READ

Surah Al-Qasas

اَلْقَصَص
88 Ayaat    مکیۃ


28:41
وَ جَعَلْنٰهُمْ اَىٕمَّةً یَّدْعُوْنَ اِلَى النَّارِۚ-وَ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ لَا یُنْصَرُوْنَ(۴۱)
En Wij gaven hun leiders die tot het Vuur uitnodigen; en op de Dag der Opstanding zullen zij niet worden geholpen.

En wij gaven hun bedriegelijke goden, die hunne volgers tot de hel uitnoodigden, en op den dag des oordeels zullen zij tegen de straf niet beschut worden.
28:42
وَ اَتْبَعْنٰهُمْ فِیْ هٰذِهِ الدُّنْیَا لَعْنَةًۚ-وَ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ هُمْ مِّنَ الْمَقْبُوْحِیْنَ۠(۴۲)
En Wij deden hen in deze wereld door een vloek achtervolgen, en op de Dag der Opstanding zullen zij de verachten zijn.

Wij vervolgen hen met een vloek in dit leven en, op den dag der opstanding zullen zij met schande worden verworpen.
28:43
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا مُوْسَى الْكِتٰبَ مِنْۢ بَعْدِ مَاۤ اَهْلَكْنَا الْقُرُوْنَ الْاُوْلٰى بَصَآىٕرَ لِلنَّاسِ وَ هُدًى وَّ رَحْمَةً لَّعَلَّهُمْ یَتَذَكَّرُوْنَ(۴۳)
En Wij gaven het Boek aan Mozes nadat Wij de vroegere geslachten hadden vernietigd als een duidelijk bewijs voor de mensen en als een leiding en een genade, opdat zij er lering uit mochten trekken.

En wij gaven aan Mozes het boek der wet, nadat wij de vroegere geslachten hadden verdelgd, om de harten der menschen te waarschuwen, en tot eene leiding en tot eene genade, opdat zij wellicht zouden nadenken.
28:44
وَ مَا كُنْتَ بِجَانِبِ الْغَرْبِیِّ اِذْ قَضَیْنَاۤ اِلٰى مُوْسَى الْاَمْرَ وَ مَا كُنْتَ مِنَ الشّٰهِدِیْنَۙ(۴۴)
En gij (Mohammed) waart niet aan de westelijke kant (van de berg) toen Wij Mozes de geboden mededeelden, noch waart gij onder de aanwezigen.

Gij, o profeet, waart niet in de westerzijde van den berg Sinaï, toen wij Mozes zijnen last overgaven; ook waart gij geen van hen, die tegenwoordig waren toen hij haar ontving.
28:45
وَ لٰكِنَّاۤ اَنْشَاْنَا قُرُوْنًا فَتَطَاوَلَ عَلَیْهِمُ الْعُمُرُۚ-وَ مَا كُنْتَ ثَاوِیًا فِیْۤ اَهْلِ مَدْیَنَ تَتْلُوْا عَلَیْهِمْ اٰیٰتِنَاۙ-وَ لٰكِنَّا كُنَّا مُرْسِلِیْنَ(۴۵)
Maar Wij brachten vele geslachten na Mozes voort en het leven werd voor hen verlengd. En gij waart geen bewoner onder het volk van Midian, die Onze tekenen aan hen voordroeg, maar Wij waren het, Die boodschappers stuurden.

Maar wij deden vele geslachten na Mozes' opstaan en hun leven werd verlengd. Gij hebt niet onder de bewoners van Madian gewoond, om hen onze teekenen te herinneren; maar wij hebben u in ieder opzicht volkomen onderricht.
28:46
وَ مَا كُنْتَ بِجَانِبِ الطُّوْرِ اِذْ نَادَیْنَا وَ لٰكِنْ رَّحْمَةً مِّنْ رَّبِّكَ لِتُنْذِرَ قَوْمًا مَّاۤ اَتٰىهُمْ مِّنْ نَّذِیْرٍ مِّنْ قَبْلِكَ لَعَلَّهُمْ یَتَذَكَّرُوْنَ(۴۶)
En gij waart niet aan de bergkant toen Wij (naar Mozes) riepen. Maar uit barmhartigheid van uw Heer zijt gij gezonden, opdat gij een volk naar hetwelk geen waarschuwer kwam v??r u moogt waarschuwen opdat zij er lering uit mogen trekken.

Ook waart gij niet aan de zijde van den berg tegenwoordig, toen wij Mozes riepen: maar gij zijt gezonden uit genade van uwen Heer opdat gij zoudt prediken voor een volk, tot hetwelk voor u nog geen prediker was gekomen, opdat zij gewaarschuwd zouden worden.
28:47
وَ لَوْ لَاۤ اَنْ تُصِیْبَهُمْ مُّصِیْبَةٌۢ بِمَا قَدَّمَتْ اَیْدِیْهِمْ فَیَقُوْلُوْا رَبَّنَا لَوْ لَاۤ اَرْسَلْتَ اِلَیْنَا رَسُوْلًا فَنَتَّبِـعَ اٰیٰتِكَ وَ نَكُوْنَ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ(۴۷)
En indien een ramp over hen zou komen wegens hetgeen zij verdienen, mogen zij niet meer zeggen: "Onze Heer, waarom zondt Gij ons geen boodschapper, opdat wij Uwe tekenen hadden kunnen volgen en onder de gelovigen konden zijn?"

En opdat, indien een ramp over hen zou zijn gekomen, om hetgeen hunne handen voor bedachtelijk hebben bedreven, zij niet zouden zeggen: O Heer! is het ons niet te vergeven, nu gij geen gezant tot ons hebt gezonden, opdat wij uwe teekenen zouden volgen en ware geloovigen worden?
28:48
فَلَمَّا جَآءَهُمُ الْحَقُّ مِنْ عِنْدِنَا قَالُوْا لَوْ لَاۤ اُوْتِیَ مِثْلَ مَاۤ اُوْتِیَ مُوْسٰىؕ-اَوَ لَمْ یَكْفُرُوْا بِمَاۤ اُوْتِیَ مُوْسٰى مِنْ قَبْلُۚ-قَالُوْا سِحْرٰنِ تَظٰهَرَاٙ۫-وَ قَالُوْۤا اِنَّا بِكُلٍّ كٰفِرُوْنَ(۴۸)
Maar toen de Waarheid van Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Waarom is hem niet hetzelfde gegeven als aan Mozes werd gegeven?" Verwierpen zij datgene niet, wat Mozes voorheen was gegeven? Zij zeiden: "Twee tovenaars die elkander ondersteunen." En dezen zeggen: "Wij geloven in beiden niet."

Maar indien de waarheid van ons tot hen komt, zeggen zij: Indien hij niet dezelfde macht als Mozes ontvangt om wonderen te bewerken, zullen wij niet gelooven. Hebben zij niet evenzoo de openbaring verworpen, die vroeger aan Mozes werd gegeven? Zij zeggen: Twee listige bedriegerijen hebben elkander wederkeerig ondersteund: en zij zeggen: Waarlijk wij verwerpen die beide.
28:49
قُلْ فَاْتُوْا بِكِتٰبٍ مِّنْ عِنْدِ اللّٰهِ هُوَ اَهْدٰى مِنْهُمَاۤ اَتَّبِعْهُ اِنْ كُنْتُمْ صٰدِقِیْنَ(۴۹)
Zeg: "Brengt dan een Boek van Allah dat een betere leiding geeft dan dit, ik zal dat volgen, indien gij waarachtig zijt."

Zeg: Toon dan een boek van God, dat beter is dan deze twee, opdat ik het volge, indien gij de waarheid spreekt,
28:50
فَاِنْ لَّمْ یَسْتَجِیْبُوْا لَكَ فَاعْلَمْ اَنَّمَا یَتَّبِعُوْنَ اَهْوَآءَهُمْؕ-وَ مَنْ اَضَلُّ مِمَّنِ اتَّبَعَ هَوٰىهُ بِغَیْرِ هُدًى مِّنَ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الظّٰلِمِیْنَ۠(۵۰)
Maar als zij u niet antwoorden, weet dan dat zij slechts hun eigen begeerten volgen. En wie dwaalt meer dan hij die zijn eigen neigingen volgt zonder de leiding van Allah? Voorwaar, Allah leidt de onrechtvaardige mensen niet.

Maar indien zij u geen antwoord geven, weet dan, dat zij slechts hunne eigene begeerten volgen, en wie dwaalt sterker van de waarheid af dan hij, die zonder eene leiding van God zijne eigene begeerte volgt? Waarlijk, God leidt de onrechtvaardigen niet.
28:51
وَ لَقَدْ وَصَّلْنَا لَهُمُ الْقَوْلَ لَعَلَّهُمْ یَتَذَكَّرُوْنَؕ(۵۱)
En Wij hebben inderdaad het Woord voortdurend aan hen nedergezonden opdat zij er lering uit mogen trekken.

En thans hebben wij ons woord tot hen doen komen, opdat zij gewaarschuwd zouden zijn.
28:52
اَلَّذِیْنَ اٰتَیْنٰهُمُ الْكِتٰبَ مِنْ قَبْلِهٖ هُمْ بِهٖ یُؤْمِنُوْنَ(۵۲)
Zij aan wie Wij het Boek voordien gaven, geloven er in.

Zij aan wie wij de schriften hebben gegeven, welke voor hen werden geopenbaard, gelooven daarin.
28:53
وَ اِذَا یُتْلٰى عَلَیْهِمْ قَالُوْۤا اٰمَنَّا بِهٖۤ اِنَّهُ الْحَقُّ مِنْ رَّبِّنَاۤ اِنَّا كُنَّا مِنْ قَبْلِهٖ مُسْلِمِیْنَ(۵۳)
En als het aan hen is voorgedragen, zeggen zij: "Wij geloven er in. Voorwaar, het is de Waarheid van onze Heer. Inderdaad, wij hadden ons zelf reeds onderworpen."

En als deze hun worden voorgelezen, zeggen zij: Wij gelooven daarin: het is zekerlijk de waarheid van onzen Heer; waarlijk wij waren Moslems voor zij tot ons kwamen.
28:54
اُولٰٓىٕكَ یُؤْتَوْنَ اَجْرَهُمْ مَّرَّتَیْنِ بِمَا صَبَرُوْا وَ یَدْرَءُوْنَ بِالْحَسَنَةِ السَّیِّئَةَ وَ مِمَّا رَزَقْنٰهُمْ یُنْفِقُوْنَ(۵۴)
Hun beloning zal hun tweemaal worden gegeven want zij zijn standvastig geweest en omdat zij het kwade met het goede weren, en mededelen van hetgeen waarmee Wij hen hebben voorzien.

Dezen zullen hunne belooning tweemaal ontvangen, omdat zij hebben volhard en het kwaad door het goede afwenden en aalmoezen uitdeelen van datgene wat wij hun hebben geschonken.
28:55
وَ اِذَا سَمِعُوا اللَّغْوَ اَعْرَضُوْا عَنْهُ وَ قَالُوْا لَنَاۤ اَعْمَالُنَا وَ لَكُمْ اَعْمَالُكُمْ٘-سَلٰمٌ عَلَیْكُمْ٘-لَا نَبْتَغِی الْجٰهِلِیْنَ(۵۵)
Wanneer zij ijdele gesprekken horen, wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan ons onze werken en aan u uw werken. Vrede zij met u. Wij zoeken de onwetenden niet."

En die, op het hooren van ijdele gesprekken, deze ontwijken en zeggen: Wij hebben onze werken en gij hebt uwe werken. Vrede zij over u! wij zoeken niet naar betrekkingen met den onwetende.
28:56
اِنَّكَ لَا تَهْدِیْ مَنْ اَحْبَبْتَ وَ لٰكِنَّ اللّٰهَ یَهْدِیْ مَنْ یَّشَآءُۚ-وَ هُوَ اَعْلَمُ بِالْمُهْتَدِیْنَ(۵۶)
Waarlijk, gij zult hen die gij wilt niet kunnen leiden, maar Allah leidt wie Hij wil; en Hij kent hen het beste die geleid willen worden.

Waarlijk, gij kunt niet leiden wien gij wilt; maar God leidt wien hem behaagt, en hij weet het beste, wie zich onderwerpen wil om geleid te worden.
28:57
وَ قَالُوْۤا اِنْ نَّتَّبِـعِ الْهُدٰى مَعَكَ نُتَخَطَّفْ مِنْ اَرْضِنَاؕ-اَوَ لَمْ نُمَكِّنْ لَّهُمْ حَرَمًا اٰمِنًا یُّجْبٰۤى اِلَیْهِ ثَمَرٰتُ كُلِّ شَیْءٍ رِّزْقًا مِّنْ لَّدُنَّا وَ لٰكِنَّ اَكْثَرَهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ(۵۷)
En zij (de bewoners van Mekka) zeggen: "Als wij de leiding met u zouden volgen, zouden wij van ons land worden weggevoerd." Hebben Wij voor hen geen veilig heiligdom opgericht waarheen allerlei vruchten worden gebracht als een voorziening van Ons? Maar de meesten onder hen begrijpen het niet."

De bewoners van Mekka zeggen: Indien wij dezelfde richting als gij volgen, zullen wij gewelddadig uit ons land gedreven worden. Hebben wij geene zekere wijkplaats voor hen opgericht, waarheen vruchten van allerlei soort heenvloeien, als een bewijs onzer goedheid. Maar het grootste deel hunner begrijpt het niet.
28:58
وَ كَمْ اَهْلَكْنَا مِنْ قَرْیَةٍۭ بَطِرَتْ مَعِیْشَتَهَاۚ-فَتِلْكَ مَسٰكِنُهُمْ لَمْ تُسْكَنْ مِّنْۢ بَعْدِهِمْ اِلَّا قَلِیْلًاؕ-وَ كُنَّا نَحْنُ الْوٰرِثِیْنَ(۵۸)
En hoeveel steden hebben Wij niet vernietigd die trots waren op hun middelen van bestaan! En ginds waren hun woonplaatsen die tot op enkele na niet meer bewoond zijn geworden. En Wij zijn het Die de erfgenamen werden.

Hoe vele steden hebben wij verwoest, wier bewoners in gemak en overvloed leefden? en hunne woningen zijn na hen niet bewoond, uitgenomen voor een korten tijd, en wij waren de erfgenamen hunner welvaart.
28:59
وَ مَا كَانَ رَبُّكَ مُهْلِكَ الْقُرٰى حَتّٰى یَبْعَثَ فِیْۤ اُمِّهَا رَسُوْلًا یَّتْلُوْا عَلَیْهِمْ اٰیٰتِنَاۚ-وَ مَا كُنَّا مُهْلِكِی الْقُرٰۤى اِلَّا وَ اَهْلُهَا ظٰلِمُوْنَ(۵۹)
En uw Heer is niet zo, dat Hij steden vernietigt, voordat Hij in de hoofdstad een boodschapper heeft verwekt die hun Ons woord verkondigt; noch verwoesten Wij steden tenzij de bewoners er van onrechtvaardig zijn.

Maar uw Heer verwoestte deze steden niet, dan nadat hij een profeet naar de hoofdstad had gezonden, om hun onze teekenen te herinneren. Ook verwoestten wij die steden niet, dan nadat de inwoners hunnen profeet hadden mishandeld.
28:60
وَ مَاۤ اُوْتِیْتُمْ مِّنْ شَیْءٍ فَمَتَاعُ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا وَ زِیْنَتُهَاۚ-وَ مَا عِنْدَ اللّٰهِ خَیْرٌ وَّ اَبْقٰىؕ-اَفَلَا تَعْقِلُوْنَ۠(۶۰)
En wat u gegeven is dient slechts als middel van bestaan voor het tegenwoordige leven en ter versiering er van; en hetgeen bij Allah is, is beter en van langere duur. Wilt gij dit niet begrijpen?

De dingen, die u gegeven zijn, zijn de genietingen van het tegenwoordige leven en zijne pracht; maar datgene, wat met God is, is beter en duurzamer. Wilt gij dit niet begrijpen.
28:61
اَفَمَنْ وَّعَدْنٰهُ وَعْدًا حَسَنًا فَهُوَ لَاقِیْهِ كَمَنْ مَّتَّعْنٰهُ مَتَاعَ الْحَیٰوةِ الدُّنْیَا ثُمَّ هُوَ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ مِنَ الْمُحْضَرِیْنَ(۶۱)
Staat hij aan wie Wij een goede belofte hebben gedaan, die hij (vervuld) zal zien, gelijk met degenen, die Wij van de goederen dezer wereld hebben gegeven en zal hij dan op de Dag der Opstanding naar de hel worden gebracht?

Zal hij dus, aan wien wij eene uitnemende belofte van toekomstig geluk hebben gedaan, en die deze zal ontvangen, gelijk staan met hem, wien wij de genietingen van dit leven hebben geschonken, doch die, op den dag der opstanding, een van hen zal wezen, die aan de eeuwige straf zullen worden overgeleverd?
28:62
وَ یَوْمَ یُنَادِیْهِمْ فَیَقُوْلُ اَیْنَ شُرَكَآءِیَ الَّذِیْنَ كُنْتُمْ تَزْعُمُوْنَ(۶۲)
En op die Dag zal God hen roepen en zeggen: "Waar zijn Mijn deelgenoten die gij u beweerdet te zijn?"

Op dien dag zal God tot hen komen en zeggen: Waar zijn mijne deelgenooten die, naar uwe gedachten met mij zijn?
28:63
قَالَ الَّذِیْنَ حَقَّ عَلَیْهِمُ الْقَوْلُ رَبَّنَا هٰۤؤُلَآءِ الَّذِیْنَ اَغْوَیْنَاۚ-اَغْوَیْنٰهُمْ كَمَا غَوَیْنَاۚ-تَبَرَّاْنَاۤ اِلَیْكَ٘-مَا كَانُوْۤا اِیَّانَا یَعْبُدُوْنَ(۶۳)
Zij, tegen wie het Woord van kracht zal worden, zullen zeggen: "Onze Heer, dit zijn degenen die wij deden dwalen. Wij deden hen dwalen zoals wij dwaalden. Wij betuigen onze onschuld aan U. Wij waren het niet die zij aanbaden."

En zij, over wie het vonnis der verdoemenis rechtvaardig zal geveld zijn, zullen zeggen: Deze, o Heer, zijn het, welke wij hebben verleid; wij verleidden hen, zoo als wij werden verleid, maar nu verlaten wij hen geheel en wenden ons tot u. Zij aanbaden niet ons maar hunne eigene hartstochten.
28:64
وَ قِیْلَ ادْعُوْا شُرَكَآءَكُمْ فَدَعَوْهُمْ فَلَمْ یَسْتَجِیْبُوْا لَهُمْ وَ رَاَوُا الْعَذَابَۚ-لَوْ اَنَّهُمْ كَانُوْا یَهْتَدُوْنَ(۶۴)
En er zal worden gezegd: "Roept uw afgoden aan." En zij zullen hen aanroepen maar deze zullen hen niet horen. Terwijl zij de straf zullen zien. Hadden zij slechts de leiding gevolgd!

En tot de afgodendienaars zal gezegd worden: Roept hen thans aan, welke gij met God vereenigt; en zij zullen hen aanroepen; maar deze zullen hun niet antwoorden; en zij zullen de voor hen gereed gemaakte straf zien, zij zullen wenschen, dat zij zich hadden onderworpen om geleid te worden.
28:65
وَ یَوْمَ یُنَادِیْهِمْ فَیَقُوْلُ مَا ذَاۤ اَجَبْتُمُ الْمُرْسَلِیْنَ(۶۵)
En op die Dag zal Hij tot hen roepen en zeggen: "Welk antwoord gaaft gij (aan Onze) boodschappers?"

Op dien dag zal God tot hen komen en zeggen: Welk antwoord hebt gij aan onze gezanten gegeven?
28:66
فَعَمِیَتْ عَلَیْهِمُ الْاَنْۢبَآءُ یَوْمَىٕذٍ فَهُمْ لَا یَتَسَآءَلُوْنَ(۶۶)
Dan zullen alle uitvluchten op die Dag voor hen duister worden en zij zullen elkander niet kunnen vragen.

Maar zij zullen niet in staat zijn daarvan op dien dag rekenschap te geven. Ook zullen zij geen ander om verlichting vragen.
28:67
فَاَمَّا مَنْ تَابَ وَ اٰمَنَ وَ عَمِلَ صَالِحًا فَعَسٰۤى اَنْ یَّكُوْنَ مِنَ الْمُفْلِحِیْنَ(۶۷)
Maar hij, die berouw heeft, gelooft en goed doet, zal waarschijnlijk tot de geslaagden behoren.

Zij echter die berouw gevoelen, gelooven en doen zullen wat recht is, mogen verwachten gelukkig te zijn.
28:68
وَ رَبُّكَ یَخْلُقُ مَا یَشَآءُ وَ یَخْتَارُؕ-مَا كَانَ لَهُمُ الْخِیَرَةُؕ-سُبْحٰنَ اللّٰهِ وَ تَعٰلٰى عَمَّا یُشْرِكُوْنَ(۶۸)
Uw Heer schept en kiest wat Hij wil, zij (de afgoden) hebben geen keuze. Glorie zij Allah en verheven is Hij boven alles wat zij met Hem vereenzelvigen.

Uw Heer schept naar zijn welbehagen en kiest vrijelijk; maar zij (de valsche goden) hebben geene vrije keuze. Geloofd zij God, en verre zij hij verwijderd van de afgoden welke zij met hem vereenigen.
28:69
وَ رَبُّكَ یَعْلَمُ مَا تُكِنُّ صُدُوْرُهُمْ وَ مَا یُعْلِنُوْنَ(۶۹)
En uw Heer weet wat hun harten verbergen en wat zij openbaren.

Uw Heer kent zoowel de geheime boosaardigheid welke zij in hunne borst verbergen, als den openbaren haat dien zij ontdekken.
28:70
وَ هُوَ اللّٰهُ لَاۤ اِلٰهَ اِلَّا هُوَؕ-لَهُ الْحَمْدُ فِی الْاُوْلٰى وَ الْاٰخِرَةِ٘-وَ لَهُ الْحُكْمُ وَ اِلَیْهِ تُرْجَعُوْنَ(۷۰)
En Hij is Allah; er is geen God naast Hem. Aan Hem behoort alle roem in deze wereld en in het Hiernamaals. Van Hem is het gebod en tot Hem zult gij worden teruggebracht.

Hij is God; er is geen God buiten hem. Hem zij de lof, zoowel in dit leven als in het volgende. Hem behoort het oordeel, en voor hem zult gij op den jongsten dag worden verzameld.
28:71
قُلْ اَرَءَیْتُمْ اِنْ جَعَلَ اللّٰهُ عَلَیْكُمُ الَّیْلَ سَرْمَدًا اِلٰى یَوْمِ الْقِیٰمَةِ مَنْ اِلٰهٌ غَیْرُ اللّٰهِ یَاْتِیْكُمْ بِضِیَآءٍؕ-اَفَلَا تَسْمَعُوْنَ(۷۱)
Zeg: "Vertelt mij, als Allah de nacht over u doet voortduren tot de Dag der Opstanding, welke God is er naast Allah die u een licht kan brengen? Wilt gij dan niet luisteren?"

Zeg: denkt gij? Indien God u met eeuwigen nacht wilde bedekken tot op den dag der opstanding welke god, buiten God zou u dan licht brengen? Wilt gij dus niet luisteren.
28:72
قُلْ اَرَءَیْتُمْ اِنْ جَعَلَ اللّٰهُ عَلَیْكُمُ النَّهَارَ سَرْمَدًا اِلٰى یَوْمِ الْقِیٰمَةِ مَنْ اِلٰهٌ غَیْرُ اللّٰهِ یَاْتِیْكُمْ بِلَیْلٍ تَسْكُنُوْنَ فِیْهِؕ-اَفَلَا تُبْصِرُوْنَ(۷۲)
Zeg: "Vertelt mij, als Allah de dag voor u doet voortduren tot de Dag der Opstanding welke God is er dan naast Allah die u een nacht kan brengen waarin gij kunt rusten? Wilt gij dat niet inzien?"

Zeg: Wat denkt gij? Indien God u aanhoudend dag gaf, tot den dag der opstanding, welke god, buiten God, zou u dan nacht brengen, opdat gij daarin zoudt kunnen rusten? Wilt gij dus niet overwegen?
28:73
وَ مِنْ رَّحْمَتِهٖ جَعَلَ لَكُمُ الَّیْلَ وَ النَّهَارَ لِتَسْكُنُوْا فِیْهِ وَ لِتَبْتَغُوْا مِنْ فَضْلِهٖ وَ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُوْنَ(۷۳)
Het is door Zijn barmhartigheid dat Hij nacht en dag voor u heeft ingesteld opdat gij er in moogt rusten en naar Zijn overvloed moogt uitzien, en opdat gij dankbaar moogt zijn.

In zijne genade heeft hij den nacht voor u gemaakt, opdat gij daarin zoudt rusten, en den dag, opdat gij gedurende dezen zoudt trachten door uwen arbeid, voorraad voor u zelven van zijn overvloed te verkrijgen, en dat gij dankbaar zoudt zijn.
28:74
وَ یَوْمَ یُنَادِیْهِمْ فَیَقُوْلُ اَیْنَ شُرَكَآءِیَ الَّذِیْنَ كُنْتُمْ تَزْعُمُوْنَ(۷۴)
Gedenkt de dag waarop Hij hen zal oproepen en zeggen: "Waar zijn Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?"

Op een zekeren dag zal God hen oproepen en zal zeggen: Waar zijn mijne deelgenooten, van welke gij u verbeeldt, dat zij de goddelijke macht met mij deelen?
28:75
وَ نَزَعْنَا مِنْ كُلِّ اُمَّةٍ شَهِیْدًا فَقُلْنَا هَاتُوْا بُرْهَانَكُمْ فَعَلِمُوْۤا اَنَّ الْحَقَّ لِلّٰهِ وَ ضَلَّ عَنْهُمْ مَّا كَانُوْا یَفْتَرُوْنَ۠(۷۵)
En Wij zullen uit elk volk een getuige nemen en Wij zullen zeggen: "Brengt uw bewijs." Dan zullen zij weten dat de Waarheid aan Allah behoort. En hetgeen zij plachten te verzinnen zal mislukken.

En wij zullen een getuige uit ieder volk nemen en zeggen: Brengt hier uw bewijs voor hetgeen gij hebt gezegd. En zij zullen weten, dat de waarheid bij God alleen is; en de godheden welke zij uitgedacht hebben, zullen hen verlaten.
28:76
اِنَّ قَارُوْنَ كَانَ مِنْ قَوْمِ مُوْسٰى فَبَغٰى عَلَیْهِمْ۪-وَ اٰتَیْنٰهُ مِنَ الْكُنُوْزِ مَاۤ اِنَّ مَفَاتِحَهٗ لَتَنُوْٓاُ بِالْعُصْبَةِ اُولِی الْقُوَّةِۗ-اِذْ قَالَ لَهٗ قَوْمُهٗ لَا تَفْرَحْ اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ الْفَرِحِیْنَ(۷۶)
Korach behoorde voorwaar tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg zich aanmatigend tegenover hen. En Wij hadden hem zoveel schatten gegeven dat zijn sleutels zeker een last waren geweest voor een groep sterke mannen. Toen zijn volk tot hem zeide: "Poch niet, want Allah houdt niet van degenen die pochen.

Karoen behoorde tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg zich onbeschaamd omtrent zijne stamgenooten, want wij hadden hem zoo veel schats gegeven, dat het dragen zijner sleutels onderscheidene sterke mannen vorderde. Toen zijn volk tot hem zeide: Praal niet buitensporig; want God bemint dengene niet, die overmatig op hunne rijkdommen bogen.
28:77
وَ ابْتَغِ فِیْمَاۤ اٰتٰىكَ اللّٰهُ الدَّارَ الْاٰخِرَةَ وَ لَا تَنْسَ نَصِیْبَكَ مِنَ الدُّنْیَا وَ اَحْسِنْ كَمَاۤ اَحْسَنَ اللّٰهُ اِلَیْكَ وَ لَا تَبْغِ الْفَسَادَ فِی الْاَرْضِؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ الْمُفْسِدِیْنَ(۷۷)
Maar zoek door hetgeen Allah u heeft gegeven het tehuis van het Hiernamaals; en vergeet uw deel aan de wereld niet, en doe goed (aan anderen) zoals Allah u goed gedaan heeft; en schep geen wanorde op aarde, want Allah heeft hen, die onheil stichten, niet lief."

Maar tracht door de welvaart, welke God u gegeven heeft, de toekomstige verblijfplaats van het paradijs te verkrijgen. Vergeet uw aandeel niet in deze wereld, maar wees goed omtrent anderen zoo als God goed omtrent u was, en tracht niet snood op aarde te handelen; want God bemint de snoodaards niet.
28:78
قَالَ اِنَّمَاۤ اُوْتِیْتُهٗ عَلٰى عِلْمٍ عِنْدِیْؕ-اَوَ لَمْ یَعْلَمْ اَنَّ اللّٰهَ قَدْ اَهْلَكَ مِنْ قَبْلِهٖ مِنَ الْقُرُوْنِ مَنْ هُوَ اَشَدُّ مِنْهُ قُوَّةً وَّ اَكْثَرُ جَمْعًاؕ-وَ لَا یُسْــٴَـلُ عَنْ ذُنُوْبِهِمُ الْمُجْرِمُوْنَ(۷۸)
Hij antuoordde: "Mij werd het alleen door mijn kennis gegeven." Wist hij niet dat Allah v??r hem vele geslachten had vernietigd die machtiger waren dan hij en groter in aantal? En de schuldigen worden niet gevraagd omtrent hun zonden.

Hij antwoordde: Ik heb deze rijkdommen slechts ontvangen, om de kennis, die met mij is. Wist hij niet, dat God vóór hem reeds onderscheiden geslachten had vernietigd, die machtiger dan hij in sterkte waren en grooteren overvloed van rijkdommen hadden verzameld? En den zondaren zal niet gevraagd worden, hunne misdaden te ontdekken.
28:79
فَخَرَ جَ عَلٰى قَوْمِهٖ فِیْ زِیْنَتِهٖؕ-قَالَ الَّذِیْنَ یُرِیْدُوْنَ الْحَیٰوةَ الدُّنْیَا یٰلَیْتَ لَنَا مِثْلَ مَاۤ اُوْتِیَ قَارُوْنُۙ-اِنَّهٗ لَذُوْ حَظٍّ عَظِیْمٍ(۷۹)
Hij bleef verschijnen voor zijn volk met pracht en praal. Zij, die het leven dezer wereld wensten, zeiden: "O, ware ons hetzelfde gegeven als Korach. Waarlijk, hij is bezitter van een groot fortuin."

En Karoen ging met zijne pracht onder zijn volk voort. En zij die het tegenwoordig leven beminden, zeiden: O! hadden wij denzelfden rijkdom, als die aan Karoen werd gegeven. Waarlijk, hij is meester van groote schatten.
28:80
وَ قَالَ الَّذِیْنَ اُوْتُوا الْعِلْمَ وَیْلَكُمْ ثَوَابُ اللّٰهِ خَیْرٌ لِّمَنْ اٰمَنَ وَ عَمِلَ صَالِحًاۚ-وَ لَا یُلَقّٰىهَاۤ اِلَّا الصّٰبِرُوْنَ(۸۰)
Maar zij, aan wie kennis was gegeven, zeiden: "Wee u, de beloning van Allah is beter voor degenen die geloven en goede werken doen; en het zal niemand worden geschonken behalve hun die geduldig zijn."

Maar zij, aan welke verstand werd geschonken, antwoordden: Ongelukkigen die gij zijt! de belooning van God in het volgende leven zal beter wezen voor hem, die gelooven en goede werken doen zal; maar niemand zal die erlangen dan zij, die met vastberadenheid volharden.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْقَصَص
اَلْقَصَص
  00:00



Download

اَلْقَصَص
اَلْقَصَص
  00:00



Download