READ
Surah Al-Anfaal
اَلْاَ نْفَال
75 Ayaat مدنیۃ
وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّمَا غَنِمْتُمْ مِّنْ شَیْءٍ فَاَنَّ لِلّٰهِ خُمُسَهٗ وَ لِلرَّسُوْلِ وَ لِذِی الْقُرْبٰى وَ الْیَتٰمٰى وَ الْمَسٰكِیْنِ وَ ابْنِ السَّبِیْلِۙ-اِنْ كُنْتُمْ اٰمَنْتُمْ بِاللّٰهِ وَ مَاۤ اَنْزَلْنَا عَلٰى عَبْدِنَا یَوْمَ الْفُرْقَانِ یَوْمَ الْتَقَى الْجَمْعٰنِؕ-وَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ(۴۱)
En weet, dat wat gij ook als buit neemt, er een vijfde van voor Allah, de boodschapper, de verwanten, de wezen, de armen en de reiziger is, - indien gij in Allah gelooft en in hetgeen Wij aan Onze dienaar op de dag der onderscheiding nederzonden, de dag waarop de twee legers elkander ontmoetten. En Allah heeft macht over alle dingen.
En weet dat, wat jullie ook aan oorlogsbuit (Ghanîmah) hebben verkregen: één vijfde deel ervan is voor Allah en voor de Boodschapper en voor de verwanten (van de Boodschapper), en de wezen, en de annen en de reiziger (zonder proviand), als jullie in Allah geloven en in wat Wij aan Onze dienaar hebben neergezonden op de dag van het onderscheid, de dag dat de twee legers elkaar troffen. En Allah is Almachtig over alle dingen.
اِذْ اَنْتُمْ بِالْعُدْوَةِ الدُّنْیَا وَ هُمْ بِالْعُدْوَةِ الْقُصْوٰى وَ الرَّكْبُ اَسْفَلَ مِنْكُمْؕ-وَ لَوْ تَوَاعَدْتُّمْ لَاخْتَلَفْتُمْ فِی الْمِیْعٰدِۙ-وَ لٰكِنْ لِّیَقْضِیَ اللّٰهُ اَمْرًا كَانَ مَفْعُوْلًا ﳔ لِّیَهْلِكَ مَنْ هَلَكَ عَنْۢ بَیِّنَةٍ وَّ یَحْیٰى مَنْ حَیَّ عَنْۢ بَیِّنَةٍؕ-وَ اِنَّ اللّٰهَ لَسَمِیْعٌ عَلِیْمٌۙ(۴۲)
Toen gij op de nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere zijde bevonden en de karavaan beneden u was; en indien gij een onderlinge afspraak hadt gemaakt, zoudt gij ten opzichte van die afspraak zeker (van mening) hebben verschild. Maar (dit gebeurde) zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot stand zou brengen, zodat hij die zou omkomen door een duidelijk teken zou sterven en dat hij die zou leven door een even duidelijk teken zou blijven leven. En voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend.
Toen jullie je op de nabijgelegen rand van de vallei bevonden en zij zich op de verste rand van de vallei, terwijl de karavaan zich onder jullie bevond. En als jullie een afspraak zouden maken, (over de dag van de veldslag), dan zouden jullie het met elkaar oneens zijn. (Maar Allah liet de veldslag plaatsvinden) zodat Allah een zaak zou volbrengen die plaats moest vinden, zodat zij die sneuvelden vanwege een duidelijk bewijs sneuvelden; en zodat zij die in leven bleven vanwege een duidelijk bewijs in leven bleven. En voorwaar, Allah is zeker Alhorend en Alwetend,
اِذْ یُرِیْكَهُمُ اللّٰهُ فِیْ مَنَامِكَ قَلِیْلًاؕ-وَ لَوْ اَرٰىكَهُمْ كَثِیْرًا لَّفَشِلْتُمْ وَ لَتَنَازَعْتُمْ فِی الْاَمْرِ وَ لٰكِنَّ اللّٰهَ سَلَّمَؕ-اِنَّهٗ عَلِیْمٌۢ بِذَاتِ الصُّدُوْرِ(۴۳)
Gedenk de tijd toen Allah hen (de vijanden) in uw ogen als weinigen toonde; had Hij hen u als velen getoond, dan zoudt gij voorzeker hebben geweifeld en met elkander over de zaak getwist; maar Allah bewaarde u; voorzeker, Hij heeft volle kennis over hetgeen in het innerlijk is.
Toen Allah hen in jouw slaap gering in aantal toonde (was jij aangemoedigd). En als Hij hen groot in aantal had getoond, dan zouden jullie ontmoedigd zijn geraakt, en het met elkaar oneens zijn geworden over de kwestie, maar Allah bracht redding. Voorwaar, Hij weet wat zich in de harten bevindt.
وَ اِذْ یُرِیْكُمُوْهُمْ اِذِ الْتَقَیْتُمْ فِیْۤ اَعْیُنِكُمْ قَلِیْلًا وَّ یُقَلِّلُكُمْ فِیْۤ اَعْیُنِهِمْ لِیَقْضِیَ اللّٰهُ اَمْرًا كَانَ مَفْعُوْلًاؕ-وَ اِلَى اللّٰهِ تُرْجَعُ الْاُمُوْرُ۠(۴۴)
En toen Hij hen in de tijd van uw ontmoeting als weinigen in uw ogen deed voorkomen en u als weinigen in hun ogen deed voorkomen, zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot stand mocht brengen. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht.
Toen Hij hen aan jullie toonde, toen jullie met hen tot een treffen kwamen, deed Hij hen in jullie ogen als weinigen voorkomen. En Hij deed jullie als een klein aantal in hun ogen voorkomen, zodat Allah een vastgestelde zaak zou volbrengen. En tot Allah keren alle zaken terug.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِذَا لَقِیْتُمْ فِئَةً فَاثْبُتُوْا وَ اذْكُرُوا اللّٰهَ كَثِیْرًا لَّعَلَّكُمْ تُفْلِحُوْنَۚ(۴۵)
O, gij die gelooft, blijft standvastig wanneer gij een leger (van ongelovigen) ontmoet en gedenkt Allah vaak, opdat gij moogt slagen.
O jullie die geloven, als jullie een leger treffen, weest dan standvastig en gedenkt Allah veelvuldig. Hopelijk zullen jullie welslagen.
وَ اَطِیْعُوا اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ وَ لَا تَنَازَعُوْا فَتَفْشَلُوْا وَ تَذْهَبَ رِیْحُكُمْ وَ اصْبِرُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ مَعَ الصّٰبِرِیْنَۚ(۴۶)
En gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en redetwist niet met elkander, anders zult gij laf worden en uw kracht zal vergaan. En weest geduldig, voorzeker Allah is met de geduldigen.
En gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper en twist niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt. En weest geduldig: voorwaar, Allah is met de geduldigen.
وَ لَا تَكُوْنُوْا كَالَّذِیْنَ خَرَجُوْا مِنْ دِیَارِهِمْ بَطَرًا وَّ رِئَآءَ النَّاسِ وَ یَصُدُّوْنَ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ بِمَا یَعْمَلُوْنَ مُحِیْطٌ(۴۷)
En weest niet zoals degenen die pochend uit hun huizen kwamen om door de mensen te worden gezien en om anderen van het pad van Allah af te leiden; en Allah omvat al hetgeen zij doen.
En weest niet zoals degenen die hun huizen verlieten, trots en vol ijdel vertoon voor de mensen, en die van het Pad van Allah afflielden. En Allah omvat (met Zijn kennis) wat zij doen.
وَ اِذْ زَیَّنَ لَهُمُ الشَّیْطٰنُ اَعْمَالَهُمْ وَ قَالَ لَا غَالِبَ لَكُمُ الْیَوْمَ مِنَ النَّاسِ وَ اِنِّیْ جَارٌ لَّكُمْۚ-فَلَمَّا تَرَآءَتِ الْفِئَتٰنِ نَكَصَ عَلٰى عَقِبَیْهِ وَ قَالَ اِنِّیْ بَرِیْٓءٌ مِّنْكُمْ اِنِّیْۤ اَرٰى مَا لَا تَرَوْنَ اِنِّیْۤ اَخَافُ اللّٰهَؕ-وَ اللّٰهُ شَدِیْدُ الْعِقَابِ۠(۴۸)
Toen deed Satan hun hun daden schoon schijnen en zeide: "Niemand onder de mensen zal deze dag de overhand over u hebben want ik ben uw metgezel." Maar toen de twee legers elkander in het zicht kwamen, wendde hij zich af en zeide: "Voorzeker, ik heb niets met u uitstaande, waarlijk, ik zie wat gij niet ziet, ik vrees Allah en Allah is streng in het straffen."
En (gedenkt) toen de Satan hun daden voor hen schoonschijnend maakte, en zei: "Er is op deze dag geen mens die jullie kan verslaan: en voorwaar, Ik ben jullie naaste." Maar toen de twee legers elkaar zagen, draaide hij zich om op zijn hielen en zij: "Voorwaar, ik heb niets met jullie van doen. Voorwaar, ik zie wat jullie niet zien, voorwaar, ik vrees Allah." En Allah is hard in de bestraffing.
اِذْ یَقُوْلُ الْمُنٰفِقُوْنَ وَ الَّذِیْنَ فِیْ قُلُوْبِهِمْ مَّرَضٌ غَرَّ هٰۤؤُلَآءِ دِیْنُهُمْؕ-وَ مَنْ یَّتَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِ فَاِنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۴۹)
Toen de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is, zeiden: "Hun (Moslims) geloof heeft dezen bedrogen." Maar wie zijn vertrouwen in Allah legt: voorzeker Allah is Almachtig, Alwijs.
Toen de huichelaars en degenen in wiens harten een ziekte is, (tegen de gelovigen) zeiden: "Hun godsdienst heeft ben misleid." Maar (voor) wie Allah vertrouwt (is Allah hun Helper). Voorwaar, Allah is Almachtig, Aiwijs.
وَ لَوْ تَرٰۤى اِذْ یَتَوَفَّى الَّذِیْنَ كَفَرُواۙ-الْمَلٰٓىٕكَةُ یَضْرِبُوْنَ وُجُوْهَهُمْ وَ اَدْبَارَهُمْۚ-وَ ذُوْقُوْا عَذَابَ الْحَرِیْقِ(۵۰)
O, hadt gij het slechts kunnen zien, wanneer de engelen de ziel der ongelovigen wegnemen, hun gezicht en hun rug treffende: "Ondergaat de straf van het branden.
En als jij (het) zou kunnen zien, wanneer de Engelen (de zielen van) degenen die ongelovig zijn wegnemen, (en hoe) zij hun gezichten en hun ruggen slaan (en zeggen:) "Proeft de bestraffing van het branden!" (Dan zie je zeker een geweldige zaak.)
ذٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ اَیْدِیْكُمْ وَ اَنَّ اللّٰهَ لَیْسَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِیْدِۙ(۵۱)
Dit komt door hetgeen uw handen hebben gewrocht; Allah is in het geheel niet onrechtvaardig voor Zijn dienaren."
Dat is, vanwege wat hun handen hebben voortgebracht, en waarlijk, Allah is geen onrechtvaardige voor de dienaar.
كَدَاْبِ اٰلِ فِرْعَوْنَۙ-وَ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْؕ-كَفَرُوْا بِاٰیٰتِ اللّٰهِ فَاَخَذَهُمُ اللّٰهُ بِذُنُوْبِهِمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ قَوِیٌّ شَدِیْدُ الْعِقَابِ(۵۲)
Zoals het volk van Pharao en degenen die v??r hen waren; zij verwierpen de tekenen van Allah, daarom strafte Allah hen voor hun zonden. Voorzeker, Allah is Machtig, Streng in het straffen.
Zoals Fir'aun en zijn volgelingen cm degenen vóór hen gewoon waren: zij waren ongelovig aan de Tekenen van Allah, waarop Allah hen greep wegens hun zonden. Voorwaar, Allah is sterk, hard in de bestraffing.
ذٰلِكَ بِاَنَّ اللّٰهَ لَمْ یَكُ مُغَیِّرًا نِّعْمَةً اَنْعَمَهَا عَلٰى قَوْمٍ حَتّٰى یُغَیِّرُوْا مَا بِاَنْفُسِهِمْۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ سَمِیْعٌ عَلِیْمٌۙ(۵۳)
Dit is omdat Allah nooit een gunst die Hij een volk heeft bewezen zal veranderen totdat zij, wat in hun hart is, veranderen. En voorzeker Allah is Alhorend, Alwetend.
Dat is omdat Allah nimmer een genieting die Hij aan een volk heeft geschonken verandert (in een bestraffing), tenzij zij veranderen wat zich bij hen bevindt: en voorwaar, Allah is Alhorend, Alwetend.
كَدَاْبِ اٰلِ فِرْعَوْنَۙ-وَ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْؕ-كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِ رَبِّهِمْ فَاَهْلَكْنٰهُمْ بِذُنُوْبِهِمْ وَ اَغْرَقْنَاۤ اٰلَ فِرْعَوْنَۚ-وَ كُلٌّ كَانُوْا ظٰلِمِیْنَ(۵۴)
Zoals het volk van Pharao en degenen, die v??r hen waren; zij verloochenden de tekenen van hun Heer daarom vernietigden Wij hen voor hun zonden. En Wij verdronken het volk van Pharao want zij waren allen onrechtvaardig.
Zoals Fir'aun en zijn volgelingen en degenen vóór hen; zij loochhenden de Tekenen van hun Heer, waarna Wij hen vernietigden wegens hun zonden. En Wij verdronken Fir'aun en zijn volgelingen en zij allen waren onrechtplegers.
اِنَّ شَرَّ الدَّوَآبِّ عِنْدَ اللّٰهِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا فَهُمْ لَا یُؤْمِنُوْنَۖۚ(۵۵)
Voorzeker, in de ogen van Allah zijn zij, die (de waarheid) verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven:
Voorwaar, de slechtste schepselen bij Allah zijn degenen die ongelovig zijn, omdat zij niet geloven.
اَلَّذِیْنَ عٰهَدْتَّ مِنْهُمْ ثُمَّ یَنْقُضُوْنَ عَهْدَهُمْ فِیْ كُلِّ مَرَّةٍ وَّ هُمْ لَا یَتَّقُوْنَ(۵۶)
Degenen met wie gij een verbond sluit, daarna schenden zij dit verbond telkens weer en zij vrezen niet.
(Zij zijn) degenen met wie jij (O Moehammad) een verbond bent aangegaan, (en die) vervolgens hun verbond iedere keer schenden: en zij vrezen (Allah) niet.
فَاِمَّا تَثْقَفَنَّهُمْ فِی الْحَرْبِ فَشَرِّدْ بِهِمْ مَّنْ خَلْفَهُمْ لَعَلَّهُمْ یَذَّكَّرُوْنَ(۵۷)
Als gij hen in de oorlog ontmoet, jaagt dan degenen die achter hen zign vrees aan wegens hen, opdat zij er lering uit mogen trekken.
Wanneer jullie hen dan treffen in de oorlog: doe degenen achter hen dan alle kanten uitvluchten, hopelijk zullen zij er lering uit trekken.
وَ اِمَّا تَخَافَنَّ مِنْ قَوْمٍ خِیَانَةً فَانْۢبِذْ اِلَیْهِمْ عَلٰى سَوَآءٍؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ الْخَآىٕنِیْنَ۠(۵۸)
En als gij ontrouw van een volk vreest verstoot hen dan op gelijke wijze. Voorzeker, Allah heeft de ongelovigen niet lief.
En als jij verraad vreest van een volk, hef het (verbond) dan met wederzijdse duidelijkheid op. Voorwaar, Allah houdt niet van de verraders.
وَ لَا یَحْسَبَنَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا سَبَقُوْاؕ-اِنَّهُمْ لَا یُعْجِزُوْنَ(۵۹)
En laat de ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen Ons niet ontkomen.
En laten degenen die ongelovig zijn zeker niet denken dat zij (de bestraffing van Allah) kunnen tegenhouden. Voorwaar, zij kunnen (die) niet ontkrachten.
وَ اَعِدُّوْا لَهُمْ مَّا اسْتَطَعْتُمْ مِّنْ قُوَّةٍ وَّ مِنْ رِّبَاطِ الْخَیْلِ تُرْهِبُوْنَ بِهٖ عَدُوَّ اللّٰهِ وَ عَدُوَّكُمْ وَ اٰخَرِیْنَ مِنْ دُوْنِهِمْۚ-لَا تَعْلَمُوْنَهُمْۚ-اَللّٰهُ یَعْلَمُهُمْؕ-وَ مَا تُنْفِقُوْا مِنْ شَیْءٍ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ یُوَفَّ اِلَیْكُمْ وَ اَنْتُمْ لَا تُظْلَمُوْنَ(۶۰)
En maakt aan de grens alle mogelijke strijdkrachten en vastgehouden paarden voor hen gereed, waarmede gij de vijand van Allah en uw vijand en anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die Allah kent, moogt afschrikken. En wat gij ook voor de zaak van Allah besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald en u zal geen onrecht worden aangedaan.
En brengt wat jullie kunnen aan macht bij elkaar, om hen mee te bevechten, waaronder strijdrossen om daarmee de vijanden van Allah en jullie vijanden angst aan te jagen, en ook anderen die jullie niet kennen (en) die Allah wel kent. En wat jullie ook aan bijdragen uitgeven op de Weg van Allah, Hij zal jullie volledig vergoeden. En jullie zal geen onrecht worden aangedaan.
وَ اِنْ جَنَحُوْا لِلسَّلْمِ فَاجْنَحْ لَهَا وَ تَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-اِنَّهٗ هُوَ السَّمِیْعُ الْعَلِیْمُ(۶۱)
En als zij tot vrede neigen, neigt u er dan ook toe en legt uw vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is Alhorend, Alwetend.
En als zij geneigd zijn tot vrede, wees dan ook daartoe geneigd en stel jouw vertrouwen op Allah. Voorwaar, Hij is Alhorend, Alwetend.
وَ اِنْ یُّرِیْدُوْۤا اَنْ یَّخْدَعُوْكَ فَاِنَّ حَسْبَكَ اللّٰهُؕ-هُوَ الَّذِیْۤ اَیَّدَكَ بِنَصْرِهٖ وَ بِالْمُؤْمِنِیْنَۙ(۶۲)
En als zij u willen bedriegen is Allah voorzeker (als Helper) toereikend voor u. Hij is het, Die u heeft versterkt met Zijn hulp en met die der gelovigen,
En als zij joe willen bedriegen; den is Allah voorj jou voldoende. Hij is het Degene jou versterkte door Zijn hulp en door de gelovigen.
وَ اَلَّفَ بَیْنَ قُلُوْبِهِمْؕ-لَوْ اَنْفَقْتَ مَا فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًا مَّاۤ اَلَّفْتَ بَیْنَ قُلُوْبِهِمْ وَ لٰكِنَّ اللّٰهَ اَلَّفَ بَیْنَهُمْؕ-اِنَّهٗ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۶۳)
en Hij heeft hun harten verenigd. Indien gij al hetgeen op aarde is had besteed, kondet gij hun harten niet hebben verzoend, maar Allah heeft hen verenigd. Voorzeker, Hij is Almachtig, Alwijs.
En Hij bracht hun harten tot elkaar. En al had jij alles wat er op de aarde is besteed, dan zou jij hun harten niet tot elkaar hebben kunnen brengen, maar Allah heeft hen tot elkaar gebracht. Voorwaar, Hij is Almachtig, Alwijs.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ حَسْبُكَ اللّٰهُ وَ مَنِ اتَّبَعَكَ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ۠(۶۴)
O profeet, Allah is toereikend voor u en voor diegenen der gelovigen die u volgen.
O Profeet, Allah is voor jou voldoende en voor de gelovigen die jou volgen.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ حَرِّضِ الْمُؤْمِنِیْنَ عَلَى الْقِتَالِؕ-اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ عِشْرُوْنَ صٰبِرُوْنَ یَغْلِبُوْا مِائَتَیْنِۚ-وَ اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ مِّائَةٌ یَّغْلِبُوْۤا اَلْفًا مِّنَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِاَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا یَفْقَهُوْنَ(۶۵)
O profeet, spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen.
O Profeet, spoor de gelovigen aan tot het gevecht. Als er onder jullie twintig zijn die geduldig zijn, dan zullen zij er tweehonderd verslaan. En als er onder jullie honderd zijn, dan zullen zij er duizend verslaan van degenen die ongelovig zijn, omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt.
اَلْـٰٔنَ خَفَّفَ اللّٰهُ عَنْكُمْ وَ عَلِمَ اَنَّ فِیْكُمْ ضَعْفًاؕ-فَاِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ مِّائَةٌ صَابِرَةٌ یَّغْلِبُوْا مِائَتَیْنِۚ-وَ اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ اَلْفٌ یَّغْلِبُوْۤا اَلْفَیْنِ بِاِذْنِ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ مَعَ الصّٰبِرِیْنَ(۶۶)
Maar nu heeft Allah uw last verlicht, want Hij weet dat er zwakheid in u is. Als er daarom honderd uwer zijn die standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overweldigen en als er duizend uwer zijn zullen zij door het gebod van Allah twee duizend overwinnen. En Allah is met degenen die standvastig zijn.
Nu heeft Allah jullie verlichting gegeven en Hij weet dat er onder jullie zwakken zijn. En als er onder jullie honderd zijn die geduldig zijn, dan zullen zij er tweehonderd verslaan. En als er duizend onder juillie zijn, dan zullen zij er tweeduizend verslaan, met Allah's verlof. En Allah is met de geduldigen.
مَا كَانَ لِنَبِیٍّ اَنْ یَّكُوْنَ لَهٗۤ اَسْرٰى حَتّٰى یُثْخِنَ فِی الْاَرْضِؕ-تُرِیْدُوْنَ عَرَضَ الدُّنْیَا ﳓ وَ اللّٰهُ یُرِیْدُ الْاٰخِرَةَؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۶۷)
Een profeet kan geen gevangenen maken voordat hij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst de goederen van deze wereld terwijl Allah het Hiernamaals voor u wenst. En Allah is Almachtig, Alwijs.
Het past een Profeet niet dat hij krijgsgevangenen heeft, totdat hij (de vijanden) op aarde heeft onderworpen. Jullie wensen de wereldse vergankelijkheden, maar Allah wenst (voor jullie) het Hiernamaals. En Allah is Abmachtig, Alwijs.
لَوْ لَا كِتٰبٌ مِّنَ اللّٰهِ سَبَقَ لَمَسَّكُمْ فِیْمَاۤ اَخَذْتُمْ عَذَابٌ عَظِیْمٌ(۶۸)
En indien er geen gebod van Allah was geweest zou u voorzeker een grote rampspoed zijn overkomen voor hetgeen gij naamt.
Als er niet een vastgestelde beschikking van Allah aan voorafgegaan was, dan zou een geweldige bestraffing jullie zeker hebben getroffen, wegens dat wat jullie hebben genomen.
فَكُلُوْا مِمَّا غَنِمْتُمْ حَلٰلًا طَیِّبًا ﳲ وَّ اتَّقُوا اللّٰهَؕ-اِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ۠(۶۹)
Eet van de buit die gij ontvangt als wettig en goed en vreest Allah. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
Eet dan van wat jullie aan oorlogsbuit hebben genomen, het is toegestaan en goed, en vreest Allah. Voorwaw, Allah is Vergeverisgezind, Meest Barmhartig.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ قُلْ لِّمَنْ فِیْۤ اَیْدِیْكُمْ مِّنَ الْاَسْرٰۤىۙ-اِنْ یَّعْلَمِ اللّٰهُ فِیْ قُلُوْبِكُمْ خَیْرًا یُّؤْتِكُمْ خَیْرًا مِّمَّاۤ اُخِذَ مِنْكُمْ وَ یَغْفِرْ لَكُمْؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۷۰)
O profeet, zeg tot de gevangenen die in uw handen zijn: "Als Allah enig goed in uw hart vindt, zal Hij u beter geven dan hetgeen van u is weggenomen en zal Hij u vergeven". Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
O Profeet, zeg tot de gevangenen die zich in jouw handen bevinden: "Als Allah doet weten dat er iets van goedheid in jullie harten is, dan zal Hij jullie iets beters geven dan wat van jullie is afgenomen, en dan zal Hij jullie vergeven." En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.
وَ اِنْ یُّرِیْدُوْا خِیَانَتَكَ فَقَدْ خَانُوا اللّٰهَ مِنْ قَبْلُ فَاَمْكَنَ مِنْهُمْؕ-وَ اللّٰهُ عَلِیْمٌ حَكِیْمٌ(۷۱)
Maar als zij voornemens zijn u ontrouw te worden, zijn zij reeds voorheen Allah ontrouw geweest, daarom gaf Hij u macht over hen. Allah is Alwetend, Alwijs.
Maar als zij verraad willen plegen tegenover jou (O Moehammed), dan pleegden zij daarvoor verraad tegenover Allah, en Hij zal jou tot heerser over hen maken, en Allah is Alwetend, Alwijs.
اِنَّ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا بِاَمْوَالِهِمْ وَ اَنْفُسِهِمْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الَّذِیْنَ اٰوَوْا وَّ نَصَرُوْۤا اُولٰٓىٕكَ بَعْضُهُمْ اَوْلِیَآءُ بَعْضٍؕ-وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ لَمْ یُهَاجِرُوْا مَا لَكُمْ مِّنْ وَّلَایَتِهِمْ مِّنْ شَیْءٍ حَتّٰى یُهَاجِرُوْاۚ-وَ اِنِ اسْتَنْصَرُوْكُمْ فِی الدِّیْنِ فَعَلَیْكُمُ النَّصْرُ اِلَّا عَلٰى قَوْمٍۭ بَیْنَكُمْ وَ بَیْنَهُمْ مِّیْثَاقٌؕ-وَ اللّٰهُ بِمَا تَعْمَلُوْنَ بَصِیْرٌ(۷۲)
Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hun huizen verlieten en met hun bezittingen en hun persoon voor de zaak van Allah hebben gestreden en degenen die schuilplaats verstrekten en hielpen, zijn vrienden van elkander. Maar degenen die geloven en die hun huizen niet verlieten, gij zijt in het geheel niet verantwoordelijk voor hun bescherming tenzij zij hun huizen verlaten. Maar als zij hulp inzake het geloof zoeken dan is het uw plicht hen te helpen behalve tegen een volk, met hetwelk gij een verbond hebt. Allah ziet, wat gij doet.
Voorwaar, degenen die geloven en die zijn uitgeweken (naar Medinah) en die hebben gesteden met hun bezittingen en hun levens op de Weg van Allah, en degenen die onderdak boden en hulp verleenden: zij zijn het die elkaars bondgenoten zijn. En degenen die geloven" maar die nog niet zijn uitgeweken: jullie hebben geen enkele verbondenheid met hen, totdat zij zijn uitgeweken. En wanneer zij jullie hulp vragen bij de godsdienst, dan is het jullie plicht om hen te helpen, behalve tegen een volk waarmee jullie een verbond hebben. En Allah is Alziende over wat jullie doen.
وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بَعْضُهُمْ اَوْلِیَآءُ بَعْضٍؕ-اِلَّا تَفْعَلُوْهُ تَكُنْ فِتْنَةٌ فِی الْاَرْضِ وَ فَسَادٌ كَبِیْرٌؕ(۷۳)
De ongelovigen zijn vrienden van elkander. Als gij niet ingrijpt zal er onheil en grote wanorde in het land komen.
En degenen die ongelovig zijn, zijn elkaars bondgenoten. Als jullie dat niet doen (elkaar steunen en beschermen), den zal er chaos en een groot verderf op aarde ontstaan.
وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الَّذِیْنَ اٰوَوْا وَّ نَصَرُوْۤا اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْمُؤْمِنُوْنَ حَقًّاؕ-لَهُمْ مَّغْفِرَةٌ وَّ رِزْقٌ كَرِیْمٌ(۷۴)
En degenen die geloven en hun huizen verlaten en die streden voor de zaak van Allah en degenen die hun schuilplaats verstrekken en hen helpen zijn de ware gelovigen. Er is voor hen vergiffenis en een waardige voorziening.
En degenen die geloven en zijn uitgeweken en hebben gestreden op de Weg van Allah, en degenen die onderdak hebben gegeven en hulp hebben verleend: zij zijn het die de ware gelovigen zijn. Voor ben is er vergeving en een edele voorziening.
وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا مِنْۢ بَعْدُ وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا مَعَكُمْ فَاُولٰٓىٕكَ مِنْكُمْؕ-وَ اُولُوا الْاَرْحَامِ بَعْضُهُمْ اَوْلٰى بِبَعْضٍ فِیْ كِتٰبِ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمٌ۠(۷۵)
En degenen die naderhand zullen geloven en hun huizen verlaten en tezamen met u strijden, zullen tot u behoren; en bloedverwanten staan nader tot elkander in het Boek van Allah. Voorzeker, Allah is de Oerkenner van alle dingen.
En degenen die daarna gelovig zijn geworden en zijn uitgeweken en samen rnet jullie hebben gestreden: zij zijn degenen die tot jullie behoren. En de bloedverwanten hebben voorrang boven de anderen in het Boek van Allah. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle dingen.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan