READ

Surah Ash-Shu'araa

اَلشُّـعَرَاء
227 Ayaat    مکیۃ


26:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God.
26:1
طٰسٓمّٓ(۱)
Taa Sien Miem.

T. S. M.
26:2
تِلْكَ اٰیٰتُ الْكِتٰبِ الْمُبِیْنِ(۲)
Dit zijn de verzen van het duidelijke Boek.

Dit zijn de teekens van het duidelijke boek.
26:3
لَعَلَّكَ بَاخِعٌ نَّفْسَكَ اَلَّا یَكُوْنُوْا مُؤْمِنِیْنَ(۳)
Wellicht zult gij ten dode toe treuren omdat zij niet geloven.

Misschien bedroeft gij u doodelijk, omdat de bewoners van Mekka niet geloovig willen worden.
26:4
اِنْ نَّشَاْ نُنَزِّلْ عَلَیْهِمْ مِّنَ السَّمَآءِ اٰیَةً فَظَلَّتْ اَعْنَاقُهُمْ لَهَا خٰضِعِیْنَ(۴)
Als Wij het willen, kunnen Wij hun een teken van de hemel nederzenden, zodat hun hoofd er zich voor zal nederbuigen.

Indien het ons behaagde, zouden wij hun een overtuigend teeken uit den hemel kunnen nederzenden, waarvoor zij hunne nekken nederig zouden krommen.
26:5
وَ مَا یَاْتِیْهِمْ مِّنْ ذِكْرٍ مِّنَ الرَّحْمٰنِ مُحْدَثٍ اِلَّا كَانُوْا عَنْهُ مُعْرِضِیْنَ(۵)
Maar er komt van de Barmhartige geen nieuwe vermaning tot hen of zij wenden zich er van af.

Maar er komt van den Barmhartige, geene nieuwe vermaning tot hen welke naar de omstandigheden dit vereischen, wordt geopenbaard, waarvan zij zich niet afwenden.
26:6
فَقَدْ كَذَّبُوْا فَسَیَاْتِیْهِمْ اَنْۢبٰٓؤُا مَا كَانُوْا بِهٖ یَسْتَهْزِءُوْنَ(۶)
Voorzeker zij hebben dit verloochend, maar weldra zullen de tijdingen hun bereiken van hetgeen zij bespotten.

En zij hebben deze van valschheid beschuldigd; maar er zal een boodschap tot hen komen, waarmede zij niet zullen spotten.
26:7
اَوَ لَمْ یَرَوْا اِلَى الْاَرْضِ كَمْ اَنْۢبَتْنَا فِیْهَا مِنْ كُلِّ زَوْجٍ كَرِیْمٍ(۷)
Zien zij niet op aarde - hoeveel voortreffelijke soorten Wij daarop hebben doen groeien?

Hebben zij de aarde niet beschouwd, en gezien hoe veel verschillende planten, van allerlei edele soorten wij daaraan doen ontspruiten?
26:8
اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةًؕ-وَ مَا كَانَ اَكْثَرُهُمْ مُّؤْمِنِیْنَ(۸)
Daarin is inderdaad een teken; maar de meesten onder hen willen niet geloven.

Waarlijk, hierin is een teeken; maar het grootste deel hunner zijn ongeloovigen.
26:9
وَ اِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ الْعَزِیْزُ الرَّحِیْمُ۠(۹)
En voorzeker uw Heer is de Machtige, de Genadige.

Waarlijk, uw Heer is de machtige, de barmhartige God.
26:10
وَ اِذْ نَادٰى رَبُّكَ مُوْسٰۤى اَنِ ائْتِ الْقَوْمَ الظّٰلِمِیْنَۙ(۱۰)
Toen uw Heer tot Mozes riep: "Ga naar het onrechtvaardige volk,

Herdenk, toen uw Heer Mozes riep, zeggende: Ga tot het onrechtvaardige volk:
26:11
قَوْمَ فِرْعَوْنَؕ-اَلَا یَتَّقُوْنَ(۱۱)
Het volk van Pharao. Zullen zij (Mij) niet vrezen?"

Het volk van Pharao. Zullen zij mij niet vreezen?
26:12
قَالَ رَبِّ اِنِّیْۤ اَخَافُ اَنْ یُّكَذِّبُوْنِؕ(۱۲)
Zeide hij: "Mijn Heer, ik vrees, dat zij mij zullen verloochenen;

Mozes antwoordde: O Heer! waarlijk, ik vrees, dat zij mij van logen zullen beschuldigen.
26:13
وَ یَضِیْقُ صَدْرِیْ وَ لَا یَنْطَلِقُ لِسَانِیْ فَاَرْسِلْ اِلٰى هٰرُوْنَ(۱۳)
En mijn boezem vernauwt zich en mijn tong is niet welsprekend; zend daarom (bericht) aan A?ron (om mij te helpen).

En dat mijne borst vernauwd worde en dat mijn tong niet gereed zij tot spreken; wijs Aäron dus aan om mijn helper te wezen.
26:14
وَ لَهُمْ عَلَیَّ ذَنْۢبٌ فَاَخَافُ اَنْ یَّقْتُلُوْنِۚ(۱۴)
Bovendien hebben zij een aanklacht van misdaad tegen mij, dus vrees ik dat zij mij zullen doden."

Ook kunnen zij mij eene misdaad tegenwerpen, en ik vrees dat zij mij zullen dooden.
26:15
قَالَ كَلَّاۚ-فَاذْهَبَا بِاٰیٰتِنَاۤ اِنَّا مَعَكُمْ مُّسْتَمِعُوْنَ(۱۵)
Hij (God) zeide: "In geen geval, gaat dan met Onze tekenen; Wij zijn met u en zullen horen.

God zeide: Zij zullen u volstrekt niet dooden: gaat dus met uwe teekenen; want wij zullen met u zijn, en wij willen hooren wat er tusschen u en hen geschiedt.
26:16
فَاْتِیَا فِرْعَوْنَ فَقُوْلَاۤ اِنَّا رَسُوْلُ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَۙ(۱۶)
0

Gaat dus tot Pharao en zeg: Waarlijk, wij zijn de gezant van den Heer van alle schepselen.
26:17
اَنْ اَرْسِلْ مَعَنَا بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَؕ(۱۷)
0

Zend de kinderen Israëls met ons weg.
26:18
قَالَ اَلَمْ نُرَبِّكَ فِیْنَا وَلِیْدًا وَّ لَبِثْتَ فِیْنَا مِنْ عُمُرِكَ سِنِیْنَۙ(۱۸)
Hij (Pharao) zeide: "Voedden wij u niet onder ons op toen gij een kind waart? En gij bleeft onder ons vele jaren van uw leven.

En toen zij hunne boodschap hadden overgebracht, antwoordde Pharao: Hebben wij u niet onder ons opgevoed, toen gij nog een kind waart, en hebt gij niet gedurende verscheidene jaren van uw leven onder ons gewoond?
26:19
وَ فَعَلْتَ فَعْلَتَكَ الَّتِیْ فَعَلْتَ وَ اَنْتَ مِنَ الْكٰفِرِیْنَ(۱۹)
En gij weet wat gij deedt, terwijl gij ondankbaar waart."

Gij hebt de daad bedreven, welke gij bedreven hebt; en gij zijt een ondankbare.
26:20
قَالَ فَعَلْتُهَاۤ اِذًا وَّ اَنَا مِنَ الضَّآلِّیْنَؕ(۲۰)
Hij (Mozes) zeide: "Ik deed dit, toen ik nog tot de dwalenden behoorde."

Mozes hernam: Inderdaad, ik deed het, en ik was een van hen die dwaalden.
26:21
فَفَرَرْتُ مِنْكُمْ لَمَّا خِفْتُكُمْ فَوَهَبَ لِیْ رَبِّیْ حُكْمًا وَّ جَعَلَنِیْ مِنَ الْمُرْسَلِیْنَ(۲۱)
"Daarom vluchtte ik van u omdat ik u vreesde; maar mijn Heer heeft mij wijsheid geschonken en mij tot een boodschapper gemaakt.

Daarom ontvluchtte ik u, dewijl ik u vreesde; maar mijn Heer heeft mij wijsheid geschonken en mij tot een zijner gezanten aangewezen.
26:22
وَ تِلْكَ نِعْمَةٌ تَمُنُّهَا عَلَیَّ اَنْ عَبَّدْتَّ بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَؕ(۲۲)
Is dit de gunst die gij mij in herinnering brengt, dat gij de kinderen van Isra?l tot slaven hebt gemaakt?"

En is de gunst, welke gij mij hebt geschonken, dat gij de kinderen Israëls tot slaven maaktet?
26:23
قَالَ فِرْعَوْنُ وَ مَا رَبُّ الْعٰلَمِیْنَؕ(۲۳)
Pharao zeide: "En wie is de Heer der Werelden?"

Pharao zeide: En wie is dan de Heer van alle schepselen?
26:24
قَالَ رَبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا بَیْنَهُمَاؕ-اِنْ كُنْتُمْ مُّوْقِنِیْنَ(۲۴)
Mozes antwoordde: "De Heer der hemelen en der aarde en van alles wat er tussen is, als gij het wilt geloven."

Mozes antwoordde: de Heer van alle hemel en aarde en van alles wat daartusschen is; indien gij lieden van verstand zijt.
26:25
قَالَ لِمَنْ حَوْلَهٗۤ اَلَا تَسْتَمِعُوْنَ(۲۵)
Pharao zeide tot degenen die om hem heen waren: "Hoort gij het niet?"

Pharao zeide tot degenen, die in zijne nabijheid waren: Hoort gij niet?
26:26
قَالَ رَبُّكُمْ وَ رَبُّ اٰبَآىٕكُمُ الْاَوَّلِیْنَ(۲۶)
Mozes zeide: "Uw Heer, en de Heer uwer voorvaderen."

Mozes zeide: Uw Heer en de Heer uwer voorvaderen.
26:27
قَالَ اِنَّ رَسُوْلَكُمُ الَّذِیْۤ اُرْسِلَ اِلَیْكُمْ لَمَجْنُوْنٌ(۲۷)
Pharao zeide: "Waarlijk, de boodschapper die tot u is gezonden, is krankzinnig."

Pharao zeide tot hen die tegenwoordig waren: Uw gezant, die tot u werd gezonden is zeker bezeten.
26:28
قَالَ رَبُّ الْمَشْرِقِ وَ الْمَغْرِبِ وَ مَا بَیْنَهُمَاؕ-اِنْ كُنْتُمْ تَعْقِلُوْنَ(۲۸)
Mozes zeide: "Hij is de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles wat daar tussen is, indien gij wilt begrijpen."

Mozes zeide: de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles wat daartusschen is; indien gij lieden van verstand zijt.
26:29
قَالَ لَىٕنِ اتَّخَذْتَ اِلٰهًا غَیْرِیْ لَاَجْعَلَنَّكَ مِنَ الْمَسْجُوْنِیْنَ(۲۹)
Pharao zeide tot hem: "Indien gij een andere God aanneemt dan mij zal ik u zeker in de gevangenis werpen."

Pharao zeide tot hem: Waarlijk, indien gij een anderen God naast mij kiest, zal ik u gelijk doen wezen aan hen die gevangen zijn.
26:30
قَالَ اَوَ لَوْ جِئْتُكَ بِشَیْءٍ مُّبِیْنٍۚ(۳۰)
Mozes antwoordde: "Ofschoon ik u een duidelijk teken breng?"

Mozes antwoordde: Wat! niettegenstaande ik met een overtuigend wonder tot u kom?
26:31
قَالَ فَاْتِ بِهٖۤ اِنْ كُنْتَ مِنَ الصّٰدِقِیْنَ(۳۱)
Pharao zeide: "Breng het dan als gij tot de waarachtigen behoort."

Pharao hernam: Toon het dan, indien gij de waarheid spreekt.
26:32
فَاَلْقٰى عَصَاهُ فَاِذَا هِیَ ثُعْبَانٌ مُّبِیْنٌۚۖ(۳۲)
Daarop wierp Mozes zijn staf neder, en ziet! deze werd een zichtbare slang.

En hij wierp zijn staf neder, en ziet deze werd eene zichtbare slang.
26:33
وَّ نَزَعَ یَدَهٗ فَاِذَا هِیَ بَیْضَآءُ لِلنّٰظِرِیْنَ۠(۳۳)
En hij strekte zijn hand uit, en ziet! zij was wit voor de toeschouwers.

En hij trok zijne hand uit zijne borst en, ziet, zij was wit voor de toeschouwers,
26:34
قَالَ لِلْمَلَاِ حَوْلَهٗۤ اِنَّ هٰذَا لَسٰحِرٌ عَلِیْمٌۙ(۳۴)
Pharao zeide tot de vooraanstaanden om zich heen: "Dit is inderdaad een bedreven tovenaar.

Pharao zeide tot de vorsten, die in zijne nabijheid waren: Waarlijk, deze man is een behendige toovenaar.
26:35
یُّرِیْدُ اَنْ یُّخْرِجَكُمْ مِّنْ اَرْضِكُمْ بِسِحْرِهٖ ﳓ فَمَا ذَا تَاْمُرُوْنَ(۳۵)
Hij wenst u uit uw land te verdrijven door zijn tovenarij. Wat raadt gij mij dan aan?"

Hij tracht u door zijne tooverij het bezit van u land te ontrooven: wat denkt gij dus te doen?
26:36
قَالُوْۤا اَرْجِهْ وَ اَخَاهُ وَ ابْعَثْ فِی الْمَدَآىٕنِ حٰشِرِیْنَۙ(۳۶)
Zij zeiden: "Geef hem en zijn broeder uitstel en zend aankondigers naar de steden.

Zij antwoordden: Stel hem en zijn broeder door goede woorden voor eenigen tijd uit, en zend mannen in de steden, die verzamelen.
26:37
یَاْتُوْكَ بِكُلِّ سَحَّارٍ عَلِیْمٍ(۳۷)
Die u iedere bedreven tovenaar zullen brengen."

En tot u brengen alle behendige toovenaren.
26:38
فَجُمِعَ السَّحَرَةُ لِمِیْقَاتِ یَوْمٍ مَّعْلُوْمٍۙ(۳۸)
Dus werden de tovenaars verzameld op de bepaalde tijd op een vastgestelde dag.

Zoo werden de toovenaren op een bepaalden tijd, op een plechtigen dag bijeenvergaderd.
26:39
وَّ قِیْلَ لِلنَّاسِ هَلْ اَنْتُمْ مُّجْتَمِعُوْنَۙ(۳۹)
En er werd tot het volk gezegd: "Wilt gij u ook verzamelen,

En tot het volk werd gezegd: Zijt gij bijeenvergaderd?
26:40
لَعَلَّنَا نَتَّبِـعُ السَّحَرَةَ اِنْ كَانُوْا هُمُ الْغٰلِبِیْنَ(۴۰)
Opdat wij de tovenaars mogen volgen als zij overwinnaars zijn?"

Ja, antwoordde het volk onder zich, en wij zullen de toovenaren volgen, indien zij de overwinning behalen.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلشُّـعَرَاء
اَلشُّـعَرَاء
  00:00



Download

اَلشُّـعَرَاء
اَلشُّـعَرَاء
  00:00



Download