READ
Surah Ibrahim
اِبرٰهِيْم
52 Ayaat مکیۃ
رَبَّنَا اغْفِرْ لِیْ وَ لِوَالِدَیَّ وَ لِلْمُؤْمِنِیْنَ یَوْمَ یَقُوْمُ الْحِسَابُ۠(۴۱)
"Onze Heer, vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening zal plaatsvinden."
Onze Heer, schenk aan mij, aan mijn ouders en aan de gelovigen vergeving op de dag dat de afrekening plaatsvindt."
وَ لَا تَحْسَبَنَّ اللّٰهَ غَافِلًا عَمَّا یَعْمَلُ الظّٰلِمُوْنَ۬ؕ -اِنَّمَا یُؤَخِّرُهُمْ لِیَوْمٍ تَشْخَصُ فِیْهِ الْاَبْصَارُۙ(۴۲)
Denk niet dat Allah achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot de Dag waarop zij zullen staren,
En denk niet dat God niet goed let op wat de onrechtplegers doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot een dag waarop de blikken verstarren,
مُهْطِعِیْنَ مُقْنِعِیْ رُءُوْسِهِمْ لَا یَرْتَدُّ اِلَیْهِمْ طَرْفُهُمْۚ -وَ اَفْـٕدَتُهُمْ هَوَآءٌؕ(۴۳)
Met opgeheven hoofd zich voorthaastend, terwijl zij hun blik niet kunnen afwenden en hun hart ledig is.
terwijl zij zich voortspoeden met hun hoofden uitgestoken, hun oogleden die zich niet sluiten en hun harten leeg [van schrik].
وَ اَنْذِرِ النَّاسَ یَوْمَ یَاْتِیْهِمُ الْعَذَابُ فَیَقُوْلُ الَّذِیْنَ ظَلَمُوْا رَبَّنَاۤ اَخِّرْنَاۤ اِلٰۤى اَجَلٍ قَرِیْبٍۙ- نُّجِبْ دَعْوَتَكَ وَ نَتَّبِـعِ الرُّسُلَؕ- اَوَ لَمْ تَكُوْنُوْۤا اَقْسَمْتُمْ مِّنْ قَبْلُ مَا لَكُمْ مِّنْ زَوَالٍۙ(۴۴)
En waarschuw de mensen voor de Dag waarop kastijding over hen zal komen; dan zullen de onrechtvaardigen zeggen: "Onze Heer, schenk ons uitstel voor een korte periode. Wij zullen Uw roep beantwoorden en de boodschappers volgen." "Hebt gij voorheen niet gezworen, dat er voor u geen ondergang was?"
En waarschuw de mensen voor een dag waarop de bestraffing tot hen komt. Dan zullen zij die onrecht pleegden zeggen: "Onze Heer, verleen ons nog een kort uitstel, dan zullen wij aan Uw oproep gehoor geven en de gezanten volgen." Hadden jullie vroeger niet ook al gezworen dat er voor jullie geen ondergang was?
وَّ سَكَنْتُمْ فِیْ مَسٰكِنِ الَّذِیْنَ ظَلَمُوْۤا اَنْفُسَهُمْ وَ تَبَیَّنَ لَكُمْ كَیْفَ فَعَلْنَا بِهِمْ وَ ضَرَبْنَا لَكُمُ الْاَمْثَالَ(۴۵)
En gij vertoeft thans in de woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden en het was u duidelijk geworden hoe Wij met hen handelden terwijl Wij de voorbeelden voor u hadden gegeven."
En jullie bewoonden de woonhuizen van hen die zichzelf onrecht aandeden en het is jullie duidelijk geworden hoe Wij met hen gehandeld hebben. Wij hebben jullie toch voorbeelden ter vergelijking gegeven.
وَ قَدْ مَكَرُوْا مَكْرَهُمْ وَ عِنْدَ اللّٰهِ مَكْرُهُمْؕ- وَ اِنْ كَانَ مَكْرُهُمْ لِتَزُوْلَ مِنْهُ الْجِبَالُ(۴۶)
En zij hadden hun plannen reeds gesmeed maar hun plannen zijn bij Allah, al waren hun plannen z? dat er bergen door zouden worden verzet.
Zij hebben hun list beraamd, maar hun list is bij God bekend, ook al was hun list dat de bergen ermee zouden vergaan.
فَلَا تَحْسَبَنَّ اللّٰهَ مُخْلِفَ وَعْدِهٖ رُسُلَهٗؕ- اِنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ ذُو انْتِقَامٍؕ(۴۷)
Denk derhalve niet dat Allah zal falen Zijn belofte aan Zijn boodschappers te houden: Allah is voorzeker Almachtig, Heer der Vergelding.
En denk niet dat God Zijn toezegging aan de gezanten niet nakomt. God is machtig en wraakgierig.
یَوْمَ تُبَدَّلُ الْاَرْضُ غَیْرَ الْاَرْضِ وَ السَّمٰوٰتُ وَ بَرَزُوْا لِلّٰهِ الْوَاحِدِ الْقَهَّارِ(۴۸)
De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen.
Op de dag dat de aarde vervangen zal worden door een andere aarde en de hemelen ook en waarop zij vóórkomen bij God, de ene, de albeheerser.
وَ تَرَى الْمُجْرِمِیْنَ یَوْمَىٕذٍ مُّقَرَّنِیْنَ فِی الْاَصْفَادِۚ(۴۹)
En op die Dag zult gij de schuldigen in kettingen geklonken zien.
Jij ziet op die dag de boosdoeners in boeien aaneengeketend,
سَرَابِیْلُهُمْ مِّنْ قَطِرَانٍ وَّ تَغْشٰى وُجُوْهَهُمُ النَّارُۙ(۵۰)
Hun kleren zullen van pek zijn en het Vuur zal hun gezicht omhullen.
met hun kleren van pek en hun gezichten bedekt met het vuur,
لِیَجْزِیَ اللّٰهُ كُلَّ نَفْسٍ مَّا كَسَبَتْؕ- اِنَّ اللّٰهَ سَرِیْعُ الْحِسَابِ(۵۱)
Opdat Allah elke ziel moge vergelden voor hetgeen zij heeft gedaan. Voorzeker, Allah is snel in het vergelden.
opdat God aan elke ziel vergeldt wat zij begaan heeft. En God is snel met de afrekening.
هٰذَا بَلٰغٌ لِّلنَّاسِ وَ لِیُنْذَرُوْا بِهٖ وَ لِیَعْلَمُوْۤا اَنَّمَا هُوَ اِلٰهٌ وَّاحِدٌ وَّ لِیَذَّكَّرَ اُولُوا الْاَلْبَابِ۠(۵۲)
Dit is een aankondiging voor de mensen opdat zij er door mogen worden gewaarschuwd en opdat zij mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat degenen die begrip hebben er lering uit mogen trekken.
Dit is een verkondiging voor de mensen, opdat zij erdoor gewaarschuwd worden, opdat zij weten dat Hij één god is en opdat de verstandigen zich laten vermanen.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan