READ
Surah Aal Imraan
اٰلِ عِمْرَان
200 Ayaat مدنیۃ
قَالَ رَبِّ اجْعَلْ لِّیْۤ اٰیَةًؕ-قَالَ اٰیَتُكَ اَلَّا تُكَلِّمَ النَّاسَ ثَلٰثَةَ اَیَّامٍ اِلَّا رَمْزًاؕ-وَ اذْكُرْ رَّبَّكَ كَثِیْرًا وَّ سَبِّحْ بِالْعَشِیِّ وَ الْاِبْكَارِ۠(۴۱)
0
Hij zei: "Mijn Heer, geef mij een teken." Hij zei: "Jouw teken is dat je drie dagen niet tot de mensen zult spreken, behalve door middel van gebaren. En gedenk jouw Heer veel en lofprijs in de avond en 's ochtends vroeg."
وَ اِذْ قَالَتِ الْمَلٰٓىٕكَةُ یٰمَرْیَمُ اِنَّ اللّٰهَ اصْطَفٰىكِ وَ طَهَّرَكِ وَ اصْطَفٰىكِ عَلٰى نِسَآءِ الْعٰلَمِیْنَ(۴۲)
Toen zeiden de engelen: "O, Maria, Allah heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller vollkeren uitverkoren."
En toen de engelen zeiden: "O Marjam, God heeft jou uitverkoren en jou rein gemaakt en Hij heeft jou uitverkoren boven de vrouwen van de wereldbewoners.
یٰمَرْیَمُ اقْنُتِیْ لِرَبِّكِ وَ اسْجُدِیْ وَ ارْكَعِیْ مَعَ الرّٰكِعِیْنَ(۴۳)
"O, Maria, wees uw Heer gehoorzaam en werp u neder en aanbid met degenen, die aanbidden."
O Marjam, wees jouw Heer onderdanig en buig je eerbiedig voor Hem neer en buig met de buigenden."
ذٰلِكَ مِنْ اَنْۢبَآءِ الْغَیْبِ نُوْحِیْهِ اِلَیْكَؕ-وَ مَا كُنْتَ لَدَیْهِمْ اِذْ یُلْقُوْنَ اَقْلَامَهُمْ اَیُّهُمْ یَكْفُلُ مَرْیَمَ۪-وَ مَا كُنْتَ لَدَیْهِمْ اِذْ یَخْتَصِمُوْنَ(۴۴)
Dit is een van de tijdingen van het ongeziene, die wij u openbaren. En gij waart niet bij hen toen zij lootten (om te zien), wie hunner de voogd van Maria zou zijn, noch waart gij bij hen, toen zij met elkander redetwistten.
Dat zijn enige mededelingen over het verborgene die Wij aan jou openbaren. Jij was immers niet bij hen toen zij hun rietpennen wierpen om [door loting] uit te maken wie van hen de zorg voor Marjam op zich zou nemen en jij was ook niet bij hen toen zij twistten.
اِذْ قَالَتِ الْمَلٰٓىٕكَةُ یٰمَرْیَمُ اِنَّ اللّٰهَ یُبَشِّرُكِ بِكَلِمَةٍ مِّنْهُۙ-اسْمُهُ الْمَسِیْحُ عِیْسَى ابْنُ مَرْیَمَ وَجِیْهًا فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِ وَ مِنَ الْمُقَرَّبِیْنَۙ(۴۵)
Toen de engelen zeiden: "O, Maria, waarlijk, Allah geeft u blijde tijding door Zijn woord: Zijn naam zal zijn: de Messias, Jezus, zoon van Maria, ge?erd in deze wereld en in de volgende en hij zal tot hen behoren die in Gods nabijheid zijn.
Toen de engelen zeiden: "O Marjam, God kondigt jou een woord van Hem aan, wiens naam zal zijn de masieh, 'Isa, de zoon van Marjam. Hij zal in het tegenwoordige leven en het hiernamaals in hoog aanzien staan en behoren tot hen die in de nabijheid [van God] zijn.
وَ یُكَلِّمُ النَّاسَ فِی الْمَهْدِ وَ كَهْلًا وَّ مِنَ الصّٰلِحِیْنَ(۴۶)
En hij zal tot het volk spreken in de wieg en op middelbare leeftijd en hij zal ??n der rechtvaardigen zijn."
In de wieg en als volwassene zal hij tot de mensen spreken en hij zal een van de rechtschapenen zijn."
قَالَتْ رَبِّ اَنّٰى یَكُوْنُ لِیْ وَلَدٌ وَّ لَمْ یَمْسَسْنِیْ بَشَرٌؕ-قَالَ كَذٰلِكِ اللّٰهُ یَخْلُقُ مَا یَشَآءُؕ-اِذَا قَضٰۤى اَمْرًا فَاِنَّمَا یَقُوْلُ لَهٗ كُنْ فَیَكُوْنُ(۴۷)
Zij zeide: "Heer, hoe zal ik een zoon hebben, daar geen man mij heeft benaderd?" Hij zeide: "Zo schept Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist, zegt Hij daartoe slechts: "Wees" en het wordt.
Zij zei: "Mijn Heer, hoe zou ik een kind krijgen, terwijl geen mens mij aangeraakt heeft" Hij zei: "Zo is het. God schept wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist, dan zegt Hij er slechts tegen: 'Wees!? en het is."
وَ یُعَلِّمُهُ الْكِتٰبَ وَ الْحِكْمَةَ وَ التَّوْرٰىةَ وَ الْاِنْجِیْلَۚ(۴۸)
"En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen."
En Hij zal hem het boek, de wijsheid, de Taura en de Indjiel onderwijzen.
وَ رَسُوْلًا اِلٰى بَنِیْۤ اِسْرَآءِیْلَ ﳔ اَنِّیْ قَدْ جِئْتُكُمْ بِاٰیَةٍ مِّنْ رَّبِّكُمْ ﳐ اَنِّیْۤ اَخْلُقُ لَكُمْ مِّنَ الطِّیْنِ كَهَیْــٴَـةِ الطَّیْرِ فَاَنْفُخُ فِیْهِ فَیَكُوْنُ طَیْرًۢا بِاِذْنِ اللّٰهِۚ-وَ اُبْرِئُ الْاَكْمَهَ وَ الْاَبْرَصَ وَ اُحْیِ الْمَوْتٰى بِاِذْنِ اللّٰهِۚ-وَ اُنَبِّئُكُمْ بِمَا تَاْكُلُوْنَ وَ مَا تَدَّخِرُوْنَۙ-فِیْ بُیُوْتِكُمْؕ-اِنَّ فِیْ ذٰلِكَ لَاٰیَةً لَّكُمْ اِنْ كُنْتُمْ مُّؤْمِنِیْنَۚ(۴۹)
0
En [God zal hem] als een gezant tot de Israëlieten [zenden, om te zeggen]: "Ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie Heer: Dat ik voor jullie uit klei iets als de vorm van een vogel zal scheppen, er dan in zal blazen en dat het dan met Gods toestemming een vogel zal zijn. Dat ik blindgeborenen en melaatsen zal genezen en doden levend maak, met Gods toestemming. En dat ik jullie meedeel wat jullie eten en wat jullie in jullie huizen opslaan. Daarin is een teken voor jullie als jullie gelovig zijn.
وَ مُصَدِّقًا لِّمَا بَیْنَ یَدَیَّ مِنَ التَّوْرٰىةِ وَ لِاُحِلَّ لَكُمْ بَعْضَ الَّذِیْ حُرِّمَ عَلَیْكُمْ وَ جِئْتُكُمْ بِاٰیَةٍ مِّنْ رَّبِّكُمْ۫-فَاتَّقُوا اللّٰهَ وَ اَطِیْعُوْنِ(۵۰)
Ik kom tot u met een teken van uw Heer bevestigende wat v??r mij was, namelijk, de Torah en om u iets, van wat u was verboden toe te staan; vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij.
En als bevestiger van wat er van de Taura voor mijn tijd al was en om aan jullie iets van wat jullie verboden was toe te staan. Ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie Heer. Vreest dus God en gehoorzaamt mij.
اِنَّ اللّٰهَ رَبِّیْ وَ رَبُّكُمْ فَاعْبُدُوْهُؕ-هٰذَا صِرَاطٌ مُّسْتَقِیْمٌ(۵۱)
Voorzeker, Allah is mijn Heer en uw Heer; aanbidt Hem daarom, dit is het rechte pad."
God is mijn Heer en jullie Heer; dient Hem dus. Dit is een juiste weg." *
فَلَمَّاۤ اَحَسَّ عِیْسٰى مِنْهُمُ الْكُفْرَ قَالَ مَنْ اَنْصَارِیْۤ اِلَى اللّٰهِؕ-قَالَ الْحَوَارِیُّوْنَ نَحْنُ اَنْصَارُ اللّٰهِۚ-اٰمَنَّا بِاللّٰهِۚ-وَ اشْهَدْ بِاَنَّا مُسْلِمُوْنَ(۵۲)
Toen Jezus hun (der Isra?lieten) ongeloof bemerkte, zeide hij: "Wie zullen mijn helpers zijn terwille van Allah?" De discipelen antwoordden: "Wij zijn de helpers van Allah. Wij geloven in Allah. En getuigt gij dat wij Moslims zijn."
Toen 'Isa ongeloof bij hen gewaarwerd zei hij: "Wie zijn mijn helpers [op de weg] tot God." De discipelen zeiden: "Wij zijn Gods helpers. Wij geloven in God. Getuig dat wij ons [aan God] hebben onderworpen.
رَبَّنَاۤ اٰمَنَّا بِمَاۤ اَنْزَلْتَ وَ اتَّبَعْنَا الرَّسُوْلَ فَاكْتُبْنَا مَعَ الشّٰهِدِیْنَ(۵۳)
"Onze Heer, wij geloven in hetgeen Gij hebt geopenbaard en volgen deze boodschapper. Schrijf ons onder hen die getuigen."
Onze Heer, wij geloven in wat U hebt neergezonden en wij volgen de gezant. Schrijf ons dus op bij hen die getuigen."
وَ مَكَرُوْا وَ مَكَرَ اللّٰهُؕ-وَ اللّٰهُ خَیْرُ الْمٰكِرِیْنَ۠(۵۴)
En zij maakten plannen (tegen Jezus). Allah maakte ook plannen (tegen hen), maar Allah voorziet het beste.
Zij maakten plannen en God maakte plannen, maar God is de beste plannenmaker.
اِذْ قَالَ اللّٰهُ یٰعِیْسٰۤى اِنِّیْ مُتَوَفِّیْكَ وَ رَافِعُكَ اِلَیَّ وَ مُطَهِّرُكَ مِنَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْا وَ جَاعِلُ الَّذِیْنَ اتَّبَعُوْكَ فَوْقَ الَّذِیْنَ كَفَرُوْۤا اِلٰى یَوْمِ الْقِیٰمَةِۚ-ثُمَّ اِلَیَّ مَرْجِعُكُمْ فَاَحْكُمُ بَیْنَكُمْ فِیْمَا كُنْتُمْ فِیْهِ تَخْتَلِفُوْنَ(۵۵)
Toen Allah zeide: "O, Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij; opheffen en u zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot de laatste dag over hen doen zegevieren die u niet geloven; dan zal uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken over datgeen waarin gij verschildet.
Toen God zei: "O 'Isa, Ik laat jou sterven en Ik zal jou tot Mij opheffen en jou reinigen van hen die ongelovig zijn en Ik zal tot de opstandingsdag hen die jou volgen stellen boven hen die ongelovig zijn. Dan zal jullie terugkeer tot Mij zijn en zal Ik tussen jullie oordelen over dat waarover jullie het oneens waren.
فَاَمَّا الَّذِیْنَ كَفَرُوْا فَاُعَذِّبُهُمْ عَذَابًا شَدِیْدًا فِی الدُّنْیَا وَ الْاٰخِرَةِ٘-وَ مَا لَهُمْ مِّنْ نّٰصِرِیْنَ(۵۶)
Doch de ongelovigen zal Ik in deze wereld en in de volgende streng straffen en zij zullen geen helpers hebben."
Wat hen dus betreft die ongelovig zijn, hen zal Ik in het tegenwoordige leven en het hiernamaals met een strenge bestraffing straffen. Zij zullen geen helpers hebben.
وَ اَمَّا الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَ عَمِلُوا الصّٰلِحٰتِ فَیُوَفِّیْهِمْ اُجُوْرَهُمْؕ-وَ اللّٰهُ لَا یُحِبُّ الظّٰلِمِیْنَ(۵۷)
De gelovigen die goede werken verrichten zal Ik volle beloning toekennen. Maar Allah heeft de onrechtvaardigen niet lief.
Maar wat hen betreft die geloven en de deugdelijke daden doen, hun zal Hij hun volle loon geven. God bemint de onrechtplegers niet."
ذٰلِكَ نَتْلُوْهُ عَلَیْكَ مِنَ الْاٰیٰتِ وَ الذِّكْرِ الْحَكِیْمِ(۵۸)
Dat is hetgeen Wij u van de tekenen en de wijze vermaning meedelen.
Dat is wat Wij jou van de tekenen en de wijze vermaning voorlezen.
اِنَّ مَثَلَ عِیْسٰى عِنْدَ اللّٰهِ كَمَثَلِ اٰدَمَؕ-خَلَقَهٗ مِنْ تُرَابٍ ثُمَّ قَالَ لَهٗ كُنْ فَیَكُوْنُ(۵۹)
Voorzeker, het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat van Adam. Hij (Allah) schiep hem uit stof en zeide: "Wees" en hij werd.
Bij God lijkt 'Isa bijvoorbeeld op Adam die Hij uit aarde geschapen heeft. Toen sprak Hij tot hem: "Wees!" en hij was.
اَلْحَقُّ مِنْ رَّبِّكَ فَلَا تَكُنْ مِّنَ الْمُمْتَرِیْنَ(۶۰)
De waarheid is van uw Heer, behoort daarom niet tot degenen, die twijfelen.
De waarheid komt van jouw Heer; behoor dus niet tot hen die twijfelen.
فَمَنْ حَآجَّكَ فِیْهِ مِنْۢ بَعْدِ مَا جَآءَكَ مِنَ الْعِلْمِ فَقُلْ تَعَالَوْا نَدْعُ اَبْنَآءَنَا وَ اَبْنَآءَكُمْ وَ نِسَآءَنَا وَ نِسَآءَكُمْ وَ اَنْفُسَنَا وَ اَنْفُسَكُمْ- ثُمَّ نَبْتَهِلْ فَنَجْعَلْ لَّعْنَتَ اللّٰهِ عَلَى الْكٰذِبِیْنَ(۶۱)
Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: "Kom, laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons daarna vurig bidden en de vloek van Allah roepen over degenen, die liegen."
Als dan iemand met jou over hem redetwist na wat er aan kennis tot jou gekomen is, zeg dan: "Komt, laten we onze zonen en jullie zonen, onze vrouwen en jullie vrouwen en onszelf en julliezelf bijeenroepen. Laten we dan plechtig tot God bidden en Gods vloek afroepen over hen die liegen."
اِنَّ هٰذَا لَهُوَ الْقَصَصُ الْحَقُّۚ-وَ مَا مِنْ اِلٰهٍ اِلَّا اللّٰهُؕ-وَ اِنَّ اللّٰهَ لَهُوَ الْعَزِیْزُ الْحَكِیْمُ(۶۲)
Dit is voorzeker de ware uitleg, en er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij is de Almachtige, de Alwijze. v 63. Doch indien zij zich afwenden, Allah kent de onheilstichters toch goed.
Dit is het juiste verhaal en er is geen god dan God. God is echt de machtige, de wijze.
فَاِنْ تَوَلَّوْا فَاِنَّ اللّٰهَ عَلِیْمٌۢ بِالْمُفْسِدِیْنَ۠(۶۳)
64. Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot ??n woord, waarin wij met elkander overeenstemmen: dat wij niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen en dat sommigen onzer geen anderen tot goden nemen, buiten Allah." Maar, als zij zich afwenden, zegt dan: "Getuigt, dat wij Moslims zijn."
Als zij zich dan afkeren, dan is God welingelicht over de verderfbrengers.
قُلْ یٰۤاَهْلَ الْكِتٰبِ تَعَالَوْا اِلٰى كَلِمَةٍ سَوَآءٍۭ بَیْنَنَا وَ بَیْنَكُمْ اَلَّا نَعْبُدَ اِلَّا اللّٰهَ وَ لَا نُشْرِكَ بِهٖ شَیْــٴًـا وَّ لَا یَتَّخِذَ بَعْضُنَا بَعْضًا اَرْبَابًا مِّنْ دُوْنِ اللّٰهِؕ-فَاِنْ تَوَلَّوْا فَقُوْلُوا اشْهَدُوْا بِاَنَّا مُسْلِمُوْنَ(۶۴)
65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist gij over Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie eerst na hem werden geopenbaard? Wilt gij dan niet begrijpen?
Zeg: "Mensen van het boek! Komt tot een uitspraak die voor jullie en voor ons gezamenlijk juist is. Dat wij alleen God dienen, dat wij niets aan Hem als metgezel toevoegen en dat wij elkaar niet tot heren naast God nemen." Als zij zich echter afkeren, zeg dan: "Getuigt dat wij [aan God] onderworpenen zijn."
یٰۤاَهْلَ الْكِتٰبِ لِمَ تُحَآجُّوْنَ فِیْۤ اِبْرٰهِیْمَ وَ مَاۤ اُنْزِلَتِ التَّوْرٰىةُ وَ الْاِنْجِیْلُ اِلَّا مِنْۢ بَعْدِهٖؕ-اَفَلَا تَعْقِلُوْنَ(۶۵)
66. Ziet, gij twist over hetgeen, waarvan gij kennis hebt. Waarom twist gij dan (eveneens) over hetgeen, waarvan gij geen kennis hebt? Allah weet en gij weet niet.
Mensen van het boek! Waarom twisten jullie over Ibrahiem. De Taura en de Indjiel waren toch pas na hem neergezonden! Hebben jullie dan geen verstand?
هٰۤاَنْتُمْ هٰۤؤُلَآءِ حَاجَجْتُمْ فِیْمَا لَكُمْ بِهٖ عِلْمٌ فَلِمَ تُحَآجُّوْنَ فِیْمَا لَیْسَ لَكُمْ بِهٖ عِلْمٌؕ-وَ اللّٰهُ یَعْلَمُ وَ اَنْتُمْ لَا تَعْلَمُوْنَ(۶۶)
67. Abraham was noch een Jood, noch een Christen, maar hij was een oprecht Moslim. En hij behoorde niet tot de afgodendienaren.
Zo zijn jullie nu. Jullie hebben daarover getwist waar jullie kennis van hebben, maar waarom twisten jullie over iets waar jullie geen kennis van hebben?
مَا كَانَ اِبْرٰهِیْمُ یَهُوْدِیًّا وَّ لَا نَصْرَانِیًّا وَّ لٰكِنْ كَانَ حَنِیْفًا مُّسْلِمًاؕ-وَ مَا كَانَ مِنَ الْمُشْرِكِیْنَ(۶۷)
68. Voorzeker, zij die Abraham het dichtst nabijkomen, zijn degenen, die hem volgen; en deze profeet en de gelovigen; en Allah is de Vriend der gelovigen.
Ibrahiem was niet jood, noch christen, maar hij was een aanhanger van het zuivere geloof, die zich [aan God] overgaf en hij behoorde niet tot de veelgodendienaars.
اِنَّ اَوْلَى النَّاسِ بِاِبْرٰهِیْمَ لَلَّذِیْنَ اتَّبَعُوْهُ وَ هٰذَا النَّبِیُّ وَ الَّذِیْنَ اٰمَنُوْاؕ-وَ اللّٰهُ وَلِیُّ الْمُؤْمِنِیْنَ(۶۸)
69. Een deel der mensen van het Boek zou u gaarne willen doen dwalen, maar zij doen niemand dwalen dan zichzelf; en zij beseffen het niet.
De mensen die Ibrahiem het meest waardig zijn zijn zeker zij die hem en deze profeet navolgen en die geloven. En God is de beschermer van de gelovigen.
وَدَّتْ طَّآىٕفَةٌ مِّنْ اَهْلِ الْكِتٰبِ لَوْ یُضِلُّوْنَكُمْؕ-وَ مَا یُضِلُّوْنَ اِلَّاۤ اَنْفُسَهُمْ وَ مَا یَشْعُرُوْنَ(۶۹)
70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij de tekenen van Allah terwijl gij er getuige van zijt?
Een groep van de mensen van het boek zou jullie graag tot dwaling willen brengen, maar zij brengen slechts zichzelf tot dwaling zonder het te beseffen.
یٰۤاَهْلَ الْكِتٰبِ لِمَ تَكْفُرُوْنَ بِاٰیٰتِ اللّٰهِ وَ اَنْتُمْ تَشْهَدُوْنَ(۷۰)
71. O, mensen van het Boek, waarom verwart gij de waarheid met de leugen en verbergt de waarheid tegen beter weten in?
Mensen van het boek! Waarom geloven jullie niet in de tekenen van God terwijl jullie toch getuigen zijn?
یٰۤاَهْلَ الْكِتٰبِ لِمَ تَلْبِسُوْنَ الْحَقَّ بِالْبَاطِلِ وَ تَكْتُمُوْنَ الْحَقَّ وَ اَنْتُمْ تَعْلَمُوْنَ۠(۷۱)
72. En een gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft in hetgeen de gelovigen (Moslirns) is geopenbaard, in de vroege ochtendstond en verwerpt het aan het einde van de dag; misschien keren zij wel terug."
Mensen van het boek! Waarom omkleden jullie de waarheid met onzin en verbergen jullie de waarheid willens en wetens?
وَ قَالَتْ طَّآىٕفَةٌ مِّنْ اَهْلِ الْكِتٰبِ اٰمِنُوْا بِالَّذِیْۤ اُنْزِلَ عَلَى الَّذِیْنَ اٰمَنُوْا وَجْهَ النَّهَارِ وَ اكْفُرُوْۤا اٰخِرَهٗ لَعَلَّهُمْ یَرْجِعُوْنَۚۖ(۷۲)
0
Een groep van de mensen van het boek zegt: "Gelooft aan de aanvang van de dag in wat op hen die geloven is neergezonden, maar weest aan het einde ervan ongelovig; misschien zullen zij terugkeren.
وَ لَا تُؤْمِنُوْۤا اِلَّا لِمَنْ تَبِـعَ دِیْنَكُمْؕ-قُلْ اِنَّ الْهُدٰى هُدَى اللّٰهِۙ-اَنْ یُّؤْتٰۤى اَحَدٌ مِّثْلَ مَاۤ اُوْتِیْتُمْ اَوْ یُحَآجُّوْكُمْ عِنْدَ رَبِّكُمْؕ-قُلْ اِنَّ الْفَضْلَ بِیَدِ اللّٰهِۚ-یُؤْتِیْهِ مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ اللّٰهُ وَاسِعٌ عَلِیْمٌۚۙ(۷۳)
74. Hij geeft Zijn genade aan wie Hij wil. Allah is de Heer van grote genade.
En gelooft slechts hen die jullie godsdienst volgen." -- Zeg: "De leidraad is Gods leidraad" -- "[en gelooft niet] dat er aan iemand hetzelfde gegeven is als aan jullie of dat zij tegen jullie bij jullie Heer twisten." Zeg: "De goedgunstigheid is in Gods hand. Hij geeft haar aan wie Hij wil. God is alomvattend en wetend.
یَّخْتَصُّ بِرَحْمَتِهٖ مَنْ یَّشَآءُؕ-وَ اللّٰهُ ذُو الْفَضْلِ الْعَظِیْمِ(۷۴)
75. Onder de mensen van het Boek is hij, die, als gij hem een schat toevertrouwt, u deze zal teruggeven, en er zijn er onder, die, als gij hun een dinar toevertrouwt, deze niet aan u zullen teruggeven, tenzij gij er voortdurend om vraagt. Dat komt, omdat zij (de Joden) zeggen: "Wij zijn niet aansprakelijk voor de zaak van de ongeletterden." Daarmede uiten zij tegen beter weten in een leugen tegen Allah.
Hij bevoorrecht door Zijn barmhartigheid wie Hij wil. God is vol van geweldige goedgunstigheid."
وَ مِنْ اَهْلِ الْكِتٰبِ مَنْ اِنْ تَاْمَنْهُ بِقِنْطَارٍ یُّؤَدِّهٖۤ اِلَیْكَۚ-وَ مِنْهُمْ مَّنْ اِنْ تَاْمَنْهُ بِدِیْنَارٍ لَّا یُؤَدِّهٖۤ اِلَیْكَ اِلَّا مَا دُمْتَ عَلَیْهِ قَآىٕمًاؕ-ذٰلِكَ بِاَنَّهُمْ قَالُوْا لَیْسَ عَلَیْنَا فِی الْاُمِّیّٖنَ سَبِیْلٌۚ-وَ یَقُوْلُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَ وَ هُمْ یَعْلَمُوْنَ(۷۵)
76. Neen, maar wie zijn belofte vervult en vreest - voorwaar, Allah heeft de godvrezenden lief.
En onder de mensen van het boek is er hij die, als je hem een fortuin toevertrouwt, het aan jou teruggeeft en onder hen is er hij die, als je hem een dinar toevertrouwt, hem alleen maar aan jou zal teruggeven als jij erop blijft staan. Dat komt omdat zij zeggen: "Men kan van ons geen rekenschap over de ongeletterden vragen." En zij zeggen over God willens en wetens een leugen.
بَلٰى مَنْ اَوْفٰى بِعَهْدِهٖ وَ اتَّقٰى فَاِنَّ اللّٰهَ یُحِبُّ الْمُتَّقِیْنَ(۷۶)
77. Die een geringe prijs (het wereldse) in ruil nemen voor hun verbond met Allah en voor hun eed, voor dezen is er geen voordeel in het Hiernamaals en Allah zal niet tot hen spreken, noch hen aanzien op de Dag des Oordeels, noch zal Hij hen als rein beschouwen en er zal een smartelijke straf voor hen zijn.
Ja zeker, als iemand zijn verbintenis nakomt en godvrezend is, dan bemint God de godvrezenden.
اِنَّ الَّذِیْنَ یَشْتَرُوْنَ بِعَهْدِ اللّٰهِ وَ اَیْمَانِهِمْ ثَمَنًا قَلِیْلًا اُولٰٓىٕكَ لَا خَلَاقَ لَهُمْ فِی الْاٰخِرَةِ وَ لَا یُكَلِّمُهُمُ اللّٰهُ وَ لَا یَنْظُرُ اِلَیْهِمْ یَوْمَ الْقِیٰمَةِ وَ لَا یُزَكِّیْهِمْ۪-وَ لَهُمْ عَذَابٌ اَلِیْمٌ(۷۷)
78. En voorzeker, onder hen zijn er, die hun tong verdraaien, terwijl zij het Boek voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, hoewel het niet van het Boek is. En zij zeggen: "Dit is van Allah," ofschoon het niet van Allah is en zij uiten een leugen tegen Allah, tegen beter weten in.
Zij die Gods verbond en hun eden verkwanselen, dat zijn zij die geen aandeel aan het hiernamaals hebben. God zal niet tot hen spreken, noch naar hen omzien op de opstandingsdag. Hij zal hen niet louteren, maar voor hen is er een pijnlijke bestraffing.
وَ اِنَّ مِنْهُمْ لَفَرِیْقًا یَّلْوٗنَ اَلْسِنَتَهُمْ بِالْكِتٰبِ لِتَحْسَبُوْهُ مِنَ الْكِتٰبِ وَ مَا هُوَ مِنَ الْكِتٰبِۚ-وَ یَقُوْلُوْنَ هُوَ مِنْ عِنْدِ اللّٰهِ وَ مَا هُوَ مِنْ عِنْدِ اللّٰهِۚ-وَ یَقُوْلُوْنَ عَلَى اللّٰهِ الْكَذِبَ وَ هُمْ یَعْلَمُوْنَ(۷۸)
0
En onder hen is er een groep die hun tongen verdraaien bij [het voorlezen van] het boek, zodat jullie zullen denken dat het uit het boek is, terwijl het niet uit het boek is. En zij zeggen: "Het komt van God" terwijl het niet van God komt. Zij zeggen over God willens en wetens een leugen.
مَا كَانَ لِبَشَرٍ اَنْ یُّؤْتِیَهُ اللّٰهُ الْكِتٰبَ وَ الْحُكْمَ وَ النُّبُوَّةَ ثُمَّ یَقُوْلَ لِلنَّاسِ كُوْنُوْا عِبَادًا لِّیْ مِنْ دُوْنِ اللّٰهِ وَ لٰكِنْ كُوْنُوْا رَبّٰنِیّٖنَ بِمَا كُنْتُمْ تُعَلِّمُوْنَ الْكِتٰبَ وَ بِمَا كُنْتُمْ تَدْرُسُوْنَۙ(۷۹)
80. Noch zal hij u gebieden de engelen en de profeten als goden te aanvaarden. Zou hij u ongeloof bevelen, nadat gij Moslims werd?
Het past geen mens dat God hem het boek, de oordeelskracht en het profeetschap geeft en dat hij dan tot de mensen zal zeggen: "Weest dienaren van mij in plaats van van God." Maar wel: "Weest godgeleerden, doordat jullie het boek onderwijzen en doordat jullie het bestuderen."
وَ لَا یَاْمُرَكُمْ اَنْ تَتَّخِذُوا الْمَلٰٓىٕكَةَ وَ النَّبِیّٖنَ اَرْبَابًاؕ-اَیَاْمُرُكُمْ بِالْكُفْرِ بَعْدَ اِذْ اَنْتُمْ مُّسْلِمُوْنَ۠(۸۰)
81. En toen Allah met de profeten een verbond sloot, zeide Hij: "Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken en daarna zal een boodschapper tot u komen, vervullend hetgeen bij u is, in hem zult gij geloven en hem zult gij helpen." En Hij zeide: "Hebt gij bekrachtigd en daarmede Mijn verbond aanvaard?" Zij antwoordden: "Wij bekrachtigen het." Hij zeide: "Getuigt dan en Ik ben met u onder de getuigen."
En ook niet dat hij jullie beveelt de engelen en de profeten tot heren te nemen. Zou hij jullie bevelen ongelovig te zijn, nadat jullie je [aan God] hebben overgegeven?
- English | Ahmed Ali
- Urdu | Ahmed Raza Khan
- Turkish | Ali-Bulaç
- German | Bubenheim Elyas
- Chinese | Chineese
- Spanish | Cortes
- Dutch | Dutch
- Portuguese | El-Hayek
- English | English
- Urdu | Fateh Muhammad Jalandhry
- French | French
- Hausa | Hausa
- Indonesian | Indonesian-Bahasa
- Italian | Italian
- Korean | Korean
- Malay | Malay
- Russian | Russian
- Tamil | Tamil
- Thai | Thai
- Farsi | مکارم شیرازی
- العربية | التفسير الميسر
- العربية | تفسير الجلالين
- العربية | تفسير السعدي
- العربية | تفسير ابن كثير
- العربية | تفسير الوسيط لطنطاوي
- العربية | تفسير البغوي
- العربية | تفسير القرطبي
- العربية | تفسير الطبري
- English | Arberry
- English | Yusuf Ali
- Dutch | Keyzer
- Dutch | Leemhuis
- Dutch | Siregar
- Urdu | Sirat ul Jinan