READ
Surah al-Maarij
اَلْمَعَارِ ج
44 Ayaat مکیۃ
70:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
Een vraagsteller vroeg over een bestraffing die vallen zal.
Voor de ongelovigen is er geen afweer tegen.
(Die komt) van Allah, de Bezitter van de trappen.
تَعْرُجُ الْمَلٰٓىٕكَةُ وَ الرُّوْحُ اِلَیْهِ فِیْ یَوْمٍ كَانَ مِقْدَارُهٗ خَمْسِیْنَ اَلْفَ سَنَةٍۚ(۴)
De engelen en de geest gaan tot Hem op, in een Dag waarvan de maat vijftig duizend jaren is.
(Waarvandaan) de Engelen en de Geest (Djibrîl) tot Hem opstijgen in een dag waarvan de maat vijftigduizend jaren is.
Volhard daarom geduldig op gepaste wijze.
Voorwaar, zij zien haar (de bestraffing) van ver weg.
یَوْمَ تَكُوْنُ السَّمَآءُ كَالْمُهْلِۙ(۸)
De Dag waarop de hemelen als gesmolten koper zullen worden
Op die Dag zal de hemel als gesmolten metaal zijn.
En zullen de bergen als (vlokken) wol zijn.
En geen trouwe vriend zal naar een (andere) trouwe vriend vragen.
یُّبَصَّرُوْنَهُمْؕ-یَوَدُّ الْمُجْرِمُ لَوْ یَفْتَدِیْ مِنْ عَذَابِ یَوْمِىٕذٍۭ بِبَنِیْهِۙ(۱۱)
Hoewel zij elkander kunnen zien. Op die Dag zal de schuldige zich gaarne van de straf willen vrijkopen door zijn kinderen,
Zij kijken naar elkaar. De misdadiger zal wensen dat hij zich van de bestraffing van die Dag kan vrijkopen met zijn kinderen.
En met zijn vrouw en zijn broeder.
وَ فَصِیْلَتِهِ الَّتِیْ تُــٴْـوِ یْهِۙ(۱۳)
En zijn familieleden die hem een toevlucht waren,
En zijn bloedverwanten die hem verzorgden.
وَ مَنْ فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًاۙ-ثُمَّ یُنْجِیْهِۙ(۱۴)
En allen die op aarde zijn, om zich te redden.
En (hij wenst dat) allen die er op aarde zijn hem dan redden.
Nee, beslist niet! Voorwaar, zij is de Lazhâ (de Hel).
Zij roept wie zijn rug toekeerde en zich afwendde.
Die (rijkdommen) verzamelde en achterhield.
اِنَّ الْاِنْسَانَ خُلِقَ هَلُوْعًاۙ(۱۹)
Voorwaar, de mens is geschapen met een ongeduldige aard.
Voorwaar, de mens is onstandvastig geschapen.
Als het kwade hem treft is hij teneergeslagen.
En als het goede hem overkomt, is hij gierig.
Behalve degenen die de shalât verrichten.
Degenen die hun shalât blijven onderhouden.
وَ الَّذِیْنَ فِیْۤ اَمْوَالِهِمْ حَقٌّ مَّعْلُوْمٌﭪ(۲۴)
En degenen in wier rijkdommen een vastgesteld deel is
En degenen in wier bezittingen een rechtmatig deel is.
Voor de bedelaar en de behoeftige die niet bedelt.
وَ الَّذِیْنَ یُصَدِّقُوْنَ بِیَوْمِ الدِّیْنِﭪ(۲۶)
En degenen die de Dag des Oordeels aannemen.
En degenen die van de Dag des Oordeels overtuigd zijn.
وَ الَّذِیْنَ هُمْ مِّنْ عَذَابِ رَبِّهِمْ مُّشْفِقُوْنَۚ(۲۷)
En degenen die de straf van hun Heer vrezen
En degenen die de bestraffing van hun Heer vrezen.
اِنَّ عَذَابَ رَبِّهِمْ غَیْرُ مَاْمُوْنٍ(۲۸)
Voorwaar, er is geen beveiliging voor de straf van hun Heer -
Voorwaar, voor de bestraffing van hun Heer is niemand veilig.
En degenen die over hun kuisheid waken.
اِلَّا عَلٰۤى اَزْوَاجِهِمْ اَوْ مَا مَلَكَتْ اَیْمَانُهُمْ فَاِنَّهُمْ غَیْرُ مَلُوْمِیْنَۚ(۳۰)
#NAME?
Behalve bij hun vrouwen en de slaven waarover zij beschikken, er wordt hen dan niets verweten.
فَمَنِ ابْتَغٰى وَرَآءَ ذٰلِكَ فَاُولٰٓىٕكَ هُمُ الْعٰدُوْنَۚ(۳۱)
Maar degenen die buiten deze (voorschriften) handelen zijn overtreders -
Wie dan daarnaast nog iets zoekt: zij zijn degenen die de overtreders zijn.
وَ الَّذِیْنَ هُمْ لِاَمٰنٰتِهِمْ وَ عَهْدِهِمْ رٰعُوْنَﭪ(۳۲)
En degenen die het hun toevertrouwde bewaren en hun verdragen nakomen,
En degenen die over het hun toevertrouwde (Amânah) en hun beloften waken.
وَ الَّذِیْنَ هُمْ بِشَهٰدٰتِهِمْ قَآىٕمُوْنَﭪ(۳۳)
En degenen die oprecht zijn in hun getuigenissen,
En degenen die trouw zijn bij hun getuigenissen.
En degenen die waken over hun shalât.
اُولٰٓىٕكَ فِیْ جَنّٰتٍ مُّكْرَمُوْنَ(۳۵)ﮒ
Zij zijn het die in de tuinen zullen worden ge?erd.
Zij zijn degenen die in de Tuinen (het Paradijs) geëerd zullen worden.
فَمَالِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا قِبَلَكَ مُهْطِعِیْنَۙ(۳۶)
Maar wat scheelt de ongelovigen die zich naar u toe spoeden
Wat is er met degenen die niet geloven, dat zij zich naar jou haasten?
Van rechts en van links, in groepen?
اَیَطْمَعُ كُلُّ امْرِئٍ مِّنْهُمْ اَنْ یُّدْخَلَ جَنَّةَ نَعِیْمٍۙ(۳۸)
Verwacht elk hunner de tuin van verrukking binnen te gaan?
Wenst een ieder van hen dat hij de Tuin der gelukzaligheid (het Paradijs) binnengevoerd wordt?
كَلَّاؕ-اِنَّا خَلَقْنٰهُمْ مِّمَّا یَعْلَمُوْنَ(۳۹)
Stellig niet! Wij zijn het Die hen hebben geschapen uit hetgeen zij weten.
Nee! Voorwaar, Wij hebben hen geschapen van wat zij weten.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan