READ

Surah ad-Dhariyat

اَلذّٰرِيـٰت
60 Ayaat    مکیۃ


51:41
وَ فِیْ عَادٍ اِذْ اَرْسَلْنَا عَلَیْهِمُ الرِّیْحَ الْعَقِیْمَۚ(۴۱)
En er was een teken in de Aad, toen Wij een orkaan tegen hen zonden.

En in de 'Âd, toen Wij over hen een verwoestende wind zonden.
51:42
مَا تَذَرُ مِنْ شَیْءٍ اَتَتْ عَلَیْهِ اِلَّا جَعَلَتْهُ كَالرَّمِیْمِؕ(۴۲)
Deze liet van hetgeen hij teisterde niets over of hij maakte het als as,

Die niets heel liet van wat hij tegenkwam, maar (alles) tot ruïnes maakte.
51:43
وَ فِیْ ثَمُوْدَ اِذْ قِیْلَ لَهُمْ تَمَتَّعُوْا حَتّٰى حِیْنٍ(۴۳)
En er was een teken in de Samoed toen er tot hen werd gezegd: "Vermaakt u voor een wijle."

En in de Tsamôed, toen tot hen gezegd werd: "Geniet maar, tot een bepaalde tijd."
51:44
فَعَتَوْا عَنْ اَمْرِ رَبِّهِمْ فَاَخَذَتْهُمُ الصّٰعِقَةُ وَ هُمْ یَنْظُرُوْنَ(۴۴)
Maar zij overtraden het gebod van hun Heer. Daarom achterhaalde hen de bliksem terwijl zij er naar keken,

Toen waren zij hoogmoedig tegenover het gebod van hun Heer, waarop de bliksemslag hen greep, terwijl zij toezagen.
51:45
فَمَا اسْتَطَاعُوْا مِنْ قِیَامٍ وَّ مَا كَانُوْا مُنْتَصِرِیْنَۙ(۴۵)
En zij konden niet opstaan noch konden zij zich hiertegen beschermen.

Toen konden zij niet meer opstaan en zij konden zichzelf niet helpen.
51:46
وَ قَوْمَ نُوْحٍ مِّنْ قَبْلُؕ-اِنَّهُمْ كَانُوْا قَوْمًا فٰسِقِیْنَ۠(۴۶)
En in het volk van Noach (is ook een teken), voorwaar zij waren een ongehoorzaam volk.

En het volk van Nôeh van daarvóór: voorwaar, zij waren een zwaar zondig volk.
51:47
وَ السَّمَآءَ بَنَیْنٰهَا بِاَیْىدٍ وَّ اِنَّا لَمُوْسِعُوْنَ(۴۷)
Voorzeker Wij bouwden de hemel door Onze macht en waarlijk Wij zin het, Die hem hebben uitgebreid.

En Wij hebben de hemel met een grote macht gebouwd. En voorwaar, Wij zijn zeker Machtigen.
51:48
وَ الْاَرْضَ فَرَشْنٰهَا فَنِعْمَ الْمٰهِدُوْنَ(۴۸)
En Wij hebben de aarde uitgespreid en hoe uitmuntend hebben Wij dit gedaan.

En Wij hebben de aarde uitgespreid, en de beste Uitspreiders zijn Wij.
51:49
وَ مِنْ كُلِّ شَیْءٍ خَلَقْنَا زَوْجَیْنِ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُوْنَ(۴۹)
En Wij hebben alles in paren geschapen opdat gij er lering uit moogt trekken.

En van alle dingen hebben Wij paren geschapen. Hopelijk zullen jullie je laten vermanen.
51:50
فَفِرُّوْۤا اِلَى اللّٰهِؕ-اِنِّیْ لَكُمْ مِّنْهُ نَذِیْرٌ مُّبِیْنٌۚ(۵۰)
Haast u daarom tot Allah. Waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer van Hem.

(Zeg, O Moehammad) "Vlucht daarom naar Allah: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer.
51:51
وَ لَا تَجْعَلُوْا مَعَ اللّٰهِ اِلٰهًا اٰخَرَؕ-اِنِّیْ لَكُمْ مِّنْهُ نَذِیْرٌ مُّبِیْنٌۚ(۵۱)
En werpt geen andere God op naast Allah, waarlijk ik ben voor u een duidelijke waarschuwer van Hem.

En neemt naast Allah geen andere god: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer."
51:52
كَذٰلِكَ مَاۤ اَتَى الَّذِیْنَ مِنْ قَبْلِهِمْ مِّنْ رَّسُوْلٍ اِلَّا قَالُوْا سَاحِرٌ اَوْ مَجْنُوْنٌۚ(۵۲)
En er kwam tot degenen, die v??r hen waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een tovenaar of een bezetene!"

Zo kwam er tot degenen vóór hen geen Boodschapper, of zij zeiden: "(Hij is) een tovenaar, of een bezetene."
51:53
اَتَوَاصَوْا بِهٖۚ-بَلْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُوْنَۚ(۵۳)
Hebben zij elkander er toe aangespoord? Neen, zij zijn een opstandig volk.

Dragen zij dit aan elkaar over (van geslacht op geslacht)? Zij zijn zelfs een overtredend volk.
51:54
فَتَوَلَّ عَنْهُمْ فَمَاۤ اَنْتَ بِمَلُوْمٍ(۵۴) ﱭ
Wend u daarom van hen af en u zal niets worden verweten.

Wend je daarom van hen af, dan wordt jou niets verweten.
51:55
وَّ ذَكِّرْ فَاِنَّ الذِّكْرٰى تَنْفَعُ الْمُؤْمِنِیْنَ(۵۵)
Maar ga door met het vermanen want de vermaning helpt degenen die willen geloven.

En vermaan: want voorwaar, de vermaning baat de gelovigen.
51:56
وَ مَا خَلَقْتُ الْجِنَّ وَ الْاِنْسَ اِلَّا لِیَعْبُدُوْنِ(۵۶)
En ik heb de djinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding geschapen.

En Ik heb de Djinn's en de mens slechts geschapen om Mij te dienen.
51:57
مَاۤ اُرِیْدُ مِنْهُمْ مِّنْ رِّزْقٍ وَّ مَاۤ اُرِیْدُ اَنْ یُّطْعِمُوْنِ(۵۷)
Ik wens van hen geen onderhoud noch wens Ik dat zij Mij zullen voeden.

Ik wens geen voorzieningen van hen, en ik wens niet dat zij Mij voeden.
51:58
اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الرَّزَّاقُ ذُو الْقُوَّةِ الْمَتِیْنُ(۵۸)
Voorzeker, Allah is de grootste Voorziener, de Almachtige, de Alsterke.

Voorwaar, Allah is de Voorziener, de Bezitter van sterke kracht.
51:59
فَاِنَّ لِلَّذِیْنَ ظَلَمُوْا ذَنُوْبًا مِّثْلَ ذَنُوْبِ اَصْحٰبِهِمْ فَلَا یَسْتَعْجِلُوْنِ(۵۹)
Voorzeker het lot der onrechtvaardigen is gelijk aan dat van hun gezellen. Laat hen derhalve niet wensen dit te verhaasten.

Voorwaar, de zonden van degenen die onrecht plegen zijn gelijk aan de zonden van hun soortgenoten (in vroegere generaties). Laten zij daarom Mij niet vragen (de bestraffing) te bespoedigen.
51:60
فَوَیْلٌ لِّلَّذِیْنَ كَفَرُوْا مِنْ یَّوْمِهِمُ الَّذِیْ یُوْعَدُوْنَ۠(۶۰)
Wee over de ongelovigen vanwege de Dag waarmede zij worden bedreigd!

Wee dan degenen die ongelovig zijn op hun Dag die aangezegd is.
  FONT
  THEME
  TRANSLATION
  • English | Ahmed Ali
  • Urdu | Ahmed Raza Khan
  • Turkish | Ali-Bulaç
  • German | Bubenheim Elyas
  • Chinese | Chineese
  • Spanish | Cortes
  • Dutch | Dutch
  • Portuguese | El-Hayek
  • English | English
  • Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
  • French | French
  • Hausa | Hausa
  • Indonesian | Indonesian-Bahasa
  • Italian | Italian
  • Korean | Korean
  • Malay | Malay
  • Russian | Russian
  • Tamil | Tamil
  • Thai | Thai
  • Farsi | مکارم شیرازی
  TAFSEER
  • العربية | التفسير الميسر
  • العربية | تفسير الجلالين
  • العربية | تفسير السعدي
  • العربية | تفسير ابن كثير
  • العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
  • العربية | تفسير البغوي
  • العربية | تفسير القرطبي
  • العربية | تفسير الطبري
  • English | Arberry
  • English | Yusuf Ali
  • Dutch | Keyzer
  • Dutch | Leemhuis
  • Dutch | Siregar
  • Urdu | Sirat ul Jinan
  HELP

اَلذّٰرِيـٰت
اَلذّٰرِيـٰت
  00:00



Download

اَلذّٰرِيـٰت
اَلذّٰرِيـٰت
  00:00



Download