READ
Surah Ash-Shu'araa
اَلشُّـعَرَاء
227 Ayaat مکیۃ
لَا یُؤْمِنُوْنَ بِهٖ حَتّٰى یَرَوُا الْعَذَابَ الْاَلِیْمَۙ(۲۰۱)
Zij zullen er niet in geloven voordat zij de smartelijke straf zien;
Zij zullen daarin niet gelooven, dan nadat zij eene pijnlijke straf hebben gezien.
فَیَاْتِیَهُمْ بَغْتَةً وَّ هُمْ لَا یَشْعُرُوْنَۙ(۲۰۲)
Maar deze zal plotseling over hen komen terwijl zij het niet bemerken;
Deze zal plotseling over hen komen, en zij zullen deze niet voorzien.
فَیَقُوْلُوْا هَلْ نَحْنُ مُنْظَرُوْنَؕ(۲۰۳)
En zij zullen zeggen: "Wordt ons geen uitstel gegeven?"
En zij zullen zeggen: zal ons uitstel worden verleend?
Verlangen zij dus dat onze straf zal worden verhaast?
اَفَرَءَیْتَ اِنْ مَّتَّعْنٰهُمْ سِنِیْنَۙ(۲۰۵)
Zeg: "Als Wij hun toest,aan jaren te genieten,
Wat denkt gij? Indien wij hun toestaan het voordeel van dit leven voor vele jaren te genieten.
ثُمَّ جَآءَهُمْ مَّا كَانُوْا یُوْعَدُوْنَۙ(۲۰۶)
En hun dan datgene zou overkomen, waaabmede zij werden bedreigd.
En datgene, waarmede zij bedreigd werden, later over hen komt.
مَاۤ اَغْنٰى عَنْهُمْ مَّا كَانُوْا یُمَتَّعُوْنَؕ(۲۰۷)
Zou al hetgeen hun werd geschonken hun toch niet baten.
Wat zal het hen van voordeel zijn, wat zij hebben genoten?
وَ مَاۤ اَهْلَكْنَا مِنْ قَرْیَةٍ اِلَّا لَهَا مُنْذِرُوْنَﲨ (۲۰۸)
En Wij vernietigden nooit een stad, zonder dat er voor haar een Waarschuwer was geweest,
Wij hebben geene stad verwoest, dan nadat er vooraf gezanten waren heengezonden.
Ten einde de bewoners daarvan te waarschuwen, ook behandelden wij hen niet onrechtvaardig.
De duivelen daalden niet neder met den Koran, zooals de ongeloovigen voorgeven;
وَ مَا یَنْۢبَغِیْ لَهُمْ وَ مَا یَسْتَطِیْعُوْنَؕ(۲۱۱)
Noch is het passend voor hen, noch zijn zij in staat, dat te doen.
Dat komt niet overeen met hun doel; ook zijn zij niet in staat zulk een boek voort te brengen.
اِنَّهُمْ عَنِ السَّمْعِ لَمَعْزُوْلُوْنَؕ(۲۱۲)
Voorzeker het horen (hiervan) is hun ontnomen.
Want zij zijn er ver van verwijderd, het gesprek der engelen in den hemel te hooren.
فَلَا تَدْعُ مَعَ اللّٰهِ اِلٰهًا اٰخَرَ فَتَكُوْنَ مِنَ الْمُعَذَّبِیْنَۚ(۲۱۳)
Roep daarom naast Allah geen andere god aan, anders zult gij gestraft worden.
Roep geen anderen god met den waren God aan, opdat gij niet tot een van hen wordet, die ter straffe zijn gedoemd.
En vermaan uwe naaste betrekkingen.
وَ اخْفِضْ جَنَاحَكَ لِمَنِ اتَّبَعَكَ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَۚ(۲۱۵)
En wend u met zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen."
En gedraag u met zachtmoedigheid omtrent de ware geloovigen die u volgen.
فَاِنْ عَصَوْكَ فَقُلْ اِنِّیْ بَرِیْٓءٌ مِّمَّا تَعْمَلُوْنَۚ(۲۱۶)
Indien zij u dan niet gehoorzamen, zeg: "Ik heb niets uitstaande met hetgeen gij doet."
En indien zij ongehoorzaam omtrent u zijn, zeg dan: Waarlijk ik ben zuiver van hetgeen gij doet.
وَ تَوَكَّلْ عَلَى الْعَزِیْزِ الرَّحِیْمِۙ(۲۱۷)
En stel uw vertrouwen in de Almachtige, de Genadevolle.
En vertrouw in den machtigsten, den barmhartigsten God.
Die u ziet als gij opstaat,
وَ تَقَلُّبَكَ فِی السّٰجِدِیْنَ(۲۱۹)
En uw bewegingen onder hen die zich nederwerpen (in aanbidding).
En uw gedrag onder hen die aanbidden;
Want hij ziet en hoort alles.
هَلْ اُنَبِّئُكُمْ عَلٰى مَنْ تَنَزَّلُ الشَّیٰطِیْنُؕ(۲۲۱)
Zal ik u mededelen op wie de duivelen nederdalen?
Zal ik u verklaren op wie de duivelen nederdalen?
تَنَزَّلُ عَلٰى كُلِّ اَفَّاكٍ اَثِیْمٍۙ(۲۲۲)
Zij dalen op elke verstokte leugenaar en zondaar neder.
Zij dalen neder op iederen leugenachtigen en zondigen persoon.
یُّلْقُوْنَ السَّمْعَ وَ اَكْثَرُهُمْ كٰذِبُوْنَؕ(۲۲۳)
En zij verlenen gehoor aan (geruchten) en velen hunner zijn zelf leugenaars,
Zij leeren wat gehoord is geworden, maar het grootste deel hunner zijn leugenaars.
En zij die dwalen, volgen de stappen der dichters.
اَلَمْ تَرَ اَنَّهُمْ فِیْ كُلِّ وَادٍ یَّهِیْمُوْنَۙ(۲۲۵)
Hebt gij niet gezien hoe zij in elk dal radeloos rondlopen?
Ziet gij niet dat zij, als van hunne zinnen beroofd, door iedere vallei wandelen?
En dat zij zeggen, wat zij niet doen?
اِلَّا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ وَ ذَكَرُوا اللّٰهَ كَثِیْرًا وَّ انْتَصَرُوْا مِنْۢ بَعْدِ مَا ظُلِمُوْاؕ-وَ سَیَعْلَمُ الَّذِیْنَ ظَلَمُوْۤا اَیَّ مُنْقَلَبٍ یَّنْقَلِبُوْنَ۠(۲۲۷)
Behalve zij die geloven en goede werken doen, en Allah vaak gedenken, en zich verdedigen nadat hun onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen zullen weldra weten welke wending hun zaken zullen nemen.
Behalve zij die gelooven en goede werken doen en God dikwijls herdenken. En die zich zelven verdedigen, nadat zij onrechtvaardig zijn behandeld geworden; terwijl zij die onrechtvaardig handelen, hierna zullen weten, welke handeling zij te wachten hebben.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan