READ
Surah Al-Qasas
اَلْقَصَص
88 Ayaat مکیۃ
فَخَسَفْنَا بِهٖ وَ بِدَارِهِ الْاَرْضَ- فَمَا كَانَ لَهٗ مِنْ فِئَةٍ یَّنْصُرُوْنَهٗ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِۗ-وَ مَا كَانَ مِنَ الْمُنْتَصِرِیْنَ(۸۱)
Dan deden Wij hem en zijn huis in de aarde verzinken; en hij had geen partij om hem tegen Allah te helpen noch kon hij zich verdedigen.
Toen lieten Wij de aarde met hem en zijn huis wegzinken en er was voor hem geen groep [mensen] die hem in plaats van God konden helpen; hij behoorde niet tot hen aan wie hulp geboden werd.
وَ اَصْبَحَ الَّذِیْنَ تَمَنَّوْا مَكَانَهٗ بِالْاَمْسِ یَقُوْلُوْنَ وَیْكَاَنَّ اللّٰهَ یَبْسُطُ الرِّزْقَ لِمَنْ یَّشَآءُ مِنْ عِبَادِهٖ وَ یَقْدِرُۚ-لَوْ لَاۤ اَنْ مَّنَّ اللّٰهُ عَلَیْنَا لَخَسَفَ بِنَاؕ-وَیْكَاَنَّهٗ لَا یُفْلِحُ الْكٰفِرُوْنَ۠(۸۲)
En zij, die zijn plaats de vorige dag hadden begeerd, begonnen (de volgende dag) te zeggen: "O wee, Allah vergroot en verkleint de voorziening voor wie Hij wil van Zijn dienaren. Indien Allah ons niet genadig was geweest zou Hij ons ook in de aarde hebben doen verzinken. Wee, de ondankbaren slagen nooit."
En zij die de vorige dag nog zijn plaats gewenst hadden zeiden 's morgens: "O wee, God voorziet ruimschoots in het levensonderhoud van wie van Zijn dienaren Hij wil en ook met mate. Als God ons niet een gunst had bewezen, dan had Hij ons laten wegzinken. O wee, het gaat de ongelovigen niet wel."
تِلْكَ الدَّارُ الْاٰخِرَةُ نَجْعَلُهَا لِلَّذِیْنَ لَا یُرِیْدُوْنَ عُلُوًّا فِی الْاَرْضِ وَ لَا فَسَادًاؕ-وَ الْعَاقِبَةُ لِلْمُتَّقِیْنَ(۸۳)
Daar is het tehuis van het Hiernamaals! Wij geven het degenen die op aarde geen zelfverheffing wensen, noch wanorde stichten, en het einde is voor de godvruchtigen.
Dat is de laatste woning. Wij geven haar aan hen die geen hovaardij op de aarde wensen en geen verdorvenheid. En het [goede] uiteinde komt de godvrezenden toe.
مَنْ جَآءَ بِالْحَسَنَةِ فَلَهٗ خَیْرٌ مِّنْهَاۚ-وَ مَنْ جَآءَ بِالسَّیِّئَةِ فَلَا یُجْزَى الَّذِیْنَ عَمِلُوا السَّیِّاٰتِ اِلَّا مَا كَانُوْا یَعْمَلُوْنَ(۸۴)
Zij die goed doen worden er beter voor beloond, maar zij die kwaad doen, worden slechts vergolden naar datgene wat zij deden.
Voor hem die met een goede daad komt is er iets beters dan dat. Voor hem die met een slechte daad komt? aan hen die slechte daden begaan hebben wordt slechts vergolden wat zij gedaan hebben.
اِنَّ الَّذِیْ فَرَضَ عَلَیْكَ الْقُرْاٰنَ لَرَآدُّكَ اِلٰى مَعَادٍؕ-قُلْ رَّبِّیْۤ اَعْلَمُ مَنْ جَآءَ بِالْهُدٰى وَ مَنْ هُوَ فِیْ ضَلٰلٍ مُّبِیْنٍ(۸۵)
Voorwaar, Hij, Die de verkondiging van de Koran u oplegde, zal u tot de plaats van terugkeer brengen. Zeg: "Mijn Heer weet het beste wie de ware leiding heeft gebracht en wie op een openlijk dwaalspoor is."
Hij die deze Koran voor jou tot een verplichting gemaakt heeft brengt jou terug naar een plaats van terugkomst. Zeg: "Mijn Heer weet het best wie er met de leidraad komt en wie er in duidelijke dwaling verkeert."
وَ مَا كُنْتَ تَرْجُوْۤا اَنْ یُّلْقٰۤى اِلَیْكَ الْكِتٰبُ اِلَّا رَحْمَةً مِّنْ رَّبِّكَ فَلَا تَكُوْنَنَّ ظَهِیْرًا لِّلْكٰفِرِیْنَ٘(۸۶)
En gij hadt niet verwacht dat het Boek (de Koran) aan u zou worden geopenbaard; maar het is een barmhartigheid van uw Heer; wees daarom nooit een ondersteuner der ongelovigen.
Jij had niet verwacht dat het boek aan jou overgebracht zou worden. Het is enkel uit barmhartigheid van jouw Heer. Wees dus niet iemand die de ongelovigen bijstand verleent.
وَ لَا یَصُدُّنَّكَ عَنْ اٰیٰتِ اللّٰهِ بَعْدَ اِذْ اُنْزِلَتْ اِلَیْكَ وَ ادْعُ اِلٰى رَبِّكَ وَ لَا تَكُوْنَنَّ مِنَ الْمُشْرِكِیْنَۚ(۸۷)
En laten zij u niet afwenden van de woorden van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; en roep anderen tot uw Heer, en behoor niet tot de afgodendienaren.
En zij moeten jou niet van Gods tekenen afhouden nadat zij naar jou zijn neergezonden. En roep op tot jouw Heer en behoor zeker niet tot de veelgodendienaars.
وَ لَا تَدْعُ مَعَ اللّٰهِ اِلٰهًا اٰخَرَۘ-لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَ ۫-كُلُّ شَیْءٍ هَالِكٌ اِلَّا وَجْهَهٗؕ-لَهُ الْحُكْمُ وَ اِلَیْهِ تُرْجَعُوْنَ۠(۸۸)
En roep naast Allah geen andere God aan. Er is geen God naast Hem. Alles is vergankelijk behalve Zijn Aangezieht. Aan Hem is de heerschappij en tot Hem zult glg worden teruggebracht.
Roep dus naast God geen andere god aan. Er is geen god dan Hij. Alles gaat teniet, maar Zijn aangezicht niet. Hem komt het oordeel toe en tot Hem worden jullie teruggebracht.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan