READ

Surah Al-Maa'idah

اَلْمَـآئِدَة
120 Ayaat    مدنیۃ


5:81
وَ لَوْ كَانُوْا یُؤْمِنُوْنَ بِاللّٰهِ وَ النَّبِیِّ وَ مَاۤ اُنْزِلَ اِلَیْهِ مَا اتَّخَذُوْهُمْ اَوْلِیَآءَ وَ لٰكِنَّ كَثِیْرًا مِّنْهُمْ فٰسِقُوْنَ(۸۱)
En indien zij in Allah en deze profeet en hetgeen hem werd geopenbaard hadden geloofd, zouden zij hen niet tot vrienden hebben genomen, doch velen hunner zijn ongehoorzaam.

Indien zij maar in Allah geloofd hadden en in de Profeet en in wat aan hem neergezonden was, dan hadden zij hen niet tot beschermers genomen, maar velen van hen zijn zware zondaren.
5:82
لَتَجِدَنَّ اَشَدَّ النَّاسِ عَدَاوَةً لِّلَّذِیْنَ اٰمَنُوا الْیَهُوْدَ وَ الَّذِیْنَ اَشْرَكُوْاۚ-وَ لَتَجِدَنَّ اَقْرَبَهُمْ مَّوَدَّةً لِّلَّذِیْنَ اٰمَنُوا الَّذِیْنَ قَالُوْۤا اِنَّا نَصٰرٰىؕ-ذٰلِكَ بِاَنَّ مِنْهُمْ قِسِّیْسِیْنَ وَ رُهْبَانًا وَّ اَنَّهُمْ لَا یَسْتَكْبِرُوْنَ(۸۲)
Waarlijk, gij zult de Joden en de afgodendienaren het meest vijandig jegens de gelovigen vinden. En gij zult degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" het vriendschappelijkst vinden jegens de gelovigen. Dit is, wijl er onder hen geleerden en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn.

Jij zult zeker vinden dat de mensen die het sterkst in vijandschap tegenover de gelovigen zijn, de Joden en de degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen zijn; en jij zult zeker vinden dat zij die het dichtst bij in liefde voor de gelovigen zijn, degenen zijn, die zeggen: "Voorwaar, wij zijn Christenen." Dat is omdat er onder hen priesters en monniken zijn en omdat zij niet hoogmoedig zijn.
5:83
وَ اِذَا سَمِعُوْا مَاۤ اُنْزِلَ اِلَى الرَّسُوْلِ تَرٰۤى اَعْیُنَهُمْ تَفِیْضُ مِنَ الدَّمْعِ مِمَّا عَرَفُوْا مِنَ الْحَقِّۚ-یَقُوْلُوْنَ رَبَّنَاۤ اٰمَنَّا فَاكْتُبْنَا مَعَ الشّٰهِدِیْنَ(۸۳)
En indien zij hetgeen deze boodschapper is geopenbaard, horen, ziet gij hun ogen vol tranen vanwege de waarheid welke zij hebben herkend. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven. Reken ons daarom onder de getuigen."

En wannccrzij horen wat zan de Boodschapper geopenbaard is, zie jij hun ogen van de tranen overvloeien, omdat zij de Waarheid herkennen. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven, schrijf ons dus op bij de getuigen.
5:84
وَ مَا لَنَا لَا نُؤْمِنُ بِاللّٰهِ وَ مَا جَآءَنَا مِنَ الْحَقِّۙ-وَ نَطْمَعُ اَنْ یُّدْخِلَنَا رَبُّنَا مَعَ الْقَوْمِ الصّٰلِحِیْنَ(۸۴)
"En waarom zouden wij niet in Allah en in de waarheid die tot ons is gekomen geloven en begeren dat onze Heer ons onder de rechtvaardige mensen zou rekenen?"

En waarom zouden wij niet geloven in Allah en in wat tot ons is geckomen van de Waarheid en wij verlangen cr hevig naar dat onze Heer ons met het oprechte volk (het Paradijs) binnenleidt."
5:85
فَاَثَابَهُمُ اللّٰهُ بِمَا قَالُوْا جَنّٰتٍ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُ خٰلِدِیْنَ فِیْهَاؕ-وَ ذٰلِكَ جَزَآءُ الْمُحْسِنِیْنَ(۸۵)
Derhalve beloonde Allah hen voor hetgeen zij zeiden met tuinen, waardoorheen rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven en dit is de beloning voor hen die goeddoen.

Allah beloont hen dan voor wat zij zeiden met Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen en zij zijn daarin eeuwig levenden. En dat is de beloning van de weldoeners.
5:86
وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِنَاۤ اُولٰٓىٕكَ اَصْحٰبُ الْجَحِیْمِ۠(۸۶)
Maar de ongelovigen die Onze tekenen verloochenen zullen de bewoners der hel zijn.

En degenen die ongelovig zijn en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen die de bewoners van Djahim (de Hel) zijin.
5:87
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تُحَرِّمُوْا طَیِّبٰتِ مَاۤ اَحَلَّ اللّٰهُ لَكُمْ وَ لَا تَعْتَدُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ الْمُعْتَدِیْنَ(۸۷)
O, gij die gelooft, maakt de goede dingen die Allah voor u wettig heeft gemaakt, niet onwettig en overtreedt niet. Waarlijk, Allah heeft de overtreders niet lief.

O jullie die geloven! Maakt de goede zaken niet verboden die Allah jullie heeft toegestaan en overtreedt niet. Voorwaar, Allah houdt niet van de overtreders.
5:88
وَ كُلُوْا مِمَّا رَزَقَكُمُ اللّٰهُ حَلٰلًا طَیِّبًا۪-وَّ اتَّقُوا اللّٰهَ الَّذِیْۤ اَنْتُمْ بِهٖ مُؤْمِنُوْنَ(۸۸)
En eet wat goed en geoorloofd is waarvan Allah u heeft voorzien. En vreest Allah in Wie gij gelooft.

En eet van de goede, toegestane zaken (Halâl) waarmee Allah jullie voorziet. En vreest Allah, Degene in Wie jullie geloven.
5:89
لَا یُؤَاخِذُكُمُ اللّٰهُ بِاللَّغْوِ فِیْۤ اَیْمَانِكُمْ وَ لٰكِنْ یُّؤَاخِذُكُمْ بِمَا عَقَّدْتُّمُ الْاَیْمَانَۚ-فَكَفَّارَتُهٗۤ اِطْعَامُ عَشَرَةِ مَسٰكِیْنَ مِنْ اَوْسَطِ مَا تُطْعِمُوْنَ اَهْلِیْكُمْ اَوْ كِسْوَتُهُمْ اَوْ تَحْرِیْرُ رَقَبَةٍؕ-فَمَنْ لَّمْ یَجِدْ فَصِیَامُ ثَلٰثَةِ اَیَّامٍؕ-ذٰلِكَ كَفَّارَةُ اَیْمَانِكُمْ اِذَا حَلَفْتُمْؕ-وَ احْفَظُوْۤا اَیْمَانَكُمْؕ-كَذٰلِكَ یُبَیِّنُ اللّٰهُ لَكُمْ اٰیٰتِهٖ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُوْنَ(۸۹)
Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording roepen voor de eden welke gij in ernst aflegt. De boetedoening er voor is: tien armen te spijzigen met het gemiddelde voedsel waarmede gij uw huisgezinnen voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken van een slaaf. Maar wie dat niet kan doen zal drie dagen vasten. Dit is de boete voor uw eden, wanneer gij zweert. Maar houdt uw eden. Zo legt Allah u Zijn tekenen uit, opdat gij dankbaar moogt zijn.

Allah rekent jullie de onnadenkendheid bij jullie eden niet aan, maar Hij rekent jullie aan wat jullie in jullie eden (bewust) vastleggen. (Bij het verbreken van jullie eden) geldt Kaffârah hiervoor: het voeden van tien armen, zoals jullie gemiddeld jullie families voeden; of het hen kleden; of het vrijlaten van een slaaf. En wie dat niet vindt: het vasten van drie dagen. Dat is de Kaffârah voor (het verbreken van) jullie eden die jullie zwoeren. Maar weest jullie eden getrouw. Zo heeft Allah jullie Zijn Tekenen duidelijk gemaakt, hcpelijk zullen jullie dankbaar zijn!
5:90
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِنَّمَا الْخَمْرُ وَ الْمَیْسِرُ وَ الْاَنْصَابُ وَ الْاَزْلَامُ رِجْسٌ مِّنْ عَمَلِ الشَّیْطٰنِ فَاجْتَنِبُوْهُ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُوْنَ(۹۰)
O gij die gelooft, wijn en het hazardspel en afgoden en toverpijlen zijn niet anders dan gruwelen, door Satan gewrocht. Vermijdt ze dus, opdat gij voorspoedig moogt zijn.

O, jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn oreinheden die tot het werk van de Satan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopefijk zullen jullie welslagen!
5:91
اِنَّمَا یُرِیْدُ الشَّیْطٰنُ اَنْ یُّوْقِعَ بَیْنَكُمُ الْعَدَاوَةَ وَ الْبَغْضَآءَ فِی الْخَمْرِ وَ الْمَیْسِرِ وَ یَصُدَّكُمْ عَنْ ذِكْرِ اللّٰهِ وَ عَنِ الصَّلٰوةِۚ-فَهَلْ اَنْتُمْ مُّنْتَهُوْنَ(۹۱)
Voorzeker, door middel van wijn en hazardspel, wenst Satan onder u vijandschap en afgunst te zaaien en u af te houden van het gedenken van Allah en van het gebed. Zult gij dan worden weerhouden?

Voorwaar, de Satan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de shalât: houdt ermee op!
5:92
وَ اَطِیْعُوا اللّٰهَ وَ اَطِیْعُوا الرَّسُوْلَ وَ احْذَرُوْاۚ-فَاِنْ تَوَلَّیْتُمْ فَاعْلَمُوْۤا اَنَّمَا عَلٰى رَسُوْلِنَا الْبَلٰغُ الْمُبِیْنُ(۹۲)
En gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper en weest op uw hoede. Maar indien gij u afwendt, weet dan, dat op Onze boodschapper slechts het duidelijk verkondigen rust.

En gehoorzamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en weest op jullie hoede! En als jullie je afwenden, weet dan: voorwaar, aan Onze Boodshapper is slechts de duidelijke verkondiging.
5:93
لَیْسَ عَلَى الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ جُنَاحٌ فِیْمَا طَعِمُوْۤا اِذَا مَا اتَّقَوْا وَّ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ ثُمَّ اتَّقَوْا وَّ اٰمَنُوْا ثُمَّ اتَّقَوْا وَّ اَحْسَنُوْاؕ-وَ اللّٰهُ یُحِبُّ الْمُحْسِنِیْنَ۠(۹۳)
Op de gelovigen die goede werken verrichten zal geen zonde rusten voor hetgeen zij eten mits zij Allah vrezen en geloven en goede werken doen en nogmaals vrezen en geloven en zelfs nogmaals vrezen en goeddoen. En Allah heeft degenen die goeddoen lief.

Er is voor degenen die geloven en goede werken verrichten geen zonde door wat zij (vroeger) aten, wanneer zij (Allah) vrezen en geloven en goede werken verrichten an weer (Allah) vrezen en geloven en weer (Allah) vrezen en good doen. En Allah houdt van de weldoeners.
5:94
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَیَبْلُوَنَّكُمُ اللّٰهُ بِشَیْءٍ مِّنَ الصَّیْدِ تَنَالُهٗۤ اَیْدِیْكُمْ وَ رِمَاحُكُمْ لِیَعْلَمَ اللّٰهُ مَنْ یَّخَافُهٗ بِالْغَیْبِۚ-فَمَنِ اعْتَدٰى بَعْدَ ذٰلِكَ فَلَهٗ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۹۴)
O, gij gelovigen, voorzeker, Allah zal u beproeven door het wild, hetwelk uw handen of lansen kunnen vangen, opdat Allah degenen zal onderscheiden die Hem in het verborgene vrezen. Derhalve zal voor hen, die na deze (waarschuwing) overtreden, een pijnlijke straf zijn.

O jullie die geloven! Allah wil jullie alleen maar beproeven met wat ven de jachtbuit, die in het bereik ligt van jullie handen en jullie speren, opdat Allah degene die Hem in het verborgene vreest toetst. En wie daarna overtreedt: voor hem is er een pinlijke bestraffing.
5:95
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَقْتُلُوا الصَّیْدَ وَ اَنْتُمْ حُرُمٌؕ-وَ مَنْ قَتَلَهٗ مِنْكُمْ مُّتَعَمِّدًا فَجَزَآءٌ مِّثْلُ مَا قَتَلَ مِنَ النَّعَمِ یَحْكُمُ بِهٖ ذَوَا عَدْلٍ مِّنْكُمْ هَدْیًۢا بٰلِغَ الْكَعْبَةِ اَوْ كَفَّارَةٌ طَعَامُ مَسٰكِیْنَ اَوْ عَدْلُ ذٰلِكَ صِیَامًا لِّیَذُوْقَ وَ بَالَ اَمْرِهٖؕ-عَفَا اللّٰهُ عَمَّا سَلَفَؕ-وَ مَنْ عَادَ فَیَنْتَقِمُ اللّٰهُ مِنْهُؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ ذُو انْتِقَامٍ(۹۵)
O, gij die gelooft, doodt geen wild, terwijl gij ter bedevaart zijt. En wie onder u het opzettelijk doodt diens vergoeding is een huisdier gelijk aan hetgeen hij heeft gedood - twee rechtvaardige mannen onder u zullen dat beoordelen; - hetwelk als offer naar de Kaba moet worden gebracht; of hij moet als boetedoening (een aantal) arme mensen voeden, of een gelijk aantal dagen vasten, opdat hij het gevolg van zijn daad zal ondergaan. Allah heeft vergeven wat voorbij is, maar wie er in terugvalt, hem zal Allah straffen. Allah is Machtig, de Meester der vergelding.

O jullie die geloven! Doodt geen wild indien jullie in de gewijde staat zijn. En wie van jullie het opzettelijk doodt: dan is de vergelding het slachten van het vergelijkbare aan vee zoals beoordeeld door twee rechtvaardigen van jullie, als een offer naar de Ka'bah gebracht. Of, als Kaffârah (boetedooning), het voeden van de armen of een darmee overeenkomende (hoeveelheid dagen aan) vasten, opdat hij de straf voor zijn daad proeft. Allah scheldt wat vroeger gebeurd is kwijt; en als hij herhaal: dan zal Allah hem ervoor straffen. En Allah is Almachtig, Heer der Vergelding.
5:96
اُحِلَّ لَكُمْ صَیْدُ الْبَحْرِ وَ طَعَامُهٗ مَتَاعًا لَّكُمْ وَ لِلسَّیَّارَةِۚ-وَ حُرِّمَ عَلَیْكُمْ صَیْدُ الْبَرِّ مَا دُمْتُمْ حُرُمًاؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ الَّذِیْۤ اِلَیْهِ تُحْشَرُوْنَ(۹۶)
De vangst uit zee en het eten ervan is wettig voor u als voorziening voor u zelf en de reizigers, doch zolang gij ter bedevaart zijt is het wild van het land u verboden. En vreest Allah, tot Wie gij zult worden verzameld.

Toegestaan voor jullie is de jacht op de waterdieren, wat daarvan eetbaar is, als genieting voor jullie en voor de reizigers. En verboden voor jullie is de jacht op dieren van het land zolang jullie in de gewijde toestand zijn. En vreest Allah tot Wie jullie verzameld zullen worden.
5:97
جَعَلَ اللّٰهُ الْكَعْبَةَ الْبَیْتَ الْحَرَامَ قِیٰمًا لِّلنَّاسِ وَ الشَّهْرَ الْحَرَامَ وَ الْهَدْیَ وَ الْقَلَآىٕدَؕ-ذٰلِكَ لِتَعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ یَعْلَمُ مَا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِ وَ اَنَّ اللّٰهَ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمٌ(۹۷)
Allah heeft de Kaaba, het onschendbare Huis tot behoud van de mensheid gemaakt, alsook de heilige maand en het offer, en de kamelen met de halsbanden. Dit is, opdat gij zult begrijpen, dat Allah weet, wat in de hemelen en wat op aarde is en dat Allah kennis heeft van alle dingen.

Allah maakte de Ka'bah, het Gewijde Huis, als een plaats voor de mensen om te staan, en de Heilige Maand en de offerdieren en de halsbanden. Dit opdat jullie weten dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is en dat Allah Alwetend is over alle zaken.
5:98
اِعْلَمُوْۤا اَنَّ اللّٰهَ شَدِیْدُ الْعِقَابِ وَ اَنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌؕ(۹۸)
Weet, dat Allah streng is in het straffen en dat Allah (ook) Vergevensgezind, Genadevol is.

Weet dat Allah streng is in de bestraffing en dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhartig is.
5:99
مَا عَلَى الرَّسُوْلِ اِلَّا الْبَلٰغُؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ مَا تُبْدُوْنَ وَ مَا تَكْتُمُوْنَ(۹۹)
Op de boodschapper rust slechts (de plicht van) het overbrengen (der boodschap). En Allah weet, wat gij openbaart en wat gij verbergt.

Op de Boodschapper rust slechts (do plicht tot) de verkondiging, en Allah weet alles wat jullie openlijk doen wat jullie verbergen.
5:100
قُلْ لَّا یَسْتَوِی الْخَبِیْثُ وَ الطَّیِّبُ وَ لَوْ اَعْجَبَكَ كَثْرَةُ الْخَبِیْثِۚ-فَاتَّقُوا اللّٰهَ یٰۤاُولِی الْاَلْبَابِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُوْنَ۠(۱۰۰)
Zeg: "De bozen en de goeden zijn niet gelijk, ofschoon de overvloed der bozen u in verwondering brengt. Vreest daarom Allah, o mensen van begrip, opdat gij moogt slagen.

Zeg (O Moehammad): "Het slechte en het goede zijn niet gelijk," hoewel de veelbeid van het slechte jou zal aantrekken. Vreest dus Allah, O bezitters van begrip, hopelijk zullen jullie welslagen."
5:101
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَسْــٴَـلُوْا عَنْ اَشْیَآءَ اِنْ تُبْدَ لَكُمْ تَسُؤْكُمْۚ-وَ اِنْ تَسْــٴَـلُوْا عَنْهَا حِیْنَ یُنَزَّلُ الْقُرْاٰنُ تُبْدَ لَكُمْؕ-عَفَا اللّٰهُ عَنْهَاؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ حَلِیْمٌ(۱۰۱)
O, gij die gelooft, vraagt niet naar dingen die u, als zij u zullen worden geopenbaard, zullen mishagen; indien gij er naar vraagt terwijl de Koran wordt nedergezonden, zullen zij u worden onthuld. Allah heeft ze achterwege gelaten. En Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.

O jullie die geloven! Vraagt niet naar zaken die, indien (ze) jullie uitgclegd worden, jullie zullen verontrusten. En wanneer jullie daarover vragen wanneer de Koran geopenbaard wordt, worden zij jullie uitgelegd. Allah vergaf dat. En Allah is Vergevensgezind, Zachtmoedig.
5:102
قَدْ سَاَلَهَا قَوْمٌ مِّنْ قَبْلِكُمْ ثُمَّ اَصْبَحُوْا بِهَا كٰفِرِیْنَ(۱۰۲)
V??r u stelde een volk vragen omtrent zo iets - naderhand werden zij er ongelovigen door.

Waarlijk, een volk vóór jullie vroeg er naar en werd er daarna ongelovig door.
5:103
مَا جَعَلَ اللّٰهُ مِنْۢ بَحِیْرَةٍ وَّ لَا سَآىٕبَةٍ وَّ لَا وَصِیْلَةٍ وَّ لَا حَامٍۙ-وَّ لٰكِنَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا یَفْتَرُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَؕ-وَ اَكْثَرُهُمْ لَا یَعْقِلُوْنَ(۱۰۳)
Allah heeft geen Bahira, Saiba, Wasila of Haam verordend, maar de ongelovigen verzinnen een leugen tegen Allah en de meesten hunner begrijpen dit niet.

Allah heeft (geen bijgeloof) ingesteld zoals Behîrah, Sâ'ibah Washîlah an Hâm; maar het zijn degenen die ongelovig zijn, die over Allah leugens verzinnen en de meesten van hen begrijpen het niet.
5:104
وَ اِذَا قِیْلَ لَهُمْ تَعَالَوْا اِلٰى مَاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ وَ اِلَى الرَّسُوْلِ قَالُوْا حَسْبُنَا مَا وَجَدْنَا عَلَیْهِ اٰبَآءَنَاؕ-اَوَ لَوْ كَانَ اٰبَآؤُهُمْ لَا یَعْلَمُوْنَ شَیْــٴًـا وَّ لَا یَهْتَدُوْنَ(۱۰۴)
En wanneer er tot hen wordt gezegd: "Komt tot hetgeen Allah heeft geopenbaard en tot de boodschapper," zeggen zij: "Voor ons is datgene waarin wij onze vaderen zagen geloven, voldoende." Zelfs indien hun vaderen niets wisten en geen leiding hadden?

En toen tot hen werd gczcgd: "Komt tot wat Allah geopenbaard heeft en tot Zijn Boodschapper," zeiden zij: "Ons is voldoende wat wij (aan leafregels) bij onze vaderen vonden." En dat terwijl hun vaderen niets wisten en geen Leiding volgen?
5:105
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا عَلَیْكُمْ اَنْفُسَكُمْۚ-لَا یَضُرُّكُمْ مَّنْ ضَلَّ اِذَا اهْتَدَیْتُمْؕ-اِلَى اللّٰهِ مَرْجِعُكُمْ جَمِیْعًا فَیُنَبِّئُكُمْ بِمَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَ(۱۰۵)
O, gij die gelooft, past op uzelf. Hij die dwaalt kan u niet schaden wanneer gij juist geleid zijt. Tot Allah zult gij allen terugkeren, dan zal Hij u tonen wat gij gedaan hebt.

O jullie die geloven! Aan jullie (de hoede over) jullie zelf. Er kan jullie geen schade berokkend worden door degene die dwaalt, wanneer jullie de Leiding volgen. Tot Allah is de terugkeer van jullie allen en Hij zal jullie vertellen wat jullie plachten le doen.
5:106
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا شَهَادَةُ بَیْنِكُمْ اِذَا حَضَرَ اَحَدَكُمُ الْمَوْتُ حِیْنَ الْوَصِیَّةِ اثْنٰنِ ذَوَا عَدْلٍ مِّنْكُمْ اَوْ اٰخَرٰنِ مِنْ غَیْرِكُمْ اِنْ اَنْتُمْ ضَرَبْتُمْ فِی الْاَرْضِ فَاَصَابَتْكُمْ مُّصِیْبَةُ الْمَوْتِؕ-تَحْبِسُوْنَهُمَا مِنْۢ بَعْدِ الصَّلٰوةِ فَیُقْسِمٰنِ بِاللّٰهِ اِنِ ارْتَبْتُمْ لَا نَشْتَرِیْ بِهٖ ثَمَنًا وَّ لَوْ كَانَ ذَا قُرْبٰىۙ-وَ لَا نَكْتُمُ شَهَادَةَۙ-اللّٰهِ اِنَّاۤ اِذًا لَّمِنَ الْاٰثِمِیْنَ(۱۰۶)
0

O jullie die geloven! Stelt getuigen onder jullie aan wanneer één van jullie de dood nadert en wanneer jullie het testament opmaken; (door) twee rechtvaardigen van onder jullie, of twee broeders van buiten jullie, indien jullie in het land rondreizen en de ramp van de dood jullie treft. Houdt hen na de shalât vast en laat hen dan (als volgt) bij Allah zweren, indien jullie twijfelen: "Wij zullen het (oprecht getuigen) voor geen prijs inruilen, zelfs als (de begunstigde) een verwant is en wij zullen de getuigenis bij Allah niet verbergen, voorwaar, anders zouden wij tot de zondaren behoren."
5:107
فَاِنْ عُثِرَ عَلٰۤى اَنَّهُمَا اسْتَحَقَّاۤ اِثْمًا فَاٰخَرٰنِ یَقُوْمٰنِ مَقَامَهُمَا مِنَ الَّذِیْنَ اسْتَحَقَّ عَلَیْهِمُ الْاَوْلَیٰنِ فَیُقْسِمٰنِ بِاللّٰهِ لَشَهَادَتُنَاۤ اَحَقُّ مِنْ شَهَادَتِهِمَا وَ مَا اعْتَدَیْنَاۤ ﳲ اِنَّاۤ اِذًا لَّمِنَ الظّٰلِمِیْنَ(۱۰۷)
Maar indien ontdekt wordt, dat de twee schuldig zijn aan zonde dan moeten twee anderen hun plaats innemen uit het midden van degenen, tegen wie de twee eersten hebben getuigd; en de laatste twee moeten bij Allah zweren en zeggen: "Waarlijk, ons getuigenis is oprechter dan de getuigenis van hen (de eersten) en wij zijn geen overtreders, want dan zouden wij inderdaad tot de onrechtvaardigen behoren."

Maar indien van deze twee ontdekt wordt dat zij schuldig zijn aan zonde (mijneed laat dan twee anderen in hun plaats staan van degenen die meer recht hebben en meer verwant zijn, en laat hen bij Allah zweren: "Voorwaar, onze getuigenis is meer waarheidsgetrouw dan hun beider getuigenis en wij overtreden niet, voorwaar, anders zouden wij tot de onrechtplegers behoren."
5:108
ذٰلِكَ اَدْنٰۤى اَنْ یَّاْتُوْا بِالشَّهَادَةِ عَلٰى وَجْهِهَاۤ اَوْ یَخَافُوْۤا اَنْ تُرَدَّ اَیْمَانٌۢ بَعْدَ اَیْمَانِهِمْؕ-وَ اتَّقُوا اللّٰهَ وَ اسْمَعُوْاؕ-وَ اللّٰهُ لَا یَهْدِی الْقَوْمَ الْفٰسِقِیْنَ۠(۱۰۸)
Dit zal hen eerder getuigenis doen afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, dat andere eden na hun eden zullen worden afgelegd. En vreest Allah en luistert. En Allah leidt het ongehoorzame volk niet.

Dat is passender: dat zij de getuigenis afleggen overeenkomstig haar ware inhoud of (het is passender) dat zij vrezen dat eden na hun eden afgenomen zullen worden. En vreest Allah en luistert (naar Hem). En Allah leidt het zwaar zondige volk niet.
5:109
یَوْمَ یَجْمَعُ اللّٰهُ الرُّسُلَ فَیَقُوْلُ مَا ذَاۤ اُجِبْتُمْؕ-قَالُوْا لَا عِلْمَ لَنَاؕ-اِنَّكَ اَنْتَ عَلَّامُ الْغُیُوْبِ(۱۰۹)
Gedenkt de dag, waarop Allah de boodschappers zal verzamelen en zeggen: "Hoe werd gij aangenomen?" Zij zullen zeggen: "Wij hebben geen kennis, Gij alleen zijt de Oerkenner van het verborgene."

Op de Dag dat Allah de Boodschappers zal verzamelen en lien dan zal zeggen: "Wat was het antwoord (opjullie Boodschap)?" Zij zeggen: "Wij hebben er geen kennis van, voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene."
5:110
اِذْ قَالَ اللّٰهُ یٰعِیْسَى ابْنَ مَرْیَمَ اذْكُرْ نِعْمَتِیْ عَلَیْكَ وَ عَلٰى وَ الِدَتِكَۘ-اِذْ اَیَّدْتُّكَ بِرُوْحِ الْقُدُسِ- تُكَلِّمُ النَّاسَ فِی الْمَهْدِ وَ كَهْلًاۚ-وَ اِذْ عَلَّمْتُكَ الْكِتٰبَ وَ الْحِكْمَةَ وَ التَّوْرٰىةَ وَ الْاِنْجِیْلَۚ-وَ اِذْ تَخْلُقُ مِنَ الطِّیْنِ كَهَیْــٴَـةِ الطَّیْرِ بِاِذْنِیْ فَتَنْفُخُ فِیْهَا فَتَكُوْنُ طَیْرًۢا بِاِذْنِیْ وَ تُبْرِئُ الْاَكْمَهَ وَ الْاَبْرَصَ بِاِذْنِیْۚ-وَ اِذْ تُخْرِ جُ الْمَوْتٰى بِاِذْنِیْۚ-وَ اِذْ كَفَفْتُ بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ عَنْكَ اِذْ جِئْتَهُمْ بِالْبَیِّنٰتِ فَقَالَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا مِنْهُمْ اِنْ هٰذَاۤ اِلَّا سِحْرٌ مُّبِیْنٌ(۱۱۰)
Wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria, gedenk Mijn gunst aan u en uw moeder, toen Ik u met de geest van heiligheid versterkte, dat gij als kind en op middelbare leeftijd tot het volk spraakt en toen Ik u het Boek en de wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwees en toen gij door Mijn gebod uit klei de vorm van een vogel maakte, dan er in blies en het een vogel werd door Mijn gebod; en toen gij de blinden en de melaatsen door Mijn gebod hebt genezen en de doden opgewekt; en toen Ik de kinderen Isra?ls er van weerhield, (u te doden), toen gij met duidelijke tekenen tot hen kwaamt en degenen onder hen die verwierpen, zeiden: "Dit is niets, dan klaarblijkelijke tovenarij."

(Godeaki) toen Allah zei: "O 'Isa, zoon van Maryam, gedenk Mijn gunst aan jou en aan jouw moeder toen ik jou versterkte met de Heilige Geest (Djibril) zodat jij met de mensen sprak toen jij in de wieg was en toen jij volwassen was. En toen Ik jou de Schrift en de Wijsheid en de Taurat en de Indjil onderwees. En toen jij uit klei de gelijkenis van een vogel schiep, met Mijn verlof; en jij blies erin en het werd een vogel, met Mijn verlof; en jij genas de blinden en de leprozen, rnet Mijn verlof. En toen jij de doden deed weerkeren, met Mijn verlof. En toen Ik de Kinderen van Israel van jou afhield toen jij met de duidelijke Bewijzen tot hen kwam." En degenen onder hen die ongelovig waren, zeiden: "Dat is niets dan duidelijke tovenarij."
5:111
وَ اِذْ اَوْحَیْتُ اِلَى الْحَوَارِیّٖنَ اَنْ اٰمِنُوْا بِیْ وَ بِرَسُوْلِیْۚ-قَالُوْۤا اٰمَنَّا وَ اشْهَدْ بِاَنَّنَا مُسْلِمُوْنَ(۱۱۱)
"En toen Ik de discipelen bezielde om in Mij en Mijn boodschapper te geloven, zeiden zij: "Wij geloven en getuigt Gij, dat wij ons hebben onderworpen."

En toen Ik de metgezellen (van 'Isa) inspireerde om in Mij le geloven en in Mijn Boodschappers, zij zeiden: "Wij geloven, en getuig dat wij ons (aan U) overgegeven hebben."
5:112
اِذْ قَالَ الْحَوَارِیُّوْنَ یٰعِیْسَى ابْنَ مَرْیَمَ هَلْ یَسْتَطِیْعُ رَبُّكَ اَنْ یُّنَزِّلَ عَلَیْنَا مَآىٕدَةً مِّنَ السَّمَآءِؕ-قَالَ اتَّقُوا اللّٰهَ اِنْ كُنْتُمْ مُّؤْمِنِیْنَ(۱۱۲)
Toen de discipelen zeiden: "O, Jezus, zoon van Maria, is uw Heer bij machte, ons een (met voedsel) gedekte tafel van de hemel neder te zenden?", antwoordde hij: "Vreest Allah, als gij gelovigen zijt."

En toen de metgezellen zeiden: "O 'Isa, zoon van Maryam, ben jij in staat om jouw Heer te vragen om tot ons een Ma'idah (gedekte tafel) te doen neerdalen uit de hemel?" Hij ('Isa) zei: "Vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn."
5:113
قَالُوْا نُرِیْدُ اَنْ نَّاْكُلَ مِنْهَا وَ تَطْمَىٕنَّ قُلُوْبُنَا وَ نَعْلَمَ اَنْ قَدْ صَدَقْتَنَا وَ نَكُوْنَ عَلَیْهَا مِنَ الشّٰهِدِیْنَ(۱۱۳)
Zij zeiden: "Wij verlangen zeer, er van te mogen eten zodat ons hart gerustgesteld moge worden en wij mogen weten dat gij de waarheid tot ons hebt gesproken en wij daarvan getuigen mogen zijn."

Zij zeiden: "Wij willen (alleen maar) dat wij daarvan eten en onze harten tot rust gebracht worden en wij (willen) weten of jij ons waarlijk de Waarheid hebt verteld en dan behoren wij tot de getuigen dmvan."
5:114
قَالَ عِیْسَى ابْنُ مَرْیَمَ اللّٰهُمَّ رَبَّنَاۤ اَنْزِلْ عَلَیْنَا مَآىٕدَةً مِّنَ السَّمَآءِ تَكُوْنُ لَنَا عِیْدًا لِّاَوَّلِنَا وَ اٰخِرِنَا وَ اٰیَةً مِّنْكَۚ-وَ ارْزُقْنَا وَ اَنْتَ خَیْرُ الرّٰزِقِیْنَ(۱۱۴)
Jezus, de zoon van Maria, zeide: "O Allah, onze Heer, zend ons een (met voedsel) gedekte tafel van de hemel neder, opdat het voor de eersten en de laatsten onzer een feest moge zijn en een teken van U en tot onderhoud van ons, want Gij zijt de Beste der onderhouders."

'Isa, zoon van Maryam, zei: "O Allah, onze Heer, doe een tafel uit de hemel neerdalen opdat er voor de eerste tot en met de laatste van ons een plechtig feest ('Id) is, als een Teken van U. En geeft ons voorziening en U bent de Beste van de Voorzieners."
5:115
قَالَ اللّٰهُ اِنِّیْ مُنَزِّلُهَا عَلَیْكُمْۚ-فَمَنْ یَّكْفُرْ بَعْدُ مِنْكُمْ فَاِنِّیْۤ اُعَذِّبُهٗ عَذَابًا لَّاۤ اُعَذِّبُهٗۤ اَحَدًا مِّنَ الْعٰلَمِیْنَ۠(۱۱۵)
Allah zeide: "Waarlijk, Ik zal haar (de tafel) tot u nederzenden, maar wie uwer nadien ondankbaar wordt, zal Ik z? straffen als Ik geen ander onder de volkeren gestraft heb."

Allah zei: "Ik zal hem tot jullie doen neerdalen, maar wie van jullie daarna ongelovig is: voorwaar, Ik zal hem straffen met een bestraffing waarmee Ik niemand in de werelden gestraft heb."
5:116
وَ اِذْ قَالَ اللّٰهُ یٰعِیْسَى ابْنَ مَرْیَمَ ءَاَنْتَ قُلْتَ لِلنَّاسِ اتَّخِذُوْنِیْ وَ اُمِّیَ اِلٰهَیْنِ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِؕ-قَالَ سُبْحٰنَكَ مَا یَكُوْنُ لِیْۤ اَنْ اَقُوْلَ مَا لَیْسَ لِیْۗ-بِحَقٍّ ﳳ-اِنْ كُنْتُ قُلْتُهٗ فَقَدْ عَلِمْتَهٗؕ-تَعْلَمُ مَا فِیْ نَفْسِیْ وَ لَاۤ اَعْلَمُ مَا فِیْ نَفْسِكَؕ-اِنَّكَ اَنْتَ عَلَّامُ الْغُیُوْبِ(۱۱۶)
0

En toen zei Allah: "O 'Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: "Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah?" En hij (Isa) zei: "Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht beb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene.
5:117
مَا قُلْتُ لَهُمْ اِلَّا مَاۤ اَمَرْتَنِیْ بِهٖۤ اَنِ اعْبُدُوا اللّٰهَ رَبِّیْ وَ رَبَّكُمْۚ-وَ كُنْتُ عَلَیْهِمْ شَهِیْدًا مَّا دُمْتُ فِیْهِمْۚ-فَلَمَّا تَوَفَّیْتَنِیْ كُنْتَ اَنْتَ الرَّقِیْبَ عَلَیْهِمْؕ-وَ اَنْتَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ شَهِیْدٌ(۱۱۷)
Ik zeide niets tot hen, dan hetgeen Gij mij hebt geboden: "Aanbidt Allah, mijn Heer en uw Heer." En ik was getuige van hen, zolang ik in hun midden verbleef, maar nadat Gij mij deedt sterven, waart Gij de Bewaker over hen en Gij zijt Getuige van alle dingen.

Ik heb hen niet anders gezegd dan U mij heeft geboden te zeggen: 'Dient Allah, mijn Heer en jullie Heer.' En ik was getuige van hen zolang ik onder hen was, on toen u mij tot U opnam was U de Waker over hen en U bent Getuige van alle zaken.
5:118
اِنْ تُعَذِّبْهُمْ فَاِنَّهُمْ عِبَادُكَۚ-وَ اِنْ تَغْفِرْ لَهُمْ فَاِنَّكَ اَنْتَ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ(۱۱۸)
Indien Gij hen straft, zijn zij Uw dienaren en indien Gij hen vergeeft, zijt Gij zeker de Almachtige, de Alwijze.

Indien U hen straft: voorwaar, zij zijn Uw dienaren. En indien U hen vergeeft: dan voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze."
5:119
قَالَ اللّٰهُ هٰذَا یَوْمُ یَنْفَعُ الصّٰدِقِیْنَ صِدْقُهُمْؕ-لَهُمْ جَنّٰتٌ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُ خٰلِدِیْنَ فِیْهَاۤ اَبَدًاؕ-رَضِیَ اللّٰهُ عَنْهُمْ وَ رَضُوْا عَنْهُؕ-ذٰلِكَ الْفَوْزُ الْعَظِیْمُ(۱۱۹)
Allah zal zeggen: "Dit is een dag waarop waarachtigheid de waarachtigen zal baten. Voor hen zijn tuinen, waar doorheen rivieren stromen; zij zullen daarin voor eeuwig vertoeven." Allah heeft behagen in hen en zij hebben behagen in Hem, dit is de grote zegepraal.

Allah zei: "Dit is een Dag waarop hun waarachtigheid de waarachtigen zal baten; er zijn voor hen Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin. Allah is welbehaagd met hen en zij zijn welbehaagd met Hem. Dat is de geweldige overwinning."
5:120
لِلّٰهِ مُلْكُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ مَا فِیْهِنَّؕ-وَ هُوَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ۠(۱۲۰)
Aan Allah behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen is en Hij heeft macht over alle dingen.

Aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat daarin is. En Hij is Almachtig over alle zaken.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْمَـآئِدَة
اَلْمَـآئِدَة
  00:00



Download

اَلْمَـآئِدَة
اَلْمَـآئِدَة
  00:00



Download