READ
Surah Abasa
عَبَس
42 Ayaat مکیۃ
80:0
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحِیْمِ
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
In de naam van Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige.
Hij (Moehammad) fronste en wendde zich af.
Omdat de blinde tot hem kwam.
وَ مَا یُدْرِیْكَ لَعَلَّهٗ یَزَّكّٰۤىۙ(۳)
(Mens) wat weet gij? Misschien wilde hij zich laten louteren.
En wat doet jou het weten, misschien wilde hij zich reinigen (van zonden).
اَوْ یَذَّكَّرُ فَتَنْفَعَهُ الذِّكْرٰىؕ(۴)
Of hij kon om raad komen, en die raad zou hem van nut kunnen zijn.
Of zich laten onderrichten en zou het onderricht hem baten.
Wat betreft degene die zich behoefteloos waant.
وَ مَا عَلَیْكَ اَلَّا یَزَّكّٰىؕ(۷)
Hoewel gij er niet voor aansprakelijk zijt als hij zich niet loutert.
Terwijl jij niet verantwoordelijk bent als hij zich niet reinigt.
Maar wat betreft degene die haastig tot jou kwam.
Aan hem schenk jij geen aandacht.
Nee! Voorwaar, het is een Vermaning.
Laat wie het wil er lering uit trekken.
Door de handen van schrijvers (Engelen).
Verdoemd is de mens. Hoe ondankbaar is hij!
Waaruit heeft Hij hem geschapen?
مِنْ نُّطْفَةٍؕ-خَلَقَهٗ فَقَدَّرَهٗۙ(۱۹)
Uit een kleine levenskiem schept Hij hem en stelt zijn verhoudingen vast.
Hij heeft hem uit een druppel geschapen en daarna voor hem beschikt.
Daarna vergemakkelijkt Hij voor hem de Weg.
Vervolgens doet Hij hem sterven en doet Hij hem begraven.
Daarop, als Hij het wil, wekt Hij hem op.
كَلَّا لَمَّا یَقْضِ مَاۤ اَمَرَهٗؕ(۲۳)
Neen, hij heeft hetgeen Hij hem gebood, niet volbracht.
Nee, hij heeft nog niet verricht wat Hij hem opdroeg.
Laat de mens dan naar zijn voedsel kijken.
Voorwaar, Wij doen het water in stromen neerkomen.
Daarna doen Wij de aarde openploegen.
Dan doen Wij daarin granen groeien.
En olijfbomen on dadelpalmen.
Als een voorziening voor jullie en voor jullie vee.
En wanneer dan de bazuinstoot komt.
Op die Dag vlucht de mens van zijn broeder.
En van zijn moeder en zijn vader.
En van zijn vrouw en van zijn kinderen.
لِكُلِّ امْرِئٍ مِّنْهُمْ یَوْمَىٕذٍ شَاْنٌ یُّغْنِیْهِؕ(۳۷)
Op die Dag zal een ieder een aangeiegenheid hebben die hem bezig zal houden.
Een ieder ven hen zal op die Dag een bezigheid hebben die hem genoeg is.
Gezichten (van de gelovigen) zullen op die Dag stralen.
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan