READ

Surah Al-Anfaal

 اَلْاَ نْفَال
75 Ayaat    مدنیۃ


8:41
وَ اعْلَمُوْۤا اَنَّمَا غَنِمْتُمْ مِّنْ شَیْءٍ فَاَنَّ لِلّٰهِ خُمُسَهٗ وَ لِلرَّسُوْلِ وَ لِذِی الْقُرْبٰى وَ الْیَتٰمٰى وَ الْمَسٰكِیْنِ وَ ابْنِ السَّبِیْلِۙ-اِنْ كُنْتُمْ اٰمَنْتُمْ بِاللّٰهِ وَ مَاۤ اَنْزَلْنَا عَلٰى عَبْدِنَا یَوْمَ الْفُرْقَانِ یَوْمَ الْتَقَى الْجَمْعٰنِؕ-وَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرٌ(۴۱)
En weet, dat wat gij ook als buit neemt, er een vijfde van voor Allah, de boodschapper, de verwanten, de wezen, de armen en de reiziger is, - indien gij in Allah gelooft en in hetgeen Wij aan Onze dienaar op de dag der onderscheiding nederzonden, de dag waarop de twee legers elkander ontmoetten. En Allah heeft macht over alle dingen.

En weet, dat, indien gij eenigen buit bekomt, een vijfde deel daarvan aan God en den gezant behoort en aan zijne bloedverwanten, en aan de weezen, de armen en de reizigers indien gij aan God gelooft, en aan hetgeen wij door onzen dienaar op den dag der onderscheiding hebben nedergezonden; op den dag waarop de twee legers elkander ontmoeten; en God is almachtig.
8:42
اِذْ اَنْتُمْ بِالْعُدْوَةِ الدُّنْیَا وَ هُمْ بِالْعُدْوَةِ الْقُصْوٰى وَ الرَّكْبُ اَسْفَلَ مِنْكُمْؕ-وَ لَوْ تَوَاعَدْتُّمْ لَاخْتَلَفْتُمْ فِی الْمِیْعٰدِۙ-وَ لٰكِنْ لِّیَقْضِیَ اللّٰهُ اَمْرًا كَانَ مَفْعُوْلًا ﳔ لِّیَهْلِكَ مَنْ هَلَكَ عَنْۢ بَیِّنَةٍ وَّ یَحْیٰى مَنْ حَیَّ عَنْۢ بَیِّنَةٍؕ-وَ اِنَّ اللّٰهَ لَسَمِیْعٌ عَلِیْمٌۙ(۴۲)
Toen gij op de nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere zijde bevonden en de karavaan beneden u was; en indien gij een onderlinge afspraak hadt gemaakt, zoudt gij ten opzichte van die afspraak zeker (van mening) hebben verschild. Maar (dit gebeurde) zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot stand zou brengen, zodat hij die zou omkomen door een duidelijk teken zou sterven en dat hij die zou leven door een even duidelijk teken zou blijven leven. En voorzeker, Allah is Alhorend, Alwetend.

Toen gij gelegerd waart op de meest nabijgelegen zijde der vallei, en zij gelegerd waren op de verste zijde, en de karavaan zich lager bevond, en indien gij wederzijds bepaald hadt slag te leveren, zoudt gij zekerlijk die bepaling hebben geschonden; maar gij werdt, zonder eenige voorafgaande bepaling, tot den strijd gebracht, opdat God de zaak zou vervullen, welke hij besloten had te doen plaats hebben. Opdat degeen die omkwam, zou omkomen, na een blijkbare aanwijzing, en hij die het moest overleven, door hetzelfde teeken leven mocht. God hoort en weet alles.
8:43
اِذْ یُرِیْكَهُمُ اللّٰهُ فِیْ مَنَامِكَ قَلِیْلًاؕ-وَ لَوْ اَرٰىكَهُمْ كَثِیْرًا لَّفَشِلْتُمْ وَ لَتَنَازَعْتُمْ فِی الْاَمْرِ وَ لٰكِنَّ اللّٰهَ سَلَّمَؕ-اِنَّهٗ عَلِیْمٌۢ بِذَاتِ الصُّدُوْرِ(۴۳)
Gedenk de tijd toen Allah hen (de vijanden) in uw ogen als weinigen toonde; had Hij hen u als velen getoond, dan zoudt gij voorzeker hebben geweifeld en met elkander over de zaak getwist; maar Allah bewaarde u; voorzeker, Hij heeft volle kennis over hetgeen in het innerlijk is.

Herinner u, toen uw Heer den vijand in uwen slaap en weinig in getal aan u deed verschijnen; en indien hij u dien in grooten getale had doen verschijnen, zoudt gij den moed verloren en daarover getwist hebben, maar God behoedde u daarvoor; want hij kent de binnenste deelen van de borst der menschen.
8:44
وَ اِذْ یُرِیْكُمُوْهُمْ اِذِ الْتَقَیْتُمْ فِیْۤ اَعْیُنِكُمْ قَلِیْلًا وَّ یُقَلِّلُكُمْ فِیْۤ اَعْیُنِهِمْ لِیَقْضِیَ اللّٰهُ اَمْرًا كَانَ مَفْعُوْلًاؕ-وَ اِلَى اللّٰهِ تُرْجَعُ الْاُمُوْرُ۠(۴۴)
En toen Hij hen in de tijd van uw ontmoeting als weinigen in uw ogen deed voorkomen en u als weinigen in hun ogen deed voorkomen, zodat Allah hetgeen gedaan moest worden tot stand mocht brengen. En tot Allah worden alle dingen teruggebracht.

En toen hij hem zich voor u deed vertoonen, deed hij hem weinig talrijk voor uwe oogen schijnen; hij verminderde het getal in uwe oogen, opdat God de zaak zou mogen vervullen, welke hij besloten had te doen; en tot God zullen alle dingen terugkeeren.
8:45
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِذَا لَقِیْتُمْ فِئَةً فَاثْبُتُوْا وَ اذْكُرُوا اللّٰهَ كَثِیْرًا لَّعَلَّكُمْ تُفْلِحُوْنَۚ(۴۵)
O, gij die gelooft, blijft standvastig wanneer gij een leger (van ongelovigen) ontmoet en gedenkt Allah vaak, opdat gij moogt slagen.

O ware geloovigen! indien gij een deel der ongeloovigen ontmoet, weest onverwrikbaar en gedenkt God dikwijls, opdat gij voorspoedig zoudt mogen zijn.
8:46
وَ اَطِیْعُوا اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ وَ لَا تَنَازَعُوْا فَتَفْشَلُوْا وَ تَذْهَبَ رِیْحُكُمْ وَ اصْبِرُوْاؕ-اِنَّ اللّٰهَ مَعَ الصّٰبِرِیْنَۚ(۴۶)
En gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en redetwist niet met elkander, anders zult gij laf worden en uw kracht zal vergaan. En weest geduldig, voorzeker Allah is met de geduldigen.

En gehoorzaamt God en zijn gezant, en weest niet verdeeld; daardoor zoudt gij ontmoedigd worden, en al uw welslagen hangt van u af; maar volhardt met geduld; want God is met hen die volharden.
8:47
وَ لَا تَكُوْنُوْا كَالَّذِیْنَ خَرَجُوْا مِنْ دِیَارِهِمْ بَطَرًا وَّ رِئَآءَ النَّاسِ وَ یَصُدُّوْنَ عَنْ سَبِیْلِ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ بِمَا یَعْمَلُوْنَ مُحِیْطٌ(۴۷)
En weest niet zoals degenen die pochend uit hun huizen kwamen om door de mensen te worden gezien en om anderen van het pad van Allah af te leiden; en Allah omvat al hetgeen zij doen.

En weest niet als zij, die onbeschaamd hunne huizen verlieten en met pralen onder de menschen verschenen, en van den weg van God afwenden; want God begrijpt wat zij doen.
8:48
وَ اِذْ زَیَّنَ لَهُمُ الشَّیْطٰنُ اَعْمَالَهُمْ وَ قَالَ لَا غَالِبَ لَكُمُ الْیَوْمَ مِنَ النَّاسِ وَ اِنِّیْ جَارٌ لَّكُمْۚ-فَلَمَّا تَرَآءَتِ الْفِئَتٰنِ نَكَصَ عَلٰى عَقِبَیْهِ وَ قَالَ اِنِّیْ بَرِیْٓءٌ مِّنْكُمْ اِنِّیْۤ اَرٰى مَا لَا تَرَوْنَ اِنِّیْۤ اَخَافُ اللّٰهَؕ-وَ اللّٰهُ شَدِیْدُ الْعِقَابِ۠(۴۸)
Toen deed Satan hun hun daden schoon schijnen en zeide: "Niemand onder de mensen zal deze dag de overhand over u hebben want ik ben uw metgezel." Maar toen de twee legers elkander in het zicht kwamen, wendde hij zich af en zeide: "Voorzeker, ik heb niets met u uitstaande, waarlijk, ik zie wat gij niet ziet, ik vrees Allah en Allah is streng in het straffen."

En gedenkt, toen satan hunne daden voor hen vooraf beschikte en zeide: Niemand zal u heden overwinnen; en ik zal zeker nabij zijn, om u te helpen. Maar toen de beide legers elkander in het gezicht kwamen, wendde hij hun den rug toe, zeggende: Waarlijk, ik bemoei er mij niet mede, ik zie wat gij niet ziet, ik vrees God, want God is gestreng in het straffen.
8:49
اِذْ یَقُوْلُ الْمُنٰفِقُوْنَ وَ الَّذِیْنَ فِیْ قُلُوْبِهِمْ مَّرَضٌ غَرَّ هٰۤؤُلَآءِ دِیْنُهُمْؕ-وَ مَنْ یَّتَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِ فَاِنَّ اللّٰهَ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۴۹)
Toen de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is, zeiden: "Hun (Moslims) geloof heeft dezen bedrogen." Maar wie zijn vertrouwen in Allah legt: voorzeker Allah is Almachtig, Alwijs.

Toen de huichelaars, en zij in wier harten een gebrek zetelde, zeiden: Hun geloof verblindt hen. Maar hij die zijn vertrouwen in God stelt, weet dat hij machtig en wijs is.
8:50
وَ لَوْ تَرٰۤى اِذْ یَتَوَفَّى الَّذِیْنَ كَفَرُواۙ-الْمَلٰٓىٕكَةُ یَضْرِبُوْنَ وُجُوْهَهُمْ وَ اَدْبَارَهُمْۚ-وَ ذُوْقُوْا عَذَابَ الْحَرِیْقِ(۵۰)
O, hadt gij het slechts kunnen zien, wanneer de engelen de ziel der ongelovigen wegnemen, hun gezicht en hun rug treffende: "Ondergaat de straf van het branden.

En zoo gij hadt gezien toen de engelen de ongeloovigen doodden; toen sloegen zij hunne aangezichten en hunne ruggen en zeiden tot hen: Gevoelt gij de pijn der verbranding?
8:51
ذٰلِكَ بِمَا قَدَّمَتْ اَیْدِیْكُمْ وَ اَنَّ اللّٰهَ لَیْسَ بِظَلَّامٍ لِّلْعَبِیْدِۙ(۵۱)
Dit komt door hetgeen uw handen hebben gewrocht; Allah is in het geheel niet onrechtvaardig voor Zijn dienaren."

Dit zult gij ondergaan, om hetgeen uwe handen voor u hebben verricht, en omdat God niet onrechtvaardig omtrent zijne dienaren is.
8:52
كَدَاْبِ اٰلِ فِرْعَوْنَۙ-وَ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْؕ-كَفَرُوْا بِاٰیٰتِ اللّٰهِ فَاَخَذَهُمُ اللّٰهُ بِذُنُوْبِهِمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ قَوِیٌّ شَدِیْدُ الْعِقَابِ(۵۲)
Zoals het volk van Pharao en degenen die v??r hen waren; zij verwierpen de tekenen van Allah, daarom strafte Allah hen voor hun zonden. Voorzeker, Allah is Machtig, Streng in het straffen.

Hun lot gelijkt dat van het volk van Pharao en der ongeloovigen, die hen zijn voorafgegaan. God verdelgt hen om hunne zonden. God is sterk en gestreng in zijne straffen.
8:53
ذٰلِكَ بِاَنَّ اللّٰهَ لَمْ یَكُ مُغَیِّرًا نِّعْمَةً اَنْعَمَهَا عَلٰى قَوْمٍ حَتّٰى یُغَیِّرُوْا مَا بِاَنْفُسِهِمْۙ-وَ اَنَّ اللّٰهَ سَمِیْعٌ عَلِیْمٌۙ(۵۳)
Dit is omdat Allah nooit een gunst die Hij een volk heeft bewezen zal veranderen totdat zij, wat in hun hart is, veranderen. En voorzeker Allah is Alhorend, Alwetend.

Dit is geschied, omdat God de weldaden niet verandert, waarmede hij de menschen overlaadt, zoolang zij niet veranderen wat in hunne zielen is, en hetwelk God alles hoort en ziet.
8:54
كَدَاْبِ اٰلِ فِرْعَوْنَۙ-وَ الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْؕ-كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِ رَبِّهِمْ فَاَهْلَكْنٰهُمْ بِذُنُوْبِهِمْ وَ اَغْرَقْنَاۤ اٰلَ فِرْعَوْنَۚ-وَ كُلٌّ كَانُوْا ظٰلِمِیْنَ(۵۴)
Zoals het volk van Pharao en degenen, die v??r hen waren; zij verloochenden de tekenen van hun Heer daarom vernietigden Wij hen voor hun zonden. En Wij verdronken het volk van Pharao want zij waren allen onrechtvaardig.

Zij hebben gehandeld evenals het volk van Pharao en evenals zij die het vooraf gingen; die de teekens van hunnen Heer loochenden. Daarom verdelgden wij hen in hunne zonden en wij overstroomden het volk van Pharao; want zij waren allen zondaren.
8:55
اِنَّ شَرَّ الدَّوَآبِّ عِنْدَ اللّٰهِ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا فَهُمْ لَا یُؤْمِنُوْنَۖۚ(۵۵)
Voorzeker, in de ogen van Allah zijn zij, die (de waarheid) verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven:

Waarlijk de slechtste dieren in Gods oog zijn zij, die hardnekkige ongeloovigen zijn, en niet willen gelooven.
8:56
اَلَّذِیْنَ عٰهَدْتَّ مِنْهُمْ ثُمَّ یَنْقُضُوْنَ عَهْدَهُمْ فِیْ كُلِّ مَرَّةٍ وَّ هُمْ لَا یَتَّقُوْنَ(۵۶)
Degenen met wie gij een verbond sluit, daarna schenden zij dit verbond telkens weer en zij vrezen niet.

Evenals zij, die een verbond met u aangaan en later hun verbond bij iedere geschikte gelegenheid schenden en God niet vreezen.
8:57
فَاِمَّا تَثْقَفَنَّهُمْ فِی الْحَرْبِ فَشَرِّدْ بِهِمْ مَّنْ خَلْفَهُمْ لَعَلَّهُمْ یَذَّكَّرُوْنَ(۵۷)
Als gij hen in de oorlog ontmoet, jaagt dan degenen die achter hen zign vrees aan wegens hen, opdat zij er lering uit mogen trekken.

Indien gij hen in den strijd gevangen neemt, verstrooi hen en stel een voorbeeld voor hen die na hen zullen komen, opdat zij gewaarschuwd mogen zijn.
8:58
وَ اِمَّا تَخَافَنَّ مِنْ قَوْمٍ خِیَانَةً فَانْۢبِذْ اِلَیْهِمْ عَلٰى سَوَآءٍؕ-اِنَّ اللّٰهَ لَا یُحِبُّ الْخَآىٕنِیْنَ۠(۵۸)
En als gij ontrouw van een volk vreest verstoot hen dan op gelijke wijze. Voorzeker, Allah heeft de ongelovigen niet lief.

Of indien gij eenig verraad van een volk vreest, verwerp zijn verbond en behandel het dan op gelijke wijze; want God bemint de verraders niet.
8:59
وَ لَا یَحْسَبَنَّ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا سَبَقُوْاؕ-اِنَّهُمْ لَا یُعْجِزُوْنَ(۵۹)
En laat de ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen Ons niet ontkomen.

En denkt niet dat de ongeloovigen Gods wraak ontgaan; want zij zullen Gods macht niet verminderen.
8:60
وَ اَعِدُّوْا لَهُمْ مَّا اسْتَطَعْتُمْ مِّنْ قُوَّةٍ وَّ مِنْ رِّبَاطِ الْخَیْلِ تُرْهِبُوْنَ بِهٖ عَدُوَّ اللّٰهِ وَ عَدُوَّكُمْ وَ اٰخَرِیْنَ مِنْ دُوْنِهِمْۚ-لَا تَعْلَمُوْنَهُمْۚ-اَللّٰهُ یَعْلَمُهُمْؕ-وَ مَا تُنْفِقُوْا مِنْ شَیْءٍ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ یُوَفَّ اِلَیْكُمْ وَ اَنْتُمْ لَا تُظْلَمُوْنَ(۶۰)
En maakt aan de grens alle mogelijke strijdkrachten en vastgehouden paarden voor hen gereed, waarmede gij de vijand van Allah en uw vijand en anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die Allah kent, moogt afschrikken. En wat gij ook voor de zaak van Allah besteedt, het zal u ten volle worden terugbetaald en u zal geen onrecht worden aangedaan.

Verzamel dus alle krachten die gij tegen hen hebt, en troepen paarden, waarmede gij den vijand Gods moogt verschrikken, en ook uw vijand en alle ongeloovigen buiten hen, welke gij niet kent, maar die God kent. En wat gij voor de verdediging van Gods geloof besteedt, zal u worden terug betaald en gij zult niet onrechtvaardig worden behandeld.
8:61
وَ اِنْ جَنَحُوْا لِلسَّلْمِ فَاجْنَحْ لَهَا وَ تَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-اِنَّهٗ هُوَ السَّمِیْعُ الْعَلِیْمُ(۶۱)
En als zij tot vrede neigen, neigt u er dan ook toe en legt uw vertrouwen in Allah. Voorzeker Hij is Alhorend, Alwetend.

Indien zij tot vrede overhellen, zult gij mede daartoe neigen, en stel uw vertrouwen in God; want hij hoort en weet alles.
8:62
وَ اِنْ یُّرِیْدُوْۤا اَنْ یَّخْدَعُوْكَ فَاِنَّ حَسْبَكَ اللّٰهُؕ-هُوَ الَّذِیْۤ اَیَّدَكَ بِنَصْرِهٖ وَ بِالْمُؤْمِنِیْنَۙ(۶۲)
En als zij u willen bedriegen is Allah voorzeker (als Helper) toereikend voor u. Hij is het, Die u heeft versterkt met Zijn hulp en met die der gelovigen,

Maar indien zij trachten u te verraden, dan zal God uw helper zijn. Hij is het, die u door zijne ondersteuning heeft geholpen en door die der geloovigen,
8:63
وَ اَلَّفَ بَیْنَ قُلُوْبِهِمْؕ-لَوْ اَنْفَقْتَ مَا فِی الْاَرْضِ جَمِیْعًا مَّاۤ اَلَّفْتَ بَیْنَ قُلُوْبِهِمْ وَ لٰكِنَّ اللّٰهَ اَلَّفَ بَیْنَهُمْؕ-اِنَّهٗ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۶۳)
en Hij heeft hun harten verenigd. Indien gij al hetgeen op aarde is had besteed, kondet gij hun harten niet hebben verzoend, maar Allah heeft hen verenigd. Voorzeker, Hij is Almachtig, Alwijs.

En hij heeft hunne harten vereenigd. Indien gij alle rijkdommen der aarde zoudt hebben verspild, zoudt gij hunne harten niet hebben kunnen vereenigen, maar God vereenigt hen; want hij is almachtig en wijs.
8:64
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ حَسْبُكَ اللّٰهُ وَ مَنِ اتَّبَعَكَ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ۠(۶۴)
O profeet, Allah is toereikend voor u en voor diegenen der gelovigen die u volgen.

O profeet! God is uw steun, en die der ware geloovigen welke u volgen.
8:65
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ حَرِّضِ الْمُؤْمِنِیْنَ عَلَى الْقِتَالِؕ-اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ عِشْرُوْنَ صٰبِرُوْنَ یَغْلِبُوْا مِائَتَیْنِۚ-وَ اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ مِّائَةٌ یَّغْلِبُوْۤا اَلْفًا مِّنَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِاَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا یَفْقَهُوْنَ(۶۵)
O profeet, spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen.

O profeet! zet de geloovigen tot oorlog aan; indien twintig uwer volhardend zijn, zullen zij twee honderd overwinnen, en indien er een honderd van u zijn, zullen zij duizend overwinnen van degenen die niet gelooven, daar zij een volk zijn dat niet begrijpt.
8:66
اَلْـٰٔنَ خَفَّفَ اللّٰهُ عَنْكُمْ وَ عَلِمَ اَنَّ فِیْكُمْ ضَعْفًاؕ-فَاِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ مِّائَةٌ صَابِرَةٌ یَّغْلِبُوْا مِائَتَیْنِۚ-وَ اِنْ یَّكُنْ مِّنْكُمْ اَلْفٌ یَّغْلِبُوْۤا اَلْفَیْنِ بِاِذْنِ اللّٰهِؕ-وَ اللّٰهُ مَعَ الصّٰبِرِیْنَ(۶۶)
Maar nu heeft Allah uw last verlicht, want Hij weet dat er zwakheid in u is. Als er daarom honderd uwer zijn die standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overweldigen en als er duizend uwer zijn zullen zij door het gebod van Allah twee duizend overwinnen. En Allah is met degenen die standvastig zijn.

God heeft uwe taak gemakkelijk gemaakt; want hij weet dat gij zwak waart. Indien er een honderd van u zijn die volharden, zullen zij twee honderd overwinnen, en indien er duizend van u zijn zullen zij tweeduizend overwinnen, door Gods verlof; want God is met hen die volharden.
8:67
مَا كَانَ لِنَبِیٍّ اَنْ یَّكُوْنَ لَهٗۤ اَسْرٰى حَتّٰى یُثْخِنَ فِی الْاَرْضِؕ-تُرِیْدُوْنَ عَرَضَ الدُّنْیَا ﳓ وَ اللّٰهُ یُرِیْدُ الْاٰخِرَةَؕ-وَ اللّٰهُ عَزِیْزٌ حَكِیْمٌ(۶۷)
Een profeet kan geen gevangenen maken voordat hij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst de goederen van deze wereld terwijl Allah het Hiernamaals voor u wenst. En Allah is Almachtig, Alwijs.

Het was nimmer een profeet gegeven, gevangenen te maken zonder groote slachtingen op aarde te doen plaats hebben. Gij verlangt het goede dezer wereld, en God wil u dat der volgende geven; want God is machtig en wijs.
8:68
لَوْ لَا كِتٰبٌ مِّنَ اللّٰهِ سَبَقَ لَمَسَّكُمْ فِیْمَاۤ اَخَذْتُمْ عَذَابٌ عَظِیْمٌ(۶۸)
En indien er geen gebod van Allah was geweest zou u voorzeker een grote rampspoed zijn overkomen voor hetgeen gij naamt.

Indien u vooraf geene openbaring van God ware gegeven, zou u eene strenge straf zijn opgelegd voor het losgeld, dat gij van de gevangenen te Bedr hebt verkregen.
8:69
فَكُلُوْا مِمَّا غَنِمْتُمْ حَلٰلًا طَیِّبًا ﳲ وَّ اتَّقُوا اللّٰهَؕ-اِنَّ اللّٰهَ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ۠(۶۹)
Eet van de buit die gij ontvangt als wettig en goed en vreest Allah. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

Eet dus van hetgeen gij hebt verworven, van hetgeen geoorloofd en goed is; want God is barmhartig en genadig.
8:70
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ قُلْ لِّمَنْ فِیْۤ اَیْدِیْكُمْ مِّنَ الْاَسْرٰۤىۙ-اِنْ یَّعْلَمِ اللّٰهُ فِیْ قُلُوْبِكُمْ خَیْرًا یُّؤْتِكُمْ خَیْرًا مِّمَّاۤ اُخِذَ مِنْكُمْ وَ یَغْفِرْ لَكُمْؕ-وَ اللّٰهُ غَفُوْرٌ رَّحِیْمٌ(۷۰)
O profeet, zeg tot de gevangenen die in uw handen zijn: "Als Allah enig goed in uw hart vindt, zal Hij u beter geven dan hetgeen van u is weggenomen en zal Hij u vergeven". Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

O profeet! zeg tot de gevangenen die in uwe handen zijn: Indien God weet, dat er eenig goed in uwe harten is, zal hij u beter geven dan hetgeen van u werd genomen en hij zal u vergeven; want God is genadig en barmhartig.
8:71
وَ اِنْ یُّرِیْدُوْا خِیَانَتَكَ فَقَدْ خَانُوا اللّٰهَ مِنْ قَبْلُ فَاَمْكَنَ مِنْهُمْؕ-وَ اللّٰهُ عَلِیْمٌ حَكِیْمٌ(۷۱)
Maar als zij voornemens zijn u ontrouw te worden, zijn zij reeds voorheen Allah ontrouw geweest, daarom gaf Hij u macht over hen. Allah is Alwetend, Alwijs.

Maar indien zij trachten u te bedriegen, waarlijk, dan hebben zij God bedrogen; daarom heeft hij u de macht over hen gegeven, en God is alwetend en wijs.
8:72
اِنَّ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا بِاَمْوَالِهِمْ وَ اَنْفُسِهِمْ فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الَّذِیْنَ اٰوَوْا وَّ نَصَرُوْۤا اُولٰٓىٕكَ بَعْضُهُمْ اَوْلِیَآءُ بَعْضٍؕ-وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ لَمْ یُهَاجِرُوْا مَا لَكُمْ مِّنْ وَّلَایَتِهِمْ مِّنْ شَیْءٍ حَتّٰى یُهَاجِرُوْاۚ-وَ اِنِ اسْتَنْصَرُوْكُمْ فِی الدِّیْنِ فَعَلَیْكُمُ النَّصْرُ اِلَّا عَلٰى قَوْمٍۭ بَیْنَكُمْ وَ بَیْنَهُمْ مِّیْثَاقٌؕ-وَ اللّٰهُ بِمَا تَعْمَلُوْنَ بَصِیْرٌ(۷۲)
Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hun huizen verlieten en met hun bezittingen en hun persoon voor de zaak van Allah hebben gestreden en degenen die schuilplaats verstrekten en hielpen, zijn vrienden van elkander. Maar degenen die geloven en die hun huizen niet verlieten, gij zijt in het geheel niet verantwoordelijk voor hun bescherming tenzij zij hun huizen verlaten. Maar als zij hulp inzake het geloof zoeken dan is het uw plicht hen te helpen behalve tegen een volk, met hetwelk gij een verbond hebt. Allah ziet, wat gij doet.

Zij die geloofd hebben en hun land zijn ontvlucht, en hunne bezittingen en hunne personen aan den strijd, voor den godsdienst van hunnen Heer, wijdden, en zij die den profeet eene schuilplaats hebben verleend en hem hebben bijgestaan, zullen als elkanders naaste bloedverwanten worden beschouwd. Maar zij die geloofd hebben en hun land niet zijn ontvlucht, zullen geene bloedverwanten van u zijn, tot zij hunne woningen eveneens hebben verlaten. Maar indien zij uwe hulp voor het geloof inroepen, zult gij die verleenen, tenzij het tegen degenen mocht wezen, die uwe bondgenooten zijn; en God ziet wat gij doet.
8:73
وَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بَعْضُهُمْ اَوْلِیَآءُ بَعْضٍؕ-اِلَّا تَفْعَلُوْهُ تَكُنْ فِتْنَةٌ فِی الْاَرْضِ وَ فَسَادٌ كَبِیْرٌؕ(۷۳)
De ongelovigen zijn vrienden van elkander. Als gij niet ingrijpt zal er onheil en grote wanorde in het land komen.

Laat de ongeloovigen elkanders bloedverwanten zijn. Zoo lang gij dit niet ook doet, zullen er wanorde en groote plagen over de aarde heerschen.
8:74
وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا فِیْ سَبِیْلِ اللّٰهِ وَ الَّذِیْنَ اٰوَوْا وَّ نَصَرُوْۤا اُولٰٓىٕكَ هُمُ الْمُؤْمِنُوْنَ حَقًّاؕ-لَهُمْ مَّغْفِرَةٌ وَّ رِزْقٌ كَرِیْمٌ(۷۴)
En degenen die geloven en hun huizen verlaten en die streden voor de zaak van Allah en degenen die hun schuilplaats verstrekken en hen helpen zijn de ware gelovigen. Er is voor hen vergiffenis en een waardige voorziening.

Maar zij die geloofd en hunne woningen verlaten, en voor des Heeren waren godsdienst hebben gestreden, en den profeet eene schuilplaats verleend en hem ondersteund hebben, deze zijn waarlijk geloovigen, zij zullen vergiffenis en edelmoedige ondersteuning ontvangen.
8:75
وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا مِنْۢ بَعْدُ وَ هَاجَرُوْا وَ جٰهَدُوْا مَعَكُمْ فَاُولٰٓىٕكَ مِنْكُمْؕ-وَ اُولُوا الْاَرْحَامِ بَعْضُهُمْ اَوْلٰى بِبَعْضٍ فِیْ كِتٰبِ اللّٰهِؕ-اِنَّ اللّٰهَ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمٌ۠(۷۵)
En degenen die naderhand zullen geloven en hun huizen verlaten en tezamen met u strijden, zullen tot u behoren; en bloedverwanten staan nader tot elkander in het Boek van Allah. Voorzeker, Allah is de Oerkenner van alle dingen.

En zij, welke sedert dien tijd geloofd en hunne woningen verlaten hebben, en met u streden, behooren eveneens tot de uwen. En zij, die door bloedverwantschap verbonden zijn, zullen, als elkanders naaste bloedverwanten, boven vreemdelingen worden beschouwd, overeenkomstig Gods boek. God kent alle dingen.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

 اَلْاَ نْفَال
 اَلْاَ نْفَال
  00:00



Download

 اَلْاَ نْفَال
 اَلْاَ نْفَال
  00:00



Download