READ
Surah Al-Ahzaab
اَلْاَحْزَاب
73 Ayaat مدنیۃ
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوا اذْكُرُوا اللّٰهَ ذِكْرًا كَثِیْرًاۙ(۴۱)
O, gij die gelooft! Gedenkt Allah veelvuldig.
Jullie die geloven! Gedenkt God veelvuldig
هُوَ الَّذِیْ یُصَلِّیْ عَلَیْكُمْ وَ مَلٰٓىٕكَتُهٗ لِیُخْرِجَكُمْ مِّنَ الظُّلُمٰتِ اِلَى النُّوْرِؕ-وَ كَانَ بِالْمُؤْمِنِیْنَ رَحِیْمًا(۴۳)
Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen doen dit, opdat Hij u van de duisternissen tot het licht moge leiden. En Hij is voor de gelovigen Genadig.
Hij is het die jullie zegent, en Zijn engelen ook, om jullie uit de duisternis naar het licht te voeren; Hij is barmhartig voor de gelovigen.
تَحِیَّتُهُمْ یَوْمَ یَلْقَوْنَهٗ سَلٰمٌۖۚ-وَ اَعَدَّ لَهُمْ اَجْرًا كَرِیْمًا(۴۴)
De Dag waarop zij Hem zullen ontmoeten zal hun groet "Vrede" zijn. En Hij heeft hun een eervolle beloning bereid.
Hun begroeting op de dag dat zij Hem ontmoeten zal zijn: "Vrede" en voor hen is een voortreffelijk loon klaargemaakt.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ اِنَّاۤ اَرْسَلْنٰكَ شَاهِدًا وَّ مُبَشِّرًا وَّ نَذِیْرًاۙ(۴۵)
O, profeet. Wij hebben u als getuige, drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden.
O profeet, Wij hebben jou als getuige, als verkondiger van goed nieuws en als waarschuwer gezonden
وَّ دَاعِیًا اِلَى اللّٰهِ بِاِذْنِهٖ وَ سِرَاجًا مُّنِیْرًا(۴۶)
En als een roeper tot Allah door Zijn gebod, en als een stralende zon.
en als iemand die met Zijn toestemming tot God oproept en als een helder verlichtende lamp.
وَ بَشِّرِ الْمُؤْمِنِیْنَ بِاَنَّ لَهُمْ مِّنَ اللّٰهِ فَضْلًا كَبِیْرًا(۴۷)
Verkondig derhalve aan de gelovigen het blijde nieuws dat zij van Allah grote genade zullen ontvangen.
En verkondig het goede nieuws aan de gelovigen dat zij van God een grote gunst zullen krijgen.
وَ لَا تُطِعِ الْكٰفِرِیْنَ وَ الْمُنٰفِقِیْنَ وَ دَعْ اَذٰىهُمْ وَ تَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ وَكِیْلًا(۴۸)
En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en sla geen acht op hun grievende taal, stel uw vertrouwen in Allah, want Allah is Toereikend als Beschermer.
En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet, sla geen acht op het leed dat zij aandoen en stel je vertrouwen op God; God is goed genoeg als voogd.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْۤا اِذَا نَكَحْتُمُ الْمُؤْمِنٰتِ ثُمَّ طَلَّقْتُمُوْهُنَّ مِنْ قَبْلِ اَنْ تَمَسُّوْهُنَّ فَمَا لَكُمْ عَلَیْهِنَّ مِنْ عِدَّةٍ تَعْتَدُّوْنَهَاۚ-فَمَتِّعُوْهُنَّ وَ سَرِّحُوْهُنَّ سَرَاحًا جَمِیْلًا(۴۹)
O, gij die gelooft! Als gij een gelovige vrouw huwt en daarna van haar scheidt voordat gij haar hebt aangeraakt dan behoeft zij om uwentwille geen wachtperiode te berekenen. Schenkt haar daarom een gave en laat haar op een grootmoedige wijze vrij.
Jullie die geloven! Wanneer jullie gelovige vrouwen getrouwd hebben en jullie geven hun de scheiding voordat jullie haar aangeraakt hebben dan kunnen jullie voor haar geen wachttijd berekenen, maar treft wel een voorziening en zendt haar op een vriendelijke manier weg.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ اِنَّاۤ اَحْلَلْنَا لَكَ اَزْوَاجَكَ الّٰتِیْۤ اٰتَیْتَ اُجُوْرَهُنَّ وَ مَا مَلَكَتْ یَمِیْنُكَ مِمَّاۤ اَفَآءَ اللّٰهُ عَلَیْكَ وَ بَنٰتِ عَمِّكَ وَ بَنٰتِ عَمّٰتِكَ وَ بَنٰتِ خَالِكَ وَ بَنٰتِ خٰلٰتِكَ الّٰتِیْ هَاجَرْنَ مَعَكَ٘-وَ امْرَاَةً مُّؤْمِنَةً اِنْ وَّهَبَتْ نَفْسَهَا لِلنَّبِیِّ اِنْ اَرَادَ النَّبِیُّ اَنْ یَّسْتَنْكِحَهَاۗ-خَالِصَةً لَّكَ مِنْ دُوْنِ الْمُؤْمِنِیْنَؕ-قَدْ عَلِمْنَا مَا فَرَضْنَا عَلَیْهِمْ فِیْۤ اَزْوَاجِهِمْ وَ مَا مَلَكَتْ اَیْمَانُهُمْ لِكَیْلَا یَكُوْنَ عَلَیْكَ حَرَجٌؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۵۰)
O profeet, Wij hebben voor u uw vrouwen wettig gemaakt, aan wie gij haar huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit heeft gegeven en de dochters van uw ooms en tantes van vaderszijde en de dochters van uw ooms en tantes van moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt als de profeet haar wenst te huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen. Wij hebben reeds kenbaar gemaakt wat Wij omtrent hun (gelovige) vrouwen en degenen die hun rechterhand bezit, hebben verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
O profeet, Wij hebben aan jou toegestaan [om mee te trouwen]: jouw echtgenotes aan wie jij haar loon gegeven hebt, de slavinnen waarover jij beschikt uit de buit die God jou gegeven heeft, de dochters van je oom van vaderszijde, de dochters van je tante van vaderszijde, de dochters van je oom van moederszijde en de dochters van je tante van moederszijde die met jou zijn uitgeweken en ook een gelovige vrouw die zich zelf aan de profeet geeft als de profeet met haar trouwen wil. Dit is alleen aan jou voorbehouden en niet aan de gelovigen -- Wij weten wel wat Wij hun met betrekking tot hun echtgenotes en de slavinnen waarover zij beschikken als verplichting hebben opgelegd -- opdat het voor jou niet iets hinderlijks zou zijn; God is vergevend en barmhartig. *
تُرْجِیْ مَنْ تَشَآءُ مِنْهُنَّ وَ تُـْٔوِیْۤ اِلَیْكَ مَنْ تَشَآءُؕ-وَ مَنِ ابْتَغَیْتَ مِمَّنْ عَزَلْتَ فَلَا جُنَاحَ عَلَیْكَؕ-ذٰلِكَ اَدْنٰۤى اَنْ تَقَرَّ اَعْیُنُهُنَّ وَ لَا یَحْزَنَّ وَ یَرْضَیْنَ بِمَاۤ اٰتَیْتَهُنَّ كُلُّهُنَّؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ مَا فِیْ قُلُوْبِكُمْؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلِیْمًا حَلِیْمًا(۵۱)
Gij moogt verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt van wie gij u afzijdig hebt gehouden. Dit is het meest passend om hen verust te stellen, zodat zij niet treuren en allen tevreden mogen zijn met hetgeen gij haar geeft. En Allah weet wat in uw hart is; Allah is Alwetend, Verdraagzaam.
Jij kunt uitstel geven aan wie van haar jij wilt en jij kunt bij jou laten verblijven wie jij wilt. En als jij verlangt naar iemand van haar die jij uitgesloten had, dan is dat geen overtreding voor jou. Dat maakt eerder dat zij vreugde beleven en niet bedroefd zijn en allen tevreden zijn met wat jij hun gegeven hebt. En God weet wat in jullie harten is; God is wetend en zachtmoedig.
لَا یَحِلُّ لَكَ النِّسَآءُ مِنْۢ بَعْدُ وَ لَاۤ اَنْ تَبَدَّلَ بِهِنَّ مِنْ اَزْوَاجٍ وَّ لَوْ اَعْجَبَكَ حُسْنُهُنَّ اِلَّا مَا مَلَكَتْ یَمِیْنُكَؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ رَّقِیْبًا۠(۵۲)
Het is u hierna niet toegestaan vrouwen te huwen noch haar voor andere vrouwen te ruilen, zelfs al behaagt u haar schoonheid, met uitzondering van haar die uw rechterhand mocht bezitten. En Allah houdt de wacht over alle dingen.
Verder zijn voor jou geen vrouwen toegestaan, ook niet dat jij haar in de plaats van andere echtgenotes neemt ook al bevalt haar schoonheid je, maar wel slavinnen waarover jij beschikt. En God is over alles opziener.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَدْخُلُوْا بُیُوْتَ النَّبِیِّ اِلَّاۤ اَنْ یُّؤْذَنَ لَكُمْ اِلٰى طَعَامٍ غَیْرَ نٰظِرِیْنَ اِنٰىهُۙ-وَ لٰكِنْ اِذَا دُعِیْتُمْ فَادْخُلُوْا فَاِذَا طَعِمْتُمْ فَانْتَشِرُوْا وَ لَا مُسْتَاْنِسِیْنَ لِحَدِیْثٍؕ-اِنَّ ذٰلِكُمْ كَانَ یُؤْذِی النَّبِیَّ فَیَسْتَحْیٖ مِنْكُمْ٘-وَ اللّٰهُ لَا یَسْتَحْیٖ مِنَ الْحَقِّؕ- وَ اِذَا سَاَلْتُمُوْهُنَّ مَتَاعًا فَسْــٴَـلُوْهُنَّ مِنْ وَّرَآءِ حِجَابٍؕ-ذٰلِكُمْ اَطْهَرُ لِقُلُوْبِكُمْ وَ قُلُوْبِهِنَّؕ-وَ مَا كَانَ لَكُمْ اَنْ تُؤْذُوْا رَسُوْلَ اللّٰهِ وَ لَاۤ اَنْ تَنْكِحُوْۤا اَزْوَاجَهٗ مِنْۢ بَعْدِهٖۤ اَبَدًاؕ-اِنَّ ذٰلِكُمْ كَانَ عِنْدَ اللّٰهِ عَظِیْمًا(۵۳)
O, gij die gelooft! Gaat de huizen van de profeet niet binnen tenzij gij uitgenodigd wordt tot een maaltijd, doch niet wachtend tot deze gereed is. Wanneer gij zijt uitgenodigd, komt dan binnen; en wanneer gij gegeten hebt vertrekt dan en blijft niet praten. Dat is lastig voor de profeet; hij is verlegen voor u, maar Allah aarzelt niet om de waarheid (te zeggen). En als gij haar (zijn vrouwen) om iets vraagt, vraagt het dan van achter het gordijn. Dat is reiner voor uw hart en haar hart. En het past u niet de boodschapper van Allah lastig te vallen, noch dat gij ooit zijn vrouwen na hem zoudt huwen. Dat zou in de ogen van Allah inderdaad een grote (belediging) zijn.
Jullie die geloven! Gaat de huizen van de profeet slechts binnen als aan jullie toestemming is gegeven om [mee] te eten maar zonder [van tevoren te gaan] wachten tot het klaar is. Maar wanneer jullie uitgenodigd worden, gaat dan binnen. En wanneer jullie gegeten hebben gaat dan weer uit elkaar zonder te blijven praten; daarmee vallen jullie de profeet lastig en dan schaamt hij zich voor jullie, maar God schaamt zich niet voor de waarheid. En als jullie haar [ de vrouwen van de profeet] iets om te gebruiken vraagt, vraagt haar dat dan van achter een afscheiding. Dat is reiner voor jullie harten en haar harten. Het past jullie niet Gods gezant lastig te vallen, noch dat jullie ooit na hem met zijn echtgenotes trouwt. Dat is bij God afschuwelijk.
اِنْ تُبْدُوْا شَیْــٴًـا اَوْ تُخْفُوْهُ فَاِنَّ اللّٰهَ كَانَ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمًا(۵۴)
Of gij iets openbaar maakt of verbergt, waarlijk Allah heeft kennis van alle dingen.
Of jullie openlijk iets doen of in het verborgene, God is alwetend.
لَا جُنَاحَ عَلَیْهِنَّ فِیْۤ اٰبَآىٕهِنَّ وَ لَاۤ اَبْنَآىٕهِنَّ وَ لَاۤ اِخْوَانِهِنَّ وَ لَاۤ اَبْنَآءِ اِخْوَانِهِنَّ وَ لَاۤ اَبْنَآءِ اَخَوٰتِهِنَّ وَ لَا نِسَآىٕهِنَّ وَ لَا مَا مَلَكَتْ اَیْمَانُهُنَّۚ-وَ اتَّقِیْنَ اللّٰهَؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ شَهِیْدًا(۵۵)
Er rust op haar (uw vrouwen) geen schuld als zij zich tonen aan haar vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters en hun vrouwen of hun ondergeschikten. Maar vreest Allah. Voorwaar, Allah is Getuige van alle dingen.
Maar het is voor haar geen overtreding [ongesluierd te zijn] in aanwezigheid van haar vaders, haar zonen, haar broers, de zonen van haar broers, de zonen van haar zusters, hun vrouwen en de slavinnen waarover zij beschikken. En vreest God. God is van alles getuige.
اِنَّ اللّٰهَ وَ مَلٰٓىٕكَتَهٗ یُصَلُّوْنَ عَلَى النَّبِیِّؕ-یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا صَلُّوْا عَلَیْهِ وَ سَلِّمُوْا تَسْلِیْمًا(۵۶)
Allah en Zijn engelen zenden zegeningen over de profeet. O, gij die gelooft, zendt zegeningen over hem en wenst hem vrede met alle eerbied toe.
God en Zijn engelen zegenen de profeet. Jullie die geloven! Zegent hem en groet hem door hem vrede toe te wensen.
اِنَّ الَّذِیْنَ یُؤْذُوْنَ اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ لَعَنَهُمُ اللّٰهُ فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِ وَ اَعَدَّ لَهُمْ عَذَابًا مُّهِیْنًا(۵۷)
Betreffende hen, die Allah en Zijn boodschapper lastig vallen, Allah heeft hen in deze wereld en in het Hiernamaals vervloekt en heeft een vernederende straf voor hen bereid.
Zij die God en de profeet tot last zijn, moge God hen in het tegenwoordige leven en in het hiernamaals vervloeken en voor hen een vernederende bestraffing klaarmaken.
وَ الَّذِیْنَ یُؤْذُوْنَ الْمُؤْمِنِیْنَ وَ الْمُؤْمِنٰتِ بِغَیْرِ مَا اكْتَسَبُوْا فَقَدِ احْتَمَلُوْا بُهْتَانًا وَّ اِثْمًا مُّبِیْنًا۠(۵۸)
En zij, die gelovige mannen en vrouwen lastig vallen zonder dat dezen er schuld aan hebben, dragen voorzeker de schuld van laster en een openlijke zonde.
En zij die de gelovige mannen en de gelovige vrouwen lastigvallen voor iets wat zij niet begaan hebben, beladen zich met laster en een duidelijke zonde.
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ قُلْ لِّاَزْوَاجِكَ وَ بَنٰتِكَ وَ نِسَآءِ الْمُؤْمِنِیْنَ یُدْنِیْنَ عَلَیْهِنَّ مِنْ جَلَابِیْبِهِنَّؕ-ذٰلِكَ اَدْنٰۤى اَنْ یُّعْرَفْنَ فَلَا یُؤْذَیْنَؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۵۹)
O profeet! Zeg aan uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken over haar (hoofd) laten hangen. Dit is beter, opdat zij mogen worden onderscheiden en niet lastig worden gevallen. En Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
O profeet! Zeg tot jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen iets van haar overkleding over zich heen naar beneden te laten hangen. Dat bevordert het best dat men haar herkent en niet lastigvalt. En God is vergevend en barmhartig.
لَىٕنْ لَّمْ یَنْتَهِ الْمُنٰفِقُوْنَ وَ الَّذِیْنَ فِیْ قُلُوْبِهِمْ مَّرَضٌ وَّ الْمُرْجِفُوْنَ فِی الْمَدِیْنَةِ لَنُغْرِیَنَّكَ بِهِمْ ثُمَّ لَا یُجَاوِرُوْنَكَ فِیْهَاۤ اِلَّا قَلِیْلًا ﳝ(۶۰)
Indien de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is en degenen die opschudding in de stad veroorzaken, niet ophouden, zullen Wij u zeker tegen hen in beweging brengen; dan zullen zij slechts voor een korte tijd in uw nabijheid mogen vertoeven.
Als de huichelaars, zij die in hun harten een ziekte hebben en de verspreiders van valse geruchten in de stad niet ophouden dan zullen Wij jou zeker tegen hen laten optreden; dan zullen zij slechts korte tijd daarin jouw buren blijven.
مَّلْعُوْنِیْنَۚۛ-اَیْنَمَا ثُقِفُوْۤا اُخِذُوْا وَ قُتِّلُوْا تَقْتِیْلًا(۶۱)
Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden zullen zij worden gegrepen en gedood.
Vervloekt zijn zij; waar men hen ook aantreft worden zij gegrepen en onverbiddelijk gedood,
سُنَّةَ اللّٰهِ فِی الَّذِیْنَ خَلَوْا مِنْ قَبْلُۚ-وَ لَنْ تَجِدَ لِسُنَّةِ اللّٰهِ تَبْدِیْلًا(۶۲)
0
volgens Gods gebruikelijke behandeling van hen die voor jullie tijd zijn heengegaan en jij zult in Gods gebruikelijke behandeling geen wijziging vinden.
یَسْــٴَـلُكَ النَّاسُ عَنِ السَّاعَةِؕ-قُلْ اِنَّمَا عِلْمُهَا عِنْدَ اللّٰهِؕ-وَ مَا یُدْرِیْكَ لَعَلَّ السَّاعَةَ تَكُوْنُ قَرِیْبًا(۶۳)
De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "De kennis er van is slechts bij Allah," gij weet het niet; het kan zijn dat het Uur nabij is.
De mensen vragen jou naar het uur. Zeg: "De kennis daarover is slechts bij God. Hoe zul jij het te weten komen? Misschien dat het uur dichtbij is."
اِنَّ اللّٰهَ لَعَنَ الْكٰفِرِیْنَ وَ اَعَدَّ لَهُمْ سَعِیْرًاۙ(۶۴)
Allah heeft de ongelovigen zeker vervloekt en heeft een laaiend Vuur voor hen bereid.
God heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een vuurgloed klaargemaakt,
خٰلِدِیْنَ فِیْهَاۤ اَبَدًاۚ-لَا یَجِدُوْنَ وَلِیًّا وَّ لَا نَصِیْرًاۚ(۶۵)
Daarin zullen zij voor lange tijd vertoeven en zullen vriend noch helper vinden.
waarin zij voor immer en altijd zullen blijven; en zij zullen beschermer noch helper vinden.
یَوْمَ تُقَلَّبُ وُجُوْهُهُمْ فِی النَّارِ یَقُوْلُوْنَ یٰلَیْتَنَاۤ اَطَعْنَا اللّٰهَ وَ اَطَعْنَا الرَّسُوْلَا(۶۶)
De Dag waarop hun gezicht zich in het Vuur zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden wij slechts Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamd!"
Op de dag dat hun gezichten in het vuur rondgedraaid worden zeggen zij: "Ach hadden wij God maar gehoorzaamd en hadden wij de gezant maar gehoorzaamd."
وَ قَالُوْا رَبَّنَاۤ اِنَّاۤ اَطَعْنَا سَادَتَنَا وَ كُبَرَآءَنَا فَاَضَلُّوْنَا السَّبِیْلَا(۶۷)
En zij zullen zeggen: "Onze Heer, wij gehoorzaamden onze leiders en onze grote mannen maar zij deden ons van de rechte weg afdwalen.
En zij zeggen: "Onze Heer, wij hebben onze leidslieden en onze meesters gehoorzaamd, maar zij hebben ons op de dwaalweg gebracht.
رَبَّنَاۤ اٰتِهِمْ ضِعْفَیْنِ مِنَ الْعَذَابِ وَ الْعَنْهُمْ لَعْنًا كَبِیْرًا۠(۶۸)
Onze Heer, geef hun een dubbele straf en vloek hen met een zware vloek."
Onze Heer, geef hun het dubbele van de bestraffing en vervloek hen met een grote vervloeking."
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا لَا تَكُوْنُوْا كَالَّذِیْنَ اٰذَوْا مُوْسٰى فَبَرَّاَهُ اللّٰهُ مِمَّا قَالُوْاؕ-وَ كَانَ عِنْدَ اللّٰهِ وَجِیْهًاؕ(۶۹)
O, gij die gelooft! weest niet zoals degenen die Mozes ergerden! Allah echter zuiverde hem van hetgeen zij zeiden. En hij was in aanzien bij Allah.
Jullie die geloven! Weest niet zoals zij die Moesa lastigvielen. God heeft hem toen onschuldig verklaard aan wat zij zeiden; Hij was bij God in hoog aanzien.
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوا اتَّقُوا اللّٰهَ وَ قُوْلُوْا قَوْلًا سَدِیْدًاۙ(۷۰)
O, gij die gelooft! Vreest Allah en spreekt de waarheid.
Jullie die geloven! Vreest God en spreekt passende woorden,
یُّصْلِحْ لَكُمْ اَعْمَالَكُمْ وَ یَغْفِرْ لَكُمْ ذُنُوْبَكُمْؕ-وَ مَنْ یُّطِعِ اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ فَقَدْ فَازَ فَوْزًا عَظِیْمًا(۷۱)
Hij zal uw werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker een grote overwinning behaald.
dan zal Hij jullie daden verbeteren en jullie je zonden vergeven. En wie God en Zijn gezant gehoorzaamt heeft een geweldige triomf behaald.
اِنَّا عَرَضْنَا الْاَمَانَةَ عَلَى السَّمٰوٰتِ وَ الْاَرْضِ وَ الْجِبَالِ فَاَبَیْنَ اَنْ یَّحْمِلْنَهَا وَ اَشْفَقْنَ مِنْهَا وَ حَمَلَهَا الْاِنْسَانُؕ-اِنَّهٗ كَانَ ظَلُوْمًا جَهُوْلًاۙ(۷۲)
Voorwaar, Wij boden de hemelen, de aarde en de bergen aan, hun (iets) toe te vertrouwen, maar zij weigerden dit te dragen en vreesden er voor, maar de mens nam het op zich. Inderdaad, hij is zeer onrechtvaardig (jegens zichzelf), onwetend.
Wij hebben de toevertrouwde taak aan de hemelen, de aarde en de bergen aangeboden, maar zij weigerden haar te dragen en schrokken ervoor terug. De mens droeg haar -- hij is een onwetende zondaar --
لِّیُعَذِّبَ اللّٰهُ الْمُنٰفِقِیْنَ وَ الْمُنٰفِقٰتِ وَ الْمُشْرِكِیْنَ وَ الْمُشْرِكٰتِ وَ یَتُوْبَ اللّٰهُ عَلَى الْمُؤْمِنِیْنَ وَ الْمُؤْمِنٰتِؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا۠(۷۳)
Het gevolg er van is dat Allah huichelachtige mannen en vrouwen, en afgodendienaren en afgodendienaressen zal straffen. En Allah wendt zich in barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, en Allah is Vergevensgezind, Genadevol.
opdat God de huichelaars en de huichelaarsters, de veelgodendienaars en -dienaressen zal bestraffen en opdat God zich genadig tot de gelovige mannen en vrouwen wendt; God is vergevend en barmhartig.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan