READ
Surah Al-Mu'minun
اَلْمُؤْمِنُوْن
118 Ayaat مکیۃ
23:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God.
Gelukkig zijn de ware geloovigen.
Die zich verootmoedigen in hun gebed.
Die alle ijdele gesprekken vermijden.
En die aalmoezen geven;
Die hunne vleeschelijke lusten weten te beheerschen.
اِلَّا عَلٰۤى اَزْوَاجِهِمْ اَوْ مَا مَلَكَتْ اَیْمَانُهُمْ فَاِنَّهُمْ غَیْرُ مَلُوْمِیْنَۚ(۶)
Behalve met hun vrouwen of hetgeen hun rechterhand bezit, want dan treft hen geen verwijt.
En die hunne genietingen bepalen tot hunne vrouwen, of de slaven welke door hunne rechterhand worden bezeten; want dan zullen zij zonder blaam zijn.
فَمَنِ ابْتَغٰى وَرَآءَ ذٰلِكَ فَاُولٰٓىٕكَ هُمُ الْعٰدُوْنَۚ(۷)
Doch degenen die deze perken te buiten gaan, zullen overtreders zijn.
Maar zij die gemeenschap met andere vrouwen hebben, deze zijn waarlijk zondaren.
وَ الَّذِیْنَ هُمْ لِاَمٰنٰتِهِمْ وَ عَهْدِهِمْ رٰعُوْنَۙ(۸)
Zij die zorgzaam zijn voor het hun toevertrouwde en voor hun overeenkomsten.
En zij die rechtschapen het hun toevertrouwde bewaren en hun verbond rechtvaardig uitvoeren.
En die den tijd, voor het gebed bepaald, in acht nemen.
الَّذِیْنَ یَرِثُوْنَ الْفِرْدَوْسَؕ-هُمْ فِیْهَا خٰلِدُوْنَ(۱۱)
Die het paradijs zullen erven. Zij zullen daarin vertoeven.
Die het paradijs zullen erven: eeuwig zullen zij daarin verblijven.
وَ لَقَدْ خَلَقْنَا الْاِنْسَانَ مِنْ سُلٰلَةٍ مِّنْ طِیْنٍۚ(۱۲)
Voorwaar, Wij scheppen de mens uit een uittreksel van klei;
Wij schiepen den mensch van eene fijne soort klei.
ثُمَّ جَعَلْنٰهُ نُطْفَةً فِیْ قَرَارٍ مَّكِیْنٍ۪(۱۳)
Dan plaatsen Wij hem als een kleine levenskiem in een veilige plaats.
Daarna plaatsten wij hem als zaad in eene veilige bewaarplaats.
ثُمَّ خَلَقْنَا النُّطْفَةَ عَلَقَةً فَخَلَقْنَا الْعَلَقَةَ مُضْغَةً فَخَلَقْنَا الْمُضْغَةَ عِظٰمًا فَكَسَوْنَا الْعِظٰمَ لَحْمًاۗ-ثُمَّ اَنْشَاْنٰهُ خَلْقًا اٰخَرَؕ-فَتَبٰرَكَ اللّٰهُ اَحْسَنُ الْخٰلِقِیْنَؕ(۱۴)
Vervolgens vormen Wij de levenskiem tot een klonter bloed; daarna vormen Wij het geronnen bloed tot een (vormeloze) klomp; dan vormen Wij beenderen uit deze (vormeloze) klomp; daarna bekleden Wij deze beenderen met vlees; vervolgens ontwikkelen Wij het tot een nieuwe schepping. Gezegend zij Allah, de Beste Schepper.
Daarna vormden wij het zaad tot gestold bloed, en wij maakten het gestolde bloed tot een stuk vleesch; vervolgens vormden wij het stuk vleesch tot beenderen; wij bekleedden deze beenderen met vleesch, en brachten het daarna als eene nieuwe schepping voort. Geloofd zij dus God, de uitmuntendste schepper.
Hierna zult gij sterven.
ثُمَّ اِنَّكُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ تُبْعَثُوْنَ(۱۶)
En op de Dag der Verrijzenis zult gij worden opgewekt.
En daarna zult gij, op den dag der opstanding, in het leven teruggeroepen worden.
وَ لَقَدْ خَلَقْنَا فَوْقَكُمْ سَبْعَ طَرَآىٕقَ ﳓ وَ مَا كُنَّا عَنِ الْخَلْقِ غٰفِلِیْنَ(۱۷)
En boven u hebben Wij zeven wegen gemaakt, en nimmer veronachtzamen Wij de schepping.
Wij hebben zeven hemelen boven u geschapen, en wij zijn niet achteloos omtrent hetgeen wij schiepen.
وَ اَنْزَلْنَا مِنَ السَّمَآءِ مَآءًۢ بِقَدَرٍ فَاَسْكَنّٰهُ فِی الْاَرْضِ ﳓ وَ اِنَّا عَلٰى ذَهَابٍۭ بِهٖ لَقٰدِرُوْنَۚ(۱۸)
Wij zenden water uit de hemel neer in bepaalde hoeveelheid en Wij doen deze in de aarde blijven en voorzeker zijn Wij ook in staat die weer weg te nemen.
Wij zenden den regen in zekere hoeveelheid van den hemel neder, en wij doen dien op de aarde blijven; wij zijn zekerlijk ook in staat u daarvan te berooven.
فَاَنْشَاْنَا لَكُمْ بِهٖ جَنّٰتٍ مِّنْ نَّخِیْلٍ وَّ اَعْنَابٍۘ-لَكُمْ فِیْهَا فَوَاكِهُ كَثِیْرَةٌ وَّ مِنْهَا تَاْكُلُوْنَۙ(۱۹)
En Wij brengen daarmede tuinen van dadelpalmen en wijnstokken voor u voort, waarvan gij overvloedig fruit hebt; en gij eet daarvan.
En wij doen door dezen regen tuinen van palmboomen en wijngaarden voor u ontspruiten, waarin gij vele vruchten bezit en waarvan gij eet.
وَ شَجَرَةً تَخْرُ جُ مِنْ طُوْرِ سَیْنَآءَ تَنْۢبُتُ بِالدُّهْنِ وَ صِبْغٍ لِّلْاٰكِلِیْنَ(۲۰)
En Wij brengen een boom voort die groeit uit de berg Sina?: deze brengt olie en een saus voort voor hen die het willen nuttigen.
En wij deden voor u ook den boom oprijzen, die op den berg Sinaï ontsproot; die olie voorbrengt en een sap dat goed is voor hen die het eten.
وَ اِنَّ لَكُمْ فِی الْاَنْعَامِ لَعِبْرَةًؕ-نُسْقِیْكُمْ مِّمَّا فِیْ بُطُوْنِهَا وَ لَكُمْ فِیْهَا مَنَافِعُ كَثِیْرَةٌ وَّ مِنْهَا تَاْكُلُوْنَۙ(۲۱)
En in het vee is eveneens een les voor u. Wij geven u te drinken van de melk die in hun buik is en gij trekt er talrijke voordelen van en eveneens eet gij er van.
Gij bezit eveneens eene onderrichting in het vee; wij geven u te drinken van de melk die zich in hunnen buik bevindt, gij trekt daaruit vele voordeelen en gij eet er van.
وَ عَلَیْهَا وَ عَلَى الْفُلْكِ تُحْمَلُوْنَ۠(۲۲)
Daarop zowel als op schepen wordt gij gedragen.
En op hen en op schepen wordt gij vervoerd.
وَ لَقَدْ اَرْسَلْنَا نُوْحًا اِلٰى قَوْمِهٖ فَقَالَ یٰقَوْمِ اعْبُدُوا اللّٰهَ مَا لَكُمْ مِّنْ اِلٰهٍ غَیْرُهٗؕ-اَفَلَا تَتَّقُوْنَ(۲۳)
En Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij zeide: "O mijn volk, dien Allah. Gij hebt geen andere God buiten Hem. Wilt gij dan niet vrezen?"
Wij zonden Noach vroeger tot zijn volk en hij zeide: O mijn volk! dient God: gij hebt geen God buiten hem; vreest gij dus niet voor de gevolgen, indien gij andere goden aanbidt?
فَقَالَ الْمَلَؤُا الَّذِیْنَ كَفَرُوْا مِنْ قَوْمِهٖ مَا هٰذَاۤ اِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُكُمْۙ-یُرِیْدُ اَنْ یَّتَفَضَّلَ عَلَیْكُمْؕ-وَ لَوْ شَآءَ اللّٰهُ لَاَنْزَلَ مَلٰٓىٕكَةً ۚۖ-مَّا سَمِعْنَا بِهٰذَا فِیْۤ اٰبَآىٕنَا الْاَوَّلِیْنَۚ(۲۴)
En de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren, zeiden: "Hij is slechts een mens zoals gij, hij zou zich boven u willen verheffen. En indien het Allah had behaagd, had Hij voorzeker engelen nedergezonden. Wij hebben nooit van zulk (een boodschapper) onder onze voorvaderen gehoord.
En de opperhoofden van zijn volk dat niet geloofde, zeiden: Deze is slechts een mensch gelijk gij zijt; hij tracht alleen zich eene oppermacht over u aan te matigen. Indien het Gode had behaagd, u een profeet te zenden, zou hij zekerlijk engelen hebben gezonden; wij hebben dit niet van onze voorouders gehoord.
اِنْ هُوَ اِلَّا رَجُلٌۢ بِهٖ جِنَّةٌ فَتَرَبَّصُوْا بِهٖ حَتّٰى حِیْنٍ(۲۵)
Hij is slechts een bezetene; wacht daarom een korte wijle, (ongetwijfeld zal hem iets overkomen)."
Waarlijk, hij is slechts een man, die door den duivel is bezeten; wacht dus gedurende eenigen tijd nopens hem.
قَالَ رَبِّ انْصُرْنِیْ بِمَا كَذَّبُوْنِ(۲۶)
Noach zeide: "O mijn Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend."
Noach zeide: O Heer! help mij; zij beschuldigen mij van logen.
فَاَوْحَیْنَاۤ اِلَیْهِ اَنِ اصْنَعِ الْفُلْكَ بِاَعْیُنِنَا وَ وَحْیِنَا فَاِذَا جَآءَ اَمْرُنَا وَ فَارَ التَّنُّوْرُۙ-فَاسْلُكْ فِیْهَا مِنْ كُلٍّ زَوْجَیْنِ اثْنَیْنِ وَ اَهْلَكَ اِلَّا مَنْ سَبَقَ عَلَیْهِ الْقَوْلُ مِنْهُمْۚ-وَ لَا تُخَاطِبْنِیْ فِی الَّذِیْنَ ظَلَمُوْاۚ-اِنَّهُمْ مُّغْرَقُوْنَ(۲۷)
Toen openbaarden Wij hem: "Bouw de Ark onder Onze ogen en in overeenstemming met Onze openbaring. En wanneer Ons bevel komt en de oppervlakte der aarde overstroomt, neem dan aan boord twee (exemplaren) van wat nodig is en uw gezin, behalve degenen tegen wie het woord reeds is uitgevaardigd. En spreek Mij niet over de onrechtvaardigen, want zij zullen worden verdronken.
En wij openbaarden hem onze bevelen: zeggende: Maak de ark voor ons gezicht en overeenkomstig onze openbaring. En als ons besluit tot uitvoering zal komen en de oven water koken en uitwerpen zal. Breng er dan van elke diersoort een paar in, en ook uw gezin; behalve degene over wien een vonnis van vernietiging werd uitgesproken, en spreek niet tot mij ten behoeve van hen die onrechtvaardig waren; want zij zullen verdronken worden.
فَاِذَا اسْتَوَیْتَ اَنْتَ وَ مَنْ مَّعَكَ عَلَى الْفُلْكِ فَقُلِ الْحَمْدُ لِلّٰهِ الَّذِیْ نَجّٰىنَا مِنَ الْقَوْمِ الظّٰلِمِیْنَ(۲۸)
"En wanneer gij de Ark zult hebben betrokken - gij en degenen die met u zijn zeg dan: "Alle lof behoort aan Allah, Die ons van een boosaardig volk heeft gered."
En wanneer gij en zij die met ons zullen wezen, tot de ark zullen ingaan, zeg dan: Geloofd zij God, die ons van de goddeloozen heeft verlost!
وَ قُلْ رَّبِّ اَنْزِلْنِیْ مُنْزَلًا مُّبٰرَكًا وَّ اَنْتَ خَیْرُ الْمُنْزِلِیْنَ(۲۹)
En zeg: "Mijn Heer, verleen mij een gezegende landing, want Gij zijt de Beste Landingshulp."
En zeg: O Heer! doe mij uit deze ark op eene door u gezegende plaats komen; want gij zijt het best in staat, mij ongedeerd daaruit te brengen.
اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ وَّ اِنْ كُنَّا لَمُبْتَلِیْنَ(۳۰)
Voorwaar, hierin zijn tekenen, en waarlijk Wij stellen (de mensen) op de proef.
Waarlijk, hierin lagen teekens onzer almacht, en wij beproefden de menschen daardoor.
ثُمَّ اَنْشَاْنَا مِنْۢ بَعْدِهِمْ قَرْنًا اٰخَرِیْنَۚ(۳۱)
Toen verwekten Wij een ander geslacht na hen.
Daarop deden wij een ander geslacht na hen opstaan.
فَاَرْسَلْنَا فِیْهِمْ رَسُوْلًا مِّنْهُمْ اَنِ اعْبُدُوا اللّٰهَ مَا لَكُمْ مِّنْ اِلٰهٍ غَیْرُهٗؕ-اَفَلَا تَتَّقُوْنَ۠(۳۲)
En Wij zonden onder hen een boodschapper uit hun midden, die zeide: "Dient Allah, gij hebt geen andere God dan Hem. Wilt gij dan niet vrezen?"
En wij zonden hun een apostel uit hen, die zeide: Aanbidt God; gij hebt geen God buiten hem: zoudt gij dus zijne wraak niet vreezen?
وَ قَالَ الْمَلَاُ مِنْ قَوْمِهِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ كَذَّبُوْا بِلِقَآءِ الْاٰخِرَةِ وَ اَتْرَفْنٰهُمْ فِی الْحَیٰوةِ الدُّنْیَاۙ-مَا هٰذَاۤ اِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُكُمْۙ-یَاْكُلُ مِمَّا تَاْكُلُوْنَ مِنْهُ وَ یَشْرَبُ مِمَّا تَشْرَبُوْنَﭪ (۳۳)
En de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren en die de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden en wie Wij in dit leven overvloed (van het goede der aarde) hadden gegeven, zeiden: "Dit is slechts een mens, zoals gij. Hij eet van hetgeengij eet en drinkt van hetgeen gij drinkt.
En de opperhoofden van zijn volk, dat niet geloofde, dat de ontmoeting des volgenden levens loochende, en aan hetwelk wij overvloed in dit leven schonken, zeiden: Dit is slechts een mensch zooals gij zijt: hij eet van hetgeen gij eet. En hij drinkt van hetgeen gij drinkt.
وَ لَىٕنْ اَطَعْتُمْ بَشَرًا مِّثْلَكُمْ اِنَّكُمْ اِذًا لَّخٰسِرُوْنَۙ(۳۴)
En indien gij een man gelijk aan uzelf gehoorzaamt dan zijt gij zeker verloren.
En indien gij een mensch gehoorzaamt, die met u gelijk staat, waarlijk, dan zijt gij verloren.
اَیَعِدُكُمْ اَنَّكُمْ اِذَا مِتُّمْ وَ كُنْتُمْ تُرَابًا وَّ عِظَامًا اَنَّكُمْ مُّخْرَجُوْنَﭪ(۳۵)
Belooft hij u dat wanneer gij dood zijt en stof en beenderen zijt geworden, gij weder zult worden opgewekt?
Dreigt hij u dat gij, nadat gij dood zijt, en tot stof en beenderen zijt geworden, levend uit uwe graven zult worden voortgebracht?
Weg, weg met hetgeen waardoor gij wordt bedreigd!
اِنْ هِیَ اِلَّا حَیَاتُنَا الدُّنْیَا نَمُوْتُ وَ نَحْیَا وَ مَا نَحْنُ بِمَبْعُوْثِیْنَﭪ(۳۷)
Er is geen ander leven buiten ons tegenwoordige leven; wij leven en sterven en zullen niet worden opgewekt.
Er is geen ander leven buiten ons tegenwoordig leven; wij sterven en wij leven, en wij zullen niet weder worden opgewekt.
اِنْ هُوَ اِلَّا رَجُلُ-ﰳافْتَرٰى عَلَى اللّٰهِ كَذِبًا وَّ مَا نَحْنُ لَهٗ بِمُؤْمِنِیْنَ(۳۸)
Hij is niet anders dan een mens die een leugen heeft verzonnen over Allah; wij zullen in hem stellig niet geloven."
Hij is slechts een mensch, die eene leugen tegen God uitdenkt: doch wij zullen hem niet gelooven.
قَالَ رَبِّ انْصُرْنِیْ بِمَا كَذَّبُوْنِ(۳۹)
Hij zeide: "Mijn Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend."
Hun profeet zeide: O Heer! verdedig mij, nu zij mij van bedrog beschuldigen.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan