READ

Surah Al-Mu'minun

اَلْمُؤْمِنُوْن
118 Ayaat    مکیۃ


23:41
فَاَخَذَتْهُمُ الصَّیْحَةُ بِالْحَقِّ فَجَعَلْنٰهُمْ غُثَآءًۚ-فَبُعْدًا لِّلْقَوْمِ الظّٰلِمِیْنَ(۴۱)
Terecht greep hen daarom de rukwind en Wij maakten hen als wrakhout. Vervloekt zij het onrechtvaardige volk.

Daarom werd hun, rechtvaardig, eene gestrenge straf opgelegd, en wij deden hen gelijken op het bezinksel, dat door den stroom wordt medegevoerd. Weg dus met de goddeloozen!
23:42
ثُمَّ اَنْشَاْنَا مِنْۢ بَعْدِهِمْ قُرُوْنًا اٰخَرِیْنَؕ(۴۲)
Toen verwekten Wij na hen andere geslachten.

Daarna deden wij andere geslachten na hen opstaan.
23:43
مَا تَسْبِقُ مِنْ اُمَّةٍ اَجَلَهَا وَ مَا یَسْتَاْخِرُوْنَؕ(۴۳)
Geen volk kan zijn vastgestelde tijd overschrijden, evenmin kunnen zij die uitstellen.

Geen volk zal voor zijn bepaalden tijd gestraft worden; ook zal die niet worden uitgesteld.
23:44
ثُمَّ اَرْسَلْنَا رُسُلَنَا تَتْرَاؕ-كُلَّمَا جَآءَ اُمَّةً رَّسُوْلُهَا كَذَّبُوْهُ فَاَتْبَعْنَا بَعْضَهُمْ بَعْضًا وَّ جَعَلْنٰهُمْ اَحَادِیْثَۚ-فَبُعْدًا لِّقَوْمٍ لَّا یُؤْمِنُوْنَ(۴۴)
Dan zonden Wij Onze boodschappers de een na de ander. Telkens wanneer een Boodschapper tot een volk kwam, verloochenden zij hem. Dus deden Wij hen elkander opvolgen en maakten hen tot legenden. Vervloekt zij het volk dat niet wil geloven.

Daarna zonden wij onze profeten, den een na den ander. Zoo dikwijls onze profeet tot een volk kwam, beschuldigden zij hem van bedrog, en wij deden hen achtereenvolgens elkander in de verdelging opvolgen, en maakten hen slechts tot onderwerpen der overlevering. Weg dus met de ongeloovige volkeren!
23:45
ثُمَّ اَرْسَلْنَا مُوْسٰى وَ اَخَاهُ هٰرُوْنَ ﳔ بِاٰیٰتِنَا وَ سُلْطٰنٍ مُّبِیْنٍۙ(۴۵)
Dan zonden Wij Mozes en zijn broeder A?ron met Onze tekenen en een duidelijk gezag

Later zonden wij Mozes en Aäron, zijn broeder, met onze teekens en duidelijke macht.
23:46
اِلٰى فِرْعَوْنَ وَ مَلَاۡىٕهٖ فَاسْتَكْبَرُوْا وَ كَانُوْا قَوْمًا عَالِیْنَۚ(۴۶)
Tot Pharao en zijn opperhoofden; zij toonden hoogmoed en waren een aanmatigend volk.

Tot Pharao en zijne vorsten; maar zij weigerden trotsch in hem te gelooven; want het was een hoovaardig volk.
23:47
فَقَالُوْۤا اَنُؤْمِنُ لِبَشَرَیْنِ مِثْلِنَا وَ قَوْمُهُمَا لَنَا عٰبِدُوْنَۚ(۴۷)
En zij zeiden: "Moeten wij geloven in twee mannen aan ons gelijk terwigl hun volk onze slaaf is?"

En zij zeiden: Zullen wij gelooven aan twee mannen, die ons gelijk zijn en wier volk onze slaven zijn?
23:48
فَكَذَّبُوْهُمَا فَكَانُوْا مِنَ الْمُهْلَكِیْنَ(۴۸)
Derhalve verloochenden zij hen en zij behoorden tot degenen die vernietigd werden.

En zij beschuldigden hen van bedrog; daarom behoorden zij tot hen die verdelgd werden.
23:49
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا مُوْسَى الْكِتٰبَ لَعَلَّهُمْ یَهْتَدُوْنَ(۴۹)
En wij schonken Mozes het Boek opdat zij (de kinderen Isra?ls) leiding mochten volge.

Wij gaven vroeger het boek der wet aan Mozes, opdat de kinderen Israëls daardoor geleid zouden worden.
23:50
وَ جَعَلْنَا ابْنَ مَرْیَمَ وَ اُمَّهٗۤ اٰیَةً وَّ اٰوَیْنٰهُمَاۤ اِلٰى رَبْوَةٍ ذَاتِ قَرَارٍ وَّ مَعِیْنٍ۠(۵۰)
En Wij bestemden de zoon van Maria en zijn moeder tot een teken en schonken hun toevlucht op een hoog plateau met groene weiden en bronnen.

En wij bestemden den zoon van Maria en zijne moeder tot een teeken, en wij bereidden een verblijf voor hen, op een verheven gedeelte der aarde, zijnde een plaats van vrede en zekerheid, en door stroomende bronnen bevochtigd.
23:51
یٰۤاَیُّهَا الرُّسُلُ كُلُوْا مِنَ الطَّیِّبٰتِ وَ اعْمَلُوْا صَالِحًاؕ-اِنِّیْ بِمَا تَعْمَلُوْنَ عَلِیْمٌؕ(۵۱)
O gij boodschappers, eet van hetgeen rein is en verricht goede werken. Voorwaar Ik weet goed wat gij doet.

O profeten! eet van de dingen die goed zijn; want ik weet wel wat gij doet.
23:52
وَ اِنَّ هٰذِهٖۤ اُمَّتُكُمْ اُمَّةً وَّاحِدَةً وَّ اَنَا رَبُّكُمْ فَاتَّقُوْنِ(۵۲)
En weet dat uw gemeenschap ??n gemeenschap is en dat Ik uw Heer ben. Neemt Mij derhalve tot uw Beschermer.

Deze uw godsdienst is een godsdienst, en ik ben uw Heer; vreest mij dus.
23:53
فَتَقَطَّعُوْۤا اَمْرَهُمْ بَیْنَهُمْ زُبُرًاؕ-كُلُّ حِزْبٍۭ بِمَا لَدَیْهِمْ فَرِحُوْنَ(۵۳)
Maar zij hebben hun godsdienst onder elkander verdeeld, elke partij verheugt zich over hetgeen zij bezit.

Maar de menschen hebben den godsdienst in verschillende secten verdeeld; ieder gedeelte verheugt zich in hetgeen zij volgen.
23:54
فَذَرْهُمْ فِیْ غَمْرَتِهِمْ حَتّٰى حِیْنٍ(۵۴)
Laat hen daarom voor een tijd aan hun onwetendheid over.

Laat hen dus in hunne verwarring tot een zekeren tijd.
23:55
اَیَحْسَبُوْنَ اَنَّمَا نُمِدُّهُمْ بِهٖ مِنْ مَّالٍ وَّ بَنِیْنَۙ(۵۵)
Denken zij dat vanwege de rijkdom en de zonen waarmee Wij hen helpen,

Denken zij dat wij hun een lang leven zullen schenken, en hun bezittingen en kinderen tot hun heil geven.
23:56
نُسَارِعُ لَهُمْ فِی الْخَیْرٰتِؕ-بَلْ لَّا یَشْعُرُوْنَ(۵۶)
Wij Ons haasten hun goed te doen? Neen, zij begrijpen het niet.

Dat wij ons zullen haasten, hun allerlei bezittingen te schenken.
23:57
اِنَّ الَّذِیْنَ هُمْ مِّنْ خَشْیَةِ رَبِّهِمْ مُّشْفِقُوْنَۙ(۵۷)
Voorwaar, degenen die sidderen van ontzag voor hun Heer,

Waarlijk, zij die in ontzag zijn uit vrees voor hunnen Heer.
23:58
وَ الَّذِیْنَ هُمْ بِاٰیٰتِ رَبِّهِمْ یُؤْمِنُوْنَۙ(۵۸)
En degenen die geloven in de tekenen van hun Heer,

En die gelooven in de teekens van hunnen Heer.
23:59
وَ الَّذِیْنَ هُمْ بِرَبِّهِمْ لَا یُشْرِكُوْنَۙ(۵۹)
En degenen die hun Heer geen deelgenoten toeschrijven,

En die geene makkers aan hunnen Heer toeschrijven.
23:60
وَ الَّذِیْنَ یُؤْتُوْنَ مَاۤ اٰتَوْا وَّ قُلُوْبُهُمْ وَجِلَةٌ اَنَّهُمْ اِلٰى رَبِّهِمْ رٰجِعُوْنَۙ(۶۰)
En degenen die weggeven hetgeen zij (kunnen) geven terwijl hun hart is vervuld van vrees. omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren,

Die aalmoezen geven, en wier harten van vrees zijn doordrongen, omdat zij eens tot hunnen Heer moeten terugkeeren.
23:61
اُولٰٓىٕكَ یُسٰرِعُوْنَ فِی الْخَیْرٰتِ وَ هُمْ لَهَا سٰبِقُوْنَ(۶۱)
Dezen zijn het die zich haasten en wedijveren in het doen van goede werken.

Deze spoeden zich naar het goede en zijn de eersten om het te ontvangen.
23:62
وَ لَا نُكَلِّفُ نَفْسًا اِلَّا وُسْعَهَا وَ لَدَیْنَا كِتٰبٌ یَّنْطِقُ بِالْحَقِّ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۶۲)
Wij belasten geen ziel boven haar vermogen. Bij Ons is een boek, dat de waarheid spreekt en hun zal geen onrecht worden aangedaan.

Wij willen geene ziel eenige moeielijkheid opleggen, behalve datgene waartoe zij in staat is. Bij ons is een boek dat de waarheid spreekt, en zij zullen niet onrechtvaardig worden behandeld.
23:63
بَلْ قُلُوْبُهُمْ فِیْ غَمْرَةٍ مِّنْ هٰذَا وَ لَهُمْ اَعْمَالٌ مِّنْ دُوْنِ ذٰلِكَ هُمْ لَهَا عٰمِلُوْنَ(۶۳)
Maar hun hart is onverschillig jegens dit Boek, en buitendien hebben zij bezigheden waarmee zij voortgaan;

Maar hunne harten zijn verzonken in achteloosheid nopens dezen godsdienst, en zij hebben werken, die verschillen van de door ons vermelde; maar zij gaan voort die uit te voeren.
23:64
حَتّٰۤى اِذَاۤ اَخَذْنَا مُتْرَفِیْهِمْ بِالْعَذَابِ اِذَا هُمْ یَجْــٴَـرُوْنَؕ(۶۴)
Totdat, wanneer Wij degenen hunner die in weelde leven met straf grijpen, ziet, dan jammeren zij allen om hulp.

Tot wij diegenen hunner, welke zich in groote bezittingen verheugen, met eene gestrenge straf kastijden; onthoudt het, daar zij dan luid om hulp zullen roepen.
23:65
لَا تَجْــٴَـرُوا الْیَوْمَ۫-اِنَّكُمْ مِّنَّا لَا تُنْصَرُوْنَ(۶۵)
Klaag niet op deze Dag, want gij zult door Ons niet worden geholpen.

Maar er zal worden geantwoord: Roept heden niet om hulp; want gij zult door ons niet ondersteund worden.
23:66
قَدْ كَانَتْ اٰیٰتِیْ تُتْلٰى عَلَیْكُمْ فَكُنْتُمْ عَلٰۤى اَعْقَابِكُمْ تَنْكِصُوْنَۙ(۶۶)
Mijn woorden werden u verkondigd, doch gij placht u af te keren.

Mijne teekens werden u voorgelezen; maar gij hebt u afgewend.
23:67
مُسْتَكْبِرِیْنَ ﳓ بِهٖ سٰمِرًا تَهْجُرُوْنَ(۶۷)
Hovaardig, in dwaasheid er over pratende.

U trotschelijk verheffende, omdat gij den heiligen tempel bezit; des nachts samenspraken houdende en dwaas sprekende.
23:68
اَفَلَمْ یَدَّبَّرُوا الْقَوْلَ اَمْ جَآءَهُمْ مَّا لَمْ یَاْتِ اٰبَآءَهُمُ الْاَوَّلِیْنَ٘(۶۸)
Hebben zij dan niet over het Woord nagedacht, of is er iets tot hen gekomen dat niet tot hun voorvaderen kwam?

Beschouwen zij dus niet aandachtig wat tot hen is gesproken, terwijl eene openbaring tot hen is gekomen, die niet tot hunne voorvaderen kwam?
23:69
اَمْ لَمْ یَعْرِفُوْا رَسُوْلَهُمْ فَهُمْ لَهٗ مُنْكِرُوْنَ٘(۶۹)
Of hebben zij hun boodschapper niet erkend dat zij hem niet aanvaarden?

Of kennen zij hunnen apostel niet en verwerpen zij hem daarom.
23:70
اَمْ یَقُوْلُوْنَ بِهٖ جِنَّةٌؕ-بَلْ جَآءَهُمْ بِالْحَقِّ وَ اَكْثَرُهُمْ لِلْحَقِّ كٰرِهُوْنَ(۷۰)
Of zeggen zij: "Hij is krankzinng?" Neen, hij heeft hun de Waarheid gebracht maar de meesten hunner houden niet van de Waarheid.

Zullen zij zeggen dat hij een uitzinnige is? Neen! hij is met de waarheid tot hen gekomen; maar het grootste gedeelte hunner verwerpt de waarheid.
23:71
وَ لَوِ اتَّبَعَ الْحَقُّ اَهْوَآءَهُمْ لَفَسَدَتِ السَّمٰوٰتُ وَ الْاَرْضُ وَ مَنْ فِیْهِنَّؕ-بَلْ اَتَیْنٰهُمْ بِذِكْرِهِمْ فَهُمْ عَنْ ذِكْرِهِمْ مُّعْرِضُوْنَؕ(۷۱)
En indien de Waarheid hun wensen had gevolgd, voorwaar dan zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen daarin is, in wanorde zijn geraakt. Neen, Wij hebben hun een vermaning gezonden doch zij wenden zich ervan af.

Indien de waarheid hunne begeerte zou hebben gevolgd, waarlijk dan zouden de hemelen en de aarde, en alles wat er in is, bedorven zijn geweest. Maar wij hebben hun eene vermaning gezonden, en zij wenden zich er van af.
23:72
اَمْ تَسْــٴَـلُهُمْ خَرْجًا فَخَرَاجُ رَبِّكَ خَیْرٌ ﳓ وَّ هُوَ خَیْرُ الرّٰزِقِیْنَ(۷۲)
Of vraagt gij van hen enige beloning? Doch de beloning van uw Heer is beter en Hij is de beste Voorziener.

Zult gij hun eene belooning vragen? De belooning van uwen Heer is beter; hij is de beste belooner van weldaden.
23:73
وَ اِنَّكَ لَتَدْعُوْهُمْ اِلٰى صِرَاطٍ مُّسْتَقِیْمٍ(۷۳)
En gij roept hen, voorzeker, tot het rechte pad;

Gij noodigt hen gewis tot den rechten weg uit.
23:74
وَ اِنَّ الَّذِیْنَ لَا یُؤْمِنُوْنَ بِالْاٰخِرَةِ عَنِ الصِّرَاطِ لَنٰكِبُوْنَ(۷۴)
Maar degenen, die in het Hiernamaals niet geloven dwalen inderdaad van dit pad af.

Maar zij die niet in het volgende leven gelooven, dwalen zekerlijk van dien weg af.
23:75
وَ لَوْ رَحِمْنٰهُمْ وَ كَشَفْنَا مَا بِهِمْ مِّنْ ضُرٍّ لَّلَجُّوْا فِیْ طُغْیَانِهِمْ یَعْمَهُوْنَ(۷۵)
En indien Wij ons over hen ontfermden en hun kwaal verlichtten, zouden zij toch blindelings in hun overtreding volharden.

Indien wij deernis met hen gehad, en hen van het kwaad verlost hadden, dat over hen gekomen is, zouden zij zekerlijk stijfhoofdiger in hunne dwaling hebben volhard, in verwarring ronddwalende.
23:76
وَ لَقَدْ اَخَذْنٰهُمْ بِالْعَذَابِ فَمَا اسْتَكَانُوْا لِرَبِّهِمْ وَ مَا یَتَضَرَّعُوْنَ(۷۶)
Wij troffen hen door een straf, doch zij werden niet nederig voor hun Heer noch werden zij ootmoedig.

Wij kastijdden hen vroeger met een strijd, maar zij verootmoedigden zich voor hunnen Heer noch richtten hunne smeekingen tot hem.
23:77
حَتّٰۤى اِذَا فَتَحْنَا عَلَیْهِمْ بَابًا ذَا عَذَابٍ شَدِیْدٍ اِذَا هُمْ فِیْهِ مُبْلِسُوْنَ۠(۷۷)
Maar, wanneer Wij voor hen de poort der gestrenge straf openen, dan zullen zij tot wanhoop vervallen.

Tot wij voor hen eene deur openden, waaruit eene gestrenge straf voortkwam, waarna zij tot wanhoop vervielen.
23:78
وَ هُوَ الَّذِیْۤ اَنْشَاَ لَكُمُ السَّمْعَ وَ الْاَبْصَارَ وَ الْاَفْـٕدَةَؕ-قَلِیْلًا مَّا تَشْكُرُوْنَ(۷۸)
(Allah) is het, Die oren, en ogen en hart voor u heeft geschapen, doch gij betoont weinig dank.

God is het die in u de zintuigen des gehoors en van het gezicht heeft geschapen, opdat gij onze oordeelen zoudt opmerken, en harten, opdat gij die met ernst zoudt beschouwen; maar hoe weinigen uwer zijn dankbaar!
23:79
وَ هُوَ الَّذِیْ ذَرَاَكُمْ فِی الْاَرْضِ وَ اِلَیْهِ تُحْشَرُوْنَ(۷۹)
En Hij is het, Die u heeft vermenigvuldigd op aarde en tot Hem zult gij worden verzameld.

Hij is het die u op aarde heeft voortgebracht, en voor hem zult gij vereenigd worden.
23:80
وَ هُوَ الَّذِیْ یُحْیٖ وَ یُمِیْتُ وَ لَهُ اخْتِلَافُ الَّیْلِ وَ النَّهَارِؕ-اَفَلَا تَعْقِلُوْنَ(۸۰)
En Hij is het, Die leven schenkt en de dood veroorzaakt en in Zijn handen is de wisseling van nacht en dag. Wilt gij dan niet begrijpen?

Hij is het die leven geeft en doodt, en hij is het van wien de wisseling van nacht en dag afhangt: begrijpt gij dit niet?
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْمُؤْمِنُوْن
اَلْمُؤْمِنُوْن
  00:00



Download

اَلْمُؤْمِنُوْن
اَلْمُؤْمِنُوْن
  00:00



Download