READ
Surah Ar-Ra'd
اَلرَّعْد
43 Ayaat مدنیۃ
13:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
اَللّٰهُ الَّذِیْ رَفَعَ السَّمٰوٰتِ بِغَیْرِ عَمَدٍ تَرَوْنَهَا ثُمَّ اسْتَوٰى عَلَى الْعَرْشِ وَ سَخَّرَ الشَّمْسَ وَ الْقَمَرَؕ-كُلٌّ یَّجْرِیْ لِاَجَلٍ مُّسَمًّىؕ-یُدَبِّرُ الْاَمْرَ یُفَصِّلُ الْاٰیٰتِ لَعَلَّكُمْ بِلِقَآءِ رَبِّكُمْ تُوْقِنُوْنَ(۲)
Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen zonder pilaren die gij kunt zien. Daarna zette Hij Zich op de troon. En Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld; elk volgt zijn baan tot een vastgestelde termijn. Hij regelt het al. Hij legt de tekenen duidelijk uit, opdat gij zeker zult zijn van de ontmoeting met uw Heer.
وَ هُوَ الَّذِیْ مَدَّ الْاَرْضَ وَ جَعَلَ فِیْهَا رَوَاسِیَ وَ اَنْهٰرًاؕ-وَ مِنْ كُلِّ الثَّمَرٰتِ جَعَلَ فِیْهَا زَوْجَیْنِ اثْنَیْنِ یُغْشِی الَّیْلَ النَّهَارَؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یَّتَفَكَّرُوْنَ(۳)
En Hij is het, Die de aarde uitspreidde, er bergen op verhief en rivieren op vormde. En Hij maakte er elke vruchtensoort in twee geslachten op. Hij doet de nacht de dag bedekken. Voorwaar, daarin zijn tekenen voor een volk, dat nadenkt.
وَ فِی الْاَرْضِ قِطَعٌ مُّتَجٰوِرٰتٌ وَّ جَنّٰتٌ مِّنْ اَعْنَابٍ وَّ زَرْعٌ وَّ نَخِیْلٌ صِنْوَانٌ وَّ غَیْرُ صِنْوَانٍ یُّسْقٰى بِمَآءٍ وَّاحِدٍ- وَ نُفَضِّلُ بَعْضَهَا عَلٰى بَعْضٍ فِی الْاُكُلِؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یَّعْقِلُوْنَ(۴)
En er zijn op aarde aan elkaar grenzende streken en tuinen van wijnstokken, en korenvelden en dadelpalmen, met ??n wortel of met verschillende wortels, zij worden met hetzelfde water besproeid en toch doen Wij sommigen er van in fruit boven anderen uitmunten. Daarin zijn tekenen voor een volk, dat begrijpt.
وَ اِنْ تَعْجَبْ فَعَجَبٌ قَوْلُهُمْ ءَاِذَا كُنَّا تُرٰبًا ءَاِنَّا لَفِیْ خَلْقٍ جَدِیْدٍ ﱟ اُولٰٓىٕكَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِرَبِّهِمْۚ-وَ اُولٰٓىٕكَ الْاَغْلٰلُ فِیْۤ اَعْنَاقِهِمْۚ-وَ اُولٰٓىٕكَ اَصْحٰبُ النَّارِۚ-هُمْ فِیْهَا خٰلِدُوْنَ(۵)
En indien gij u verwondert, dan is hun zeggen verwonderlijker: "Wanneer wij stof zijn geworden, zullen wij dan opnieuw worden geschapen?" Deze zijn het, die hun Heer hebben verworpen, daarom zullen zij ketenen om hun hals hebben en de bewoners van het Vuur zijn; daarin zullen zij vertoeven.
وَ یَسْتَعْجِلُوْنَكَ بِالسَّیِّئَةِ قَبْلَ الْحَسَنَةِ وَ قَدْ خَلَتْ مِنْ قَبْلِهِمُ الْمَثُلٰتُؕ-وَ اِنَّ رَبَّكَ لَذُوْ مَغْفِرَةٍ لِّلنَّاسِ عَلٰى ظُلْمِهِمْۚ-وَ اِنَّ رَبَّكَ لَشَدِیْدُ الْعِقَابِ(۶)
En zij vragen eerder het kwade van u dan het goede; hoewel er voor hen voorbeeldige straffen zijn voorgekomen. Voorwaar, uw Heer is vol van vergiffenis voor het mensdom, ondanks hun onrechtvaardigheid en voorwaar, uw Heer is streng in het vergelden.
وَ یَقُوْلُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا لَوْ لَاۤ اُنْزِلَ عَلَیْهِ اٰیَةٌ مِّنْ رَّبِّهٖؕ-اِنَّمَاۤ اَنْتَ مُنْذِرٌ وَّ لِكُلِّ قَوْمٍ هَادٍ۠(۷)
En de ongelovigen zeggen: "Waarom is hem (de profeet) geen teken van zijn Heer nedergezonden?" Gij zijt waarlijk een waarschuwer en er is voor elk volk een leidsman.
لَهٗ مُعَقِّبٰتٌ مِّنْۢ بَیْنِ یَدَیْهِ وَ مِنْ خَلْفِهٖ یَحْفَظُوْنَهٗ مِنْ اَمْرِ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُغَیِّرُ مَا بِقَوْمٍ حَتّٰى یُغَیِّرُوْا مَا بِاَنْفُسِهِمْؕ-وَ اِذَاۤ اَرَادَ اللّٰهُ بِقَوْمٍ سُوْٓءًا فَلَا مَرَدَّ لَهٗۚ-وَ مَا لَهُمْ مِّنْ دُوْنِهٖ مِنْ وَّالٍ(۱۱)
Er zijn voor hem (de Boodschapper) bewakers (engelen) v??r en achter hem; zij bewaken hem door het gebod van Allah. Voorzeker, Allah verandert de toestand van een volk niet voordat zij hetgeen in hun hart is veranderen. En wanneer Allah een volk wenst te straffen, is er geen afwenden mogelijk, noch hebben zij een helper naast Hem.
وَ یُسَبِّحُ الرَّعْدُ بِحَمْدِهٖ وَ الْمَلٰٓىٕكَةُ مِنْ خِیْفَتِهٖۚ-وَ یُرْسِلُ الصَّوَاعِقَ فَیُصِیْبُ بِهَا مَنْ یَّشَآءُ وَ هُمْ یُجَادِلُوْنَ فِی اللّٰهِۚ-وَ هُوَ شَدِیْدُ الْمِحَالِؕ(۱۳)
En de donder verkondigt Zijn glorie met de lof die Hem toekomt, en de engelen doen het uit ontzag voor Hem en Hij zendt de bliksem en treft er mede, wie Hij wil; nog steeds redetwisten zij over Allah. terwijl Hij streng is in het straffen.
لَهٗ دَعْوَةُ الْحَقِّؕ-وَ الَّذِیْنَ یَدْعُوْنَ مِنْ دُوْنِهٖ لَا یَسْتَجِیْبُوْنَ لَهُمْ بِشَیْءٍ اِلَّا كَبَاسِطِ كَفَّیْهِ اِلَى الْمَآءِ لِیَبْلُغَ فَاهُ وَ مَا هُوَ بِبَالِغِهٖؕ-وَ مَا دُعَآءُ الْكٰفِرِیْنَ اِلَّا فِیْ ضَلٰلٍ(۱۴)
Tot Hem is het ware gebed. En degenen, die zij buiten Hem aanroepen, verhoren hen in het geheel niet, doch zij zijn als iemand die zijn handen uitstrekt naar het water, opdat het zijn mond zal bereiken, maar het kan hem nooit bereiken. En het aanroepen der ongelovigen gaat slechts verloren.
قُلْ مَنْ رَّبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-قُلِ اللّٰهُؕ-قُلْ اَفَاتَّخَذْتُمْ مِّنْ دُوْنِهٖۤ اَوْلِیَآءَ لَا یَمْلِكُوْنَ لِاَنْفُسِهِمْ نَفْعًا وَّ لَا ضَرًّاؕ-قُلْ هَلْ یَسْتَوِی الْاَعْمٰى وَ الْبَصِیْرُ ﳔ اَمْ هَلْ تَسْتَوِی الظُّلُمٰتُ وَ النُّوْرُ ﳛ اَمْ جَعَلُوْا لِلّٰهِ شُرَكَآءَ خَلَقُوْا كَخَلْقِهٖ فَتَشَابَهَ الْخَلْقُ عَلَیْهِمْؕ-قُلِ اللّٰهُ خَالِقُ كُلِّ شَیْءٍ وَّ هُوَ الْوَاحِدُ الْقَهَّارُ(۱۶)
Zeg: "Wie is de Heer der hemelen en der aarde?" Zeg: "Allah." Zeg: "Hebt gij naast Hem dan helpers genomen, die voor zich over goed noch kwaad macht hebben?" Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn?" Of kan de duisternis gelijk zijn aan het licht? Of schrijven zij aan Allah medegoden toe die iets, op Zijn schepping lijkende hebben geschapen, zodat beide scheppingen hun gelijk voorkomen? Zeg: "Allah is de Schepper aller dingen en Hij is de Ene, de Opperste."
اَنْزَلَ مِنَ السَّمَآءِ مَآءً فَسَالَتْ اَوْدِیَةٌۢ بِقَدَرِهَا فَاحْتَمَلَ السَّیْلُ زَبَدًا رَّابِیًاؕ-وَ مِمَّا یُوْقِدُوْنَ عَلَیْهِ فِی النَّارِ ابْتِغَآءَ حِلْیَةٍ اَوْ مَتَاعٍ زَبَدٌ مِّثْلُهٗؕ-كَذٰلِكَ یَضْرِبُ اللّٰهُ الْحَقَّ وَ الْبَاطِلَ ﱟ فَاَمَّا الزَّبَدُ فَیَذْهَبُ جُفَآءًۚ-وَ اَمَّا مَا یَنْفَعُ النَّاسَ فَیَمْكُثُ فِی الْاَرْضِؕ-كَذٰلِكَ یَضْرِبُ اللّٰهُ الْاَمْثَالَؕ(۱۷)
Hij zendt water van de hemel neder, zodat stromen overeenkomstig hun afmeting vloeien en de vloed zwellend schuim draagt. En van hetgeen zij (de mensen) in het vuur verhitten om sieraden en gereedschappen te vervaardigen komt een soortgelijk schuim. Zo licht Allah de waarheid en de valsheid toe. Wat nu het schuim betreft, het gaat als uitschot weg, maar wat betreft hetgeen de mensen tot nut strekt, dit blijft op aarde. Zo geeft Allah de gelijkenissen.
لِلَّذِیْنَ اسْتَجَابُوْا لِرَبِّهِمُ الْحُسْنٰىﳳ-وَ الَّذِیْنَ لَمْ یَسْتَجِیْبُوْا لَهٗ لَوْ اَنَّ لَهُمْ مَّا فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًا وَّ مِثْلَهٗ مَعَهٗ لَافْتَدَوْا بِهٖؕ-اُولٰٓىٕكَ لَهُمْ سُوْٓءُ الْحِسَابِ ﳔ وَ مَاْوٰىهُمْ جَهَنَّمُؕ-وَ بِئْسَ الْمِهَادُ۠(۱۸)
Er zal voor degenen die aan hun Heer gehoor geven het goede zijn, en degenen, die Hem geen gehoor geven - deze zouden, indien zij al hetgeen op aarde is en het gelijke er aan toegevoegd, bezaten, het gaarne als losprijs aanbieden. Dezen zijn het die een boze afrekening zullen ontvangen en hun tehuis is de hel. En dit is een slechte rustplaats.
اَفَمَنْ یَّعْلَمُ اَنَّمَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْكَ مِنْ رَّبِّكَ الْحَقُّ كَمَنْ هُوَ اَعْمٰىؕ-اِنَّمَا یَتَذَكَّرُ اُولُوا الْاَلْبَابِۙ(۱۹)
Is dan hij die weet, dat hetgeen u van uw Heer is geopenbaard de waarheid is, gelijk aan hem die blind is? Alleen degenen die met begrip zijn begiftigd trekken er lering uit,
وَ الَّذِیْنَ صَبَرُوا ابْتِغَآءَ وَجْهِ رَبِّهِمْ وَ اَقَامُوا الصَّلٰوةَ وَ اَنْفَقُوْا مِمَّا رَزَقْنٰهُمْ سِرًّا وَّ عَلَانِیَةً وَّ یَدْرَءُوْنَ بِالْحَسَنَةِ السَّیِّئَةَ اُولٰٓىٕكَ لَهُمْ عُقْبَى الدَّارِۙ(۲۲)
En degenen, die volharden in het zoeken naar de gunst van hun Heer en het gebed houden en van hetgeen waarvan Wij hen hebben voorzien, heimelijk en openlijk weggeven en die het kwade met het goede afwenden, dezen zijn het die de beloning en het goede tehuis zullen ontvangen.
جَنّٰتُ عَدْنٍ یَّدْخُلُوْنَهَا وَ مَنْ صَلَحَ مِنْ اٰبَآىٕهِمْ وَ اَزْوَاجِهِمْ وَ ذُرِّیّٰتِهِمْ وَ الْمَلٰٓىٕكَةُ یَدْخُلُوْنَ عَلَیْهِمْ مِّنْ كُلِّ بَابٍۚ(۲۳)
Tuinen der eeuwigheid. Zij en degenen van hun vaderen en hun echtgenoten en hun kinderen rechtvaardig zijn zullen deze binnengaan. En engelen zullen van iedere poort tot hen komen, (zeggende):
وَ الَّذِیْنَ یَنْقُضُوْنَ عَهْدَ اللّٰهِ مِنْۢ بَعْدِ مِیْثَاقِهٖ وَ یَقْطَعُوْنَ مَاۤ اَمَرَ اللّٰهُ بِهٖۤ اَنْ یُّوْصَلَ وَ یُفْسِدُوْنَ فِی الْاَرْضِۙ-اُولٰٓىٕكَ لَهُمُ اللَّعْنَةُ وَ لَهُمْ سُوْٓءُ الدَّارِ(۲۵)
En degenen, die het verbond van Allah breken nadat zij het hadden bevestigd en hetgeen Allah heeft bevolen verenigd te zijn, afsnijden en op aarde wanorde stichten, hen treft de vloek en zij zullen een slecht tehuis hebben.
اَللّٰهُ یَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَنْ یَّشَآءُ وَ یَقْدِرُؕ-وَ فَرِحُوْا بِالْحَیٰوةِ الدُّنْیَاؕ-وَ مَا الْحَیٰوةُ الدُّنْیَا فِی الْاٰخِرَةِ اِلَّا مَتَاعٌ۠(۲۶)
Allah vergroot en vermindert de voorziening voor wie Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen zich in het tegenwoordige leven, terwijl het tegenwoordige leven slechts een (kortstondig) vermaak is vergeleken met het volgende.
وَ یَقُوْلُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا لَوْ لَاۤ اُنْزِلَ عَلَیْهِ اٰیَةٌ مِّنْ رَّبِّهٖؕ-قُلْ اِنَّ اللّٰهَ یُضِلُّ مَنْ یَّشَآءُ وَ یَهْدِیْۤ اِلَیْهِ مَنْ اَنَابَۖۚ(۲۷)
En degenen die niet geloven, zeggen: "Waarom is hem (de profeet) geen teken van zijn Heer nedergezonden?" Zeg: "Allah laat diegene dwalen die Hij wil en leidt tot Zichzelf degene die zich bekeert."
كَذٰلِكَ اَرْسَلْنٰكَ فِیْۤ اُمَّةٍ قَدْ خَلَتْ مِنْ قَبْلِهَاۤ اُمَمٌ لِّتَتْلُوَاۡ عَلَیْهِمُ الَّذِیْۤ اَوْحَیْنَاۤ اِلَیْكَ وَ هُمْ یَكْفُرُوْنَ بِالرَّحْمٰنِؕ-قُلْ هُوَ رَبِّیْ لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَۚ-عَلَیْهِ تَوَكَّلْتُ وَ اِلَیْهِ مَتَابِ(۳۰)
Zo hebben Wij u tot een volk gezonden - aan hetwelk andere volkeren zijn voorafgegaan - opdat gij hun hetgeen Wij u hebben geopenbaard, moogt verkondigen doch zij verwerpen de Barmhartige. Zeg: "Hij is mijn Heer; er is geen God naast Hem. In Hem leg ik mijn vertrouwen en tot Hem is mijn terugkeer."
وَ لَوْ اَنَّ قُرْاٰنًا سُیِّرَتْ بِهِ الْجِبَالُ اَوْ قُطِّعَتْ بِهِ الْاَرْضُ اَوْ كُلِّمَ بِهِ الْمَوْتٰىؕ-بَلْ لِّلّٰهِ الْاَمْرُ جَمِیْعًاؕ-اَفَلَمْ یَایْــٴَـسِ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اَنْ لَّوْ یَشَآءُ اللّٰهُ لَهَدَى النَّاسَ جَمِیْعًاؕ-وَ لَا یَزَالُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا تُصِیْبُهُمْ بِمَا صَنَعُوْا قَارِعَةٌ اَوْ تَحُلُّ قَرِیْبًا مِّنْ دَارِهِمْ حَتّٰى یَاْتِیَ وَعْدُ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُخْلِفُ الْمِیْعَادَ۠(۳۱)
En als er een Koran was, waarmede de bergen konden worden verzet, de aarde kon worden gespleten, of de doden tot spreken konden worden gebracht, (zouden zij er nog niet in geloven). "Neen, de zaak berust geheel bij Allah!" Zijn de gelovigen het niet te weten gekomen dat, indien Allah het wilde, Hij het gehele mensdom zou hebben geleid? En de ongelovigen zullen onophoudelijk door rampen getroffen worden wegens hun daden, of het zult bij hun huizen neerkomen, totdat de belofte van Allah tot stand komt. Voorzeker, Allah faalt niet in Zijn belofte.
اَفَمَنْ هُوَ قَآىٕمٌ عَلٰى كُلِّ نَفْسٍۭ بِمَا كَسَبَتْۚ-وَ جَعَلُوْا لِلّٰهِ شُرَكَآءَؕ-قُلْ سَمُّوْهُمْؕ-اَمْ تُنَبِّــٴُـوْنَهٗ بِمَا لَا یَعْلَمُ فِی الْاَرْضِ اَمْ بِظَاهِرٍ مِّنَ الْقَوْلِؕ-بَلْ زُیِّنَ لِلَّذِیْنَ كَفَرُوْا مَكْرُهُمْ وَ صُدُّوْا عَنِ السَّبِیْلِؕ-وَ مَنْ یُّضْلِلِ اللّٰهُ فَمَا لَهٗ مِنْ هَادٍ(۳۳)
Zal Hij, Die over elke ziel waakt ten aanzien van hetgeen zij verdient (hen dan laten gaan)? Toch kennen zij medegoden aan Allah toe. Zeg: "Noemt hen." Zoudt gij Hem willen inlichten over hetgeen Hem op aarde onbekend was? Of is het slechts een ledig gezegde? Neen, maar het plan der ongelovigen is voor hen schoonschijnend gemaakt en zij worden van de juiste weg teruggehouden. En hij, die Allah laat dwalen zal geen helper vinden.
مَثَلُ الْجَنَّةِ الَّتِیْ وُعِدَ الْمُتَّقُوْنَؕ-تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُؕ-اُكُلُهَا دَآىٕمٌ وَّ ظِلُّهَاؕ-تِلْكَ عُقْبَى الَّذِیْنَ اتَّقَوْا ﳓ وَّ عُقْبَى الْكٰفِرِیْنَ النَّارُ(۳۵)
Het beeld van de Hemel die de godvrezenden is beloofd, is, dat er stromen in vloeien, en dat zijn fruit en schaduw eeuwigdurend zijn. Dit is het loon van de rechtvaardig en maar het loon van de ongelovigen is het Vuur.
وَ الَّذِیْنَ اٰتَیْنٰهُمُ الْكِتٰبَ یَفْرَحُوْنَ بِمَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْكَ وَ مِنَ الْاَحْزَابِ مَنْ یُّنْكِرُ بَعْضَهٗؕ-قُلْ اِنَّمَاۤ اُمِرْتُ اَنْ اَعْبُدَ اللّٰهَ وَ لَاۤ اُشْرِكَ بِهٖؕ-اِلَیْهِ اَدْعُوْا وَ اِلَیْهِ مَاٰبِ(۳۶)
En degenen, wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen zich in hetgeen u is geopenbaard. En er zijn sommige der partijen die er een gedeelte van ontkennen. Zeg: "Het is mij bevolen, Allah te aanbidden en niets met Hem te vereenzelvigen. Tot Hem roep ik en tot Hem is mijn terugkeer."
وَ كَذٰلِكَ اَنْزَلْنٰهُ حُكْمًا عَرَبِیًّاؕ-وَ لَىٕنِ اتَّبَعْتَ اَهْوَآءَهُمْ بَعْدَ مَا جَآءَكَ مِنَ الْعِلْمِۙ-مَا لَكَ مِنَ اللّٰهِ مِنْ وَّلِیٍّ وَّ لَا وَاقٍ۠(۳۷)
En zo hebben Wij het als een duidelijk oordeel geopenbaard. En als gij, nadat kennis tot u is gekomen hun boze wensen volgt, zult gij aan Allah vriend, noch beschermer hebben.
وَ لَقَدْ اَرْسَلْنَا رُسُلًا مِّنْ قَبْلِكَ وَ جَعَلْنَا لَهُمْ اَزْوَاجًا وَّ ذُرِّیَّةًؕ-وَ مَا كَانَ لِرَسُوْلٍ اَنْ یَّاْتِیَ بِاٰیَةٍ اِلَّا بِاِذْنِ اللّٰهِؕ-لِكُلِّ اَجَلٍ كِتَابٌ(۳۸)
En Wij zonden inderdaad boodschappers v??r u en Wij gaven hun vrouwen en kinderen. En het is een boodschapper niet mogelijk een teken te brengen dan door het gebod van Allah. Voor elke periode is er een (Goddelijk) besluit.
وَ اِنْ مَّا نُرِیَنَّكَ بَعْضَ الَّذِیْ نَعِدُهُمْ اَوْ نَتَوَفَّیَنَّكَ فَاِنَّمَا عَلَیْكَ الْبَلٰغُ وَ عَلَیْنَا الْحِسَابُ(۴۰)
Of Wij u sommige der dingen doen zien waarmede Wij hen hebben bedreigd, of u doen sterven - op u rust (alleen) de verkondiging (der boodschap) en op Ons de verrekening.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی