READ
Surah Al-Hajj
اَلْحَجّ
78 Ayaat مدنیۃ
22:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
یٰۤاَیُّهَا النَّاسُ اتَّقُوْا رَبَّكُمْۚ-اِنَّ زَلْزَلَةَ السَّاعَةِ شَیْءٌ عَظِیْمٌ(۱)
O volk, vrees uw Heer, want de schok van het Uur is een verschrikkelijk iets.
O mensen, vreest jullie Heer; de beving van het uur is iets geweldigs!
یَوْمَ تَرَوْنَهَا تَذْهَلُ كُلُّ مُرْضِعَةٍ عَمَّاۤ اَرْضَعَتْ وَ تَضَعُ كُلُّ ذَاتِ حَمْلٍ حَمْلَهَا وَ تَرَى النَّاسَ سُكٰرٰى وَ مَا هُمْ بِسُكٰرٰى وَ لٰكِنَّ عَذَابَ اللّٰهِ شَدِیْدٌ(۲)
De Dag waarop elke zogende vrouw haar zuigeling zal vergeten en elke zwangere vrouw zich zal ontdoen van haar dracht; en gij zult mensen bedwelmd zien, terwijl zij niet dronken zijn, doch de kastijding van uw Heer is gestreng.
Op de dag dat jullie het zien zal elke zogende vrouw wat zij zoogt veronachtzamen en elke zwangere zal wat zij draagt baren. En je zult de mensen dronken zien, al zijn zij niet dronken. Maar Gods straf is streng.
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یُّجَادِلُ فِی اللّٰهِ بِغَیْرِ عِلْمٍ وَّ یَتَّبِـعُ كُلَّ شَیْطٰنٍ مَّرِیْدٍۙ(۳)
En onder de mensen zijn er sommigen, die over Allah redetwisten zonder kennis en elke opstandige Satan volgen.
En er zijn mensen die zonder kennis over God twisten en die elke opstandige satan navolgen.
كُتِبَ عَلَیْهِ اَنَّهٗ مَنْ تَوَلَّاهُ فَاَنَّهٗ یُضِلُّهٗ وَ یَهْدِیْهِ اِلٰى عَذَابِ السَّعِیْرِ(۴)
Voor ieder die hem tot vriend neemt is verordend, dat hij hem zal verleiden en naar de straf van het Vuur voeren.
Er staat voor hem geschreven dat hij hem die zich als medestander bij hem aansluit tot dwaling zal brengen en naar de bestraffing van de vuurgloed zal leiden.
یٰۤاَیُّهَا النَّاسُ اِنْ كُنْتُمْ فِیْ رَیْبٍ مِّنَ الْبَعْثِ فَاِنَّا خَلَقْنٰكُمْ مِّنْ تُرَابٍ ثُمَّ مِنْ نُّطْفَةٍ ثُمَّ مِنْ عَلَقَةٍ ثُمَّ مِنْ مُّضْغَةٍ مُّخَلَّقَةٍ وَّ غَیْرِ مُخَلَّقَةٍ لِّنُبَیِّنَ لَكُمْؕ-وَ نُقِرُّ فِی الْاَرْحَامِ مَا نَشَآءُ اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّى ثُمَّ نُخْرِجُكُمْ طِفْلًا ثُمَّ لِتَبْلُغُوْۤا اَشُدَّكُمْۚ-وَ مِنْكُمْ مَّنْ یُّتَوَفّٰى وَ مِنْكُمْ مَّنْ یُّرَدُّ اِلٰۤى اَرْذَلِ الْعُمُرِ لِكَیْلَا یَعْلَمَ مِنْۢ بَعْدِ عِلْمٍ شَیْــٴًـاؕ-وَ تَرَى الْاَرْضَ هَامِدَةً فَاِذَاۤ اَنْزَلْنَا عَلَیْهَا الْمَآءَ اهْتَزَّتْ وَ رَبَتْ وَ اَنْۢبَتَتْ مِنْ كُلِّ زَوْجٍۭ بَهِیْجٍ(۵)
O mensen, indien gij in twijfel verkeert over de Opstanding, bedenkt, dat Wij u hebben geschapen uit stof, daarna uit een levenskiem, dan van een klonter bloed, daarna uit een klomp vlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat Wij het u duidelijk maken. En Wij laten wat Ons behaagt gedurende een vastgestelde tijd in de baarmoeder blijven, dan brengen Wij u als zuigelingen voort, dan (doen Wij u opgroeien) zodat gij volwassen wordt. En daar zijn er onder u die door de dood worden achterhaald en anderen die zulk een hoge ouderdom bereiken, dat zij, na geweten te hebben, niets meer weten. En gij ziet de aarde levenloos, doch wanneer Wij er regen op doen nederdalen, beweegt zij zich, zwelt op en brengt iedere mooie soort planten voort.
O mensen, als jullie in twijfel verkeren over de opwekking? Wij hebben jullie geschapen uit aarde, daarna uit een druppel, daarna uit een bloedklonter en daarna uit een klomp vlees geschapen en ongeschapen om het jullie duidelijk te maken. En Wij laten wat Wij willen voor een vastgestelde termijn in de moederschoot verblijven. Dan brengen Wij jullie als kind tevoorschijn. Dan moeten jullie volgroeid worden. En onder jullie zijn er die weggenomen worden en onder jullie zijn er die teruggebracht worden tot de meest vernederende leeftijd zodat zij, na kennis gehad te hebben, niets meer weten. En je ziet dat de aarde verdord is, maar wanneer Wij er dan water op laten neerdalen beweegt zij zich, zwelt op en laat allerlei kostelijke soorten groeien.
ذٰلِكَ بِاَنَّ اللّٰهَ هُوَ الْحَقُّ وَ اَنَّهٗ یُحْیِ الْمَوْتٰى وَ اَنَّهٗ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌۙ(۶)
Dit is zo omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij het is Die de doden tot leven wekt en omdat Hij over alle dingen macht heeft.
Dat is omdat God de waarheid is en omdat Hij de doden levend maakt en omdat Hij almachtig is,
وَّ اَنَّ السَّاعَةَ اٰتِیَةٌ لَّا رَیْبَ فِیْهَاۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ یَبْعَثُ مَنْ فِی الْقُبُوْرِ(۷)
Voorzeker het Uur nadert, daaraan is geen twijfel; Allah zal al degenen die in de graven zijn, opwekken.
en omdat het uur komt waaraan geen twijfel is en omdat God opwekt wie in de graven zijn.
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یُّجَادِلُ فِی اللّٰهِ بِغَیْرِ عِلْمٍ وَّ لَا هُدًى وَّ لَا كِتٰبٍ مُّنِیْرٍۙ(۸)
En onder de mensen zijn er die over Allah redetwisten zonder kennis, richtsnoer of verlichtend Boek.
En er zijn mensen die zonder kennis, zonder leidraad en zonder verlichtend boek over God twisten.
ثَانِیَ عِطْفِهٖ لِیُضِلَّ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-لَهٗ فِی الدُّنْیَا خِزْیٌ وَّ نُذِیْقُهٗ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ عَذَابَ الْحَرِیْقِ(۹)
0
Zo iemand gaat trots opzij staan om [anderen] van Gods weg te laten afdwalen. Voor hem is er in het tegenwoordige leven schande en Wij zullen hem op de opstandingsdag de bestraffing van het vuur laten proeven.
ذٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ یَدٰكَ وَ اَنَّ اللّٰهَ لَیْسَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِیْدِ۠(۱۰)
"Dit is wegens hetgeen uw handen hebben vooruit gezonden; want Allah is niet onrechtvaardig jegens Zijn dienaren."
"Dat is voor wat jouw handen vroeger gedaan hebben en omdat God geen onrechtvaardige behandeling geeft aan de dienaren."
وَ مِنَ النَّاسِ مَنْ یَّعْبُدُ اللّٰهَ عَلٰى حَرْفٍۚ- فَاِنْ اَصَابَهٗ خَیْرُ ﰳاطْمَاَنَّ بِهٖۚ- وَ اِنْ اَصَابَتْهُ فِتْنَةُ-ﰳانْقَلَبَ عَلٰى وَجْهِهٖ۫ۚ -خَسِرَ الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةَؕ- ذٰلِكَ هُوَ الْخُسْرَانُ الْمُبِیْنُ(۱۱)
En onder de mensen zijn er die Allah weifelend aanbidden. Indien het hun wel gaat, zijn zij daarmede tevreden, maar indien zo iemand een beproeving ten deel valt, keert hij terug tot zijn vroegere wandel. Hij verliest deze wereld zowel als het Hiernamaals. Dat is een duidelijk verlies.
En er zijn mensen die God op het randje dienen. Als zo iemand iets goeds treft, voelt hij zich daarbij gerust, maar als hem een beproeving treft, draait hij zijn gezicht weer om. Hij verliest de tegenwoordige wereld en het hiernamaals; dat is het duidelijke verlies.
یَدْعُوْا مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ مَا لَا یَضُرُّهٗ وَ مَا لَا یَنْفَعُهٗؕ-ذٰلِكَ هُوَ الضَّلٰلُ الْبَعِیْدُۚ(۱۲)
Hij roept naast Allah datgene aan, wat hem schaden noch baten kan. Dat is een vergaande dwaling.
Hij roept in plaats van God iets aan wat hem niet schaadt en niet nut. Dat is de vergaande dwaling.
یَدْعُوْا لَمَنْ ضَرُّهٗۤ اَقْرَبُ مِنْ نَّفْعِهٖؕ-لَبِئْسَ الْمَوْلٰى وَ لَبِئْسَ الْعَشِیْرُ(۱۳)
Hij roept degene aan, die eerder schaadt dan baat. Voorwaar slecht is de beschermer en waarlijk slecht de metgezel.
Hij roept tot iemand van wie de schade nog eerder komt dan het nut. Dat is pas een slechte beschermheer en dat is pas een slechte metgezel!
اِنَّ اللّٰهَ یُدْخِلُ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ جَنّٰتٍ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَفْعَلُ مَا یُرِیْدُ(۱۴)
Voorwaar, Allah zal hen die geloven en goede werken verrichten, tuinen doen binnengaan waardoor rivieren stromen; Allah doet wat Hem behaagt.
God laat hen die geloven en de deugdzame daden doen, tuinen binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. God doet wat Hij wenst.
مَنْ كَانَ یَظُنُّ اَنْ لَّنْ یَّنْصُرَهُ اللّٰهُ فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِ فَلْیَمْدُدْ بِسَبَبٍ اِلَى السَّمَآءِ ثُمَّ لْیَقْطَعْ فَلْیَنْظُرْ هَلْ یُذْهِبَنَّ كَیْدُهٗ مَا یَغِیْظُ(۱۵)
Laat hij die denkt dat Allah hem (de profeet) in deze wereld of in het Hiernamaals niet zal helpen, op de een of andere wijze ten hemel gaan en (Gods hulp) tegenhouden; laat hem dan zien of zijn plan datgene verwijderen kan, wat zijn toorn opwekt.
Wie meent dat God hem in de tegenwoordige wereld en in het hiernamaals niet zal helpen die moet maar met een touw naar de hemel reiken en het dan afsnijden. En dan moet hij maar kijken of door zijn list verwijderd wordt wat hem woedend maakt.
وَ كَذٰلِكَ اَنْزَلْنٰهُ اٰیٰتٍۭ بَیِّنٰتٍۙ-وَّ اَنَّ اللّٰهَ یَهْدِیْ مَنْ یُّرِیْدُ(۱۶)
En aldus hebben Wij hem duidelijke tekenen gezonden, en Allah zal voorzeker leiden wie Hij wil.
En zo hebben Wij hem neergezonden als duidelijke tekenen. En het is zo dat God de goede richting wijst aan wie hij wenst.
اِنَّ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ الَّذِیْنَ هَادُوْا وَ الصّٰبِـٕیْنَ وَ النَّصٰرٰى وَ الْمَجُوْسَ وَ الَّذِیْنَ اَشْرَكُوْۤا ﳓ اِنَّ اللّٰهَ یَفْصِلُ بَیْنَهُمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِؕ-اِنَّ اللّٰهَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ شَهِیْدٌ(۱۷)
Voorzeker de gelovigen, de Joden, de Sabianen, de Christenen, de Magi?rs en de afgodendienaren, Allah zal tussen hen richten op de Dag der Opstanding, want Allah is Getuige over alle dingen.
Zij die geloven, zij die het jodendom aanhangen, de Sabiërs, de christenen, de magiërs en de aanhangers van het veelgodendom, God zal scheiding tussen hen aanbrengen op de opstandingsdag. God is van alles getuige.
اَلَمْ تَرَ اَنَّ اللّٰهَ یَسْجُدُ لَهٗ مَنْ فِی السَّمٰوٰتِ وَ مَنْ فِی الْاَرْضِ وَ الشَّمْسُ وَ الْقَمَرُ وَ النُّجُوْمُ وَ الْجِبَالُ وَ الشَّجَرُ وَ الدَّوَآبُّ وَ كَثِیْرٌ مِّنَ النَّاسِؕ-وَ كَثِیْرٌ حَقَّ عَلَیْهِ الْعَذَابُؕ-وَ مَنْ یُّهِنِ اللّٰهُ فَمَا لَهٗ مِنْ مُّكْرِمٍؕ-اِنَّ اللّٰهَ یَفْعَلُ مَا یَشَآءُؕ۩(۱۸)
Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voor Allah nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon, de maan, de sterren, de bergen, de bomen, het vee en een groot deel der mensen; maar toch valt nog velen de kastijding ten deel. En die Allah vernedert, kan niemand verheffen. Voorwaar, Allah doet wat Hij wil.
Zie jij niet dat voor God zich eerbiedig neerbuigen wie er in de hemelen en wie er op de aarde zijn, de zon, de maan en de sterren, de bergen en de bomen, de dieren en veel van de mensen. Maar veel zijn er die de bestraffing terecht zullen krijgen. En wie door God vernederd wordt, voor hem is er niemand die hem eer bewijst. God doet wat Hij wil." --
هٰذٰنِ خَصْمٰنِ اخْتَصَمُوْا فِیْ رَبِّهِمْ٘-فَالَّذِیْنَ كَفَرُوْا قُطِّعَتْ لَهُمْ ثِیَابٌ مِّنْ نَّارٍؕ-یُصَبُّ مِنْ فَوْقِ رُءُوْسِهِمُ الْحَمِیْمُۚ(۱۹)
Hier zijn twee tegenstanders die redetwisten over hun Heer. Voor de ongelovigen zullen gewaden van Vuur worden gesneden en over hun hoofd zal kokend water worden uitgegoten.
Dit zijn twee tegenpartijen die met elkaar over hun Heer twisten: Voor hen die ongelovig zijn worden kleren geknipt uit vuur terwijl over hun hoofden gloeiend water wordt uitgegoten.
یُصْهَرُ بِهٖ مَا فِیْ بُطُوْنِهِمْ وَ الْجُلُوْدُؕ(۲۰)
Waardoor hun ingewanden alsmede hun huiden zullen worden verteerd.
Wat in hun buiken en hun huis is smelt daardoor.
Voor hen zijn er knuppels van ijzer.
كُلَّمَاۤ اَرَادُوْۤا اَنْ یَّخْرُجُوْا مِنْهَا مِنْ غَمٍّ اُعِیْدُوْا فِیْهَاۗ-وَ ذُوْقُوْا عَذَابَ الْحَرِیْقِ۠(۲۲)
Telkens wanneer zij er uit (uit de hel) wensen te gaan, zullen zij er in terug worden gedreven; men zal zeggen: "Proeft gij de straf van het branden?"
Telkens als zij van smart eruit wensen te gaan, worden zij erin teruggebracht en [wordt tot hen gezegd]: "Proeft de straf van de verbranding."
اِنَّ اللّٰهَ یُدْخِلُ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ جَنّٰتٍ تَجْرِیْ مِنْ تَحْتِهَا الْاَنْهٰرُ یُحَلَّوْنَ فِیْهَا مِنْ اَسَاوِرَ مِنْ ذَهَبٍ وَّ لُؤْلُؤًاؕ-وَ لِبَاسُهُمْ فِیْهَا حَرِیْرٌ(۲۳)
Doch Allah zal degenen die geloven en goede werken verrichten tuinen doen binnentreden waardoor rivieren stromen. Zij zullen daarin worden getooid met armbanden van goud en parels, en hun gewaden zullen van zijde zijn.
Maar God laat hen die geloven en de deugdzame daden doen tuinen binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en met parels en hun kleren zijn daar van zijde.
وَ هُدُوْۤا اِلَى الطَّیِّبِ مِنَ الْقَوْلِۚۖ-وَ هُدُوْۤا اِلٰى صِرَاطِ الْحَمِیْدِ(۲۴)
En zij zullen naar het reine woord en het pad van de Geprezene worden geleid.
En zij worden geleid tot iets wat goed is om te zeggen en zij worden naar de weg van de lofwaardige geleid.
اِنَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ یَصُدُّوْنَ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ الَّذِیْ جَعَلْنٰهُ لِلنَّاسِ سَوَآءَ ﰳالْعَاكِفُ فِیْهِ وَ الْبَادِؕ-وَ مَنْ یُّرِدْ فِیْهِ بِاِلْحَادٍۭ بِظُلْمٍ نُّذِقْهُ مِنْ عَذَابٍ اَلِیْمٍ۠(۲۵)
Voorzeker degenen die niet geloven en mensen afhouden van de weg van Allah en van de Heilige Moskee (te Mekka) - die Wij gelijk voor alle mensen hebben aangewezen, hetzij degene die er in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling) die van buiten komt - en hij die in de Moskee onrechtvaardig naar goddeloosheid streeft - hem zullen Wij een pijnlijke straf doen ondergaan.
Zij die ongelovig zijn en de weg van God versperren en ook de weg naar de heilige moskee die Wij gemaakt hebben voor de mensen, of zij daar nu een vaste verblijfplaats hebben of [als bezoeker] vanuit de woestijn komen? en als iemand daar misbruik wenst te maken door onrecht te plegen, dan zullen Wij hem een pijnlijke bestraffing laten proeven.
وَ اِذْ بَوَّاْنَا لِاِبْرٰهِیْمَ مَكَانَ الْبَیْتِ اَنْ لَّا تُشْرِكْ بِیْ شَیْــٴًـا وَّ طَهِّرْ بَیْتِیَ لِلطَّآىٕفِیْنَ وَ الْقَآىٕمِیْنَ وَ الرُّكَّعِ السُّجُوْدِ(۲۶)
En toen Wij Abraham de plaats voor het Huis (de Kaaba) aanwezen zeggende: "Vereenzelvig niets met Mij, en houd Mijn Huis rein voor degenen die de rondgang verrichten en degenen die opstaan (voor gebed) en neerbuigen en zich ter aarde werpen.
En toen Wij aan Ibrahiem op de plaats van het huis onderdak gaven [en zeiden]: "Voeg niets als metgezel aan Mij toe en reinig Mijn huis voor hen die de omgang verrichten, die rechtopstaan en die buigen en zich eerbiedig neerbuigen.
وَ اَذِّنْ فِی النَّاسِ بِالْحَجِّ یَاْتُوْكَ رِجَالًا وَّ عَلٰى كُلِّ ضَامِرٍ یَّاْتِیْنَ مِنْ كُلِّ فَجٍّ عَمِیْقٍۙ(۲۷)
En verkondig de bedevaart aan de mensen. Zij zullen te voet of op magere kamelen van verre tot u komen.
En roep onder de mensen op tot de bedevaart zodat zij te voet tot je komen en op allerlei knokige kamelen die door elke diepe bergpas heen komen,
لِّیَشْهَدُوْا مَنَافِعَ لَهُمْ وَ یَذْكُرُوا اسْمَ اللّٰهِ فِیْۤ اَیَّامٍ مَّعْلُوْمٰتٍ عَلٰى مَا رَزَقَهُمْ مِّنْۢ بَهِیْمَةِ الْاَنْعَامِۚ-فَكُلُوْا مِنْهَا وَ اَطْعِمُوا الْبَآىٕسَ الْفَقِیْرَ٘(۲۸)
Opdat zij van hun voordeel getuigenis afleggen en de naam van Allah uitspreken gedurende de vastgestelde dagen over het vee waarvan Hij hen heeft voorzien. Eet dan daarvan en spijzigt de behoeftigen in nood.
om getuige te zijn van dingen die voor hen nuttig zijn en om Gods naam op de bekende dagen te vermelden over de dieren van het vee waarmee Hij jullie voorzien heeft. Eet daar dan van en voedt ook de arme die noodlijdend is.
ثُمَّ لْیَقْضُوْا تَفَثَهُمْ وَ لْیُوْفُوْا نُذُوْرَهُمْ وَ لْیَطَّوَّفُوْا بِالْبَیْتِ الْعَتِیْقِ(۲۹)
Laat hen dan hun vuilheid verwijderen en hun geloften vervullen en een omgang maken om het oude Huis (Kaaba)."
Dan moeten zij zich ontdoen van hun viezigheid en hun geloften vervullen en de omgang om het aloude huis verrichten."
ذٰلِكَۗ-وَ مَنْ یُّعَظِّمْ حُرُمٰتِ اللّٰهِ فَهُوَ خَیْرٌ لَّهٗ عِنْدَ رَبِّهٖؕ-وَ اُحِلَّتْ لَكُمُ الْاَنْعَامُ اِلَّا مَا یُتْلٰى عَلَیْكُمْ فَاجْتَنِبُوا الرِّجْسَ مِنَ الْاَوْثَانِ وَ اجْتَنِبُوْا قَوْلَ الزُّوْرِۙ(۳۰)
Zo zij het. Wie dus de heilige geboden van Allah eert, het zal voor hem goed zijn in de ogen van zijn Heer. En wettig voor u is alle vee behalve hetgeen u anderszins is verkondigd. Vermijdt derhalve de onreinheid der afgodsbeelden en vermijdt het valse woord.
Dat is het. En als iemand de heilige dingen in ere houdt dan is dat beter voor hem bij zijn Heer. En voor jullie is het vee toegestaan, behalve wat jullie voorgelezen wordt. Vermijdt dus de gruwel van de afgoden en vermijdt het de onwaarheid te zeggen,
حُنَفَآءَ لِلّٰهِ غَیْرَ مُشْرِكِیْنَ بِهٖؕ-وَ مَنْ یُّشْرِكْ بِاللّٰهِ فَكَاَنَّمَا خَرَّ مِنَ السَّمَآءِ فَتَخْطَفُهُ الطَّیْرُ اَوْ تَهْوِیْ بِهِ الرِّیْحُ فِیْ مَكَانٍ سَحِیْقٍ(۳۱)
Oprecht zijnde voor Allah, niets met Hem vereenzelvigende. En wie iets met Allah vereenzelvigt, het is alsof hij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar een afgelegen plaats.
als aanhangers van het zuivere geloof ten opzichte van God zonder metgezellen aan Hem toe te voegen. En als iemand aan God metgezellen toevoegt, dan is het alsof hij uit de hemel valt en dan door de vogels meegesleurd of door de wind naar een afgelegen plaats geblazen wordt.
ذٰلِكَۗ-وَ مَنْ یُّعَظِّمْ شَعَآىٕرَ اللّٰهِ فَاِنَّهَا مِنْ تَقْوَى الْقُلُوْبِ(۳۲)
Zo zij het. En wie de heilige tekenen van Allah vereert, voorwaar, dat is de oprechtheid des harten.
Dat is het. En als iemand Gods gewijde symbolen in ere houdt, dan komt dat van de godvrezendheid van de harten.
لَكُمْ فِیْهَا مَنَافِعُ اِلٰۤى اَجَلٍ مُّسَمًّى ثُمَّ مَحِلُّهَاۤ اِلَى الْبَیْتِ الْعَتِیْقِ۠(۳۳)
Daar is in de offeranden een profijt voor u voor een vastgestelde tijd, daarna is hun plaats bij het oude Huis.
Voor jullie zijn daarin allerlei nuttigheden tot een vastgestelde termijn en daarna vinden zij hun bestemming [om geslacht te worden] bij het aloude huis.
وَ لِكُلِّ اُمَّةٍ جَعَلْنَا مَنْسَكًا لِّیَذْكُرُوا اسْمَ اللّٰهِ عَلٰى مَا رَزَقَهُمْ مِّنْۢ بَهِیْمَةِ الْاَنْعَامِؕ-فَاِلٰهُكُمْ اِلٰهٌ وَّاحِدٌ فَلَهٗۤ اَسْلِمُوْاؕ-وَ بَشِّرِ الْمُخْبِتِیْنَۙ(۳۴)
En voor elk volk hebben Wij handelingen van offer en wijdingen vastgesteld, opdat zij de naam van Allah mogen uitspreken over het vee dat Hij hun heeft gegeven. Uw God is dus E?n God, weest daarom onderdanig aan Hem. En geef blijde tijding aan de ootmoedigen.
En voor elke gemeenschap hebben Wij een rite gemaakt om Gods naam te vermelden over de dieren van het vee waarmee Hij hen voorzien heeft. En jullie god is één god, geeft jullie dus over aan Hem en verkondigt het goede nieuws aan hen die nederig vertrouwen,
الَّذِیْنَ اِذَا ذُكِرَ اللّٰهُ وَ جِلَتْ قُلُوْبُهُمْ وَ الصّٰبِرِیْنَ عَلٰى مَاۤ اَصَابَهُمْ وَ الْمُقِیْمِی الصَّلٰوةِۙ-وَ مِمَّا رَزَقْنٰهُمْ یُنْفِقُوْنَ(۳۵)
0
van wie, wanneer Gods naam vermeld wordt, de harten vol ontzag zijn, die geduldig volharden bij wat hen treft en die de salaat verrichten en die bijdragen geven van wat Wij hun voor hun levensonderhoud gegeven hebben.
وَ الْبُدْنَ جَعَلْنٰهَا لَكُمْ مِّنْ شَعَآىٕرِ اللّٰهِ لَكُمْ فِیْهَا خَیْرٌ ﳓ فَاذْكُرُوا اسْمَ اللّٰهِ عَلَیْهَا صَوَآفَّۚ-فَاِذَا وَجَبَتْ جُنُوْبُهَا فَكُلُوْا مِنْهَا وَ اَطْعِمُوا الْقَانِعَ وَ الْمُعْتَرَّؕ-كَذٰلِكَ سَخَّرْنٰهَا لَكُمْ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُوْنَ(۳۶)
En onder de heilige tekenen van Allah hebben Wij voor u de offerkamelen aangewezen. In hen is er veel voordeel voor u. Spreekt daarom de naam van Allah over hen uit terwijl zij in rijen staan opgesteld. En wanneer ze op hun zij neervallen, eet er van en voedt de rijken en de armen. Aldus hebben Wij hen aan u dienstbaar gemaakt, opdat gij dankbaar moogt zijn.
En de offerkamelen hebben Wij voor jullie tot Gods gewijde symbolen laten behoren. Daarin is [allerlei] goeds voor jullie. En vermeldt Gods naam erover als ze gekluisterd klaar staan. En als ze op hun zij gevallen zijn, eet er dan van en voedt ook de arme die bescheiden is en die erom vraagt. Zo hebben Wij ze aan jullie dienstbaar gemaakt; misschien zullen jullie dank betuigen.
لَنْ یَّنَالَ اللّٰهَ لُحُوْمُهَا وَ لَا دِمَآؤُهَا وَ لٰكِنْ یَّنَالُهُ التَّقْوٰى مِنْكُمْؕ-كَذٰلِكَ سَخَّرَهَا لَكُمْ لِتُكَبِّرُوا اللّٰهَ عَلٰى مَا هَدٰىكُمْؕ-وَ بَشِّرِ الْمُحْسِنِیْنَ(۳۷)
Hun vlees noch hun bloed bereikt Allah, doch uw godsvrucht bereikt Hem. Aldus heeft Hij hen aan u dienstbaar gemaakt, opdat gij Allah moogt verheerlijken wegens hetgeen waartoe Hij u heeft geleid. En geef blijde tijding aan de goeden.
Het vlees noch het bloed ervan zal God bereiken, maar de godvrezendheid van jullie bereikt Hem. Zo hebben Wij ze aan jullie dienstbaar gemaakt opdat jullie de grootheid van God verkondigen omdat Hij jullie op het goede pad gebracht heeft. En verkondigt het goede nieuws aan hen die goed doen.
اِنَّ اللّٰهَ یُدٰفِعُ عَنِ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ كُلَّ خَوَّانٍ كَفُوْرٍ۠(۳۸)
Voorwaar, Allah verdedigt de gelovigen. Voorzeker, Allah heeft niemand lief die oneerlijk, ondankbaar is.
God zal hen die geloven verdedigen. God bemint geen enkele ondankbare verrader.
اُذِنَ لِلَّذِیْنَ یُقٰتَلُوْنَ بِاَنَّهُمْ ظُلِمُوْاؕ-وَ اِنَّ اللّٰهَ عَلٰى نَصْرِهِمْ لَقَدِیْرُۙﰳ (۳۹)
Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker Allah heeft de macht hen bij te staan.
Aan hen die bestreden worden is [de strijd] toegestaan omdat hun onrecht is aangedaan; God heeft de macht hen te helpen,
الَّذِیْنَ اُخْرِجُوْا مِنْ دِیَارِهِمْ بِغَیْرِ حَقٍّ اِلَّاۤ اَنْ یَّقُوْلُوْا رَبُّنَا اللّٰهُؕ-وَ لَوْ لَا دَفْعُ اللّٰهِ النَّاسَ بَعْضَهُمْ بِبَعْضٍ لَّهُدِّمَتْ صَوَامِعُ وَ بِیَعٌ وَّ صَلَوٰتٌ وَّ مَسٰجِدُ یُذْكَرُ فِیْهَا اسْمُ اللّٰهِ كَثِیْرًاؕ-وَ لَیَنْصُرَنَّ اللّٰهُ مَنْ یَّنْصُرُهٗؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَقَوِیٌّ عَزِیْزٌ(۴۰)
Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: "Onze Heer is Allah." - En indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskee?n, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken zijn. Allah zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt - Allah is inderdaad Sterk, Almachtig.
die zonder recht uit hun woningen verdreven zijn, alleen maar omdat zij zeggen: "Onze Heer is God" -- en als God de mensen elkaar niet had laten weerhouden dan waren kluizenaarsverblijven, kerken, synagogen en moskeeën waarin Gods naam vaak genoemd wordt zeker verwoest. Maar God zal hen die Hem helpen zeker helpen; God is krachtig en machtig --
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan