READ

Surah al-Jathiyah

اَلْجَاثِيَة
37 Ayaat    مکیۃ


45:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
45:1
حٰمٓۚ(۱)
Haa Miem.

Ha Mîm.
45:2
تَنْزِیْلُ الْكِتٰبِ مِنَ اللّٰهِ الْعَزِیْزِ الْحَكِیْمِ(۲)
De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige, de Alwijze.

(Dit is) de neerzending van het Boek van Allah, de Almachtige, de Alwijze.
45:3
اِنَّ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ لَاٰیٰتٍ لِّلْمُؤْمِنِیْنَؕ(۳)
Voorwaar, in de hemelen en op aarde zijn tekenen voor de gelovigen.

Voorwaar, in de hemelen en de aarde zijn zeker Tekenen voor de gelovigen.
45:4
وَ فِیْ خَلْقِكُمْ وَ مَا یَبُثُّ مِنْ دَآبَّةٍ اٰیٰتٌ لِّقَوْمٍ یُّوْقِنُوْنَۙ(۴)
En in de schepping van uzelf en alle medeschepselen, die Hij verspreidt (over de aarde), zijn tekenen voor een volk dat zekerheid van geloof wil hebben.

En in de schepping van jullie en wat er aan levende wezens (op de aarde) rondloopt, zijn Tekenen voor een volk dat overtuigd is.
45:5
وَ اخْتِلَافِ الَّیْلِ وَ النَّهَارِ وَ مَاۤ اَنْزَلَ اللّٰهُ مِنَ السَّمَآءِ مِنْ رِّزْقٍ فَاَحْیَا بِهِ الْاَرْضَ بَعْدَ مَوْتِهَا وَ تَصْرِیْفِ الرِّیٰحِ اٰیٰتٌ لِّقَوْمٍ یَّعْقِلُوْنَ(۵)
En in de wisseling van nacht en dag en de voorziening die Allah uit de hemel nederzendt waardoor Hij de aarde doet herleven na haar dood en in de verandering van de winden, zijn eveneens tekenen voor een volk, dat zijn verstand gebruikt.

En (ook) in de afwisseling van de nacht en de dag, en in wat Allah heeft neergezonden aan voorzieningen (regen) waarmee Hij vervolgens de aarde doet leven na haar dood, en in de verandering van de winden zijn Tekenen voor een volk dat begrijpt.
45:6
تِلْكَ اٰیٰتُ اللّٰهِ نَتْلُوْهَا عَلَیْكَ بِالْحَقِّۚ-فَبِاَیِّ حَدِیْثٍۭ بَعْدَ اللّٰهِ وَ اٰیٰتِهٖ یُؤْمِنُوْنَ(۶)
Dit zijn de tekenen van Allah, die wij naar waarheid aan u voordragen. In welk woord buiten Allah en Zijn tekenen zullen zij dan geloven?

Dat zijn de Verzen van Allah die Wij aan jou in Waarheid voordragen. In welk woord na (het Woord van) Allah en Zijn Verzen geloven zij dan?
45:7
وَیْلٌ لِّكُلِّ اَفَّاكٍ اَثِیْمٍۙ(۷)
Wee elke zondige leugenaar,

Wee iedere lasteraar, zondaar.
45:8
یَّسْمَعُ اٰیٰتِ اللّٰهِ تُتْلٰى عَلَیْهِ ثُمَّ یُصِرُّ مُسْتَكْبِرًا كَاَنْ لَّمْ یَسْمَعْهَاۚ-فَبَشِّرْهُ بِعَذَابٍ اَلِیْمٍ(۸)
Die de woorden van Allah, die hem worden voorgedragen, hoort en niettemin minachtend ze trotseert alsof hij ze niet hoorde. - Geef hem tijding van een pijnlijke straf. -

Hij hoort de Verzen van Allah die aan hem worden voorgedragen en vervolgens blijft hij hoogmoedig, alsof hij ze niet gehoord heeft. Verkondig hem daarom een pijnlijke bestraffing.
45:9
وَ اِذَا عَلِمَ مِنْ اٰیٰتِنَا شَیْــٴَـاﰳ اتَّخَذَهَا هُزُوًاؕ-اُولٰٓىٕكَ لَهُمْ عَذَابٌ مُّهِیْنٌؕ(۹)
En die, wanneer hij van Onze tekenen kennis krijgt er mee spot. Voor dezulken is er een vernederende straf.

En als hij iets van Onze Verzen vernomen heeft, dan drijft hij er de spot mee. Zij zijn degenen voor wie er een vernederende bestraffing is.
45:10
مِنْ وَّرَآىٕهِمْ جَهَنَّمُۚ-وَ لَا یُغْنِیْ عَنْهُمْ مَّا كَسَبُوْا شَیْــٴًـا وَّ لَا مَا اتَّخَذُوْا مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ اَوْلِیَآءَۚ-وَ لَهُمْ عَذَابٌ عَظِیْمٌؕ(۱۰)
Zij hebben de hel in het vooruitzicht; hetgeen zij verwierven zal hen niet baten noch de afgoden die zij buiten Allah tot beschermers namen, terwijl zij een grote straf zullen ontvangen.

Voor hen is de Hel, en wat zij verricht hebben zal hun niets baten, noch dat wat zij naast Allah als beschermers genomen hebben. En voor hen is er een geweldige bestraffing.
45:11
هٰذَا هُدًىۚ-وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِاٰیٰتِ رَبِّهِمْ لَهُمْ عَذَابٌ مِّنْ رِّجْزٍ اَلِیْمٌ۠(۱۱)
Dit is de leiding. En voor degenen die de tekenen van hun Heer verwerpen, is de kwelling van een pijnlijke straf gereed.

Deze (Koran) is de Leiding, en degenen die niet geloven in de Verzen van hun Heer: voor hen is een bestraffing door een pijnlijke kwelling.
45:12
اَللّٰهُ الَّذِیْ سَخَّرَ لَكُمُ الْبَحْرَ لِتَجْرِیَ الْفُلْكُ فِیْهِ بِاَمْرِهٖ وَ لِتَبْتَغُوْا مِنْ فَضْلِهٖ وَ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُوْنَۚ(۱۲)
Allah is Hij, Die de zee in uw dienst heeft gesteld, zodat schepen er op varen door Zijn gebod opdat gij naar Zijn overvloed zult zoeken en dat gij dankbaar moogt zjin.

Allah is Degene Die de zee voor jullie dienstbaar heeft gemaakt, opdat de schepen met Zijn toestemming erop kunnen varen. En opdat jullie van Zijn gunst zoeken. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.
45:13
وَ سَخَّرَ لَكُمْ مَّا فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَا فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًا مِّنْهُؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیٰتٍ لِّقَوْمٍ یَّتَفَكَّرُوْنَ(۱۳)
En Hij heeft alles van Hem afkomstig in de hemelen en op aarde aan u onderworpen. Daarin zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt.

En Hij heeft voor jullie alles wat zich van Hem in de hemelen en de aarde bevindt dienstbaar gemaakt. Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor een volk dat nadenkt.
45:14
قُلْ لِّلَّذِیْنَ اٰمَنُوْا یَغْفِرُوْا لِلَّذِیْنَ لَا یَرْجُوْنَ اَیَّامَ اللّٰهِ لِیَجْزِیَ قَوْمًۢا بِمَا كَانُوْا یَكْسِبُوْنَ(۱۴)
Zeg tegen de gelovigen, dat zij diegenen, die de dagen van Allah niet vrezen, moeten vergeven, zodat Hij Zelf het volk moge vergelden voor hetgeen zij verrichten.

Zeg tot degenen die geloven dat zij degenen vergeven die niet op de Dagen van Allah hopen. Zodat Hij een volk zal vergelden voor wat het heeft verricht.
45:15
مَنْ عَمِلَ صَالِحًا فَلِنَفْسِهٖۚ-وَ مَنْ اَسَآءَ فَعَلَیْهَا٘-ثُمَّ اِلٰى رَبِّكُمْ تُرْجَعُوْنَ(۱۵)
Wie goed doet, doet dat ten voordele van zijn eigen ziel: en wie kwaad doet, doet dat tegen zijn eigen ziel. Ten slotte zult gij tot uw Heer worden teruggebracht.

Wie een goede daad heeft verricht, het is voor hem; en wie een slechte daad heeft verricht, hij is er verantwoordelijk voor. Daarna zullen jullie tot jullie Heer worden teruggekeerd.
45:16
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ الْكِتٰبَ وَ الْحُكْمَ وَ النُّبُوَّةَ وَ رَزَقْنٰهُمْ مِّنَ الطَّیِّبٰتِ وَ فَضَّلْنٰهُمْ عَلَى الْعٰلَمِیْنَۚ(۱۶)
Wij gaven het Boek en de heerschappij en het profetenambt aan de kinderen van Isra?l en Wij hadden hen van goede dingen voorzien: Wij begunstigden hen boven de andere volkeren.

En voorzeker, Wij hebben de Kinderen van Israël de Schrift (de Taurât) en de heerschappij en het profeetschap gegeven. En Wij hebben hun van het goede voorzien en Wij hebben hen boven de volkeren (die toen leefden) bevoorrecht.
45:17
وَ اٰتَیْنٰهُمْ بَیِّنٰتٍ مِّنَ الْاَمْرِۚ-فَمَا اخْتَلَفُوْۤا اِلَّا مِنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَهُمُ الْعِلْمُۙ-بَغْیًۢا بَیْنَهُمْؕ-اِنَّ رَبَّكَ یَقْضِیْ بَیْنَهُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ فِیْمَا كَانُوْا فِیْهِ یَخْتَلِفُوْنَ(۱۷)
En Wij gaven hun duidelijke uitleg over de godsdienst. En zij werden onenig slechts nadat kennis tot hen was gekomen door onderlinge afgunst. Voorwaar, uw Heer zal op de Dag der Opstanding over hen uitspraak doen omtrent datgene waarover zij het met elkaar oneens waren.

En Wij hebben hun duidelijke aanwijzingen gegeven over de zaak (de godsdienst). Zij raakten niet eerder verdeeld dan nadat de kennis tot hen gekomen was, elkaar onrecht aandoend. Voorwaar, jouw Heer zal tussen hen beslissen op de Dag der Opstanding, over dat waar zij van mening over verschilden.
45:18
ثُمَّ جَعَلْنٰكَ عَلٰى شَرِیْعَةٍ مِّنَ الْاَمْرِ فَاتَّبِعْهَا وَ لَا تَتَّبِـعْ اَهْوَآءَ الَّذِیْنَ لَا یَعْلَمُوْنَ(۱۸)
Dan hebben Wij u (o Mohammed) een duidelijke weg gewezen; volg die daarom, maar volg de begeerten der onwetenden niet.

Vervolgens plaatsten Wij jou (O Moehammad) op een juiste weg (Sjarî'ah) van de godsdienst. Volg deze dan en volg niet de begeerten van degenen die niet weten.
45:19
اِنَّهُمْ لَنْ یُّغْنُوْا عَنْكَ مِنَ اللّٰهِ شَیْــٴًـاؕ-وَ اِنَّ الظّٰلِمِیْنَ بَعْضُهُمْ اَوْلِیَآءُ بَعْضٍۚ-وَ اللّٰهُ وَلِیُّ الْمُتَّقِیْنَ(۱۹)
Voorwaar, zij zullen u niets tegen Allah baten. En voorzeker, de onrechtvaardigen zijn vrienden onder elkander, maar Allah is de Vriend der godvruchtigen.

Voorwaar, zij zullen jou beslist in niets kunnen beschermen tegen (de bestraffing van) Allah. En voorwaar, de onrechtvaardigen zijn elkaars helpers. En Allah is de Beschermer van de Moettaqôen.
45:20
هٰذَا بَصَآىٕرُ لِلنَّاسِ وَ هُدًى وَّ رَحْمَةٌ لِّقَوْمٍ یُّوْقِنُوْنَ(۲۰)
Dit zijn de duidelijke bewijzen voor de mensen en een richtsnoer en barmhartigheid aan een volk dat zekerheid van geloof heeft.

Deze (Koran) is een duidelijke aanwijzing voor de mensheid en Leiding en Barmhartigheid voor een volk dat overtuigd is.
45:21
اَمْ حَسِبَ الَّذِیْنَ اجْتَرَحُوا السَّیِّاٰتِ اَنْ نَّجْعَلَهُمْ كَالَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِۙ-سَوَآءً مَّحْیَاهُمْ وَ مَمَاتُهُمْؕ-سَآءَ مَا یَحْكُمُوْنَ۠(۲۱)
Verbeelden diegenen die slechte daden doen, dat Wij hen zullen behandelen zoals hen, die geloven en goede werken verrichten, zodat hun leven en hun dood gelijk zullen zijn? Verkeerd is hun oordeel.

Dachten degenen die slechte daden verricht hebben, dat Wij hen hetzelfde zullen behandelen als degenen die geloofden en goede daden verricht hebben, zowel in hun leven als in hun sterven? Slecht is dat wat zij vermoeden!
45:22
وَ خَلَقَ اللّٰهُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضَ بِالْحَقِّ وَ لِتُجْزٰى كُلُّ نَفْسٍۭ بِمَا كَسَبَتْ وَ هُمْ لَا یُظْلَمُوْنَ(۲۲)
Allah heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen, zo dat elke ziel voor hetgeen zij verdient vergolden moge worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan.

En Allah heeft de hemelen en de aarde in Waarheid geschapen. Zodat elke ziel wordt vergolden voor wat zij heeft verricht. En zij worden niet onrechtvaardig behandeld.
45:23
اَفَرَءَیْتَ مَنِ اتَّخَذَ اِلٰهَهٗ هَوٰىهُ وَ اَضَلَّهُ اللّٰهُ عَلٰى عِلْمٍ وَّ خَتَمَ عَلٰى سَمْعِهٖ وَ قَلْبِهٖ وَ جَعَلَ عَلٰى بَصَرِهٖ غِشٰوَةًؕ-فَمَنْ یَّهْدِیْهِ مِنْۢ بَعْدِ اللّٰهِؕ-اَفَلَا تَذَكَّرُوْنَ(۲۳)
Hebt gij hem gezien, die zijn eigen begeerte tot zijn God maakt, en die Allah liet dwalen, ondanks zijn kennis, en wiens oren en wiens hart Hij heeft verzegeld en op wiens ogen Hij een sluier heeft gelegd? Wie zal hem buiten Allah kunnen leiden? Wilt gij dan geen lering hieruit trekken?

Heb jij degene gezien die zijn begeerten tot god heeft genomen, en die door Allah tot dwaling wordt gebracht op grond van kennis, en wiens oren en wiens hart Hij verzegeld heeft, en over wiens ogen Hij een bedekking heeft aangebracht? Wie kan hem nog leiding geven nadat Allah (hem heeft doen dwalen)? Laten jullie je dan niet vermanen?
45:24
وَ قَالُوْا مَا هِیَ اِلَّا حَیَاتُنَا الدُّنْیَا نَمُوْتُ وَ نَحْیَا وَ مَا یُهْلِكُنَاۤ اِلَّا الدَّهْرُۚ-وَ مَا لَهُمْ بِذٰلِكَ مِنْ عِلْمٍۚ-اِنْ هُمْ اِلَّا یَظُنُّوْنَ(۲۴)
En zij zeggen: "Er is niets dan dit tegenwoordige leven, wij leven en sterven; alleen de tijd vernietigt ons." Maar zij hebben daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts.

En zij zeiden: "Er is niets dan ons wereldse leven, wij sterven en wij leven, en niets vernietigt ons de tijd." Maar zij hebben daarover geen kennis, zij vermoeden slechts.
45:25
وَ اِذَا تُتْلٰى عَلَیْهِمْ اٰیٰتُنَا بَیِّنٰتٍ مَّا كَانَ حُجَّتَهُمْ اِلَّاۤ اَنْ قَالُوا ائْتُوْا بِاٰبَآىٕنَاۤ اِنْ كُنْتُمْ صٰدِقِیْنَ(۲۵)
En wanneer Onze duidelijke woorden aan hen worden voorgedragen, is hun enige tegenwerping: "Brengt onze vaderen terug, als gij de waarheid spreekt."

En wanneer Onze duidelijke Verzen aan hem worden voorgedragen, dan hebben zij geen verweer dan dat zij zeggen: "Brengt onze voorouders (terug), als jullie waarachtigen zijn."
45:26
قُلِ اللّٰهُ یُحْیِیْكُمْ ثُمَّ یُمِیْتُكُمْ ثُمَّ یَجْمَعُكُمْ اِلٰى یَوْمِ الْقِیٰمَةِ لَا رَیْبَ فِیْهِ وَ لٰكِنَّ اَكْثَرَ النَّاسِ لَا یَعْلَمُوْنَ۠(۲۶)
Zeg: "Het is Allah, Die u leven geeft en u daarna doet sterven, daarna zal Hij u tezamen verzamelen op de Dag der Opstanding waarover geen twijfel is. Maar de meeste mensen begrijpen het niet.

Zeg: "Allah brengt jullie tot leven, daarna doet Hij jullie sterven en daarna verzamelt Hij jullie op de Dag der Opstanding, waaraan geen twijfel is." Maar de meeste mensen weten het niet.
45:27
وَ لِلّٰهِ مُلْكُ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-وَ یَوْمَ تَقُوْمُ السَّاعَةُ یَوْمَىٕذٍ یَّخْسَرُ الْمُبْطِلُوْنَ(۲۷)
Aan Allah behoort de heerschappij der hemelen en der aarde; de Dag waarop het Uur aanbreekt, zullen zij die leugens volgen, vergaan.

En aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde, en de Dag waarop het Uur valt. Die Dag verliezen de vervalsers.
45:28
وَ تَرٰى كُلَّ اُمَّةٍ جَاثِیَةً- كُلُّ اُمَّةٍ تُدْعٰۤى اِلٰى كِتٰبِهَاؕ-اَلْیَوْمَ تُجْزَوْنَ مَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَ(۲۸)
En gij zult ieder volk zien knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er zal tot hen worden gezegd: "Heden zult gij voor hetgeen gij deedt worden beloond.

En jij zult alle volken zien neerknielen, ieder volk zal tot hun boek geroepen worden. Op die Dag zullen jullie vergolden worden voor wat jullie plachten te doen.
45:29
هٰذَا كِتٰبُنَا یَنْطِقُ عَلَیْكُمْ بِالْحَقِّؕ-اِنَّا كُنَّا نَسْتَنْسِخُ مَا كُنْتُمْ تَعْمَلُوْنَ(۲۹)
"Dit is Ons Boek: het spreekt tot u; met waarheid. Wij hebben opgetekend, wat gij deedt."

Dit is Ons Boek, dat in Waarheid tot jullie spreekt. Voorwaar, Wij schreven op wat jullie plegen te doen.
45:30
فَاَمَّا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ فَیُدْخِلُهُمْ رَبُّهُمْ فِیْ رَحْمَتِهٖؕ-ذٰلِكَ هُوَ الْفَوْزُ الْمُبِیْنُ(۳۰)
Maar wat hen betreft, die geloofden en goede daden verrichtten, hun Heer zal hen in Zijn barmhartigheid toelaten. Dat is de openlijke zegepraal.

Wat betreft degenen die geloven en goede werken verrichten: hun Heer zal hen doen binnengaan in Zijn Barmhartigheid. Dat is de duidelijke overwinning.
45:31
وَ اَمَّا الَّذِیْنَ كَفَرُوْا- اَفَلَمْ تَكُنْ اٰیٰتِیْ تُتْلٰى عَلَیْكُمْ فَاسْتَكْبَرْتُمْ وَ كُنْتُمْ قَوْمًا مُّجْرِمِیْنَ(۳۱)
Maar tot de ongelovigen (zal gezegd worden): "Werden Mijn woorden niet aan u voorgedragen? Doch gij waart hoogmoedig en werdt een schuldig volk."

En wat degenen die niet geloofden betreft: werden Mijn Verzen niet aan jullie voorgedragen waarop jullie hoogmoedig werden? En jullie waren een volk van misdadigers.
45:32
وَ اِذَا قِیْلَ اِنَّ وَعْدَ اللّٰهِ حَقٌّ وَّ السَّاعَةُ لَا رَیْبَ فِیْهَا قُلْتُمْ مَّا نَدْرِیْ مَا السَّاعَةُۙ-اِنْ نَّظُنُّ اِلَّا ظَنًّا وَّ مَا نَحْنُ بِمُسْتَیْقِنِیْنَ(۳۲)
En toen er werd gezegd: "De belofte van Allah is zeker waar en aan het Uur is geen twijfel," zeidet gij: "Wij weten niet wat het Uur is: wij vermoeden het slechts en zijn er niet zeker van."

En toen er gezegd werd: "De belofte van Allah is waar en aan het Uur is geen twijfel," zeiden jullie: "Wij wisten niet wat het Uur was, wij koesterden slechts een vermoeden en wij waren daarvan niet overtuigd."
45:33
وَ بَدَا لَهُمْ سَیِّاٰتُ مَا عَمِلُوْا وَ حَاقَ بِهِمْ مَّا كَانُوْا بِهٖ یَسْتَهْزِءُوْنَ(۳۳)
En het boze hunner daden zal hun duidelijk worden en hetgeen zij plachten te bespotten zal hen omringen.

En het kwade van wat zij verricht hadden, werd hen duidelijk en zij werden omsingeld door dat waar zij de spot mee plachten te drijven.
45:34
وَ قِیْلَ الْیَوْمَ نَنْسٰىكُمْ كَمَا نَسِیْتُمْ لِقَآءَ یَوْمِكُمْ هٰذَا وَ مَاْوٰىكُمُ النَّارُ وَ مَا لَكُمْ مِّنْ نّٰصِرِیْنَ(۳۴)
En er zal worden gezegd: "Deze Dag zullen Wij u vergeten zoals gij de ontmoeting met deze Dag vergeten hebt. Uw toevlucht is (slechts) het Vuur en gij hebt daar geen helpers."

Op die Dag wordt gezegd: "Wij vergeten jullie zoals jullie de ontmoeting met deze Dag van jullie hebben vergeten, en jullie verblijfplaats is de Hel en voor jullie zijn er geen helpers.
45:35
ذٰلِكُمْ بِاَنَّكُمُ اتَّخَذْتُمْ اٰیٰتِ اللّٰهِ هُزُوًا وَّ غَرَّتْكُمُ الْحَیٰوةُ الدُّنْیَاۚ-فَالْیَوْمَ لَا یُخْرَجُوْنَ مِنْهَا وَ لَا هُمْ یُسْتَعْتَبُوْنَ(۳۵)
"Dit is omdat gij de tekenen van Allah bespottet, daardoor heeft het leven der wereld u misleid." Daarom zullen zij op die Dag niet uit het Vuur worden genomen, noch zal hun verontschuldiging worden toegestaan.

Dit is omdat jullie de Verzen van Allah tot onderwerp van spot maakten en het wereldse leven jullie verleid heeft." Op die Dag zullen zij er niet worden uitgehaald, en zij zullen niet naar hun berouw gevraagd worden.
45:36
فَلِلّٰهِ الْحَمْدُ رَبِّ السَّمٰوٰتِ وَ رَبِّ الْاَرْضِ رَبِّ الْعٰلَمِیْنَ(۳۶)
Alle lof komt Allah toe, de Heer der hemelen en der aarde; de Heer der Werelden.

Alle lof zij Allah, de Heer van de hemelen en de Heer van de aarde, de Heer der Werelden.
45:37
وَ لَهُ الْكِبْرِیَآءُ فِی السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِؕ-وَ هُوَ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ۠(۳۷)
Hem behoort de Grootheid in de hemelen en op aarde: en Hij is de Machtige, de Alwijze.

En Hem behoort alle grootheid in de hemelen en op de aarde, en Hij is de Almachtige, de Alwijze.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْجَاثِيَة
اَلْجَاثِيَة
  00:00



Download

اَلْجَاثِيَة
اَلْجَاثِيَة
  00:00



Download