READ

Surah ash-Shura

اَلشُّوْرٰی
53 Ayaat    مکیۃ


42:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God.
42:1
حٰمٓۚ(۱)
Haa Miem.

Ha. Mim.
42:2
عٓسٓقٓ(۲)
Ain Sien Qaaf.

Aïn. Sin. Kap.
42:3
كَذٰلِكَ یُوْحِیْۤ اِلَیْكَ وَ اِلَى الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِكَۙ-اللّٰهُ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ(۳)
Zo heeft Allah, de Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die v??r u waren, geopenbaard.

Zoo openbaart de wijze God u zijnen wil, en op dezelfde wijze openbaarde hij dien aan de profeten, die voor u waren.
42:4
لَهٗ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِؕ-وَ هُوَ الْعَلِیُّ الْعَظِیْمُ(۴)
Aan Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hij is de Hoogste, de Grootste.

Aan hem behoort alles wat in den hemel en op aarde is, en hij is de verheven, de groote God.
42:5
تَكَادُ السَّمٰوٰتُ یَتَفَطَّرْنَ مِنْ فَوْقِهِنَّ وَ الْمَلٰٓىٕكَةُ یُسَبِّحُوْنَ بِحَمْدِ رَبِّهِمْ وَ یَسْتَغْفِرُوْنَ لِمَنْ فِی الْاَرْضِؕ-اَلَاۤ اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الْغَفُوْرُ الرَّحِیْمُ(۵)
Het is nabij dat de hemelen zullen worden uiteengescheurd boven hen, maar de engelen verheerlijken hun Heer met de lof die Hem toekomt en vragen vergiffenis voor hen die op aarde zijn. Ziet toe! Allah is de Vergevensgezinde, de Genadevolle.

Er is weinig toe noodig, dat de hemelen door de ontzaglijkheid zijner majesteit, vaneen worden gescheurd; de engelen verkondigen den lof van hunnen Heer, en vragen vergiffenis voor hen, die op de aarde wonen. Is God niet de Vergever van zonden, de Barmhartige?
42:6
وَ الَّذِیْنَ اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِهٖۤ اَوْلِیَآءَ اللّٰهُ حَفِیْظٌ عَلَیْهِمْ ﳲ وَ مَاۤ اَنْتَ عَلَیْهِمْ بِوَكِیْلٍ(۶)
En degenen, die naast Hem beschermers tot zich nemen, over hen waakt Allah: maar gij (profeet) zijt geen voogd over hen.

Maar wat hen betreft, die andere goden tot hunne beschermers nevens hem nemen, God slaat hunne daden gade; want gij zijt geen opzichter over hen.
42:7
وَ كَذٰلِكَ اَوْحَیْنَاۤ اِلَیْكَ قُرْاٰنًا عَرَبِیًّا لِّتُنْذِرَ اُمَّ الْقُرٰى وَ مَنْ حَوْلَهَا وَ تُنْذِرَ یَوْمَ الْجَمْعِ لَا رَیْبَ فِیْهِؕ-فَرِیْقٌ فِی الْجَنَّةِ وَ فَرِیْقٌ فِی السَّعِیْرِ(۷)
Zo hebben Wij u de Koran in het Arabisch geopenbaard, opdat gij de Moeder der steden (Makka) en al het omringende moogt waarschuwen; dus waarschuwt (hen) voor de Dag der Verzameling waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal in het paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend Vuur.

Zoo hebben wij u een Arabischen Koran geopenbaard, opdat gij de stad Mekka zoudt waarschuwen, en de Arabieren die er omheen wonen, en dat gij hen met den dag der algemeene verzameling zoudt bedreigen, waaraan niet te twijfelen valt. Een deel zal dan in het paradijs worden geplaatst en een ander deel in de hel.
42:8
وَ لَوْ شَآءَ اللّٰهُ لَجَعَلَهُمْ اُمَّةً وَّاحِدَةً وَّ لٰكِنْ یُّدْخِلُ مَنْ یَّشَآءُ فِیْ رَحْمَتِهٖؕ-وَ الظّٰلِمُوْنَ مَا لَهُمْ مِّنْ وَّلِیٍّ وَّ لَا نَصِیْرٍ(۸)
Indien Allah wilde kon Hij hen tot een enkel volk hebben gemaakt, maar Hij laat in Zijn barmhartigheid toe wie Hij wil. Doch de onrechtvaardigen zullen geen beschermer of helper hebben.

Indien het Gode had behaagd, zou hij hen allen éénen godsdienst hebben doen belijden; maar hij leidt in zijne genade dengeen die hem behaagt, en de onrechtvaardigen zullen geen beschermer of helper hebben.
42:9
اَمِ اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِهٖۤ اَوْلِیَآءَۚ-فَاللّٰهُ هُوَ الْوَلِیُّ وَ هُوَ یُحْیِ الْمَوْتٰى ٘-وَ هُوَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ۠(۹)
Hebben zij naast Hem besehermers tot zich genomen terwijl Allah de Besehermer is? Hij maakt de doden levend en heeft macht over alle dingen,

Nemen zij andere beschermers naast hem, terwijl toch God de eenige, ware beschermer is? Hij bezielt en doodt, en is almachtig.
42:10
وَ مَا اخْتَلَفْتُمْ فِیْهِ مِنْ شَیْءٍ فَحُكْمُهٗۤ اِلَى اللّٰهِؕ-ذٰلِكُمُ اللّٰهُ رَبِّیْ عَلَیْهِ تَوَكَّلْتُ ﳓ وَ اِلَیْهِ اُنِیْبُ(۱۰)
En waarover gij ook moogt verschillen, de beslissing ervan rust bij Allah. Zeg: "Zo is Allah, mijn Heer. In Hem stel ik mijn vertrouwen, en tot Hem wend ik mij."

Over welke zaak gij ook moogt verschillen, de beslissing daarvan behoort aan God. Dit is God, mijn Heer, op hem vertrouw ik, en tot hem wend ik mij.
42:11
فَاطِرُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-جَعَلَ لَكُمْ مِّنْ اَنْفُسِكُمْ اَزْوَاجًا وَّ مِنَ الْاَنْعَامِ اَزْوَاجًاۚ-یَذْرَؤُكُمْ فِیْهِؕ-لَیْسَ كَمِثْلِهٖ شَیْءٌۚ-وَ هُوَ السَّمِیْعُ الْبَصِیْرُ(۱۱)
Hij is de Schepper der hemelen en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, evenals het vee, te uwen behoeve. Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende.

De schepper van hemel en aarde heeft u vrouwen van uwe eigene soort gegeven, en mannelijke en vrouwelijk vee, waardoor hij u vermenigvuldigt. Er is niets aan hem gelijk, en hij is het, die alles hoort en ziet.
42:12
لَهٗ مَقَالِیْدُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِۚ-یَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَنْ یَّشَآءُ وَ یَقْدِرُؕ-اِنَّهٗ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمٌ(۱۲)
Aan Hem behoren de schatten van de hemelen en de aarde. Hij vergroot en bekrimpt de voorziening voor wie Hij wil. Hij heeft voorzeker kennis van alle dingen.

Hem behooren de sleutels van hemel en aarde; hij geeft overvloedigen voorraad aan wien hem behaagt, en hij is spaarzaam naar zijn welbehagen: want hij kent alle dingen.
42:13
شَرَعَ لَكُمْ مِّنَ الدِّیْنِ مَا وَصّٰى بِهٖ نُوْحًا وَّ الَّذِیْۤ اَوْحَیْنَاۤ اِلَیْكَ وَ مَا وَصَّیْنَا بِهٖۤ اِبْرٰهِیْمَ وَ مُوْسٰى وَ عِیْسٰۤى اَنْ اَقِیْمُوا الدِّیْنَ وَ لَا تَتَفَرَّقُوْا فِیْهِؕ-كَبُرَ عَلَى الْمُشْرِكِیْنَ مَا تَدْعُوْهُمْ اِلَیْهِؕ-اَللّٰهُ یَجْتَبِیْۤ اِلَیْهِ مَنْ یَّشَآءُ وَ یَهْدِیْۤ اِلَیْهِ مَنْ یُّنِیْبُ(۱۳)
Hij schreef u dezelfde godsdienst voor, die Hij aan Noach oplegden en die Wij bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, Mozes en Jezus oplegden: "Bevestigt deze godsdienst en weest er niet in verdeeld." Voor de afgodendienarenis dat moeilijk waartoe gij hen roept. Allah kiest voor Zich wie Hij wil en leidt hem die zich (in berouw) tot Hem wendt.

Hij heeft u den godsdienst aangewezen, welken hij aan Noach gaf, dien wij u, o Mahomet! hebben geopenbaard, en welken wij aan Abraham, Mozes en Jezus hebben aanbevolen, zeggende: Neemt dezen godsdienst in acht, en weest daarin niet verdeeld. De aanbidding van één God, waartoe gij hen uitnoodigt, is bedroevend voor de ongeloovigen. God zal daartoe verkiezen wien hem behaagt, en hij zal door die aanbidding leiden, wie berouw betoont.
42:14
وَ مَا تَفَرَّقُوْۤا اِلَّا مِنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَهُمُ الْعِلْمُ بَغْیًۢا بَیْنَهُمْؕ-وَ لَوْ لَا كَلِمَةٌ سَبَقَتْ مِنْ رَّبِّكَ اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّى لَّقُضِیَ بَیْنَهُمْؕ-وَ اِنَّ الَّذِیْنَ اُوْرِثُوا الْكِتٰبَ مِنْۢ بَعْدِهِمْ لَفِیْ شَكٍّ مِّنْهُ مُرِیْبٍ(۱۴)
En zij waren slechts verdeeld, nadat de kennis tot hen was gekomen, door zelfzuchtige afgunst onder elkander. En ware het niet dat een Woord reeds van uw Heer was uitgegaan voor een vastgestelde tijd, dan zou de zaak voorzeker tussen hen geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het Boek erfden, na hen, zijn er in een verontrustende twijfel over.

Zij, die in verleden tijden leefden, waren niet onder elkander verdeeld, dan nadat de kennis van Gods eenheid tot hen was gekomen, en dit was door hunne eigene verdorvenheid. Indien Gods woord, dat de straf op een vooraf bepaalden tijd uitstelde, niet vroeger ware uitgesproken, zou er reeds tusschen hen zijn beslist. Zij, die de schriften na hen hebben geërfd, verkeeren zekerlijk daaromtrent in een verwarden twijfel.
42:15
فَلِذٰلِكَ فَادْعُۚ-وَ اسْتَقِمْ كَمَاۤ اُمِرْتَۚ-وَ لَا تَتَّبِـعْ اَهْوَآءَهُمْۚ-وَ قُلْ اٰمَنْتُ بِمَاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ مِنْ كِتٰبٍۚ-وَ اُمِرْتُ لِاَعْدِلَ بَیْنَكُمْؕ-اَللّٰهُ رَبُّنَا وَ رَبُّكُمْؕ-لَنَاۤ اَعْمَالُنَا وَ لَكُمْ اَعْمَالُكُمْؕ-لَا حُجَّةَ بَیْنَنَا وَ بَیْنَكُمْؕ-اَللّٰهُ یَجْمَعُ بَیْنَنَاۚ-وَ اِلَیْهِ الْمَصِیْرُؕ(۱۵)
Nodig hen daarom hiertoe uit. En wees standvastig zoals u is geboden en volg hun slechte begeerten niet, maar zeg: "Ik geloof in elk Boek dat Allah heeft neder gezonden en het is mij geboden rechtvaardig tegenover u te handelen. Allah is onze Heer en uw Heer. Aan ons onze werken en aan u uw werken. Laat er geen twist tussen u en ons bestaan. Allah zal ons tezamen brengen en tot Hem is de terugkeer.

Noodig hen dus uit, het zekere geloof te ontvangen, en dring bij hen aan, zooals u is bevolen. Volg niet hunne ijdele begeerten, en zeg: Ik geloof in al de schriften welke God heeft nedergezonden, en mij is bevolen rechtvaardigheid tusschen u uit te oefenen. God is onze Heer en uw Heer: aan ons zullen onze werken worden toegekend, en aan u zullen uwe werken worden toegeschreven: laat er tusschen ons en u geen krakeel bestaan; want God zal ons allen op den jongsten dag verzamelen en tot hem zullen wij terugkeeren.
42:16
وَ الَّذِیْنَ یُحَآجُّوْنَ فِی اللّٰهِ مِنْۢ بَعْدِ مَا اسْتُجِیْبَ لَهٗ حُجَّتُهُمْ دَاحِضَةٌ عِنْدَ رَبِّهِمْ وَ عَلَیْهِمْ غَضَبٌ وَّ لَهُمْ عَذَابٌ شَدِیْدٌ(۱۶)
En zij die over Allah twisten nadat zij Hem aanvaard hebben, hun twist is waardeloos in de ogen van hun Heer; er is toorn over hen en er zal een strenge straf voor hen zijn.

Wat hen betreft, die nopens God twisten, nadat zij zich reeds aan hem hadden onderworpen, door het ontvangen van zijnen godsdienst, hun twist zal ijdel zijn in het gezicht van hunnen Heer. Zijne gramschap zal over hen komen, en zij zullen eene gestrenge straf ondergaan.
42:17
اَللّٰهُ الَّذِیْۤ اَنْزَلَ الْكِتٰبَ بِالْحَقِّ وَ الْمِیْزَانَؕ-وَ مَا یُدْرِیْكَ لَعَلَّ السَّاعَةَ قَرِیْبٌ(۱۷)
Allah is het Die dit Boek (de Koran) met de Weegschaal in waarheid heeft nedergezonden. Wat weet gij waarschijnlijk is het Uur nabij.

God is het, die de schrift en de weegschaal van het ware oordeel met waarheid heeft nedergezonden, en wat zal u onderrichten, of het uur nabij is?
42:18
یَسْتَعْجِلُ بِهَا الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِهَاۚ-وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا مُشْفِقُوْنَ مِنْهَاۙ-وَ یَعْلَمُوْنَ اَنَّهَا الْحَقُّؕ-اَلَاۤ اِنَّ الَّذِیْنَ یُمَارُوْنَ فِی السَّاعَةِ لَفِیْ ضَلٰلٍۭ بَعِیْدٍ(۱۸)
De ongelovigen vragen het te verhaasten maar de gelovigen vrezen er voor en weten dat het de Waarheid is. Ziet toe! Zij die over het Uur redetwisten zijn ver afgedwaald.

Zij, die daaraan niet gelooven, wenschen het langs den weg der spotternij te verhaasten; maar zij die gelooven, beven daarvoor en weten dat het de waarheid is. Verkeeren niet zij, die omtrent het jongste uur twisten, in eene dwaling?
42:19
اَللّٰهُ لَطِیْفٌۢ بِعِبَادِهٖ یَرْزُقُ مَنْ یَّشَآءُۚ-وَ هُوَ الْقَوِیُّ الْعَزِیْزُ۠(۱۹)
Allah is Zorgzaam tegenover Zijn dienaren. Hij zorgt voor wie Hij wil. Hij is de Sterke, de Machtige.

God is goed voor zijne dienaren, hij zorgt voor hen die hem behagen, en hij, de Almachtige, is gestreng.
42:20
مَنْ كَانَ یُرِیْدُ حَرْثَ الْاٰخِرَةِ نَزِدْ لَهٗ فِیْ حَرْثِهٖۚ-وَ مَنْ كَانَ یُرِیْدُ حَرْثَ الدُّنْیَا نُؤْتِهٖ مِنْهَا وَ مَا لَهٗ فِی الْاٰخِرَةِ مِنْ نَّصِیْبٍ(۲۰)
Wie de oogst van het Hiernamaals wenst, diens oogst doen Wij toenemen, doch wie naar de oogst der wereld verlangt ook hem geven Wij daarvan, maar hij zal in het Hiernamaals geen deel hebben.

Hij die het veld des volgenden levens ter bebouwing verkiest, zullen wij eene vermeerdering zijner bebouwing schenken, en wie het veld van deze wereld ter bebouwing verkiest, dezen zullen wij de vruchten daarvan geven; maar hij zal geen deel in het volgende leven hebben.
42:21
اَمْ لَهُمْ شُرَكٰٓؤُا شَرَعُوْا لَهُمْ مِّنَ الدِّیْنِ مَا لَمْ یَاْذَنْۢ بِهِ اللّٰهُؕ-وَ لَوْ لَا كَلِمَةُ الْفَصْلِ لَقُضِیَ بَیْنَهُمْؕ-وَ اِنَّ الظّٰلِمِیْنَ لَهُمْ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۲۱)
Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden, die hun een godsdienst hebben voorgeschreven welke Allah verboden heeft? Ware Ons gebod voor het laatste gericht niet uitgevaardigd,dan zou de zaak onder hen geoordeeld zijn geweest. Want de onrechtvaardigen zullen zeker een pijnlijke straf ontvangen.

Hebben de afgodendienaars godheden die hun een godsdienst bevelen, welken God niet heeft veroorloofd? Maar indien het besluit niet ware genomen tot uitstel hunner straf, tot den dag waarop de ongeloovigen van de ware geloovigen zullen worden gescheiden, waarlijk, dan zou reeds tusschen hen zijn geoordeeld; want de onrechtvaardige zal zekerlijk eene pijnlijke marteling ondergaan.
42:22
تَرَى الظّٰلِمِیْنَ مُشْفِقِیْنَ مِمَّا كَسَبُوْا وَ هُوَ وَاقِعٌۢ بِهِمْؕ-وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ فِیْ رَوْضٰتِ الْجَنّٰتِۚ- لَهُمْ مَّا یَشَآءُوْنَ عِنْدَ رَبِّهِمْؕ- ذٰلِكَ هُوَ الْفَضْلُ الْكَبِیْرُ(۲۲)
Gij zult de onrechtvaardigen in vrees zien voor hetgeen zij hebben verdiend op de Dag des Oordeels en het zal hen zeker treffen. Maar degenen, die geloven en goede werken doen, zullen in de tuinen van het paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer alles vinden wat zij wensen. Dat is de grote genade.

Op dien dag zult gij de onrechtvaardigen in grooten schrik zien, om hunne booze daden, en de straf daarvan zal op hen nederkomen; maar zij die gelooven en goede werken doen, zullen de heerlijke perken van het paradijs bewonen; zij zullen bij hunnen Heer alles verkrijgen wat zij zullen begeeren. Dit is de grootste belooning.
42:23
ذٰلِكَ الَّذِیْ یُبَشِّرُ اللّٰهُ عِبَادَهُ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِؕ-قُلْ لَّاۤ اَسْــٴَـلُكُمْ عَلَیْهِ اَجْرًا اِلَّا الْمَوَدَّةَ فِی الْقُرْبٰىؕ-وَ مَنْ یَّقْتَرِفْ حَسَنَةً نَّزِدْ لَهٗ فِیْهَا حُسْنًاؕ-اِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ شَكُوْرٌ(۲۳)
Dit is het waarvan Allah aan Zijn dienaren die geloven en goede werken doen, de blijde tijdingen geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking), behalve liefde van verwanten." En hij die het goede verricht zullen Wij in goedheid doen toenemen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Waarderend.

Dit is wat God aan zijne dienaren beloofde, die gelooven en goede werken verrichten. Zeg: Ik vraag geenerlei belooning van u, voor deze mijne prediking, behalve de liefde jegens uwe verwanten; en hij die het goede verdiend zal hebben door eene goede daad, aan dien zullen wij de verdienste van eene andere goede daad toevoegen; want God is tot vergeven geneigd, en gereed te beloonen.
42:24
اَمْ یَقُوْلُوْنَ افْتَرٰى عَلَى اللّٰهِ كَذِبًاۚ-فَاِنْ یَّشَاِ اللّٰهُ یَخْتِمْ عَلٰى قَلْبِكَؕ-وَ یَمْحُ اللّٰهُ الْبَاطِلَ وَ یُحِقُّ الْحَقَّ بِكَلِمٰتِهٖؕ-اِنَّهٗ عَلِیْمٌۢ بِذَاتِ الصُّدُوْرِ(۲۴)
Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over Allah verzonnen?" Als Allah het wilde kon Hij uw hart verzegelen. Maar Allah zal de leugen uitvagen en de Waarheid door Zijn woord bevestigen. Voorzeker, Hij weet wat in de harten is.

Zeggen zij: Mahomet heeft lasterlijk eene leugen nopens God uitgedacht? Indien het Gode behaagde, kon hij uw hart dichtzegelen, en de leugen volkomen vernietigen en de waarheid in zijne woorden staven: want hij kent de binnenste deelen der menschelijke borst.
42:25
وَ هُوَ الَّذِیْ یَقْبَلُ التَّوْبَةَ عَنْ عِبَادِهٖ وَ یَعْفُوْا عَنِ السَّیِّاٰتِ وَ یَعْلَمُ مَا تَفْعَلُوْنَۙ(۲۵)
Hij Die berouw aanvaardt van Zijn dienaren en (hun) zonden vergeeft. Hij weet wat gij doet.

Hij is het, die het berouw van zijne dienaren aanneemt, zonden vergeeft en weet wat gij doet.
42:26
وَ یَسْتَجِیْبُ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ وَ یَزِیْدُهُمْ مِّنْ فَضْلِهٖؕ-وَ الْكٰفِرُوْنَ لَهُمْ عَذَابٌ شَدِیْدٌ(۲۶)
En Hij verhoort de gelovigen die goede werken doen en geeft nog meer uit Zijn overvloed maar de ongelovigen zullen een strenge straf ontvangen.

Hij zal zijn oor neigen tot hen, die gelooven en rechtvaardigheid uitoefenen, en zal van zijne gunsten bijvoegen, boven hetgeen zij zullen vragen of verdienen; maar de ongeloovigen zullen eene gestrenge straf doorstaan.
42:27
وَ لَوْ بَسَطَ اللّٰهُ الرِّزْقَ لِعِبَادِهٖ لَبَغَوْا فِی الْاَرْضِ وَ لٰكِنْ یُّنَزِّلُ بِقَدَرٍ مَّا یَشَآءُؕ-اِنَّهٗ بِعِبَادِهٖ خَبِیْرٌۢ بَصِیْرٌ(۲۷)
Indien Allah de voorziening voor Zijn dienaren zou hebben vergroot, zouden zij op aarde verderf hebben veroorzaakt: Hij zendt echter met mate neder zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet Zijn dienaren inderdaad goed.

Indien God den menschen zijne gunsten in overvloed schonk, zouden zij zich zekerlijk onbeschaamd op aarde gedragen; maar hij zendt met mate tot ieder neder die hem behaagt: want hij ziet en kent den toestand zijner dienaren wel.
42:28
وَ هُوَ الَّذِیْ یُنَزِّلُ الْغَیْثَ مِنْۢ بَعْدِ مَا قَنَطُوْا وَ یَنْشُرُ رَحْمَتَهٗؕ-وَ هُوَ الْوَلِیُّ الْحَمِیْدُ(۲۸)
Hij is het, Die regen nederzendt en Zijn barmhartigheid uitspreidt nadat men daaraan gewanhoopt heeft. Hij is de Beschermer, de Geprezene.

Hij is het, die den regen nederzendt, nadat de menschen daaraan hebben gewanhoopt; hij spreidt zijne genade uit, en hij is de schuts die, terecht, moet worden geprezen.
42:29
وَ مِنْ اٰیٰتِهٖ خَلْقُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا بَثَّ فِیْهِمَا مِنْ دَآبَّةٍؕ-وَ هُوَ عَلٰى جَمْعِهِمْ اِذَا یَشَآءُ قَدِیْرٌ۠(۲۹)
En onder Zijn tekenen is de Schepping der hemelen en der aarde, en der levende wezens die Hij daarin heeft verspreid. En Hij heeft macht hen te verzamelen wanneer Hij wil.

Onder zijne teekenen is de schepping van hemel en aarde, van de levende schepselen, waarmede hij beiden heeft gevuld. Hij is in staat hen voor zijne rechtbank te verzamelen, wanneer hem dit behaagt.
42:30
وَ مَاۤ اَصَابَكُمْ مِّنْ مُّصِیْبَةٍ فَبِمَا كَسَبَتْ اَیْدِیْكُمْ وَ یَعْفُوْا عَنْ كَثِیْرٍؕ(۳۰)
Welke ramp u ook overkomt, het is door hetgeen uw handen hebben gewrocht. Doch Hij vergeeft vele dingen.

Welk ongeluk u ook treffe, het is u door God toegezonden, om hetgeen uwe vaders hebben verdiend, en toch vergeeft hij vele dingen.
42:31
وَ مَاۤ اَنْتُمْ بِمُعْجِزِیْنَ فِی الْاَرْضِۚۖ-وَ مَا لَكُمْ مِّنْ دُوْنِ اللّٰهِ مِنْ وَّلِیٍّ وَّ لَا نَصِیْرٍ(۳۱)
En gij kunt op aarde niet ontkomen noch hebt gij een enkele vriend of helper buiten Allah.

Gij zult de goddelijke wraak op aarde niet verijdelen, en gij zult geen ondersteuner of helper tegen God hebben.
42:32
وَ مِنْ اٰیٰتِهِ الْجَوَارِ فِی الْبَحْرِ كَالْاَعْلَامِؕ(۳۲)
En onder Zijn tekenen zijn de schepen als bergen op zee.

Onder zijne teekenen behooren ook de schepen, die met vlugheid de golven der zee klieven, en als hooge bergen oprijzen;
42:33
اِنْ یَّشَاْ یُسْكِنِ الرِّیْحَ فَیَظْلَلْنَ رَوَاكِدَ عَلٰى ظَهْرِهٖؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّكُلِّ صَبَّارٍ شَكُوْرٍۙ(۳۳)
Als Hij wil kan Hij de wind stillen zodat zij bewegingloos staan op de oppervlakte daarvan! Daarin zijn voorzeker tekenen voor elke geduldige, dankbare (mens).

Indien het hem behaagt, doet hij den wind ophouden en de schepen op den rug van het water stil liggen (waarlijk hierin zijn teekenen voor iederen lijdzame en dankbare).
42:34
اَوْ یُوْبِقْهُنَّ بِمَا كَسَبُوْا وَ یَعْفُ عَنْ كَثِیْرٍ٘(۳۴)
Of Hij kan ze vernietigen: wegens hetgeen zij (de mensen) verdienen - maar Hij vergeeft veel. -

Of hij vernietigt die door schipbreuk, om hetgeen hunne bemanning heeft verdiend. Doch hij vergeeft vele dingen.
42:35
وَّ یَعْلَمَ الَّذِیْنَ یُجَادِلُوْنَ فِیْۤ اٰیٰتِنَاؕ-مَا لَهُمْ مِّنْ مَّحِیْصٍ(۳۵)
Opdat zij die over de tekenen van Allah redetwisten, mogen inzien dat zij geen toevlucht hebben.

En zij, die onze teekenen betwisten, zullen weten, dat er geen weg voor hen zal wezen, om onze wraak te ontkomen.
42:36
فَمَاۤ اُوْتِیْتُمْ مِّنْ شَیْءٍ فَمَتَاعُ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَاۚ-وَ مَا عِنْدَ اللّٰهِ خَیْرٌ وَّ اَبْقٰى لِلَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَلٰى رَبِّهِمْ یَتَوَكَّلُوْنَۚ(۳۶)
Wat u is gegeven is slechts een voorziening voor dit leven, en hetgeen bij Allah is, is beter en van langere duur voor de gelovigen die in hun Heer vertrouwen stellen.

Welke dingen u ook zijn geschonken, zij zijn slechts het genot van dit tegenwoordige leven; maar de belooning, die met God is, blijft beter en duurzamer, voor hen die gelooven, en hun vertrouwen in hunnen Heer stellen;
42:37
وَ الَّذِیْنَ یَجْتَنِبُوْنَ كَبٰٓىٕرَ الْاِثْمِ وَ الْفَوَاحِشَ وَ اِذَا مَا غَضِبُوْا هُمْ یَغْفِرُوْنَۚ(۳۷)
Voor degenen die de zwaarste zonden en gruweldaden vermijden en die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven;

En die hatelijke en lage misdaden vermijden, en vergeven, als zij misnoegd zijn;
42:38
وَ الَّذِیْنَ اسْتَجَابُوْا لِرَبِّهِمْ وَ اَقَامُوا الصَّلٰوةَ۪-وَ اَمْرُهُمْ شُوْرٰى بَیْنَهُمْ۪-وَ مِمَّا رَزَقْنٰهُمْ یُنْفِقُوْنَۚ(۳۸)
En voor degenen die naar hun Heer luisteren en hun gebeden houden en wier manier van handelen een zaak van wederzijds overleg is en voor degenen die geven van hetgeen waarmee Wij hen hebben voorzien;

En die naar hunnen Heer luisteren en standvastig in het gebed zijn, en wier zaken geregeld worden door wederzijdsche raadpleging, en die aalmoezen geven van hetgeen wij hun hebben geschonken;
42:39
وَ الَّذِیْنَ اِذَاۤ اَصَابَهُمُ الْبَغْیُ هُمْ یَنْتَصِرُوْنَ(۳۹)
En voor degenen die, als een aanval hen treft, zich verdedigen.

En hij, die, wanneer hem nadeel is toegebracht, het zelf wreekt.
42:40
وَ جَزٰٓؤُا سَیِّئَةٍ سَیِّئَةٌ مِّثْلُهَاۚ-فَمَنْ عَفَا وَ اَصْلَحَ فَاَجْرُهٗ عَلَى اللّٰهِؕ-اِنَّهٗ لَا یُحِبُّ الظّٰلِمِیْنَ(۴۰)
Doch de vergelding van het kwade is het daaraan gelijke; maar wie vergeeft en verbetering voor ogen houdt, zijn loon rust bij Allah. Voorzeker, Hij houdt niet van de onrechtvaardigen.

En de wedervergelding van het kwaad daaraan geëvenredigd doet zijn; maar hij die vergeeft en met zijn vijand verzoend is, zal zijne belooning van God ontvangen; want hij bemint de onrechtvaardigheid niet.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلشُّوْرٰی
اَلشُّوْرٰی
  00:00



Download

اَلشُّوْرٰی
اَلشُّوْرٰی
  00:00



Download