READ

Surah Al-Ahzaab

اَلْاَحْزَاب
73 Ayaat    مدنیۃ


33:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.

In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God.
33:1
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ اتَّقِ اللّٰهَ وَ لَا تُطِعِ الْكٰفِرِیْنَ وَ الْمُنٰفِقِیْنَؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ عَلِیْمًا حَكِیْمًاۙ(۱)
O Profeet, zoek bescherming bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet. Allah is Alwetend, Alwijs.

O profeet! vrees God, en gehoorzaam de ongeloovigen en de huichelaars niet. Waarlijk, God is alwetend en wijs.
33:2
وَّ اتَّبِـعْ مَا یُوْحٰۤى اِلَیْكَ مِنْ رَّبِّكَؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ بِمَا تَعْمَلُوْنَ خَبِیْرًاۙ(۲)
Volg hetgeen u is geopenbaard van uw Heer. Voorwaar, Allah is goed op de hoogte van alles wat gij doet.

Maar volgt datgene, waar u van uwen Heer is geopenbaard; want God is wel bekend met hetgeen gij doet.
33:3
وَّ تَوَكَّلْ عَلَى اللّٰهِؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ وَكِیْلًا(۳)
En stel uw vertrouwen in Allah, want Allah is als beschermer voldoende.

Stelt uw vertrouwen in God; want God is een voldoende beschermer.
33:4
مَا جَعَلَ اللّٰهُ لِرَجُلٍ مِّنْ قَلْبَیْنِ فِیْ جَوْفِهٖۚ-وَ مَا جَعَلَ اَزْوَاجَكُمُ الّٰٓـِٔیْ تُظٰهِرُوْنَ مِنْهُنَّ اُمَّهٰتِكُمْۚ-وَ مَا جَعَلَ اَدْعِیَآءَكُمْ اَبْنَآءَكُمْؕ-ذٰلِكُمْ قَوْلُكُمْ بِاَفْوَاهِكُمْؕ-وَ اللّٰهُ یَقُوْلُ الْحَقَّ وَ هُوَ یَهْدِی السَّبِیْلَ(۴)
Allah heeft voor geen man twee harten in zijn binnenste gemaakt, noch heeft Hij uw vrouwen van wie gij wegblijft door haar moeder te noemen, tot uw moeders gemaakt, noch heeft Hij uw aangenomen zonen tot uw (werkelijke) zonen gemaakt. Dat is slechts een woord dat men uit, maar Allah spreekt de waarheid, en Hij wijst de weg.

God heeft den mensch geene twee harten gegeven; ook heeft hij uwe vrouwen (van welke sommigen uwer zich scheiden, haar daarna als hunne moeders aanziende) niet tot uwe ware moeders gemaakt, ook heeft hij uwe aangenomen zonen niet tot uwe ware zonen gemaakt. Dit zijn slechts de woorden die in uwen monden zijn; maar God spreekt de waarheid, en hij leidt op den rechten weg.
33:5
اُدْعُوْهُمْ لِاٰبَآىٕهِمْ هُوَ اَقْسَطُ عِنْدَ اللّٰهِۚ-فَاِنْ لَّمْ تَعْلَمُوْۤا اٰبَآءَهُمْ فَاِخْوَانُكُمْ فِی الدِّیْنِ وَ مَوَالِیْكُمْؕ-وَ لَیْسَ عَلَیْكُمْ جُنَاحٌ فِیْمَاۤ اَخْطَاْتُمْ بِهٖۙ-وَ لٰكِنْ مَّا تَعَمَّدَتْ قُلُوْبُكُمْؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ غَفُوْرًا رَّحِیْمًا(۵)
Noemt hen bij hun vaders naam dat is billijker in de ogen van Allah. Maar als gij hun vader niet kent, dan zijn zij uw broeders in het geloof en uw vrienden, en er is geen zonde voor u in datgene waarin gij u vergist, maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen. Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

Noemt hen die aangenomen zijn, de zonen hunner wezenlijke vaders, die zal rechtvaardiger zijn in de oogen van God. En indien gij hunne vaders niet kent, laat hen dan zijn als broeders in den godsdienst en uwe makkers; en er zal geen misdaad in liggen dat gij op deze wegen dwaalt; maar wat uwe harten opzettelijk ontwerpen zal misdadig zijn; want God is genadig en barmhartig.
33:6
اَلنَّبِیُّ اَوْلٰى بِالْمُؤْمِنِیْنَ مِنْ اَنْفُسِهِمْ وَ اَزْوَاجُهٗۤ اُمَّهٰتُهُمْؕ-وَ اُولُوا الْاَرْحَامِ بَعْضُهُمْ اَوْلٰى بِبَعْضٍ فِیْ كِتٰبِ اللّٰهِ مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ وَ الْمُهٰجِرِیْنَ اِلَّاۤ اَنْ تَفْعَلُوْۤا اِلٰۤى اَوْلِیٰٓىٕكُمْ مَّعْرُوْفًاؕ-كَانَ ذٰلِكَ فِی الْكِتٰبِ مَسْطُوْرًا(۶)
De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens het Boek van Allah, dan de gelovigen en de Mohadjirien tenzij gij uw vrienden een gunst bewijst. Dit is in het Boek neergeschreven.

De profeet is den waren geloovigen nader dan hunne eigene zielen en zijne vrouwen zijn hunne moeders. Zij die door bloedverwantschap zijn verbonden, zijn, overeenkomstig het boek van God, elkander nader verwant dan de andere ware geloovigen en de Moharejun; maar doet wat voegzaam en redelijk is omtrent uwe verwanten in het algemeen. Dit wordt in Gods boek opgeschreven.
33:7
وَ اِذْ اَخَذْنَا مِنَ النَّبِیّٖنَ مِیْثَاقَهُمْ وَ مِنْكَ وَ مِنْ نُّوْحٍ وَّ اِبْرٰهِیْمَ وَ مُوْسٰى وَ عِیْسَى ابْنِ مَرْیَمَ۪-وَ اَخَذْنَا مِنْهُمْ مِّیْثَاقًا غَلِیْظًاۙ(۷)
En toen Wij met de profeten een verbond sloten: met u, met Noach, Abraham, Mozes, en Jezus de zoon van Maria, sloten wij een hecht verbond.

Gedenkt, toen wij het verbond van de profeten aannamen, en van u, o Mahomet! en van Noach, en Abraham, en Mozes en Jezus den zoon van Maria, en een standvastig verbond van hen ontvingen.
33:8
لِّیَسْــٴَـلَ الصّٰدِقِیْنَ عَنْ صِدْقِهِمْۚ-وَ اَعَدَّ لِلْكٰفِرِیْنَ عَذَابًا اَلِیْمًا۠(۸)
Opdat Hij de waarachtigen over hun waarachtigheid moge ondervragen. En voor de ongelovigen heeft Hij een pijnlijke straf bereid.

Opdat God de waarheidsprekers omtrent hunne waarachtigheid zou kunnen ondervragen. En hij heeft eene smartelijke straf voor de ongeloovigen gereed gemaakt.
33:9
یٰۤاَیُّهَا الَّذِیْنَ اٰمَنُوا اذْكُرُوْا نِعْمَةَ اللّٰهِ عَلَیْكُمْ اِذْ جَآءَتْكُمْ جُنُوْدٌ فَاَرْسَلْنَا عَلَیْهِمْ رِیْحًا وَّ جُنُوْدًا لَّمْ تَرَوْهَاؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ بِمَا تَعْمَلُوْنَ بَصِیْرًاۚ(۹)
0

O ware geloovigen! herdenkt Gods gunst omtrent u, toen legers van ongeloovigen tegen u opkwamen, en wij zonden hun een wind, en scharen van engelen, welke gij niet zaagt. En God onthield wat gij deedt.
33:10
اِذْ جَآءُوْكُمْ مِّنْ فَوْقِكُمْ وَ مِنْ اَسْفَلَ مِنْكُمْ وَ اِذْ زَاغَتِ الْاَبْصَارُ وَ بَلَغَتِ الْقُلُوْبُ الْحَنَاجِرَ وَ تَظُنُّوْنَ بِاللّٰهِ الظُّنُوْنَا ؕ (۱۰)
Toen zij over u kwamen van boven en van beneden, en toen uw ogen staarden en het hart in de keel klopte, en gij over Allah allerlei gedachten koesterdet.

Toen zij tegen u opkwamen, van boven u en van onder u, en toen uw gezicht beneveld werd en uwe harten u, door vrees, tot in uwe keelen stegen, en gij omtrent God verschillende denkbeelden uitdacht.
33:11
هُنَالِكَ ابْتُلِیَ الْمُؤْمِنُوْنَ وَ زُلْزِلُوْا زِلْزَالًا شَدِیْدًا(۱۱)
Toen werden de gelovigen beproefd en zij werden hevig geschokt.

Toen werden de ongeloovigen beproefd, en met eene hevige beving tot sidderen gebracht.
33:12
وَ اِذْ یَقُوْلُ الْمُنٰفِقُوْنَ وَ الَّذِیْنَ فِیْ قُلُوْبِهِمْ مَّرَضٌ مَّا وَعَدَنَا اللّٰهُ وَ رَسُوْلُهٗۤ اِلَّا غُرُوْرًا(۱۲)
En toen de huichelaars en zij in wier hart een ziekte is, zeiden: "Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden was slechts bedrog."

En toen de huichelaars, en zij in wier hart een gebrek huisde zeiden: God en de gezanten hebben u slechts eene bedriegelijke belofte gedaan.
33:13
وَ اِذْ قَالَتْ طَّآىٕفَةٌ مِّنْهُمْ یٰۤاَهْلَ یَثْرِبَ لَا مُقَامَ لَكُمْ فَارْجِعُوْاۚ-وَ یَسْتَاْذِنُ فَرِیْقٌ مِّنْهُمُ النَّبِیَّ یَقُوْلُوْنَ اِنَّ بُیُوْتَنَا عَوْرَةٌ ﳍ وَ مَا هِیَ بِعَوْرَةٍۚۛ-اِنْ یُّرِیْدُوْنَ اِلَّا فِرَارًا(۱۳)
En toen een gedeelte van hen zei: "O volk van Jasrab (Madinah), gij kunt hier geen stand houden, keert daarom terug." En een gedeelte vroeg zelfs om toestemming van de Profeet, zeggende: "Onze huizen staan aan de vijand bloot." Deze waren echter niet blootgesteld, zij wensten slechts te vluchten.

En toen een partij van hen zeide: O bewoners van Yathreb er is hier geen plaats van zekerheid voor u; keert dus terug naar huis. En een deel van hen vroeg verlof van den profeet om te mogen vertrekken, zeggende: Waarlijk, onze huizen zijn zonder verdediging en aan den vijand blootgesteld; maar zij waren niet zonder verdediging en hunne bedoeling was slechts te ontvluchten.
33:14
وَ لَوْ دُخِلَتْ عَلَیْهِمْ مِّنْ اَقْطَارِهَا ثُمَّ سُىٕلُوا الْفِتْنَةَ لَاٰتَوْهَا وَ مَا تَلَبَّثُوْا بِهَاۤ اِلَّا یَسِیْرًا(۱۴)
Als men uit de omgeving bij hen zou binnendringen en hun zou worden gevraagd, onlusten te veroorzaken, zouden zij dat terstond hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben getalmd.

Indien op dat oogenblik de vijand van de aangrenzende gedeelten de stad waren binnengetrokken; en men had hun gevraagd, de ware geloovigen te verlaten en tegen hen te strijden, zouden zij zekerlijk daarin hebben toegestemd; maar in dat geval waren zij er niet in gebleven dan voor een korte poos.
33:15
وَ لَقَدْ كَانُوْا عَاهَدُوا اللّٰهَ مِنْ قَبْلُ لَا یُوَلُّوْنَ الْاَدْبَارَؕ-وَ كَانَ عَهْدُ اللّٰهِ مَّسْــٴُـوْلًا (۱۵)
0

Zij hadden vroeger een verbond met God gesloten, dat zij hunne ruggen niet zouden keeren; en de nakoming van hun verbond met God zal hier namaals worden onderzocht.
33:16
قُلْ لَّنْ یَّنْفَعَكُمُ الْفِرَارُ اِنْ فَرَرْتُمْ مِّنَ الْمَوْتِ اَوِ الْقَتْلِ وَ اِذًا لَّا تُمَتَّعُوْنَ اِلَّا قَلِیْلًا(۱۶)
Zeg: "Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht; slechts korte tijd zult gij genieten."

Zeg: De vlucht zal u van geen voordeel zijn. Indien gij den dood of het gevecht ontvlucht, zult gij slechts weinig van het leven in deze wereld genieten.
33:17
قُلْ مَنْ ذَا الَّذِیْ یَعْصِمُكُمْ مِّنَ اللّٰهِ اِنْ اَرَادَ بِكُمْ سُوْٓءًا اَوْ اَرَادَ بِكُمْ رَحْمَةًؕ-وَ لَا یَجِدُوْنَ لَهُمْ مِّنْ دُوْنِ اللّٰهِ وَلِیًّا وَّ لَا نَصِیْرًا(۱۷)
Zeg: "Wie is het, die u tegen Allah kan beschermen indien Hij u met kwaad wil treffen of barmhartigheid betonen? En zij zullen voor zich buiten Allah vriend noch helper vinden."

Zeg: Wie is het die u tegen God zal verdedigen, indien het hem behaagt u met kwaad te treffen, of indien het hem behaagt u genade te betoonen? Zij zullen buiten God niemand vinden, om hen te beschutten of te ondersteunen.
33:18
قَدْ یَعْلَمُ اللّٰهُ الْمُعَوِّقِیْنَ مِنْكُمْ وَ الْقَآىٕلِیْنَ لِاِخْوَانِهِمْ هَلُمَّ اِلَیْنَاۚ-وَ لَا یَاْتُوْنَ الْبَاْسَ اِلَّا قَلِیْلًاۙ(۱۸)
Allah kent degenen onder u die de mensen tegenhouden, en hen, die tegen hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe," en die zich weinig met de oorlog bemoeien.

God kent reeds degenen onder u, die anderen verhinderen zijnen profeet te volgen, en die tot hunne broeders zeggen: Komt hier tot ons; en die niet dan op flauwe wijze in den slag komen.
33:19
اَشِحَّةً عَلَیْكُمْ ۚۖ-فَاِذَا جَآءَ الْخَوْفُ رَاَیْتَهُمْ یَنْظُرُوْنَ اِلَیْكَ تَدُوْرُ اَعْیُنُهُمْ كَالَّذِیْ یُغْشٰى عَلَیْهِ مِنَ الْمَوْتِۚ-فَاِذَا ذَهَبَ الْخَوْفُ سَلَقُوْكُمْ بِاَلْسِنَةٍ حِدَادٍ اَشِحَّةً عَلَى الْخَیْرِؕ-اُولٰٓىٕكَ لَمْ یُؤْمِنُوْا فَاَحْبَطَ اللّٰهُ اَعْمَالَهُمْؕ-وَ كَانَ ذٰلِكَ عَلَى اللّٰهِ یَسِیْرًا(۱۹)
Zij zijn terughoudend in hun hulp voor u. Maar als het gevaar komt, ziet gij hen naar u kijken met rollende ogen als van iemand die bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de vrees is weggevaagd, treffen zij u met hun scherpe tong door hun zucht naar rijkdommen. Zulken hebben niet oprecht geloofd; daarom heeft Allah hun werken vruchteloos gemaakt. Dit is gemakkelijk voor Allah.

Dit is, omdat zij gierig omtrent u zijn; maar als de vrees hen bereikt, ziet gij hen naar u opzien om hulp; hunne oogen rollen dan als de oogen van hem die op sterven ligt. Doch als hunne vrees voorbij is, varen zij met scherpe tongen tegen u uit, terwijl zij vol begeerte zijn omtrent het beste en meest waardige gedeelte van den buit. Dezen gelooven niet oprechtelijk; daarom heeft God hunne werken krachteloos gemaakt, en dit is God gemakkelijk.
33:20
یَحْسَبُوْنَ الْاَحْزَابَ لَمْ یَذْهَبُوْاۚ-وَ اِنْ یَّاْتِ الْاَحْزَابُ یَوَدُّوْا لَوْ اَنَّهُمْ بَادُوْنَ فِی الْاَعْرَابِ یَسْاَلُوْنَ عَنْ اَنْۢبَآىٕكُمْؕ-وَ لَوْ كَانُوْا فِیْكُمْ مَّا قٰتَلُوْۤا اِلَّا قَلِیْلًا۠(۲۰)
Zij denken, dat de bondgenoten niet zijn vertrokken; en als de bondgenoten zouden wederkomen, zouden zij gaarne onder de zwervende Arabieren in de woestijn willen zijn, nieuws over u vragende. En als zij onder u waren, zouden zij weinig vechten.

Zij verbeeldden zich, dat de verbondenen niet zouden aftrekken en het beleg opheffen; en indien de verbondenen ten tweedenmale opkwamen, zouden zij wenschen in de woestijn te wezen, onder de Arabieren die in tenten wonen en daar slechts naar nieuws van u te vernemen; want hoewel zij dien tijd met u waren, vochten zij niet dan flauw.
33:21
لَقَدْ كَانَ لَكُمْ فِیْ رَسُوْلِ اللّٰهِ اُسْوَةٌ حَسَنَةٌ لِّمَنْ كَانَ یَرْجُوا اللّٰهَ وَ الْیَوْمَ الْاٰخِرَ وَ ذَكَرَ اللّٰهَ كَثِیْرًاؕ(۲۱)
Voorwaar, gij hebt in de Profeet van Allah een prachtig voorbeeld voor ieder die Allah en de laatste Dag vreest, en die Allah vaak herdenkt.

Gij hebt in Gods gezant een uitmuntend voorbeeld voor hem, die op God en op den laatsten dag hoopt, en God dikwijls herdenkt.
33:22
وَ لَمَّا رَاَ الْمُؤْمِنُوْنَ الْاَحْزَابَۙ-قَالُوْا هٰذَا مَا وَعَدَنَا اللّٰهُ وَ رَسُوْلُهٗ وَ صَدَقَ اللّٰهُ وَ رَسُوْلُهٗ٘-وَ مَا زَادَهُمْ اِلَّاۤ اِیْمَانًا وَّ تَسْلِیْمًاؕ(۲۲)
En toen de gelovigen de scharen zagen, zeiden zij: "Dit is wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden; en Allah en Zijn boodschapper spraken de waarheid." En dit vermeerderde slechts hun geloof en deed hun onderwerping toenemen.

Toen de ware geloovigen de verbondenen zagen, zeiden zij: Dit is wat God en zijn profeet ons hebben voorspeld. God en zijn profeet hebben de waarheid gesproken, en het vermeerdert slechts hun geloof en hunne onderwerping aan God.
33:23
مِنَ الْمُؤْمِنِیْنَ رِجَالٌ صَدَقُوْا مَا عَاهَدُوا اللّٰهَ عَلَیْهِۚ-فَمِنْهُمْ مَّنْ قَضٰى نَحْبَهٗ وَ مِنْهُمْ مَّنْ یَّنْتَظِرُ ﳲ وَ مَا بَدَّلُوْا تَبْدِیْلًاۙ(۲۳)
Er zijn mensen onder de gelovigen die trouw gebleven zijn aan het verbond dat zij met Allah hebben gesloten. Er zijn enigen onder hen die hun eed hebben gehouden, en anderen die nog wachten en geenszins veranderd zijn;

Van de ware geloovigen vervullen sommigen rechtschapen wat zij God hebben beloofd; sommigen van hen hebben hunne loopbaan geëindigd, en sommigen van hen verwachten hetzelfde voordeel, en zij veranderen hunne belofte niet, door daarvan in het minst af te wijken.
33:24
لِّیَجْزِیَ اللّٰهُ الصّٰدِقِیْنَ بِصِدْقِهِمْ وَ یُعَذِّبَ الْمُنٰفِقِیْنَ اِنْ شَآءَ اَوْ یَتُوْبَ عَلَیْهِمْؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ غَفُوْرًا رَّحِیْمًاۚ(۲۴)
Zodat Allah de waarachtigen voor hun oprechtheid moge belonen en de huichelaars straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in barmhartigheid wenden. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

God zal degenen die hun verbond rechtschapen zijn nagekomen, voor hunne getrouwheid beloonen en de huichelachtigen straffen, of, naar zijn welbehagen hun genade schenken; want God is vergevensgezind en genadig.
33:25
وَ رَدَّ اللّٰهُ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا بِغَیْظِهِمْ لَمْ یَنَالُوْا خَیْرًاؕ-وَ كَفَى اللّٰهُ الْمُؤْمِنِیْنَ الْقِتَالَؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ قَوِیًّا عَزِیْزًاۚ(۲۵)
Allah weerhield de ongelovigen in hun woede; zij verwierven geen voordeel. En Allah was toereikend (als Beschermer) voor de gelovigen in de slag. Allah is Sterk, Almachtig.

God heeft de ongeloovigen met hunne woede teruggedreven. Zij verkregen geen voordeel uit dien krijg, en God was een toereikende beschermer voor de geloovigen in den slag; want God is sterk en machtig.
33:26
وَ اَنْزَلَ الَّذِیْنَ ظَاهَرُوْهُمْ مِّنْ اَهْلِ الْكِتٰبِ مِنْ صَیَاصِیْهِمْ وَ قَذَفَ فِیْ قُلُوْبِهِمُ الرُّعْبَ فَرِیْقًا تَقْتُلُوْنَ وَ تَاْسِرُوْنَ فَرِیْقًاۚ(۲۶)
En Hij deed de mensen van het Boek die hen (de vijand) hielpen uit hun vestingen komen en vervulde hun hart met ontzetting. Gij dooddet sommigen en gij naamt anderen gevangen.

Hij deed degenen van hen die de schriften hebben ontvangen en de verbondenen ondersteunden, uit hunne sterkten komen. En hij wierp schrik en verslagenheid in hunne harten; gij versloegt een deel van hen, en een deel van hen maaktet gij krijgsgevangenen.
33:27
وَ اَوْرَثَكُمْ اَرْضَهُمْ وَ دِیَارَهُمْ وَ اَمْوَالَهُمْ وَ اَرْضًا لَّمْ تَـطَــٴُـوْهَاؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ عَلٰى كُلِّ شَیْءٍ قَدِیْرًا۠(۲۷)
En Hij deed u hun land, huizen en hun rijkdommen erven en ook een land waarop gij nog nooit een voet had gezet. Allah heeft macht over alle dingen.

God heeft u hun land, hunne huizen en hunne welvaart doen erven, en een land, dat gij nog niet betreden hebt; want God is almachtig.
33:28
یٰۤاَیُّهَا النَّبِیُّ قُلْ لِّاَزْوَاجِكَ اِنْ كُنْتُنَّ تُرِدْنَ الْحَیٰوةَ الدُّنْیَا وَ زِیْنَتَهَا فَتَعَالَیْنَ اُمَتِّعْكُنَّ وَ اُسَرِّحْكُنَّ سَرَاحًا جَمِیْلًا(۲۸)
O profeet! Zeg aan uw vrouwen, "Als gij het leven dezer wereld en zijn luister wenst, komt dan, ik zal u een geschenk geven en u op een grootmoedige manier vrij laten.

O profeet! zeg tot uwe vrouwen: Indien gij naar dit leven en zijne pracht streeft, komt, en ik zal u een schoon deel en een eervol ontslag geven.
33:29
وَ اِنْ كُنْتُنَّ تُرِدْنَ اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ وَ الدَّارَ الْاٰخِرَةَ فَاِنَّ اللّٰهَ اَعَدَّ لِلْمُحْسِنٰتِ مِنْكُنَّ اَجْرًا عَظِیْمًا(۲۹)
Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper en het tehuis van het Hiernamaals wenst, dan heeft Allah waarlijk voor degenen onder u die goed doen, een grote beloning."

Maar indien gij God en zijn profeet zoekt en ook het volgende leven, waarlijk, dan heeft God voor haar van u, die deugd betracht een groote belooning gereed maakt.
33:30
یٰنِسَآءَ النَّبِیِّ مَنْ یَّاْتِ مِنْكُنَّ بِفَاحِشَةٍ مُّبَیِّنَةٍ یُّضٰعَفْ لَهَا الْعَذَابُ ضِعْفَیْنِؕ-وَ كَانَ ذٰلِكَ عَلَى اللّٰهِ یَسِیْرًا(۳۰)
O vrouwen van de profeet! Als iemand onder u schuldig is aan een openbaar onbetamelijk gedrag zal haar straf worden verdubbeld. En dit is gemakkelijk voor Allah.

O vrouwen van den profeet! wie uwer eene duidelijke zonde zal bedrijven, daarvoor zal de straf tweevoudig toegepast worden; en dit is gemakkelijk voor God.
33:31
وَ مَنْ یَّقْنُتْ مِنْكُنَّ لِلّٰهِ وَ رَسُوْلِهٖ وَ تَعْمَلْ صَالِحًا نُّؤْتِهَاۤ اَجْرَهَا مَرَّتَیْنِۙ-وَ اَعْتَدْنَا لَهَا رِزْقًا كَرِیْمًا(۳۱)
Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt en goede werken doet, haar zullen Wij dubbel belonen en Wij hebben voor haar een waardige voorziening bereid.

Maar wie u gehoorzaam zal wezen aan God en zijn gezant, en doen wat recht is, deze zullen wij hare belooning tweemaal geven, en wij hebben een onbekrompen deel in het paradijs voor haar gereed gemaakt.
33:32
یٰنِسَآءَ النَّبِیِّ لَسْتُنَّ كَاَحَدٍ مِّنَ النِّسَآءِ اِنِ اتَّقَیْتُنَّ فَلَا تَخْضَعْنَ بِالْقَوْلِ فَیَطْمَعَ الَّذِیْ فِیْ قَلْبِهٖ مَرَضٌ وَّ قُلْنَ قَوْلًا مَّعْرُوْفًاۚ(۳۲)
O vrouwen van de profeet, gij zijt niet zoals een andere vrouw. Indien gij godvruchtig zijt, spreekt dan niet op een verleidelijke manier, anders zal hij in wiens hart ziekte is, verwachtingen koesteren; maar spreekt een oprechte taal.

O vrouwen van den profeet! gij zijt niet gelijk andere vrouwen. Indien gij God vreest, toont dan niet te veel voorkomendheid in uwe woorden, opdat de man, in wiens hart een gebrek huist, geene begeerte hebbe; maar spreekt eene gepaste taal.
33:33
وَ قَرْنَ فِیْ بُیُوْتِكُنَّ وَ لَا تَبَرَّجْنَ تَبَرُّجَ الْجَاهِلِیَّةِ الْاُوْلٰى وَ اَقِمْنَ الصَّلٰوةَ وَ اٰتِیْنَ الزَّكٰوةَ وَ اَطِعْنَ اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗؕ-اِنَّمَا یُرِیْدُ اللّٰهُ لِیُذْهِبَ عَنْكُمُ الرِّجْسَ اَهْلَ الْبَیْتِ وَ یُطَهِّرَكُمْ تَطْهِیْرًاۚ(۳۳)
Blijft in uw huizen en stelt uw schoonheid niet ten toon als in de vroegere dagen der onwetendheid; leeft het gebed na, en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. O huisgenoten, Allah wenst alleen onreinheid van u te verwijderen, en u schoon en zuiver te maken.

Zit gerust in uwe huizen, en geeft u niet over aan de uiterlijke praal van de vroegere tijden van onwetendheid; neemt de bepaalde tijden voor het gebed in acht, geeft aalmoezen en gehoorzaamt God en zijn gezant; want God begeert alleen de schande der ijdelheid van u af te nemen, nu gij tot het gezin van den profeet behoort, en u door eene volkomen zuivering te reinigen.
33:34
وَ اذْكُرْنَ مَا یُتْلٰى فِیْ بُیُوْتِكُنَّ مِنْ اٰیٰتِ اللّٰهِ وَ الْحِكْمَةِؕ-اِنَّ اللّٰهَ كَانَ لَطِیْفًا خَبِیْرًا۠(۳۴)
En herinnert u de woorden van Allah en de wijsheid die in uw huizen wordt verkondigd; want Allah is Aldoordringend, Alkennend.

En herdenkt wat in uwe huizen is gelezen van Gods teekenen, en van de wijsheid in den Koran geopenbaard is; want God is scherpziende en wel bekend met uwe daden.
33:35
اِنَّ الْمُسْلِمِیْنَ وَ الْمُسْلِمٰتِ وَ الْمُؤْمِنِیْنَ وَ الْمُؤْمِنٰتِ وَ الْقٰنِتِیْنَ وَ الْقٰنِتٰتِ وَ الصّٰدِقِیْنَ وَ الصّٰدِقٰتِ وَ الصّٰبِرِیْنَ وَ الصّٰبِرٰتِ وَ الْخٰشِعِیْنَ وَ الْخٰشِعٰتِ وَ الْمُتَصَدِّقِیْنَ وَ الْمُتَصَدِّقٰتِ وَ الصَّآىٕمِیْنَ وَ الصّٰٓىٕمٰتِ وَ الْحٰفِظِیْنَ فُرُوْجَهُمْ وَ الْحٰفِظٰتِ وَ الذّٰكِرِیْنَ اللّٰهَ كَثِیْرًا وَّ الذّٰكِرٰتِۙ-اَعَدَّ اللّٰهُ لَهُمْ مَّغْفِرَةً وَّ اَجْرًا عَظِیْمًا(۳۵)
0

Waarlijk de Moslems van beiderlei kunne en de ware geloovigen van beide geslachten, en de vrome mannen en de godvruchtige vrouwen, en de mannen van rechtvaardigheid en de vrouwen van rechtvaardigheid en de nederige mannen en vrouwen, en de gevers van aalmoezen van beiderlei kunne, en de mannen en vrouwen die vasten, en de kuische mannen en de kuische vrouwen, en degenen van beiderlei kunnen die God dikwijls gedenken, voor dezen heeft God vergiffenis gereed gemaakt en eene groote belooning.
33:36
وَ مَا كَانَ لِمُؤْمِنٍ وَّ لَا مُؤْمِنَةٍ اِذَا قَضَى اللّٰهُ وَ رَسُوْلُهٗۤ اَمْرًا اَنْ یَّكُوْنَ لَهُمُ الْخِیَرَةُ مِنْ اَمْرِهِمْؕ-وَ مَنْ یَّعْصِ اللّٰهَ وَ رَسُوْلَهٗ فَقَدْ ضَلَّ ضَلٰلًا مُّبِیْنًاؕ(۳۶)
En het betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist, dat er voor hen een keuze zou zijn in die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt, is zeker klaarblijkelijk afgedwaald.

Het is niet gepast voor een waar geloovige, onverschillig van welke kunne, als God en zijn gezant eene zaak hebben besloten, dat zij de vrijheid nemen hunne eigene keuze te volgen. Wie aan God ongehoorzaam is en aan zijn gezant, dwaalt waarlijk met eene duidelijke dwaling.
33:37
وَ اِذْ تَقُوْلُ لِلَّذِیْۤ اَنْعَمَ اللّٰهُ عَلَیْهِ وَ اَنْعَمْتَ عَلَیْهِ اَمْسِكْ عَلَیْكَ زَوْجَكَ وَ اتَّقِ اللّٰهَ وَ تُخْفِیْ فِیْ نَفْسِكَ مَا اللّٰهُ مُبْدِیْهِ وَ تَخْشَى النَّاسَۚ-وَ اللّٰهُ اَحَقُّ اَنْ تَخْشٰىهُؕ-فَلَمَّا قَضٰى زَیْدٌ مِّنْهَا وَطَرًا زَوَّجْنٰكَهَا لِكَیْ لَا یَكُوْنَ عَلَى الْمُؤْمِنِیْنَ حَرَجٌ فِیْۤ اَزْوَاجِ اَدْعِیَآىٕهِمْ اِذَا قَضَوْا مِنْهُنَّ وَطَرًاؕ-وَ كَانَ اَمْرُ اللّٰهِ مَفْعُوْلًا(۳۷)
0

En gedenk, toen gij zeidet tot hem, omtrent wien God barmhartig is geweest en aan wien gij mede gunsten hebt verleend. Behoud uwe vrouw voor u zelven en vrees God: en gij datgene in uw gemoed verbergdet, wat God bepaald had, dat ontdekt zou worden, en de menschen vreesdet, terwijl het rechtvaardiger ware geweest, God te vreezen. En toen Zeïd omtrent hare zaak had besloten, en vastgesteld had, zich te laten scheiden, verbonden wij haar door het huwelijk aan u, opdat er geene misdaad op de ware geloovigen zou worden geladen, door het huwen van de vrouwen hunner aangenomen zonen, nadat zij verstooten waren; en het bevel van God werd vervuld.
33:38
مَا كَانَ عَلَى النَّبِیِّ مِنْ حَرَجٍ فِیْمَا فَرَضَ اللّٰهُ لَهٗؕ-سُنَّةَ اللّٰهِ فِی الَّذِیْنَ خَلَوْا مِنْ قَبْلُؕ-وَ كَانَ اَمْرُ اللّٰهِ قَدَرًا مَّقْدُوْرَاﰳ٘ۙ (۳۸)
Er moet voor de profeet geen bezwaar zijn betreffende hetgeen Allah voor hem geordend heeft. Dit is ook de handelwijze van Allah met hen die v??rdien zijn heengegaan - en het gebod van Allah is een vastgestelde verordening.

Er wordt geene misdaad op den profeet geladen, door te doen hetgeen God hem heeft veroorloofd overeenkomstig het Godsbevel, met betrekking tot hen die hem voorafgingen (want het bevel van God is een bepaald besluit).
33:39
الَّذِیْنَ یُبَلِّغُوْنَ رِسٰلٰتِ اللّٰهِ وَ یَخْشَوْنَهٗ وَ لَا یَخْشَوْنَ اَحَدًا اِلَّا اللّٰهَؕ-وَ كَفٰى بِاللّٰهِ حَسِیْبًا(۳۹)
0

Voor hen, die de boodschappen van God brachten en hem vreesden, en niemand vreesden buiten God. God volstaat voor allen.
33:40
مَا كَانَ مُحَمَّدٌ اَبَاۤ اَحَدٍ مِّنْ رِّجَالِكُمْ وَ لٰكِنْ رَّسُوْلَ اللّٰهِ وَ خَاتَمَ النَّبِیّٖنَؕ-وَ كَانَ اللّٰهُ بِكُلِّ شَیْءٍ عَلِیْمًا۠(۴۰)
Mohammed is niet de vader van ??n uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten; Allah heeft kennis van alle dingen.

Mahomet is niet de vader van een uwer, maar de gezant van God, en het zegel der profeten. God kent alle dingen.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلْاَحْزَاب
اَلْاَحْزَاب
  00:00



Download

اَلْاَحْزَاب
اَلْاَحْزَاب
  00:00



Download