READ
Surah An-Naml
اَلنَّمْل
93 Ayaat مکیۃ
قَالَ نَكِّرُوْا لَهَا عَرْشَهَا نَنْظُرْ اَتَهْتَدِیْۤ اَمْ تَكُوْنُ مِنَ الَّذِیْنَ لَا یَهْتَدُوْنَ(۴۱)
En hij (Salomo) zeide: "Zorgt dat haar eigen troon haar tegenstaat. Wij zullen zien of zij de rechte weg volgt of dat zij behoort tot degenen die van de rechte weg worden afgeleid."
Hij (Soelaimân) zei: "Maak haar troon onherkenbaar voor haar, zodat wij zien of zij herkent of dat zij behoort tot degenen die niet herkennen."
فَلَمَّا جَآءَتْ قِیْلَ اَهٰكَذَا عَرْشُكِؕ-قَالَتْ كَاَنَّهٗ هُوَۚ-وَ اُوْتِیْنَا الْعِلْمَ مِنْ قَبْلِهَا وَ كُنَّا مُسْلِمِیْنَ(۴۲)
En toen zij kwam, werd haar gevraagd: "Is uw troon als deze?" Zij antwoordde: "Hij is als het ware dezelfde." En ons is voordien kennis gegeven en wij zijn reeds onderdanig geworden."
Toen zij aankwam, werd haar gezegd: "Es dit jouw troon?" Zij zei: "Het is alsof hij het is." (Soelaimân zei:) "Aan ons is vóór haar al kennis gegeven en wij gaven ons (aan Allah) over."
وَ صَدَّهَا مَا كَانَتْ تَّعْبُدُ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِؕ-اِنَّهَا كَانَتْ مِنْ قَوْمٍ كٰفِرِیْنَ(۴۳)
Hij (Salomo) weerhield haar van het aanbidden van hetgeen zij in plaats van Allah aanbad; want zij behoorde tot een ongelovig volk.
En zij werd verhinderd door wat zij naast Allah aanbad. Voorwaar, zij behoorde tot het ongelovige volk.
قِیْلَ لَهَا ادْخُلِی الصَّرْحَۚ-فَلَمَّا رَاَتْهُ حَسِبَتْهُ لُجَّةً وَّ كَشَفَتْ عَنْ سَاقَیْهَاؕ-قَالَ اِنَّهٗ صَرْحٌ مُّمَرَّدٌ مِّنْ قَوَارِیْرَ۬ؕ-قَالَتْ رَبِّ اِنِّیْ ظَلَمْتُ نَفْسِیْ وَ اَسْلَمْتُ مَعَ سُلَیْمٰنَ لِلّٰهِ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَ۠(۴۴)
Er werd tot haar gezegd "Ga het paleis binnen." En toen zij het zag, dacht zij dat het een massa water was, en zij raakte in verwarring. Hij zeide: "Het is een paleis dat geplaveid is met glas." Zij zeide: "Mijn Heer, ik heb mijn ziel inderdaad onrecht aangedaan; en ik onderwerp mij met Salomo aan Allah, de Heer der Werelden."
Er werd tegen haar gezegd: "Treed het paleis binnen." Toen zij het zag, dacht zij dat het een waterplas was en zij trok (haar gewaad) op van haar benen. Hij zei: "Het is een paleis dat betegeld is met glas. Zij zei: "Mijn Heer, voorwaar, ik heb mijzelf onrecht aangedaan en ik geef mij met Soelaimân over aan Allah, de Heer der Werelden."
وَ لَقَدْ اَرْسَلْنَاۤ اِلٰى ثَمُوْدَ اَخَاهُمْ صٰلِحًا اَنِ اعْبُدُوا اللّٰهَ فَاِذَا هُمْ فَرِیْقٰنِ یَخْتَصِمُوْنَ(۴۵)
En Wij zonden zeker tot de Samoed hun broeder Salih, die zeide: "Aanbidt Allah." Maar ziet, zij werden in twee partijen gesplitst die met elkander twistten.
En voorzeker, Wij zonden hun broeder Shâlih naar de Tsamôcd. (Hij zei:) "Aanbidt Allah!" Toen werden zij twee groepen die met elkaar redetwistten.
قَالَ یٰقَوْمِ لِمَ تَسْتَعْجِلُوْنَ بِالسَّیِّئَةِ قَبْلَ الْحَسَنَةِۚ-لَوْ لَا تَسْتَغْفِرُوْنَ اللّٰهَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُوْنَ(۴۶)
Hij zeide: "O mijn volk, waarom wenst gij het kwade te verhaasten boven het goede? Waarom vraagt gij geen vergiffenis aan Allah, opdat u barmhartigheid betoond moge worden?"
Hij zei: "O mijn volk, waarom zouden jullie het slechte vóór het goede bespoedigen? Hadden jullie maar om vergeving gevraagd. Hopelijk worden jullie begenadigd."
قَالُوا اطَّیَّرْنَا بِكَ وَ بِمَنْ مَّعَكَؕ-قَالَ طٰٓىٕرُكُمْ عِنْدَ اللّٰهِ بَلْ اَنْتُمْ قَوْمٌ تُفْتَنُوْنَ(۴۷)
Zij antwoordden: "Wij voorzien kwaad wegens u en degenen die met u zijn." Hij zeide: "Uw kwade verwachting is bij Allah. Neen, gij zijt een volk dat beproefd wordt."
Zij zeiden: "Wij verwachtten van jou en degenen die met jou zijn een slecht lot." Hij zei: "Jullie lot is bij Allah. Jullie zijn beslist een volk dat op de proef gesteld wordt."
وَ كَانَ فِی الْمَدِیْنَةِ تِسْعَةُ رَهْطٍ یُّفْسِدُوْنَ فِی الْاَرْضِ وَ لَا یُصْلِحُوْنَ(۴۸)
En er waren negen personen in de stad die onrust in het land stichtten en zich niet wilden verbeteren,
En in de stad was een groep van negen, die verderf zaaide op aarde en die zich niet beterde.
قَالُوْا تَقَاسَمُوْا بِاللّٰهِ لَنُبَیِّتَنَّهٗ وَ اَهْلَهٗ ثُمَّ لَنَقُوْلَنَّ لِوَلِیِّهٖ مَا شَهِدْنَا مَهْلِكَ اَهْلِهٖ وَ اِنَّا لَصٰدِقُوْنَ(۴۹)
Zij zeiden: "Zweert tot elkander bij Allah, dat wij zeker Salih en zijn familie in de nacht zullen aanvallen en daarna zullen wij tot zijn bloedverwanten zeggen: "Wij waren geen getuigen van de vernietiging van zijn familie en wij spreken zeker de waarheid."
Zij zeiden: "Zweert onder elkaar bi Allah dat wij zeker een nachtelijke aanval doen tegen hem(Shâlih) en zijn familie; daarna zeggen wij zeker tot zijn verwant: "Wij waren geen getuigen van de uitroeiing van zijn familie, en voorwaar, wij zijn waarachtigen."
وَ مَكَرُوْا مَكْرًا وَّ مَكَرْنَا مَكْرًا وَّ هُمْ لَا یَشْعُرُوْنَ(۵۰)
En zij smeedden een plan, en Wij maakten ook een plan (tegen hen) maar zij bemerkten het niet.
En zij beraamden een list en Wij beraamden een list, terwijl zij het niet beseften.
فَانْظُرْ كَیْفَ كَانَ عَاقِبَةُ مَكْرِهِمْۙ-اَنَّا دَمَّرْنٰهُمْ وَ قَوْمَهُمْ اَجْمَعِیْنَ(۵۱)
Ziet dan hoe het einde van hun plan was; Wij vernietigden hen en hun volk, allen tezamen.
En zie hoe het einde vaa hun list was: dat Wij hen vernietigden en hun vo Ik, allemaal.
فَتِلْكَ بُیُوْتُهُمْ خَاوِیَةًۢ بِمَا ظَلَمُوْاؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةً لِّقَوْمٍ یَّعْلَمُوْنَ(۵۲)
En dit zijn hun ingestorte huizen omdat zij onrechtvaardig waren. Daarin is voorwaar een teken voor een volk, dat begrijpt.
Dat zijn nu hun huizen, tot ruïnes geworden, omdat zij onrecht pleegden. Voorwaar, daarin is zeker een Teken voor een volk dat begrijpt.
وَ اَنْجَیْنَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ كَانُوْا یَتَّقُوْنَ(۵۳)
En Wij redden hen die geloofden en godvrezend waren.
En Wij redden hen die geloofden en zij plachten (Allah) te vrezen.
وَ لُوْطًا اِذْ قَالَ لِقَوْمِهٖۤ اَتَاْتُوْنَ الْفَاحِشَةَ وَ اَنْتُمْ تُبْصِرُوْنَ(۵۴)
En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Begaat gij onzedelijkheid tegen beter weten in?
En (gedenkt) Lôeth, toen hij tot zijn volk zei: "Begaan jullie gruweldaden hoewel jullie het inzien?
اَىٕنَّكُمْ لَتَاْتُوْنَ الرِّجَالَ شَهْوَةً مِّنْ دُوْنِ النِّسَآءِؕ-بَلْ اَنْتُمْ قَوْمٌ تَجْهَلُوْنَ(۵۵)
Nadert gij wellustig de mannen in plaats van de vrouwen? Neen, gij zijt een onwetend volk."
Waarom benaderen jullie uit begeerte mannen in plaats van vrouwen? Jullie zijn beslist een onwetend volk."
فَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهٖۤ اِلَّاۤ اَنْ قَالُوْۤا اَخْرِجُوْۤا اٰلَ لُوْطٍ مِّنْ قَرْیَتِكُمْۚ-اِنَّهُمْ اُنَاسٌ یَّتَطَهَّرُوْنَ(۵۶)
0
Maar het antwoord van zijn volk was slechts dat zij zeiden: "Verdrijft de familie van Lôeth uit jullie stad: voorwaar, zij zijn mensen die zich reinigen."
فَاَنْجَیْنٰهُ وَ اَهْلَهٗۤ اِلَّا امْرَاَتَهٗ٘-قَدَّرْنٰهَا مِنَ الْغٰبِرِیْنَ(۵۷)
Daarom redden Wij hem en zijn familie behalve zijn vrouw; Wij deden haar tot de achterblijvenden behoren.
Toen redden Wij hem en zijn familie, behalve zijn vrouw: Wij bepaalden dat zij tot de achterblijvers behoorde.
وَ اَمْطَرْنَا عَلَیْهِمْ مَّطَرًاۚ-فَسَآءَ مَطَرُ الْمُنْذَرِیْنَ۠(۵۸)
En Wij deden een regen over hen komen, en vreselijk was de regen voor de gewaarschuwden.
En Wij deden op hen een (vulkanische) regen neerdalen: en slecht was de regen voor de gewaarschuwden.
قُلِ الْحَمْدُ لِلّٰهِ وَ سَلٰمٌ عَلٰى عِبَادِهِ الَّذِیْنَ اصْطَفٰىؕ- ﰰللّٰهُ خَیْرٌ اَمَّا یُشْرِكُوْنَؕ(۵۹)
Zeg: "Alle lof behoort aan Allah en vrede zij met Zijn uitverkoren dienaren. Is Allah beter of wat zij met Hem vereenzelvigen?
Zeg (O Moehammad): "Alle lof zij Allah en vrede voor Zijn dienaren en degenen die Hij verkoos." Is Allah beter, of wat zij (Hem) aan deelgenoten toekennen?
اَمَّنْ خَلَقَ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ وَ اَنْزَلَ لَكُمْ مِّنَ السَّمَآءِ مَآءًۚ-فَاَنْۢبَتْنَا بِهٖ حَدَآىٕقَ ذَاتَ بَهْجَةٍۚ-مَا كَانَ لَكُمْ اَنْ تُنْۢبِتُوْا شَجَرَهَاؕ-ءَاِلٰهٌ مَّعَ اللّٰهِؕ-بَلْ هُمْ قَوْمٌ یَّعْدِلُوْنَؕ(۶۰)
Hij Die de hemelen en de aarde schiep en water uit de hemelen nederzendt waarmee Hij prachtige tuinen doet groeien? Gij zoudt hun bomen niet kunnen doen groeien. Is er een God naast Allah? Neen, zij zijn een volk dat het spoor bijster is.
Of wie heeft de hemelen en de aarde geschapen en water uit de hemel neergezonden, waarmee Wij prachtige tuinen doen groeien? Jullie zijn niet in staat haar bomen te doen groeien. Is er een god naast Allah? Welnee, zij (die dit beweren) behoren tot een volk dat afwijkt (van de Waarheid).
اَمَّنْ جَعَلَ الْاَرْضَ قَرَارًا وَّ جَعَلَ خِلٰلَهَاۤ اَنْهٰرًا وَّ جَعَلَ لَهَا رَوَاسِیَ وَ جَعَلَ بَیْنَ الْبَحْرَیْنِ حَاجِزًاؕ-ءَاِلٰهٌ مَّعَ اللّٰهِؕ-بَلْ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَؕ(۶۱)
Hij Die de aarde tot een rustplaats maakte, er rivieren in plaatste en er hechte bergen op zette en een dam tussen de beide zee?n? Is er een God naast Allah? Neen, de meesten hunner (willen) het niet weten.
Of wie heeft de aarde als een verblijfplaats gemaakt en daardoor rivieren getrokken en daarop stevige bergen geplaatst en een scheiding tussen de twee zeeën gemaakt? Is er een god naast Allah? Maar de meesten van hen weten het niet.
اَمَّنْ یُّجِیْبُ الْمُضْطَرَّ اِذَا دَعَاهُ وَ یَكْشِفُ السُّوْٓءَ وَ یَجْعَلُكُمْ خُلَفَآءَ الْاَرْضِؕ-ءَاِلٰهٌ مَّعَ اللّٰهِؕ-قَلِیْلًا مَّا تَذَكَّرُوْنَؕ(۶۲)
Hij Die de wanhopige verhoort als deze Hem aanroept, en het kwade wegneemt en u opvolgers op aarde maakt? Is er een God naast Allah? Hoe weinig lering trekt gij er uit!
Of wie heeft de in nood verkerende verhoord, wanneer hij Hem aanroept, en het onheil van hem weggenomen en jullie gevolmachtigden gemaakt op de aarde? Is er een god naast Allah? En weinig is het dat jullie je laten vermanen!
اَمَّنْ یَّهْدِیْكُمْ فِیْ ظُلُمٰتِ الْبَرِّ وَ الْبَحْرِ وَ مَنْ یُّرْسِلُ الرِّیٰحَ بُشْرًۢا بَیْنَ یَدَیْ رَحْمَتِهٖؕ-ءَاِلٰهٌ مَّعَ اللّٰهِؕ-تَعٰلَى اللّٰهُ عَمَّا یُشْرِكُوْنَؕ(۶۳)
Hij, Die u leidt in het duister van het land en van de zee, en Die u winden zendt als boodschappers van blijde tijdingen (regen) door Zijn barmhartigheid? Is er een God naast Allah? Verheven is Allah boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.
Of wie heeft jullie geleid in de duisternissen op het land en op de zee en wie heeft de winden als dragers van verheugende tijdingen voor Zijn Barmhartigheid uitgestuurd? Is er een god naast Allah? Verheven is Allah boven wat zij Hem aan deelgenoten toekennen!
اَمَّنْ یَّبْدَؤُا الْخَلْقَ ثُمَّ یُعِیْدُهٗ وَ مَنْ یَّرْزُقُكُمْ مِّنَ السَّمَآءِ وَ الْاَرْضِؕ-ءَاِلٰهٌ مَّعَ اللّٰهِؕ-قُلْ هَاتُوْا بُرْهَانَكُمْ اِنْ كُنْتُمْ صٰدِقِیْنَ(۶۴)
Hij Die de schepping voortbrengt en dat dan herhaalt, en u (voedsel) voorziet uit de hemel en de aarde? Is er een God naast Allah?" Zeg: "Geeft uw bewijs hiervoor als gij waarachtig zijt."
Of wie is de schepping begonnen en heeft haar vervolgens herhaald; en wie heeft in jullie onderhoud uit de hemel en de aarde voorzien? Is er een god naast Allah? Zeg (O Moehammad): "Brengt jullie bewijs, als jullie waarachtigen zijn."
قُلْ لَّا یَعْلَمُ مَنْ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ الْغَیْبَ اِلَّا اللّٰهُؕ-وَ مَا یَشْعُرُوْنَ اَیَّانَ یُبْعَثُوْنَ(۶۵)
Zeg: "Niemand in de hemelen en op aarde kent het onzienlijke, behalve Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt.
Zeg: "Niemand kent het onwaarneembare in de hemelen en op dc aarde, behalve Allah." En zij weten niet waneer zij worden opgewekt.
بَلِ ادّٰرَكَ عِلْمُهُمْ فِی الْاٰخِرَةِ ﱄ بَلْ هُمْ فِیْ شَكٍّ مِّنْهَا-بَلْ هُمْ مِّنْهَا عَمُوْنَ۠(۶۶)
Neen, hun kennis heeft geheel gefaald betreffende het Hiernamaals, neen, zij twijfelen er aan, neen, zij zijn er blind voor."
Hun kennis omvat het Hiernamaals niet. Zij verkeren hierover zelfs in onzekerheid, zij zijn er zelfs blind voor.
وَ قَالَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْۤا ءَاِذَا كُنَّا تُرٰبًا وَّ اٰبَآؤُنَاۤ اَىٕنَّا لَمُخْرَجُوْنَ(۶۷)
En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij wanneer wij en onze vaderen tot stof zijn geworden inderdaad worden opgewekt?
En degenen die ongelovig zijn zeggen: "Is het waar, dat als wij en onze vaderen tot aarde zijn geworden, wij zeker worden opgewekt?
لَقَدْ وُعِدْنَا هٰذَا نَحْنُ وَ اٰبَآؤُنَا مِنْ قَبْلُۙ-اِنْ هٰذَاۤ اِلَّاۤ اَسَاطِیْرُ الْاَوَّلِیْنَ(۶۸)
Er was ons voorheen reeds mede gedreigd, - ons en onze voorvaderen; dit zijn niets dan fabelen der ouden!"
Voorzeker, dit is ons en onze vaderen vroeger beloofd. Dit zijn slechts fabels van de vroegeren."
قُلْ سِیْرُوْا فِی الْاَرْضِ فَانْظُرُوْا كَیْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُجْرِمِیْنَ(۶۹)
Zeg tot hen: "Reist op aarde en ziet hoe het einde der zondaren was."
Zeg (O Moehammad): "Reist rond op de aarde en ziet hoe het einde van de misdadigers was."
وَ لَا تَحْزَنْ عَلَیْهِمْ وَ لَا تَكُنْ فِیْ ضَیْقٍ مِّمَّا یَمْكُرُوْنَ(۷۰)
En treur niet om hen, noch wees bezorgd voor hun samenzwering.
En treur niet om hen, en wees ook niet bezorgd over wat zij aan listen beramen.
وَ یَقُوْلُوْنَ مَتٰى هٰذَا الْوَعْدُ اِنْ كُنْتُمْ صٰدِقِیْنَ(۷۱)
En zij zullen zeggen: "Wanneer zal deze bedreiging worden vervuld als gij de waarheid spreekt?"
En zij (de ongelovigen) zeggen: "Wanneer zal deze belofte (vervuld worden), als jullie warachtigen rijn?"
قُلْ عَسٰۤى اَنْ یَّكُوْنَ رَدِفَ لَكُمْ بَعْضُ الَّذِیْ تَسْتَعْجِلُوْنَ(۷۲)
Zeg: "Het kan zijn, dat een gedeelte van de straf die gij wildet verhaasten, reeds dicht bij u is gekomen."
Zeg (O Moehammad): "Moge een deel van wat jullie wensen te bespoedigen bijna bij jullie zijn."
وَ اِنَّ رَبَّكَ لَذُوْ فَضْلٍ عَلَى النَّاسِ وَ لٰكِنَّ اَكْثَرَهُمْ لَا یَشْكُرُوْنَ(۷۳)
En waarlijk, uw Heer is goedertieren voor de mensen maar de meesten hunner zijn ondankbaar.
En voorwaar, jouw Heer bezit zeker gunsten voor de mensen, maar de meesten van en zijn niet dankbaar.
وَ اِنَّ رَبَّكَ لَیَعْلَمُ مَا تُكِنُّ صُدُوْرُهُمْ وَ مَا یُعْلِنُوْنَ(۷۴)
En zeker uw Heer weet alles wat hun hart verbergt en wat het openbaart.
En voorwaar, jouw Heer weet zeker wat hun harten verbergen en wat zij openlijk doen.
وَ مَا مِنْ غَآىٕبَةٍ فِی السَّمَآءِ وَ الْاَرْضِ اِلَّا فِیْ كِتٰبٍ مُّبِیْنٍ(۷۵)
En er is niets in de hemelen of op aarde verborgen, of het staat in een duidelijk boek opgeschreven.
En niets is onwaameembaar in de hemel en op de aarde, of het staat in een duidelijk Boek.
اِنَّ هٰذَا الْقُرْاٰنَ یَقُصُّ عَلٰى بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ اَكْثَرَ الَّذِیْ هُمْ فِیْهِ یَخْتَلِفُوْنَ(۷۶)
Waarlijk deze Koran legt aan de kinderen van Isra?l veel uit van hetgeen waaromtrent zij verschillen.
Voorwaar, deze Koran vertelt aan de Kinderen van Israël waarover zij het meeste redetwisten.
وَ اِنَّهٗ لَهُدًى وَّ رَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِیْنَ(۷۷)
En voorwaar, het is richtsnoer en barmhartigheid voor de gelovigen.
En voorwaar, hij is zeker Leiding en Barmhartigheid voor de gelovigen.
اِنَّ رَبَّكَ یَقْضِیْ بَیْنَهُمْ بِحُكْمِهٖ ۙۚ-وَ هُوَ الْعَزِیْزُ الْعَلِیْمُ ﳐ (۷۸)
En voorwaar uw Heer zal over hen beslissen door Zijn gebod en Hij is de Almachtige, de Alwetende.
Voorwaar, jouw Heer zal tussen hen oordelen met Zijn Oordeel. En Hij is de Almachtige, de Alwetende.
فَتَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-اِنَّكَ عَلَى الْحَقِّ الْمُبِیْنِ(۷۹)
Stel dan uw vertrouwen in Allah; voorzeker gij bezit de duidelijke Waarheid.
Vertrouw daarom op Allah. Voorwaar, jij (O Moehammad) bent op (het Pad van) de duidelijke Waarheid.
اِنَّكَ لَا تُسْمِعُ الْمَوْتٰى وَ لَا تُسْمِعُ الصُّمَّ الدُّعَآءَ اِذَا وَلَّوْا مُدْبِرِیْنَ(۸۰)
Waarlijk, gij kunt de doden, noch de doven de oproep doen horen als Zij zich verwijderen.
Voorwaar, jij bent niet in staat de doden te doen horen en de doven de roep te doen horen wanneer zij de rug toekeren.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan