READ

Surah Az-Zumar

اَلزُّمَر
75 Ayaat    مکیۃ


39:41
اِنَّاۤ اَنْزَلْنَا عَلَیْكَ الْكِتٰبَ لِلنَّاسِ بِالْحَقِّۚ-فَمَنِ اهْتَدٰى فَلِنَفْسِهٖۚ-وَ مَنْ ضَلَّ فَاِنَّمَا یَضِلُّ عَلَیْهَاۚ-وَ مَاۤ اَنْتَ عَلَیْهِمْ بِوَكِیْلٍ۠(۴۱)
Voorwaar, Wij hebben u ten bate der mensen het Boek met Waarheid nedergezonden. Hij die deze leiding volgt, volgt haar ten bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, dwaalt ten nadele van haar. En gij zijt geen voogd over hen.
39:42
اَللّٰهُ یَتَوَفَّى الْاَنْفُسَ حِیْنَ مَوْتِهَا وَ الَّتِیْ لَمْ تَمُتْ فِیْ مَنَامِهَاۚ-فَیُمْسِكُ الَّتِیْ قَضٰى عَلَیْهَا الْمَوْتَ وَ یُرْسِلُ الْاُخْرٰۤى اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّىؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یَّتَفَكَّرُوْنَ(۴۲)
Allah neemt de zielen van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hun slaap. Dan houdt Hij die, die Hij ten dode heeft opgeschreven en zendt de overigen tot een bepaalde tijd (in het lichaam) terug. Hierin zijn stellig tekenen voor een volk dat nadenkt.
39:43
اَمِ اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ شُفَعَآءَؕ-قُلْ اَوَ لَوْ كَانُوْا لَا یَمْلِكُوْنَ شَیْــٴًـا وَّ لَا یَعْقِلُوْنَ(۴۳)
Hebben zij bemiddelaars naast Allah genomen? Vraag: "Zelfs indien zij (de afgoden) nergens macht over hebben en zonder verstand zijn?"
39:44
قُلْ لِّلّٰهِ الشَّفَاعَةُ جَمِیْعًاؕ-لَهٗ مُلْكُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-ثُمَّ اِلَیْهِ تُرْجَعُوْنَ(۴۴)
Zeg: "Van Allah is iedere voorspraak. Hem behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Hem zult gij worden teruggebracht."
39:45
وَ اِذَا ذُكِرَ اللّٰهُ وَحْدَهُ اشْمَاَزَّتْ قُلُوْبُ الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِالْاٰخِرَةِۚ-وَ اِذَا ذُكِرَ الَّذِیْنَ مِنْ دُوْنِهٖۤ اِذَا هُمْ یَسْتَبْشِرُوْنَ(۴۵)
En wanneer Allah wordt genoemd als de Enige, dan krimpt het hart dergenen die in het Hiernamaals niet geloven samen, maar wanneer degenen naast Hem genoemd worden, ziet, zij verheugen zich.
39:46
قُلِ اللّٰهُمَّ فَاطِرَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ عٰلِمَ الْغَیْبِ وَ الشَّهَادَةِ اَنْتَ تَحْكُمُ بَیْنَ عِبَادِكَ فِیْ مَا كَانُوْا فِیْهِ یَخْتَلِفُوْنَ(۴۶)
Zeg: "O, Allah! Schepper der hemelen en der aarde! Kenner van het onzichtbare en het zichtbare! Slechts Gij oordeelt onder Uw dienaren over datgene waarin zij verschillen."
39:47
وَ لَوْ اَنَّ لِلَّذِیْنَ ظَلَمُوْا مَا فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًا وَّ مِثْلَهٗ مَعَهٗ لَافْتَدَوْا بِهٖ مِنْ سُوْٓءِ الْعَذَابِ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-وَ بَدَا لَهُمْ مِّنَ اللّٰهِ مَا لَمْ یَكُوْنُوْا یَحْتَسِبُوْنَ(۴۷)
En indien de onrechtvaardigen bezaten al hetgeen op de aarde is en nog eens zoveel daarbij, zullen zij dit op de Dag der Opstanding als losprijs voor de vreselijke straf willen aanbieden. En wat zij nooit dachten zal hun door Allah onthuld worden.
39:48
وَ بَدَا لَهُمْ سَیِّاٰتُ مَا كَسَبُوْا وَ حَاقَ بِهِمْ مَّا كَانُوْا بِهٖ یَسْتَهْزِءُوْنَ(۴۸)
De straf voor het kwaad dat zij bedreven zal hun duidelijk worden en wat zij plachten te bespotten zal hen omringen.
39:49
فَاِذَا مَسَّ الْاِنْسَانَ ضُرٌّ دَعَانَا٘-ثُمَّ اِذَا خَوَّلْنٰهُ نِعْمَةً مِّنَّاۙ-قَالَ اِنَّمَاۤ اُوْتِیْتُهٗ عَلٰى عِلْمٍؕ-بَلْ هِیَ فِتْنَةٌ وَّ لٰكِنَّ اَكْثَرَهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۴۹)
Wanneer nu de mens tegenspoed treft, roept hij Ons aan. Als Wij hem dan Onze gunst bewijzen zegt hij: "Dit is mij alleen wegens mijn verdiensten geschonken." Neen, het is slechts een beproeving; maar de meesten onder hen beseffen het niet.
39:50
قَدْ قَالَهَا الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْ فَمَاۤ اَغْنٰى عَنْهُمْ مَّا كَانُوْا یَكْسِبُوْنَ(۵۰)
Ook hun voorgangers zeiden hetzelfde, toch baatte hen hetgeen zij deden niet;
39:51
فَاَصَابَهُمْ سَیِّاٰتُ مَا كَسَبُوْاؕ-وَ الَّذِیْنَ ظَلَمُوْا مِنْ هٰۤؤُلَآءِ سَیُصِیْبُهُمْ سَیِّاٰتُ مَا كَسَبُوْاۙ-وَ مَا هُمْ بِمُعْجِزِیْنَ(۵۱)
En het kwaad dat zij deden trof hen en wat de onrechtvaardigen onder dezen doen, zal hen ook treffen en zij kunnen Ons niet ontsnappen.
39:52
اَوَ لَمْ یَعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ یَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَنْ یَّشَآءُ وَ یَقْدِرُؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یُّؤْمِنُوْنَ۠(۵۲)
Weten zij niet dat Allah de voorziening vermeerdert of vermindert voor wie Hij wil; voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven.
39:53
قُلْ یٰعِبَادِیَ الَّذِیْنَ اَسْرَفُوْا عَلٰۤى اَنْفُسِهِمْ لَا تَقْنَطُوْا مِنْ رَّحْمَةِ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَغْفِرُ الذُّنُوْبَ جَمِیْعًاؕ-اِنَّهٗ هُوَ الْغَفُوْرُ الرَّحِیْمُ(۵۳)
Zeg: "O mijn dienaren die tegen u zelf buitensporig zijt geweest, wanhoopt niet aan de barmhartigheid van Allah, voorzeker Allah vergeeft alle zonden, waarlijk, Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle.
39:54
وَ اَنِیْبُوْۤا اِلٰى رَبِّكُمْ وَ اَسْلِمُوْا لَهٗ مِنْ قَبْلِ اَنْ یَّاْتِیَكُمُ الْعَذَابُ ثُمَّ لَا تُنْصَرُوْنَ(۵۴)
"Wendt u tot uw Heer en onderwerpt u aan Hem voordat de straf over u komt, want dan zult gij niet meer worden geholpen.
39:55
وَ اتَّبِعُوْۤا اَحْسَنَ مَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْكُمْ مِّنْ رَّبِّكُمْ مِّنْ قَبْلِ اَنْ یَّاْتِیَكُمُ الْعَذَابُ بَغْتَةً وَّ اَنْتُمْ لَا تَشْعُرُوْنَۙ(۵۵)
"En volgt het beste dat u geopenbaard is door uw Heer voordat de straf onverwachts over u komt terwijl gij het (naderen er van) niet bemerkt;
39:56
اَنْ تَقُوْلَ نَفْسٌ یّٰحَسْرَتٰى عَلٰى مَا فَرَّطْتُّ فِیْ جَنْۢبِ اللّٰهِ وَ اِنْ كُنْتُ لَمِنَ السّٰخِرِیْنَۙ(۵۶)
Opdat geen ziel moge zeggen: "O wat een spijt heb ik over hetgeen waarin ik te kort schoot tegenover Allah! En inderdaad behoorde ik tot de spotters."
39:57
اَوْ تَقُوْلَ لَوْ اَنَّ اللّٰهَ هَدٰىنِیْ لَكُنْتُ مِنَ الْمُتَّقِیْنَۙ(۵۷)
Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah mij geleid dan zou ik zeker tot de godvruchtigen hebben behoord."
39:58
اَوْ تَقُوْلَ حِیْنَ تَرَى الْعَذَابَ لَوْ اَنَّ لِیْ كَرَّةً فَاَكُوْنَ مِنَ الْمُحْسِنِیْنَ(۵۸)
Of opdat zij de straf ziende, niet moge zeggen: "Ik wilde dat er voor mij een terugkeer was, dan zou ik tot de goeden behoren."
39:59
بَلٰى قَدْ جَآءَتْكَ اٰیٰتِیْ فَكَذَّبْتَ بِهَا وَ اسْتَكْبَرْتَ وَ كُنْتَ مِنَ الْكٰفِرِیْنَ(۵۹)
0
39:60
وَ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ تَرَى الَّذِیْنَ كَذَبُوْا عَلَى اللّٰهِ وُجُوْهُهُمْ مُّسْوَدَّةٌؕ-اَلَیْسَ فِیْ جَهَنَّمَ مَثْوًى لِّلْمُتَكَبِّرِیْنَ(۶۰)
En op de Dag der Opstanding zult gij de gezichten van hen die over Allah leugens uitten zwart zien. Is er in de hel geen tehuis voor de hoogmoedigen?
39:61
وَ یُنَجِّی اللّٰهُ الَّذِیْنَ اتَّقَوْا بِمَفَازَتِهِمْ٘-لَا یَمَسُّهُمُ السُّوْٓءُ وَ لَا هُمْ یَحْزَنُوْنَ(۶۱)
Allah zal de godvruchtigen vanwege hun geloof redden. Geen kwaad zal over hen komen noch zullen zij treuren.
39:62
اَللّٰهُ خَالِقُ كُلِّ شَیْءٍ٘-وَّ هُوَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ وَّكِیْلٌ(۶۲)
Allah is de Schepper van alles en de Voogd over alle dingen.
39:63
لَهٗ مَقَالِیْدُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِاٰیٰتِ اللّٰهِ اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْخٰسِرُوْنَ۠(۶۳)
Aan Hem behoren de schatten der hemelen en der aarde; en zij die de tekenen van Allah verwerpen zijn de verliezers.
39:64
قُلْ اَفَغَیْرَ اللّٰهِ تَاْمُرُوْٓنِّیْۤ اَعْبُدُ اَیُّهَا الْجٰهِلُوْنَ(۶۴)
Zeg: "O, gij onwetenden, beveelt gij mij iets buiten Allah te aanbidden?"
39:65
وَ لَقَدْ اُوْحِیَ اِلَیْكَ وَ اِلَى الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِكَۚ-لَىٕنْ اَشْرَكْتَ لَیَحْبَطَنَّ عَمَلُكَ وَ لَتَكُوْنَنَّ مِنَ الْخٰسِرِیْنَ(۶۵)
En voorwaar, aan u zoals aan hen die v??r u waren, is geopenbaard: "Als gij deelgenoten aan God toeschrijft, zal uw werk stellig vruchteloos blijken en gij zult zeker tot de verliezers behoren."
39:66
بَلِ اللّٰهَ فَاعْبُدْ وَ كُنْ مِّنَ الشّٰكِرِیْنَ(۶۶)
Neen, dient Allah alleen en behoort tot de dankbaren.
39:67
وَ مَا قَدَرُوا اللّٰهَ حَقَّ قَدْرِهٖ ﳓ وَ الْاَرْضُ جَمِیْعًا قَبْضَتُهٗ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ وَ السَّمٰوٰتُ مَطْوِیّٰتٌۢ بِیَمِیْنِهٖؕ-سُبْحٰنَهٗ وَ تَعٰلٰى عَمَّا یُشْرِكُوْنَ(۶۷)
Zij waarderen Allah niet volgens Zijn Waardigheid. De gehele aarde zal in Zijn greep zijn op de Dag der Opstanding, en de hemelen zullen worden opgerold in Zijn hand. Glorie zij Hem en verheven is Hij boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
39:68
وَ نُفِخَ فِی الصُّوْرِ فَصَعِقَ مَنْ فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَنْ فِی الْاَرْضِ اِلَّا مَنْ شَآءَ اللّٰهُؕ-ثُمَّ نُفِخَ فِیْهِ اُخْرٰى فَاِذَا هُمْ قِیَامٌ یَّنْظُرُوْنَ(۶۸)
En de bazuin zal worden geblazen en allen die in de hemelen en op aarde zijn, zullen bezwijmen, behalve degenen die Allah wil. Dan zal er nogmaals worden geblazen en ziet! Zij zullen staande herrijzen en wachten.
39:69
وَ اَشْرَقَتِ الْاَرْضُ بِنُوْرِ رَبِّهَا وَ وُضِعَ الْكِتٰبُ وَ جِایْٓءَ بِالنَّبِیّٖنَ وَ الشُّهَدَآءِ وَ قُضِیَ بَیْنَهُمْ بِالْحَقِّ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۶۹)
En de aarde zal door het licht van haar Heer schitteren, en het Boek zal nedergelegd worden en de profeten en de getuigen zullen worden gebracht en er zal tussen hen met rechtvaardigheid geoordeeld worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan.
39:70
وَ وُفِّیَتْ كُلُّ نَفْسٍ مَّا عَمِلَتْ وَ هُوَ اَعْلَمُ بِمَا یَفْعَلُوْنَ۠(۷۰)
Elke ziel zal volledig worden beloond voor hetgeen zij deed. En Hij weet het beste wat zij volbrachten.
39:71
وَ سِیْقَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْۤا اِلٰى جَهَنَّمَ زُمَرًاؕ-حَتّٰۤى اِذَا جَآءُوْهَا فُتِحَتْ اَبْوَابُهَا وَ قَالَ لَهُمْ خَزَنَتُهَاۤ اَلَمْ یَاْتِكُمْ رُسُلٌ مِّنْكُمْ یَتْلُوْنَ عَلَیْكُمْ اٰیٰتِ رَبِّكُمْ وَ یُنْذِرُوْنَكُمْ لِقَآءَ یَوْمِكُمْ هٰذَاؕ-قَالُوْا بَلٰى وَ لٰكِنْ حَقَّتْ كَلِمَةُ الْعَذَابِ عَلَى الْكٰفِرِیْنَ(۷۱)
En de ongelovigen zullen naar de hel worden gedreven, wanneer zij deze bereiken, zullen de poorten worden geopend en haar wachters zullen tot hen zeggen: "Kwamen er geen boodschappers van uit uw midden tot u, de tekenen van uw Heer verkondigende en u waarschuwende voor de komst van deze Dag?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker!" Maar nu is de uitspraak van de straf tegen de ongelovigen van kracht geworden.
39:72
قِیْلَ ادْخُلُوْۤا اَبْوَابَ جَهَنَّمَ خٰلِدِیْنَ فِیْهَاۚ-فَبِئْسَ مَثْوَى الْمُتَكَبِّرِیْنَ(۷۲)
Er zal worden gezegd: "Gaat de poorten der hel binnen om er in te vertoeven, slecht is de verblijfplaats voor de hoogmoedigen."
39:73
وَ سِیْقَ الَّذِیْنَ اتَّقَوْا رَبَّهُمْ اِلَى الْجَنَّةِ زُمَرًاؕ-حَتّٰۤى اِذَا جَآءُوْهَا وَ فُتِحَتْ اَبْوَابُهَا وَ قَالَ لَهُمْ خَزَنَتُهَا سَلٰمٌ عَلَیْكُمْ طِبْتُمْ فَادْخُلُوْهَا خٰلِدِیْنَ(۷۳)
En degenen die hun Heer vreesden zullen in groepen naar de Hemel worden geleid; wanneer zij die bereiken zullen de poorten worden geopend en zijn bewakers zullen tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat binnen om er voor (altijd) te verblijven."
39:74
وَ قَالُوا الْحَمْدُ لِلّٰهِ الَّذِیْ صَدَقَنَا وَعْدَهٗ وَ اَوْرَثَنَا الْاَرْضَ نَتَبَوَّاُ مِنَ الْجَنَّةِ حَیْثُ نَشَآءُۚ-فَنِعْمَ اَجْرُ الْعٰمِلِیْنَ(۷۴)
Zij zullen zeggen: "Alle lof behoort aan Allah, Die Zijn belofte aan ons heeft vervuld en ons het land als erfenis heeft gegeven om daarin te vertoeven, waar wij ook willen." Hoe voortreffelijk is het loon der (rechtvaardige) werkers.
39:75
وَ تَرَى الْمَلٰٓىٕكَةَ حَآفِّیْنَ مِنْ حَوْلِ الْعَرْشِ یُسَبِّحُوْنَ بِحَمْدِ رَبِّهِمْۚ-وَ قُضِیَ بَیْنَهُمْ بِالْحَقِّ وَ قِیْلَ الْحَمْدُ لِلّٰهِ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَ۠(۷۵)
En gij zult de engelen om de Troon zien dringen, hun Heer lovende met de roem, die Hem toekomt. En er zal tussen hen met Waarheid worden geoordeeld. En er zal worden gezegd: "Alle lof behoort aan Allah, de Heer der Werelden."
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلزُّمَر
اَلزُّمَر
  00:00



Download

اَلزُّمَر
اَلزُّمَر
  00:00



Download