah behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is, voorzeker Allah is Zichzelf-genoeg, Geprezen.

Van God is wat er in de hemelen en op de aarde is. God is de behoefteloze, de lofwaardige.
31:27
وَ لَوْ اَنَّ مَا فِی الْاَرْضِ مِنْ شَجَرَةٍ اَقْلَامٌ وَّ الْبَحْرُ یَمُدُّهٗ مِنْۢ بَعْدِهٖ سَبْعَةُ اَبْحُرٍ مَّا نَفِدَتْ كَلِمٰتُ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۲۷)
En als alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld (inkt was), de woorden van Allah zouden niet kunnen worden uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.

Zelfs al waren de bomen die er op de aarde zijn pennen en al werd de zee [als inkt gebruikt en] daarna nog eens met zeven zeeën aangevuld, dan waren Gods woorden nog niet uitgeput. God is machtig en wijs.
31:28
مَا خَلْقُكُمْ وَ لَا بَعْثُكُمْ اِلَّا كَنَفْسٍ وَّاحِدَةٍؕ-اِنَّ اللّٰهَ سَمِیْعٌۢ بَصِیْرٌ(۲۸)
O mensen uw Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een enkele ziel. Voorwaar, Allah is Alhorend, Alziende.

Jullie schepping en jullie opwekking is niet anders dan als van één persoon. God is horend en doorziend.
31:29
اَلَمْ تَرَ اَنَّ اللّٰهَ یُوْلِجُ الَّیْلَ فِی النَّهَارِ وَ یُوْلِجُ النَّهَارَ فِی الَّیْلِ وَ سَخَّرَ الشَّمْسَ وَ الْقَمَرَ٘-كُلٌّ یَّجْرِیْۤ اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّى وَّ اَنَّ اللّٰهَ بِمَا تَعْمَلُوْنَ خَبِیْرٌ(۲۹)
Hebt gij niet gezien, dat Allah de nacht in de dag doet overgaan en de dag in de nacht en dat hij de zon en de maan in dienst heeft gesteld? Elk loopt voor een vastgestelde tijd; Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet.

Heb jij niet gezien dat God de nacht laat overgaan in de dag en de dag laat overgaan in de nacht, dat Hij de zon en de maan dienstbaar gemaakt heeft, dat alles tot een vastgestelde termijn loopt en dat God welingelicht is over wat jullie doen?
31:30
ذٰلِكَ بِاَنَّ اللّٰهَ هُوَ الْحَقُّ وَ اَنَّ مَا یَدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِهِ الْبَاطِلُۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ هُوَ الْعَلِیُّ الْكَبِیْرُ۠(۳۰)
Dit is omdat Allah de Waarheid en wat zij naast Hem aanroepen vals is, en omdat Allah de Verhevene, de Grote is.

Dat is zo omdat God de waarheid is en omdat wat zij buiten Hem aanroepen de onwaarheid is en omdat God de verhevene, de grote is.
31:31
اَلَمْ تَرَ اَنَّ الْفُلْكَ تَجْرِیْ فِی الْبَحْرِ بِنِعْمَتِ اللّٰهِ لِیُرِیَكُمْ مِّنْ اٰیٰتِهٖؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّكُلِّ صَبَّارٍ شَكُوْرٍ(۳۱)
Hebt gij niet gezien, dat de schepen op zee varen door de gunst van Allah, opdat Hij u Zijn tekenen moge tonen? Voorzeker daarin zijn tekenen voor een ieder, die geduldig en dankbaar is.

Heb jij niet gezien dat de schepen door Gods genade op zee varen om jullie iets van Zijn tekenen te tonen? In de schepen zijn zeker tekenen voor ieder die geduldig volhardt en die dank betuigt.
31:32
وَ اِذَا غَشِیَهُمْ مَّوْجٌ كَالظُّلَلِ دَعَوُا اللّٰهَ مُخْلِصِیْنَ لَهُ الدِّیْنَ ﳛ فَلَمَّا نَجّٰىهُمْ اِلَى الْبَرِّ فَمِنْهُمْ مُّقْتَصِدٌؕ-وَ مَا یَجْحَدُ بِاٰیٰتِنَاۤ اِلَّا كُلُّ خَتَّارٍ كَفُوْرٍ(۳۲)
En wanneer de golven hen als schaduwen omhullen, roepen zij Allah oprecht zijnde in gehoorzaamheid aan; maar wanneer Hij hen veilig aan land brengt, volgen slechts enigen hunner de rechte weg. En niemand verloochent Onze tekenen behalve de trouweloze, de ondankbare.

En als golven hen als stapelwolken overdekken roepen zij God aan, waarbij zij de godsdienst geheel aan Hem wijden. En wanneer Hij hen gered en aan land gebracht heeft, dan zijn er onder hen gematigden, maar Onze tekenen worden slechts verworpen door ieder die trouweloos en ondankbaar is.
31:33
یٰۤاَیُّهَا النَّاسُ اتَّقُوْا رَبَّكُمْ وَ اخْشَوْا یَوْمًا لَّا یَجْزِیْ وَالِدٌ عَنْ وَّلَدِهٖ٘-وَ لَا مَوْلُوْدٌ هُوَ جَازٍ عَنْ وَّالِدِهٖ شَیْــٴًـاؕ-اِنَّ وَعْدَ اللّٰهِ حَقٌّ فَلَا تَغُرَّنَّكُمُ الْحَیٰوةُ الدُّنْیَاٙ-وَ لَا یَغُرَّنَّكُمْ بِاللّٰهِ الْغَرُوْرُ(۳۳)
0

Jullie mensen! Vreest jullie Heer en vreest een dag waarop geen ouder voor zijn kind kan betalen en geen kind ook maar iets voor zijn ouder kan betalen! Gods aanzegging is waar. Laat het tegenwoordige leven jullie dus niet begoochelen en laat de begoochelaar jullie niet met betrekking tot God begoochelen.
31:34
اِنَّ اللّٰهَ عِنْدَهٗ عِلْمُ السَّاعَةِۚ-وَ یُنَزِّلُ الْغَیْثَۚ-وَ یَعْلَمُ مَا فِی الْاَرْحَامِؕ-وَ مَا تَدْرِیْ نَفْسٌ مَّا ذَا تَكْسِبُ غَدًاؕ-وَ مَا تَدْرِیْ نَفْسٌۢ بِاَیِّ اَرْضٍ تَمُوْتُؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلِیْمٌ خَبِیْرٌ۠(۳۴)
Voorwaar, Allah alleen bezit de kennis van het Uur. Hij zendt de regen neder en Hij weet wat zich in de baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alkennend.

God, bij Hem is de kennis van het uur, Hij laat de regen neerdalen en Hij weet wat er in de moederschoten is. Niemand weet wat hij morgen ten uitvoer zal brengen en niemand weet in welk land hij zal sterven. God is wetend en welingelicht.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

لُقْمٰن
لُقْمٰن
  00:00



Download

لُقْمٰن
لُقْمٰن
  00:00



Download