READ

Surah Al-Anbiyaa

اَلْاَ نْبِيَآء
112 Ayaat    مکیۃ


21:41
وَ لَقَدِ اسْتُهْزِئَ بِرُسُلٍ مِّنْ قَبْلِكَ فَحَاقَ بِالَّذِیْنَ سَخِرُوْا مِنْهُمْ مَّا كَانُوْا بِهٖ یَسْتَهْزِءُوْنَ۠(۴۱)
Voorzeker werden de boodschappers v??r u ook bespot, maar degenen die hen bespotten, werden door het bespotte getroffen.

Er werd al voor jouw tijd met gezanten de spot gedreven, maar zij die hen belachelijk maakten werden ingesloten door dat waarmee zij de spot dreven.
21:42
قُلْ مَنْ یَّكْلَؤُكُمْ بِالَّیْلِ وَ النَّهَارِ مِنَ الرَّحْمٰنِؕ-بَلْ هُمْ عَنْ ذِكْرِ رَبِّهِمْ مُّعْرِضُوْنَ(۴۲)
Zeg: "Wie beschermt u dag en nacht behalve de Barmhartige?" Neen, zij wenden zich af van de gedachtenis aan hun Heer.

Zeg: "Wie zal jullie 's nachts en overdag beschermen tegen de Erbarmer?" Maar nee, van de vermaning van hun Heer wenden zij zich af.
21:43
اَمْ لَهُمْ اٰلِهَةٌ تَمْنَعُهُمْ مِّنْ دُوْنِنَاؕ-لَا یَسْتَطِیْعُوْنَ نَصْرَ اَنْفُسِهِمْ وَ لَا هُمْ مِّنَّا یُصْحَبُوْنَ(۴۳)
Hebben zij goden die hen kunnen beschermen tegen Ons? Zij kunnen zichzelf niet helpen, noch worden zij door Ons bijgestaan.

Of hebben zij goden die hen tegen Ons zullen verdedigen? Zij kunnen zichzelf niet eens helpen en hun wordt tegen Ons geen bijstand gegeven.
21:44
بَلْ مَتَّعْنَا هٰۤؤُلَآءِ وَ اٰبَآءَهُمْ حَتّٰى طَالَ عَلَیْهِمُ الْعُمُرُؕ-اَفَلَا یَرَوْنَ اَنَّا نَاْتِی الْاَرْضَ نَنْقُصُهَا مِنْ اَطْرَافِهَاؕ-اَفَهُمُ الْغٰلِبُوْنَ(۴۴)
Neen, Wij hebben deze (mensen) en hun vaderen een voorziening gegeven totdat het leven hun verlengd werd. Zien zij met dat Wij het land (der ongelovigen) bezoeken, het van de buitenzijde af besnoeiend? Zullen zij dan de overhand hebben?

Maar Wij hebben dezen daar en hun vaderen nog laten genieten zolang hun leven duurde. Zien zij dan niet dat Wij naar het land komen om de uiteinden ervan in te korten? Zullen zij dan de overwinnaars zijn?
21:45
قُلْ اِنَّمَاۤ اُنْذِرُكُمْ بِالْوَحْیِ ﳲ وَ لَا یَسْمَعُ الصُّمُّ الدُّعَآءَ اِذَا مَا یُنْذَرُوْنَ(۴۵)
Zeg: "Ik waarschuw u slechts door Openbaring." Doch de doven horen de roep niet wanneer zij worden gewaarschuwd.

Zeg: "Ik waarschuw jullie alleen maar met de openbaring, maar de doven horen de oproep niet, wanneer zij gewaarschuwd worden."
21:46
وَ لَىٕنْ مَّسَّتْهُمْ نَفْحَةٌ مِّنْ عَذَابِ رَبِّكَ لَیَقُوْلُنَّ یٰوَیْلَنَاۤ اِنَّا كُنَّا ظٰلِمِیْنَ(۴۶)
En indien een ademtocht der kastijding van uw Heer hen raakt, zullen zij ongetwijfeld zeggen: "Wee ons, wij waren inderdaad onrechtvaardigen."

Als hen zelfs maar een vleugje van de straf van jouw Heer treft dan zeggen zij al: "Wee ons, wij waren onrechtplegers."
21:47
وَ نَضَعُ الْمَوَازِیْنَ الْقِسْطَ لِیَوْمِ الْقِیٰمَةِ فَلَا تُظْلَمُ نَفْسٌ شَیْــٴًـاؕ-وَ اِنْ كَانَ مِثْقَالَ حَبَّةٍ مِّنْ خَرْدَلٍ اَتَیْنَا بِهَاؕ-وَ كَفٰى بِنَا حٰسِبِیْنَ(۴۷)
En Wij zullen weegschalen der gerechtigheid instellen op de Dag der Opstanding, zodat geen enkele ziel in enig opzicht onrecht zal worden aangedaan. En al was het slechts het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen het naar voren brengen en Wij zijn voldoende als Rekenaar.

En Wij zullen voor de opstandingsdag de eerlijke weegschalen opstellen en niemand zal in iets onrecht worden aangedaan. Al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje, Wij zullen het brengen; Wij zijn als afrekenaar goed genoeg.
21:48
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَا مُوْسٰى وَ هٰرُوْنَ الْفُرْقَانَ وَ ضِیَآءً وَّ ذِكْرًا لِّلْمُتَّقِیْنَۙ(۴۸)
En Wij schonken Mozes en A?ron het Onderscheid, tot een licht en een gedachtenis voor de godvrezenden.

Wij hebben toch aan Moesa en Haroen het reddend onderscheidingsmiddel gegeven en een verlichting en een vermaning voor de godvrezenden,
21:49
الَّذِیْنَ یَخْشَوْنَ رَبَّهُمْ بِالْغَیْبِ وَ هُمْ مِّنَ السَّاعَةِ مُشْفِقُوْنَ(۴۹)
Die hun Heer in het verborgene vrezen en het Uur duchten.

die hun Heer in het verborgene vrezen en ontzag hebben voor het uur.
21:50
وَ هٰذَا ذِكْرٌ مُّبٰرَكٌ اَنْزَلْنٰهُؕ-اَفَاَنْتُمْ لَهٗ مُنْكِرُوْنَ۠(۵۰)
En dit (de Koran) is een gezegende verkondiging die Wij hebben nedergezonden: zult gij deze dan ontkennen?

En dit is een gezegende vermaning die Wij hebben neergezonden. Willen jullie haar dan verwerpen?
21:51
وَ لَقَدْ اٰتَیْنَاۤ اِبْرٰهِیْمَ رُشْدَهٗ مِنْ قَبْلُ وَ كُنَّا بِهٖ عٰلِمِیْنَۚ(۵۱)
En voorheen schonken Wij aan Abraham zijn rechtschapenheid en Wij kenden hem goed.

En Wij hebben vroeger al aan Ibrahiem zijn redelijk inzicht gegeven en Wij waren bekend met hem.
21:52
اِذْ قَالَ لِاَبِیْهِ وَ قَوْمِهٖ مَا هٰذِهِ التَّمَاثِیْلُ الَّتِیْۤ اَنْتُمْ لَهَا عٰكِفُوْنَ(۵۲)
Toen hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat zijn deze beelden waaraan gij zo gehecht zijt?"

Toen hij tot zijn vader en zijn volk zei: "Wat zijn dat voor beelden waaraan jullie eer bewijzen?"
21:53
قَالُوْا وَجَدْنَاۤ اٰبَآءَنَا لَهَا عٰبِدِیْنَ(۵۳)
Antwoordden zij: "Wij vonden dat onze vaderen deze aanbaden."

Zij zeiden: "Wij hebben gemerkt dat onze vaderen hen al dienden."
21:54
قَالَ لَقَدْ كُنْتُمْ اَنْتُمْ وَ اٰبَآؤُكُمْ فِیْ ضَلٰلٍ مُّبِیْنٍ(۵۴)
Hij zeide: "Voorwaar, gij met uw vaderen verkeert in duidelijke dwaling."

Hij zei: "Dan verkeerden jullie en jullie vaderen in duidelijke dwaling."
21:55
قَالُوْۤا اَجِئْتَنَا بِالْحَقِّ اَمْ اَنْتَ مِنَ اللّٰعِبِیْنَ(۵۵)
Zij zeiden: "Hebt gij ons de waarheid gebracht, of speelt gij slechts met ons?"

Zij zeiden: "Ben jij tot ons gekomen met de waarheid of behoor jij tot hen die schertsen?"
21:56
قَالَ بَلْ رَّبُّكُمْ رَبُّ السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ الَّذِیْ فَطَرَهُنَّ ﳲ وَ اَنَا عَلٰى ذٰلِكُمْ مِّنَ الشّٰهِدِیْنَ(۵۶)
Hij antwoordde: "Neen, uw Heer is de Heer van de hemelen en van de aarde, Die deze schiep en ik leg getuigenis er van af."

Hij zei: "Nee, jullie Heer is de Heer van de hemelen en de aarde die ze ook aangelegd heeft en ik behoor tot hen die jullie daarvan getuigen.
21:57
وَ تَاللّٰهِ لَاَكِیْدَنَّ اَصْنَامَكُمْ بَعْدَ اَنْ تُوَلُّوْا مُدْبِرِیْنَ(۵۷)
En, bij Allah, ik zal tegen uw afgoden een plan beramen nadat gij hun uw rug hebt toegewend."

En bij God ik zal tegen jullie afgoden een list beramen, nadat jullie de rug hebben toegekeerd."
21:58
فَجَعَلَهُمْ جُذٰذًا اِلَّا كَبِیْرًا لَّهُمْ لَعَلَّهُمْ اِلَیْهِ یَرْجِعُوْنَ(۵۸)
Alsdan brak hij ze in stukken, behalve de grootste daarvan, opdat zij zich tot hem zouden wenden.

Toen sloeg hij ze aan gruizels, behalve een grote ervan; misschien zouden zij ernaar terugkeren.
21:59
قَالُوْا مَنْ فَعَلَ هٰذَا بِاٰلِهَتِنَاۤ اِنَّهٗ لَمِنَ الظّٰلِمِیْنَ(۵۹)
(Toen zij dit zagen) zeiden zij: "Wie heeft dit onze Goden aangedaan? Voorwaar, hij moet een boosdoener zijn."

Zij zeiden: "Wie heeft dit met onze goden gedaan? Die behoort zeker tot de onrechtplegers."
21:60
قَالُوْا سَمِعْنَا فَتًى یَّذْكُرُهُمْ یُقَالُ لَهٗۤ اِبْرٰهِیْمُؕ(۶۰)
Enigen hunner zeiden: "Wij hoorden een jonge man over hen spreken; hij heet Abraham."

Zij zeiden: "Wij hebben een jonge man over hen horen spreken; Ibrahiem heet hij."
21:61
قَالُوْا فَاْتُوْا بِهٖ عَلٰۤى اَعْیُنِ النَّاسِ لَعَلَّهُمْ یَشْهَدُوْنَ(۶۱)
Zij zeiden: "Brengt hem dan voor de ogen des volks, opdat zij kunnen getuigen."

Zij zeiden: "Brengt hem dan onder de ogen van de mensen; misschien zullen zij getuigen."
21:62
قَالُوْۤا ءَاَنْتَ فَعَلْتَ هٰذَا بِاٰلِهَتِنَا یٰۤاِبْرٰهِیْمُؕ(۶۲)
Zij vroegen: "Hebt gij dit onze Goden aangedaan, o Abraham?"

Zij zeiden: "Heb jij dit met onze goden gedaan, Ibrahiem?"
21:63
قَالَ بَلْ فَعَلَهٗ ﳓ كَبِیْرُهُمْ هٰذَا فَسْــٴَـلُوْهُمْ اِنْ كَانُوْا یَنْطِقُوْنَ(۶۳)
Hij antwoordde: "Iemand heeft het gedaan; dit is de grootste van hen. Vraagt hen of zij kunnen spreken."

Hij zei: "Welnee, dat heeft deze grote van hen gedaan. Vraagt hun maar als ze kunnen spreken."
21:64
فَرَجَعُوْۤا اِلٰۤى اَنْفُسِهِمْ فَقَالُوْۤا اِنَّكُمْ اَنْتُمُ الظّٰلِمُوْنَۙ(۶۴)
Toen kwamen zij tot inkeer en zeiden (bij zichzelf) "Gij zijt zelf de boosdoeners."

En zij kwamen weer tot zichzelf en zeiden: "Jullie zijn het die de onrechtplegers zijn."
21:65
ثُمَّ نُكِسُوْا عَلٰى رُءُوْسِهِمْۚ-لَقَدْ عَلِمْتَ مَا هٰۤؤُلَآءِ یَنْطِقُوْنَ(۶۵)
En zij lieten (beschaamd) het hoofd hangen, "Gij weet wel dat deze niet kunnen spreken."

Toen kregen zij een terugval en zeiden: "Maar jij weet toch dat dezen niet kunnen spreken."
21:66
قَالَ اَفَتَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ مَا لَا یَنْفَعُكُمْ شَیْــٴًـا وَّ لَا یَضُرُّكُمْؕ(۶۶)
Hij zeide: "Aanbidt gij dan in plaats van Allah datgene wat u geenszins kan baten noch schaden?"

Hij zei: "Dienen jullie dan in plaats van God iets wat jullie niets nut en niet schaadt?
21:67
اُفٍّ لَّكُمْ وَ لِمَا تَعْبُدُوْنَ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِؕ-اَفَلَا تَعْقِلُوْنَ(۶۷)
"Schande over u en over hetgeen gij buiten Allah aanbidt. Hebt gij dan geen verstand?"

Foei jullie en wat jullie in plaats van God dienen. Hebben jullie dan geen verstand?"
21:68
قَالُوْا حَرِّقُوْهُ وَ انْصُرُوْۤا اٰلِهَتَكُمْ اِنْ كُنْتُمْ فٰعِلِیْنَ(۶۸)
Zij zeiden: "Verbrandt hem en helpt uw goden indien gij iets wilt doen."

Zij zeiden: "Verbrandt hem en helpt jullie goden, als jullie echt iets willen doen."
21:69
قُلْنَا یٰنَارُ كُوْنِیْ بَرْدًا وَّ سَلٰمًا عَلٰۤى اِبْرٰهِیْمَۙ(۶۹)
Wij zeiden: "O vuur, wees koel en onschadelijk voor Abraham."

Wij zeiden: "O vuur wees koud en ongevaarlijk voor Ibrahiem."
21:70
وَ اَرَادُوْا بِهٖ كَیْدًا فَجَعَلْنٰهُمُ الْاَخْسَرِیْنَۚ(۷۰)
En zij wensten hem kwaad te doen doch Wij deden hen de grootste verliezers zijn.

Zij wilden een list tegen hem beramen, maar Wij maakten hen tot de grootste verliezers.
21:71
وَ نَجَّیْنٰهُ وَ لُوْطًا اِلَى الْاَرْضِ الَّتِیْ بٰرَكْنَا فِیْهَا لِلْعٰلَمِیْنَ(۷۱)
En Wij redden hem en Lot en voerden hen naar het land dat Wij zegenden voor alle volkeren.

En Wij redden hem en Loet naar het land dat Wij gezegend hebben voor de wereldbewoners.
21:72
وَ وَهَبْنَا لَهٗۤ اِسْحٰقَؕ-وَ یَعْقُوْبَ نَافِلَةًؕ-وَ كُلًّا جَعَلْنَا صٰلِحِیْنَ(۷۲)
En Wij schonken hem Iza?k en Jacob als kleinzoon en Wij maakten hen allen rechtvaardig.

En Wij schonken hem Ishaak en Ja'koeb nog bovendien en ieder [van hen] hebben Wij rechtschapen gemaakt.
21:73
وَ جَعَلْنٰهُمْ اَىٕمَّةً یَّهْدُوْنَ بِاَمْرِنَا وَ اَوْحَیْنَاۤ اِلَیْهِمْ فِعْلَ الْخَیْرٰتِ وَ اِقَامَ الصَّلٰوةِ وَ اِیْتَآءَ الزَّكٰوةِۚ-وَ كَانُوْا لَنَا عٰبِدِیْنَۚۙ(۷۳)
En Wij maakten hen tot leiders die de mensen leidden op Ons bevel en Wij zonden een Openbaring tot hen, die aanspoorde, goede werken te doen, het gebed te onderhouden en aalmoezen te geven. En zij aanbaden Ons alleen.

En Wij hebben hen tot voorgangers gemaakt die op Ons bevel de goede richting wezen en Wij hebben aan hen geopenbaard de goede daden te doen, de salaat te verrichten en de zakaat te geven. En zij dienden Ons.
21:74
وَ لُوْطًا اٰتَیْنٰهُ حُكْمًا وَّ عِلْمًا وَّ نَجَّیْنٰهُ مِنَ الْقَرْیَةِ الَّتِیْ كَانَتْ تَّعْمَلُ الْخَبٰٓىٕثَؕ-اِنَّهُمْ كَانُوْا قَوْمَ سَوْءٍ فٰسِقِیْنَۙ(۷۴)
En aan Lot schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij bevrijdden hem uit de stad die gruwelijk handelde. Zij waren inderdaad een boos en opstandig volk.

En aan Loet hebben Wij oordeelskracht en kennis gegeven en Wij redden hem uit de stad die onbetamelijke dingen deed; zij waren slechte, verdorven mensen.
21:75
وَ اَدْخَلْنٰهُ فِیْ رَحْمَتِنَاؕ-اِنَّهٗ مِنَ الصّٰلِحِیْنَ۠(۷۵)
En Wij namen hem in Onze barmhartigheid op, want hij was een der rechtvaardigen.

En Wij hebben hem in onze barmhartigheid binnen laten gaan; hij behoorde tot de rechtschapenen.
21:76
وَ نُوْحًا اِذْ نَادٰى مِنْ قَبْلُ فَاسْتَجَبْنَا لَهٗ فَنَجَّیْنٰهُ وَ اَهْلَهٗ مِنَ الْكَرْبِ الْعَظِیْمِۚ(۷۶)
En toen Noach voordien riep, verhoorden Wij zijn gebed en redden hem en zijn gezin uit de grote ramp.

En [denk] aan Noeh, toen hij -- vroeger -- riep. Daarop verhoorden Wij hem en Wij redden hem en zijn familie uit de geweldige benardheid.
21:77
وَ نَصَرْنٰهُ مِنَ الْقَوْمِ الَّذِیْنَ كَذَّبُوْا بِاٰیٰتِنَاؕ-اِنَّهُمْ كَانُوْا قَوْمَ سَوْءٍ فَاَغْرَقْنٰهُمْ اَجْمَعِیْنَ(۷۷)
En Wij stonden hem bij tegen degenen die Onze tekenen verloochenden. Zij waren voorzeker een slecht volk; derhalve verdronken Wij hen allen.

Wij hielpen hem ook tegen de mensen die Onze tekenen loochenden. Dat waren slechte mensen. Dus lieten Wij hen allen tezamen verdrinken.
21:78
وَ دَاوٗدَ وَ سُلَیْمٰنَ اِذْ یَحْكُمٰنِ فِی الْحَرْثِ اِذْ نَفَشَتْ فِیْهِ غَنَمُ الْقَوْمِۚ-وَ كُنَّا لِحُكْمِهِمْ شٰهِدِیْنَۗۙ(۷۸)
En toen David en Salomo rechtspraken betreffende het veld waar de geiten van zekere mensen bij nacht graasden, waren Wij Getuige van hun oordeel.

En aan Dawoed en Soelaimaan, toen zij over het gewas oordeelden toen het kleinvee van het volk 's nachts was uitgebroken en erin gaan grazen. Wij waren getuige van hun oordeel.
21:79
فَفَهَّمْنٰهَا سُلَیْمٰنَۚ-وَ كُلًّا اٰتَیْنَا حُكْمًا وَّ عِلْمًا٘-وَّ سَخَّرْنَا مَعَ دَاوٗدَ الْجِبَالَ یُسَبِّحْنَ وَ الطَّیْرَؕ-وَ كُنَّا فٰعِلِیْنَ(۷۹)
Wij schonken Salomo begrip van de zaak en aan elk hunner schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij noopten de bergen en de vogels om samen met David Gods heerlijkheid te loven. En Wij waren het, Die dat deden.

En Wij maakten dat Soelaimaan het begreep en aan een ieder [van hen] gaven Wij oordeelskracht en kennis. En Wij maakten de bergen samen met Dawoed dienstbaar, zodat zij Ons prijzen en evenzo de vogels. Wij hebben dat gedaan!
21:80
وَ عَلَّمْنٰهُ صَنْعَةَ لَبُوْسٍ لَّكُمْ لِتُحْصِنَكُمْ مِّنْۢ بَاْسِكُمْۚ-فَهَلْ اَنْتُمْ شٰكِرُوْنَ(۸۰)
En Wij leerden hem de kunst, mali?nkolders voor u te maken, opdat deze u zouden beschermen tegen aanvallen. Zult gij dan niet erkentelijk zijn?

En Wij hebben hem geleerd maliënhemden voor jullie te maken, opdat die jullie tegen jullie gewelddadigheid beschermen. Zijn jullie dan dankbaar?
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْاَ نْبِيَآء
اَلْاَ نْبِيَآء
  00:00



Download

اَلْاَ نْبِيَآء
اَلْاَ نْبِيَآء
  00:00



Download