READ
Surah Ash-Shu'araa
اَلشُّـعَرَاء
227 Ayaat مکیۃ
اِذْ قَالَ لَهُمْ اَخُوْهُمْ لُوْطٌ اَلَا تَتَّقُوْنَۚ(۱۶۱)
Toen hun broeder Lot tot hen zeide: "Wilt gij niet rechtvaardig worden?
(Gedenk) toen hun broeder Lôeth tot hen zei: "Vrezen jullie (Allah) niet?
Voorwaar, ik ben voor jullie een betrouwbare Boodschapper.
Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
وَ مَاۤ اَسْــٴَـلُكُمْ عَلَیْهِ مِنْ اَجْرٍۚ-اِنْ اَجْرِیَ اِلَّا عَلٰى رَبِّ الْعٰلَمِیْنَؕ(۱۶۴)
En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden."
En ik vraag jullie er geen beloning voor, want mijn beloning berust alleen bij de Heer der Werelden.
اَتَاْتُوْنَ الذُّكْرَانَ مِنَ الْعٰلَمِیْنَۙ (۱۶۵)
"Nadert gij van alle schepselen de mannen?
Waarom benaderen jullie van de wereldbcwoners de mannen?
وَ تَذَرُوْنَ مَا خَلَقَ لَكُمْ رَبُّكُمْ مِّنْ اَزْوَاجِكُمْؕ-بَلْ اَنْتُمْ قَوْمٌ عٰدُوْنَ(۱۶۶)
En verlaat gij uw vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen? Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat."
En verlaten jullie hen die jullie Heer als echtgenotes geschapen heeft? Jullie zijn beslist een overtredend volk!"
قَالُوْا لَىٕنْ لَّمْ تَنْتَهِ یٰلُوْطُ لَتَكُوْنَنَّ مِنَ الْمُخْرَجِیْنَ(۱۶۷)
Zij zeiden: "Als gij niet ophoudt, o Lot, zult gij zeker worden verbannen."
Zij zeiden: "O Lôeth, als jij er niet mee ophoudt, behoor jij tot de verdrevenen."
قَالَ اِنِّیْ لِعَمَلِكُمْ مِّنَ الْقَالِیْنَؕ(۱۶۸)
Hij zeide: "Waarlijk, ik veracht uw handelwijze."
Hij in zei: "Voorwaar, ik behoor tot hen die jullie daden verachten.
رَبِّ نَجِّنِیْ وَ اَهْلِیْ مِمَّا یَعْمَلُوْنَ(۱۶۹)
"Mijn Heer, red mij en mijn familie van hetgeen zij doen."
Mijn Heer, red mij en mijn familie van wat zij doen."
En Wij hebben hem en zijn familie allen gered.
Behalve een oude vrouw onder de achterblijvers.
Toen vernietigden Wij de anderen.
وَ اَمْطَرْنَا عَلَیْهِمْ مَّطَرًاۚ-فَسَآءَ مَطَرُ الْمُنْذَرِیْنَ(۱۷۳)
En Wij deden een regen op hen regenen, en vreselijk was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd.
En Wij deden een (vulkanische) regen op hen neerstromen, hoe slecht was de regen voor de gewaarschuwden!
اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةًؕ-وَ مَا كَانَ اَكْثَرُهُمْ مُّؤْمِنِیْنَ(۱۷۴)
Daarin is waarlijk een teken maar de meesten hunner willen niet geloven.
Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van hen zijn geen gelovigen.
وَ اِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ الْعَزِیْزُ الرَّحِیْمُ۠(۱۷۵)
En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle.
En voorwaar, jouw Heer (O Moehammad), is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Bamhartige.
كَذَّبَ اَصْحٰبُ لْــٴَـیْكَةِ الْمُرْسَلِیْنَۚۖ(۱۷۶)
Het volk van het woud verloochende ook de boodschappers.
De bewoners van Aikah loochenden de Boodschappers.
اِذْ قَالَ لَهُمْ شُعَیْبٌ اَلَا تَتَّقُوْنَۚ(۱۷۷)
Toen Shoaib tot hen zeide: "Wilt gij niet godvruchtig worden?
(Gedenk) toen Sjoe'aib tot hen zei: "Vrezen jullie (Allah) niet?
Voorwaar, ik ben voor jullie een betrouwbare Boodschapper.
Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
وَ مَاۤ اَسْــٴَـلُكُمْ عَلَیْهِ مِنْ اَجْرٍۚ-اِنْ اَجْرِیَ اِلَّا عَلٰى رَبِّ الْعٰلَمِیْنَؕ(۱۸۰)
En ik vraag u er geen beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden.
En ik vraag jullie er geen beloning voor, mijn beloning berust slechts bij de Heer der Werelden.
اَوْفُوا الْكَیْلَ وَ لَا تَكُوْنُوْا مِنَ الْمُخْسِرِیْنَۚ(۱۸۱)
Geeft de volle maat en behoort niet tot hen die minder geven (bedriegers).
En geeft de volle maat een behoort niet tot hen die tekort doen.
En weegt met juiste weegschalen.
وَ لَا تَبْخَسُوا النَّاسَ اَشْیَآءَهُمْ وَ لَا تَعْثَوْا فِی الْاَرْضِ مُفْسِدِیْنَۚ(۱۸۳)
En doet de mensen in hetgeen hun toekomt niet te kort, noch handelt verderfelijk door onheil te stichten op aarde.
En benadeelt niet de mensen in hun zaken en verricht geen kwaad op aarde, als verderfzaaiers.
وَ اتَّقُوا الَّذِیْ خَلَقَكُمْ وَ الْجِبِلَّةَ الْاَوَّلِیْنَؕ(۱۸۴)
En vreest Hem, Die u en de vroegere geslachten schiep."
En vreest Degene Die jullie en de vroegere generaties geschapen heeft."
قَالُوْۤا اِنَّمَاۤ اَنْتَ مِنَ الْمُسَحَّرِیْنَۙ(۱۸۵)
Zij zeiden: "Gij zijt slechts betoverd.
Zij zeiden: "Voorwaar, jij behoort slechts tot de betoverden.
وَ مَاۤ اَنْتَ اِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُنَا وَ اِنْ نَّظُنُّكَ لَمِنَ الْكٰذِبِیْنَۚ(۱۸۶)
En gij zijt niets meer dan een man zoals wij en wij denken dat gij tot de leugenaars behoort.
En jij bent slechts een mens als wij ein wij vinden dat jij zeker tot de leugenaars behoort.
فَاَسْقِطْ عَلَیْنَا كِسَفًا مِّنَ السَّمَآءِ اِنْ كُنْتَ مِنَ الصّٰدِقِیْنَؕ(۱۸۷)
Doe dan stukken van de hemel op ons vallen als gij waarachtig zijt."
Laat dan eens een stuk van de hemel op ons vallen, als jij tot de waarachtigen behoort."
قَالَ رَبِّیْۤ اَعْلَمُ بِمَا تَعْمَلُوْنَ(۱۸۸)
Hij zeide: "Mijn Heer weet het beste wat gij doet."
Hij zei: "Mijn Heer weet het beste wat jullie doen."
فَكَذَّبُوْهُ فَاَخَذَهُمْ عَذَابُ یَوْمِ الظُّلَّةِؕ-اِنَّهٗ كَانَ عَذَابَ یَوْمٍ عَظِیْمٍ(۱۸۹)
En zij verloochenden hem. Daarna achterhaalde hen de straf van de dag der overschaduwing. Dat was waarlijk de straf van een grote dag.
Maar zij loochenden hem, waarop een bestraffing hen trofop een zwaarbewolkte dag. Voorwaar, het was een bestraffing van een geweldige dag.
اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةًؕ-وَ مَا كَانَ اَكْثَرُهُمْ مُّؤْمِنِیْنَ(۱۹۰)
Voorwaar, daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet geloven.
Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van ben zijn geen gelovigen.
وَ اِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ الْعَزِیْزُ الرَّحِیْمُ۠(۱۹۱)
Waarlijk uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle.
En voorwaar, jouw Heer (O Moehammad) is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Bamhartige.
وَ اِنَّهٗ لَتَنْزِیْلُ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَؕ(۱۹۲)
Voorwaar dit Boek is een openbaring van de Heer der Werelden.
En voorwaar, hij (de Koran) is zeker een neerzending van de Heer der Werelden.
Met hem (de Koran) daalde de getrouwe Geest (Djibrîl) neer.
عَلٰى قَلْبِكَ لِتَكُوْنَ مِنَ الْمُنْذِرِیْنَۙ (۱۹۴)
In uw hart, opdat gij de waarschuwer moogt zijn.
Op jouw hart (O Moehammad), opdat jij tot de waarschuwers behoort.
In een duidelijke Arabische taal.
وَ اِنَّهٗ لَفِیْ زُبُرِ الْاَوَّلِیْنَ(۱۹۶)
En het is zeker in de geschriften der vroegere volkeren (vermeld).
En voorwaar, hij (de Koran) is zeker (aangekondigd) in de Schriften van de vroegeren.
اَوَ لَمْ یَكُنْ لَّهُمْ اٰیَةً اَنْ یَّعْلَمَهٗ عُلَمٰٓؤُا بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَؕ(۱۹۷)
Is het geen teken voor hen dat de geleerden onder de kinderen van Isra?l het weten?
Is het voor hen dan geen teken dat de geleerden van de Kinderen van Israël hem kennen?
وَ لَوْ نَزَّلْنٰهُ عَلٰى بَعْضِ الْاَعْجَمِیْنَۙ(۱۹۸)
Indien Wij het aan een vreemdeling hadden geopenbaard
En als Wij hem am de niet-Arabieren hadden doen neerdalen.
فَقَرَاَهٗ عَلَیْهِمْ مَّا كَانُوْا بِهٖ مُؤْمِنِیْنَؕ(۱۹۹)
En hij had het hun voorgelezen, dan zouden zij er nooit in hebben geloofd.
(En als) hij hem dan aan ben voorgedragen had, dan hadden zij er niet in geloofd.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan