READ
Surah an-Naba
اَلنَّبَا
40 Ayaat مکیۃ
78:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
Waarover zij redetwisten.
Nee! Zij zullen het weten.
Nogmaals nee, zij zullen het weten.
Hebben Wij de aarde niet tot een uitgespreide plaats gemaakt?
En Wij hebben jullie in paren geschapen.
En Wij hebben voor jullie de slaap gemaakt, als rust.
En Wij hebben de nacht als een bedekking gemaakt.
وَّ جَعَلْنَا النَّهَارَ مَعَاشًا۪(۱۱)
En hebben Wij de dag niet voor (het zoeken) naar levensonderhoud gemaakt?
En Wij hebben de dag gemaakt om levensonderhoud te zoeken.
وَّ بَنَیْنَا فَوْقَكُمْ سَبْعًا شِدَادًاۙ(۱۲)
En hebben Wij niet zeven sterke (hemelen) boven u gebouwd;
En Wij hebben boven jullie zeven hechte hemelen gebouwd.
En Wij hebben daarin een stralende lamp geplaatst.
وَّ اَنْزَلْنَا مِنَ الْمُعْصِرٰتِ مَآءً ثَجَّاجًاۙ(۱۴)
En zenden Wij niet vanuit de wolken regen neder die voortstroomt.
En Wij hebben uit de wolken stromend water gezonden.
لِّنُخْرِ جَ بِهٖ حَبًّا وَّ نَبَاتًاۙ(۱۵)
Opdat Wij daardoor graan en plantengroei voortbrengen.
Opdat Wij daarmee graan en planten voortbrengen.
Voorwaar, de Dag van de Beoordeling is op een vastgesteld tijdstip.
یَّوْمَ یُنْفَخُ فِی الصُّوْرِ فَتَاْتُوْنَ اَفْوَاجًاۙ(۱۸)
De Dag waarop de bazuin wordt geblazen; dan zult gij in scharen komen.
De Dag waarop op de bazuin wordt geblazen zullen jullie komen, groep na groep.
وَّ فُتِحَتِ السَّمَآءُ فَكَانَتْ اَبْوَابًاۙ(۱۹)
En de hemel wordt geopend en zal vele poorten hebben.
En de hemel wordt geopend en zij heeft vele poorten.
وَّ سُیِّرَتِ الْجِبَالُ فَكَانَتْ سَرَابًاؕ(۲۰)
En de bergen verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling.
En de bergen worden verpulverd en worden tot luchtspiegelingen.
Voorwaar, de Hel is als een hinderlaag.
Een bestemmingsoord voor de overtreders.
Zij verblijven eeuwig daarin.
لَا یَذُوْقُوْنَ فِیْهَا بَرْدًا وَّ لَا شَرَابًاۙ(۲۴)
Zij zullen daar geen koelte hebben en geen dronk smaken,
Zij zullen daarin geen koelte en geen drank proeven.
اِلَّا حَمِیْمًا وَّ غَسَّاقًاۙ(۲۵)
Behalve kokend water en een stinkende vloeistof die verschrikkelijk koud is.
Behalve kokend water en etter.
Voorwaar, zij verwachtten nooit een afrekening.
En loochenden Onze Verzen geheel.
En Wij hebben alle zaken in een Boek opgesomd.
فَذُوْقُوْا فَلَنْ نَّزِیْدَكُمْ اِلَّا عَذَابًا۠(۳۰)
Smaakt dus de straf! Wij zullen u slechts hierin doen toenemen.
Proeft daarom de straf, en er is voor jullie geen vermeerdering, behalve van de bestraffing.
Voorwaar, voor de Moettaqôen is er een overwinning.
En jeugdige gezellinnen, gelijk in leeftijd.
لَا یَسْمَعُوْنَ فِیْهَا لَغْوًا وَّ لَا كِذّٰبًاۚۖ (۳۵)
Zij horen daar geen ijdele gesprekken noch leugens!
Zij horen daar geen onzin en geen leugens.
Als een beloning van jouw Heer, als afrekenende gift.
رَّبِّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا بَیْنَهُمَا الرَّحْمٰنِ لَا یَمْلِكُوْنَ مِنْهُ خِطَابًاۚ(۳۷)
Van de Heer der hemelen en der aarde en van alles wat daar tussen is, de Barmhartige. Niemand zal Hem kunnen aanspreken.
De Heer der hemelen en der aarde en wat er tussen beide is, de Barmhartige. Zij zijn niet in staat Hem aan te spreken.
یَوْمَ یَقُوْمُ الرُّوْحُ وَ الْمَلٰٓىٕكَةُ صَفًّا ﯼ لَّا یَتَكَلَّمُوْنَ اِلَّا مَنْ اَذِنَ لَهُ الرَّحْمٰنُ وَ قَالَ صَوَابًا(۳۸)
De Dag waarop de Geest en de (andere) engelen in gelederen opgesteld staan, zullen zij niet spreken, met uitzondering van hem aan wie de Barmhartige het toestaat en die alleen zal spreken wat recht is.
Op die Dag staan de Geest (Djibrîl) en de Engelen in rijen opgesteld. Zij spreken niet, behalve na wie de Barmhartige toestemming verleent en die zegt wat juist is.
ذٰلِكَ الْیَوْمُ الْحَقُّۚ-فَمَنْ شَآءَ اتَّخَذَ اِلٰى رَبِّهٖ مَاٰبًا(۳۹)
Die Dag is de werkelijkheid. Daarom, laat hij die het wil een toevlucht bij zijn Heer zoeken.
Dat is de Dag van de Waarheid. Laat wie wil daarom een terugkeer naar zijn Heer afleggen.
اِنَّاۤ اَنْذَرْنٰكُمْ عَذَابًا قَرِیْبًا ﭺ یَّوْمَ یَنْظُرُ الْمَرْءُ مَا قَدَّمَتْ یَدٰهُ وَ یَقُوْلُ الْكٰفِرُ یٰلَیْتَنِیْ كُنْتُ تُرٰبًا۠(۴۰)
Voorwaar, Wij hebben u voor een straf die nabij is gewaarschuwd; de Dag waarop de mens zal zien wat hij heeft uitgevoerd en (waarop) de ongelovige zal zeggen: "O, ware ik maar stof geweest!"
Voorwaar, Wij hebben jullie gewaarschuwd voor een nabije bestraffing op de Dag dat de mens zal kijken naar wat zijn handen vroeger bedreven, en waarop de ongelovige zal zeggen: "O wee, was ik maar aarde."
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan